Jaarverslag
2021
DEEL 1 - BEDRIJFSVERSLAG
Kerncijfers
384 178 ton
Geproduceerde palmolie
in 2021
1 195 USD/ton (CIF)
Gemiddelde wereldmarktprijs van palmolie
in 2021
169 218 KUSD
Brutowinst
in 2021
2017
2018
2019
2020
2021
TOTAAL BEPLANTE
OPPERVLAKTE
(IN HA) (IN TON) (USD/TON) (IN KUSD)
NETTO RECURRENT
RESULTAAT
DEEL VAN DE GROEP
TOTALE EIGEN PRODUCTIE
PALMOLIE VAN DE
GECONSOLIDEERDE
ONDERNEMINGEN
GEMIDDELDE
WERELDMARKTPRIJS
VAN PALMOLIE
78 213
79 787
82 225
83 893
79 942
2017
2018
2019
2020
2021
272 312
290 441
264 641
271 472
316 740
2017
2018
2019
2020
2021
715
598
566
715
1 195
2017
2018
2019
2020
2021
64 481
22 713
-8 004
14 122
82 746
20 000
50 000
200
400
600
800
1 000
20 000
40 000
60 000
80 000
100 000
120 0001 200
100 000
150 000
200 000
250 000
300 000
350 000
40 000
60 000
80 000
100 000
Kerncijfers
384 178 ton
Geproduceerde palmolie
in 2021
1 195 USD/ton (CIF)
Gemiddelde wereldmarktprijs van palmolie
in 2021
169 218 KUSD
Brutowinst
in 2021
2017
2018
2019
2020
2021
TOTAAL BEPLANTE
OPPERVLAKTE
(IN HA) (IN TON) (USD/TON) (IN KUSD)
NETTO RECURRENT
RESULTAAT
DEEL VAN DE GROEP
TOTALE EIGEN PRODUCTIE
PALMOLIE VAN DE
GECONSOLIDEERDE
ONDERNEMINGEN
GEMIDDELDE
WERELDMARKTPRIJS
VAN PALMOLIE
78 213
79 787
82 225
83 893
79 942
2017
2018
2019
2020
2021
272 312
290 441
264 641
271 472
316 740
2017
2018
2019
2020
2021
715
598
566
715
1 195
2017
2018
2019
2020
2021
64 481
22 713
-8 004
14 122
82 746
20 000
50 000
200
400
600
800
1 000
20 000
40 000
60 000
80 000
100 000
120 0001 200
100 000
150 000
200 000
250 000
300 000
350 000
40 000
60 000
80 000
100 000
The connection to the world
of sustainable tropical agriculture
100%
aan alle criteria voor verwerken
van RSPO-gecertificeerde
oliepalmproducten is voldaan
RSPO-compliant
certificaten
31
verleend aan de operationele
units van de Groep
medewerkers (VTE)
21 233
zijn werkzaam op de plantages en
aanverwante verwerkingsfaciliteiten
2017
2018
2019
2020
2021
KASSTROOM UIT
BEDRIJFSACTIVITEITEN*
KASSTROOM UIT
BEDRIJFSACTIVITEITEN
NA BELASTINGEN
(IN KUSD) (IN KUSD) (IN KUSD) (IN EUR)
BRUTODIVIDEND
NETTO FINANCIËLE
SCHULD
EIGEN VERMOGEN
DEEL VAN DE GROEP
119 853
36 221
33 988
73 262
160 312
2017
2018
2019
2020
2021
83 697
121 443
164 623
151 165
49 192
2017
2018
2019
2020
2021
634 636
644 509
628 686
638 688
727 329
2017
2018
2019
2020
2021
1,60
0,55
0
0,35
2,00
* Vanaf 2021 is de financiering van plasmavoorschotten opgenomen onder investeringsactiviteiten in plaats
van bedrijfsactiviteiten. De cijfers van de voorgaande jaren werden op dezelfde manier herwerkt.
50 000
100 000
150 000
200 000
50 000
100 000
150 000
200 000
200 000
100 000
400 000
500 000
300 000
600 000
700 000
800 000
0,5
1,0
1,5
2,0
Missie
Als producent van traceerbare, duurzaam
gecertificeerde en hoogwaardige tropische
landbouwgrondstoen, voornamelijk kwa
-
liteitsvolle ruwe palmolie en andere palm-
producten, wil SIPEF een betrouwbare part-
ner en voorkeursleverancier zijn voor de
verwerkingsindustrie.
De Groep is actief in ver afgelegen gebieden
waar een duurzame benadering noodzakelijk
is voor sociale ontwikkeling en economische
groei. SIPEF creëert waarde via duurzame
expansie en een optimaal rendement per hec-
tare door het gebruik van de beste plantma-
terialen en een eciënt en innovatief beheer
van alle producten, inclusief de bijproducten
in de keten. Daarnaast stimuleert zij op een
actieve manier werkgelegenheid en werkt zij
aan de opleiding van lokale boeren met het
oog op hun integratie in de productieketen.
Bij al haar activiteiten streeft SIPEF continu
een evenwicht na tussen zorgdragen voor het
milieu en het maatschappelijke welzijn, en de
ontwikkeling op economisch vlak.
SIPEF ambieert ook een groeiend dividendin-
komen en een stijgende beurskoers voor haar
aandeelhouders, door een doorgedreven e-
ciënte kostenbeheersing en een toenemende
activabasis.
Inhoud
Missie ......................................................Omslag
Kerncijfers 2021............................................Omslag
SIPEF in één oogopslag ..........................................2
Markante feiten van 2021.........................................4
Boodschap van de voorzitter
......................................6
Boodschap van de gedelegeerd bestuurder........................ 9
Strategie van de Groep
..........................................
13
Bedrijfsmodel ................................................... 18
De productmark
ten .............................................
26
SIPEF
s operationele activiteiten
................................34
-- P
almolie .........................................
36
-- Bananen
.........................................
52
-- Rubber en thee...................................58
-- Onderzoek en ontwikk
eling
......................63
Risico's en onzek
erheden .......................................
70
Corporate g
overnance verklaring ...............................
76
SIPEF op de beurs
..............................................110
Andere informatie over de Vennootschap ......................
113
Woordenlijst ................................................... 116
Annex ..........................................................122
Verantwoordelijke personen ...................................131
V
oor meer inlichtingen
.........................................132
1
SIPEF Bedrijfsverslag 2021
SIPEF in één
oogopslag
Palmolie
SIPEF beheert 36 oliepalmplantages. De Groep heeft in totaal
negen palmolie-extractiefabrieken, waarvan zes in Indonesië en
drie in Papoea-Nieuw-Guinea. De palmolie-extractiefabrieken in
Indonesië produceren ruwe palmolie en palmpitten. De palm-
olie-extractiefabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea produceren
ruwe palmolie en ruwe palmpitolie.
Belangrijkste certificaties
Alle negen palmolie-extractiefabrieken zijn RSPO-gecertificeerd
maar hebben daarnaast nog andere certificaten, zoals ISPO, ISCC,
ISO 14005:2015 en ISO 9001:2015. (Voor de verschillende certi-
ficaten, zie deel 3: Duurzaamheidsverslag).
Belangrijkste productiegebieden (eigen en lokale boeren)
Indonesië (60% van CPO)
P
apoea-Nieuw-Guinea (40% van CPO)
Belangrijkste afzetmarkten
Het grootste deel van SIPEF’s oliën wordt direct of indirect ver
-
kocht aan de Europese markt, zowel als voedingsbestanddeel als
voor biobrandstof. Deze markten zijn immers het meest bereid
een meerprijs te betalen voor duurzame olie.
Gemiddelde wereldmarktprijs 2021 (vs. 2020 in %)
CPO USD 1 195 per ton (+67,1%)
PKO USD 1 517 per ton (+83,7%)
:  
77 163
Aangeplante
hectaren
2
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Belangrijkste certificaties
De plantages zijn volledig Rainforest Alliance en Fairtrade gecer-
tificeerd. (Voor de verschillende certificaten zie Duurzaamheids-
verslag, deel 3 van dit Jaarverslag).
Belangrijkste productiegebied
Ivoorkust
Belangrijkste afzetmarkten
SIPEF’s belangrijkste commerciële afzetmarkt is Europa, het
Verenigd Koninkrijk inbegrepen. De rest wordt verkocht in de
regio West-Afrika en op de lokale markt van Ivoorkust. De mark-
ten in de West-Afrikaanse subregio worden geleidelijk groter.
Gemiddelde Europese marktprijs 2021 (vs. 2020 in %)
EUR 616 per ton (-1,9%)
:   ( )
Bananen
SIPEF bezit vijf estates in Ivoorkust uitgerust met zeven verpak-
kingsstations (vier momenteel operationeel en drie in de loop
van 2022 en begin 2023), waar groene bananen, de Cavendish-
variëteit, geteeld, verpakt en geëxporteerd worden volgens de
internationale standaarden.
794
Aangeplante
hectaren
* Met inbegrip van slechts vier maanden van de rubber- en theeproductie van PT Melania
** Van de omzet van de SIPEF-groep
92%
5%
2%
82%
1%
17%
1%
**
**
**
**
Palmolie: 384 178 ton
Bananen: 32 200 ton
Rubber: 3 827 ton*
Thee: 965 ton*
Indonesië: 65 512 ha
Papoea-Nieuw-Guinea: 13 605 ha
Ivoorkust: 825 ha
79 942 ha
Totaal beplante
hectaren
3
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 SIPEF in één oogopslag
Markante feiten
van 2021
Activiteiten
De totale Groepsproductie van palmolie
steeg met 16,7% tegenover 2020.
Alle productie-eenheden van de Groep ble-
ven operationeel, zonder verlies van volume
of rendement, ondanks covid-19.
De palmolieproductie in Indonesië nam toe
met 8,52%: in Noord-Sumatra was het her-
stel van de droogte van vorig jaar beperkt,
terwijl in de expansieregio’s de productie-
groei zich doorzette.
De totale palmolieproductie van de plan-
tages van Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) in
Papoea-Nieuw-Guinea, die in 2019 door
de vulkaanuitbarstingen werden getroen,
steeg met 29,7%.
Investeringen en desinvesteringen
SIPEF tekende in mei de voorwaardelijke
overeenkomst met betrekking tot de ver-
koop van PT Melania aan de Indonesische
Shamrock Group en verwezenlijkte een
meerwaarde van USD 11 miljoen, deel van
de Groep.
In de zomer verwierf SIPEF de activa van
de insolvabele Wanita-bananenplantages in
Ivoorkust.
Expansie
In Musi Rawas werd, in overeenstemming
met de RSPO “New Planting Procedures”
(NPP), in het voorbije jaar 763 hectare
bijkomend gecompenseerd en 956 hectare
voorbereid voor beplanting of beplant, om
een totaal van 14970 gecultiveerde hectare
te bereiken.
Sinds de verwerving in 2017 werden in
Dendymarker al 7836 hectare herplant of
aangeplant, waarvan 2630 in 2021.
Ongeveer 22% van het omvangrijke inves-
teringsbudget voor het realiseren van de
expansieprojecten, die tijdelijk werden ver-
traagd door covid-19 gerelateerde logistieke
problemen, zal naar 2022 doorgeschoven
worden.
De totale Groepsproductie
van palmolie steeg met
16,7% tegenover 2020.
+16,7
%
2020
2021
4
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Duurzaamheid
De duurzaamheidsverslaggeving 2021
van de Groep werd opgesteld aan de hand
van het “Global Reporting Initiative”
(GRI)-referentiekader.
De uniforme berekening van de uitstoot
van broeikasgassen (GHG-emissie) voor
alle gewassen van de Groep werd afgerond
en een eerste overzicht gepubliceerd, in
overeenstemming met ISO 14064, met 2019
als basisjaar.
SIPEF nam voor de eerste maal deel
aan de “Carbon Disclosure Project”
(CDP)-rapportering.
92% van de SIPEF-werknemers en hun
naaste familie in Indonesië was tegen
november 2021 volledig gevaccineerd tegen
covid-19 op kosten van SIPEF. Een booster-
programma zal in 2022 volgen.
SIPEF werd door “Forest 500” gerangschikt
op de 4e plaats van de 350 meest invloed-
rijke ondernemingen uit de grondstoen-
sector en op de 9e plaats op 100 palmolie-
bedrijven door de “Sustainability Policy
Transparency Toolkit” (SPOTT).
92% van de SIPEF-werknemers
en hun naaste familie in Indonesië
was tegen november 2021
volledig gevaccineerd tegen
covid-19 op kosten van SIPEF.
92
%
Resultaten
De palmoliemarkt kende het hele jaar door
een gestage prijsstijging.
In Indonesië bleef de gecombineerde
exportheng en -taks op de verkoopprijzen
van kracht, die in de loop van het eerste
semester, met ingang van 2 juli 2021, werd
versoepeld.
De combinatie van uitstekende producties
en verkoopprijzen resulteerde in uitmun-
tende financiële prestaties:
Het recurrente nettoresultaat, deel van
de Groep, na belastingen, bedroeg KUSD
82746, tegenover KUSD 14122 vorig jaar.
Inclusief de meerwaarde van USD 11
miljoen op de verkoop van PT Melania
(Indonesische theeplantage en de helft
van de rubberactiviteiten) bedroeg het
nettoresultaat, deel van de Groep, KUSD
93749.
De bedrijfscashflow kwam uit op KUSD
160 312, een stijging met 118,8% ten
opzichte van vorig jaar.
De nettoschuld daalde met meer dan
twee derden van KUSD 151165 tot KUSD
49192.
In lijn met de 30%-uitbetalingsratio van
de vorige jaren, stelt de raad van bestuur
voor om het brutodividend te verhogen
van EUR0,35 per aandeel vorig jaar tot
EUR2,00 per aandeel, betaalbaar op 6 juli
2022.
5
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Markante feiten van 2021
Onze werknemers en eveneens de lokale
boeren waarmee de Groep samenwerkt,
bleven zich in deze pandemie met volle
overtuiging toeleggen op hun werk. Dankzij
hun grote inzet, het gunstige klimaat en de
sterke markten kan SIPEF dan ook voor 2021
uitstekende cijfers voorleggen.
-- Baron Luc Bertrand
6 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Boodschap
van de
voorzitter
In 2021 bleef de wereld in de grip van covid-19.
Indonesië werd meer getroen door de pandemie
dan Ivoorkust en Papoea-Nieuw-Guinea, waar
de bevolking resistenter leek te zijn tegen het
virus. De openbare gezondheidszorg in Indonesië
was echter ontoereikend om iedereen eciënt te
behandelen. Wij voelden ons dan ook geroepen
om te hulp te komen en een vaccinatieprogramma
op touw te zetten op kosten van SIPEF. Hierdoor
konden 20 000 personen, of bijna 92% van de
werknemers van de Indonesische dochterbedrij-
ven van de Groep en hun naaste familie, ingeënt
worden. Ook in Ivoorkust en in Papoea-Nieuw-
Guinea hebben we inentingsprogramma’s geor-
ganiseerd. 45% van de werknemers in Ivoorkust
werden dubbel gevaccineerd en 15% kreeg een
enkele dosis. In Papoea-Nieuw-Guinea kende het
programma aanvankelijk echter niet veel succes,
maar kwam dankzij de inspanningen van het loka-
le management toch geleidelijk op gang. Zo kon de
Groep zoveel mogelijk de plaatselijke bevolking
helpen om deze moeilijke tijden te overbruggen.
Covid-19 beïnvloedde op beperkte wijze de acti-
viteiten van de Groep. Onze werknemers en
eveneens de lokale boeren waarmee de Groep
samenwerkt, bleven zich in deze pandemie met
volle overtuiging toeleggen op hun werk. Dankzij
Wij zetten een
vaccinatieprogramma
op touw op kosten
van SIPEF. Hierdoor
konden 20 000
personen, of bijna 92%
van de werknemers
van de Indonesische
dochterbedrijven van
de Groep en hun naaste
familie, ingeënt worden.
hun grote inzet, het gunstige klimaat en de sterke
markten kan SIPEF dan ook voor 2021 uitsteken-
de cijfers voorleggen. Ik wens hier in het bijzonder
het team in Papoea-Nieuw-Guinea te vermelden.
Ondanks de jaren met lagere palmolieprijzen en
de vulkaanuitbarstingen in 2019, leverde het een
nooit geziene bijdrage tot de bedrijfsresultaten
2021 van de SIPEF-groep.
De sterke resultaten, gecombineerd met de
voorwaardelijke verkoop van PT Melania, heb-
ben gezorgd voor een ruime kasstroom, die,
behoudens het verderzetten van de expansie in
Indonesië en in Ivoorkust, tevens heeft toegela-
ten om in één jaar tijd de financiële nettoschuld
te verminderen met meer dan twee derden, tot
een niveau beneden USD 50 miljoen. Ondanks
een omvangrijk investeringsprogramma voor de
volgende jaren is het strategisch wenselijk om
het schuldniveau zo beperkt mogelijk te houden.
7
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Boodschap van de voorzitter
2021 was eveneens een belangrijk jaar voor de
opvolging in de Groep. De “general manager” van
Papoea-Nieuw-Guinea werd succesvol vervangen
bij de aanvang van het nieuwe jaar. In Indonesië
werd voorzien in de opvolging vanaf april 2022
van de “president director”. Ook in Ivoorkust
werd een nieuwe “general manager” aangesteld
en staat een verjongd en verbreed team klaar om
er de uitbreiding op te vangen. In juni 2021 ver-
liet Petra Meekers de raad van bestuur om als
eerste vrouw het executief comité te vervoegen.
Sindsdien volgt ze als “chief operating ocer Asia-
Pacific” vanuit Singapore de activiteiten van de
Groep in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea op.
Bovendien staat ze als “sustainability expert” het
executief comité bij in het duurzaam beleid van
de Groep en in de toepassing van de verschillende
complexe regelgevingen in verband hiermee. Tot
slot kon de raad van bestuur in juni 2021 Yu-Leng
Khor verwelkomen. Als nieuwe onaankelijke
bestuurder zal ze de Groep op vakkundige wijze
kunnen begeleiden dankzij haar rijke ervaring in
de tropische agrarische sector en op het gebied
van duurzaamheid. Naar de toekomst toe is SIPEF
dus goed voorbereid op alle managementniveaus
in de verschillende landen waar de Groep actief is.
Ik ben er dan ook van overtuigd dat we vertrou-
wensvol onze activiteiten kunnen verderzetten en
uitbreiden op een duurzame en eciënte manier,
maar vooral nieuwe uitdagingen kunnen aangaan
met de gedrevenheid actief bij te dragen tot een
betere wereld.
baron luc bertrand
voorzitter van de raad van bestuur
8
Boodschap van
de gedelegeerd
bestuurder
2021 was een uitstekend jaar voor de SIPEF-groep
met sterke recurrente resultaten die bovendien
konden verhoogd worden met een uitzonderlijke
meerwaarde.
Het voorbije jaar kende de palmoliemarkt een
zeer stabiele omgeving met hoge prijzen die pie-
ken bereikten, ongekend in het laatste decen-
nium. Het was tevens een positief jaar voor de
palmolieproductie van de Groep die, dankzij de
in het algemeen zeer gunstige weersomstandig-
heden, het recordcijfer van 384 178 ton kon neer-
zetten. Het goede klimaat leidde ook tot hogere
olie-extractieratio’s voor de palmoliefabrieken.
Spijtig genoeg bleef de Groep geconfronteerd
met een uitzonderlijke uitvoertaks op zijn
Indonesische palmolieproducties, om het pro-
gramma van B30-bijmenging van palmolie in
biodiesel te financieren. Deze taks werd wel in
juli naar beneden toe herzien en geplafonneerd.
De uitzonderlijk goede operationele prestaties,
gecombineerd met aanhoudend stijgende prijzen,
hebben er voor gezorgd dat SIPEF het jaar kon
afsluiten met een recordcijfer aan recurrente
winst, die een zesvoud bedroeg van deze van het
vorige jaar.
In 2021 kon de expansie van de palmplantages, die
in 2020 werd bemoeilijkt door de covid-19-pande-
mie, gestaag verdergezet worden en wierp reeds
de eerste vruchten af. Ook de bananenactivitei-
ten werden verder uitgebreid met de aankoop
van de plantages en fabrieken van de insolvabele
Wanita-bananenplantages.
Bovendien werd gestart met de praktische voor-
bereidingen van de conversie van rubber naar
oliepalmen. Deze conversie is het gevolg van de
strategische beslissing van 2020 om zich verder
toe te spitsen op de productie van ruwe palmolie,
palmpitten en palmpitolie en de rubberproduc-
tie af te bouwen. Meer bepaald werd de omzet-
ting van de rubberplantages naar oliepalmen
aangevangen in Noord-Sumatra en Bengkulu
op een agronomische eciënte en verantwoor-
de manier. Met de voorwaardelijke overdracht
van PT Melania, die staat voor de helft van de
rubberactiviteiten en de theeplantage van de
Groep, werd een verdere stap in die richting gezet.
Vanaf mei 2021 werd het beheer van rubber naar
Shamrock Group overgeheveld en op termijn zal
bovendien de gehele thee-activiteit eveneens uit
de Groep verdwijnen.
9
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Boodschap van de gedelegeerd bestuurder
SIPEF kon het jaar
afsluiten met een
recordcijfer aan
recurrente winst, die
een zesvoud bedroeg
van deze van het
vorige jaar.
-- François Van Hoydonck
10 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Met de expansie en de grotere concentratie op
palmproducten, ten koste van rubber en thee,
wil SIPEF inspelen op de sterke toekomst van
palmolie als voornaamste plantaardige olie in de
voedings- en energiesector. Deze is gebaseerd op
het gegeven van een groeiende wereldpopulatie,
vooral in landen van het zuidelijk halfrond. Het
spreekt voor zich dat het verbruik van palmolie als
basisingrediënt in de voeding van de mensen zal
toenemen. Dat komt onder meer door de eciën-
te industriële verwerking en de lage kostprijs van
palmolie in vergelijking met andere plantaardige
oliën. Bovendien heeft palmolie een rendement
per hectare dat vijf tot tienmaal groter is dan alle
andere plantaardige oliën. Dat is een belangrijk
gegeven in een wereld waar de oppervlakte aan
landbouwgronden steeds maar schaarser wordt.
De Groep zal zich dus vooral toeleggen op eci-
entieverbeteringen van de al beplante arealen en
op innovaties met het oog op hoge productiviteit.
Kortom: onderzoek en ontwikkeling blijven zeer
belangrijk voor de palmoliesector.
Maar boven alles loopt ‘duurzaamheid’ als een
rode draad door het leven van de Groep. SIPEF
wil haar activiteiten en ook haar groei realiseren
op een duurzame en economisch verantwoorde
manier en dit alles in samenwerking met lokale
boeren. Als beursgenoteerde Europese onderne-
ming moeten de investeerders de garantie kun-
nen krijgen van respect voor mens en natuur,
via de gerenommeerde certificering van al de
SIPEF-activiteiten en -producten. Vandaag is
de Groep volledig RSPO-compliant voor alle olie-
palmplantages, met certificatie voor alle arealen
die al kunnen gecertificeerd worden. De Groep
blijft hierbij de tendensen volgen die worden
aangegeven door haar klanten en stakeholders,
in functie van hun behoeften aan bevestiging dat
de duurzaamheidsnormen te allen tijde worden
gerespecteerd. In die context, werd in 2021 gestart
met een onderzoeksproject om het niveau van
contaminanten in de ruwe palmolie te testen en
via de toepassing van nieuwe technologieën in de
fabrieken hoge kwaliteitsolie met een laag con-
taminantengehalte te produceren.
In 2021 heeft SIPEF tevens een belangrijke stap
gezet in de beperking van de uitstoot van broei-
kasgassen door de CO
2
-voetafdruk op groepsni-
veau in kaart te brengen. De bepaling van een
baseline assessment” was de noodzakelijke basis
voor verbetering in de volgende jaren. SIPEF wil
verder investeren in nieuwe technologieën om
haar huidige ecologische voetafdruk aanzienlijk
te verkleinen.
Ik denk dat ik als gedelegeerd bestuurder kan
zeggen dat we een belangrijk parcours met hin
-
dernissen hebben afgelegd de laatste jaren dat in
2021 bekroond werd met succes. Dit hebben we
kunnen realiseren door de inzet van onze werk-
nemers over heel de wereld die ons door dik en
dun zijn blijven steunen en zich allemaal samen
hebben ingezet voor een betere wereld.
We willen ook de aandeelhouders mee laten
genieten van dit recordjaar door hen een bruto-
dividend van 2 euro per aandeel ter goedkeuring
voor te leggen op 8 juni aanstaande.
Na het succesvolle jaar 2021 is SIPEF dus goed
geplaatst om de volgende jaren met veel ambi-
tie aan te vatten, opnieuw gesteund door ster-
ke marktprijzen. De gerealiseerde expansie in
de voorbije jaren zal haar positie van gegeerde
producent van kwaliteitspalmolie enkel maar
versterken.
françois van hoydonck
gedelegeerd bestuurder
11
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Boodschap van de gedelegeerd bestuurder
SIPEF wil haar activiteiten en
ook haar groei realiseren op
een duurzame en economisch
verantwoorde manier en dit
alles in samenwerking met
lokale boeren.
-- François Van Hoydonck
12 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Strategie van
de Groep
SIPEF spitst zich meer en meer toe
op het produceren van ruwe palmolie,
palmpitten en palmpitolie in Indonesië en
Papoea-Nieuw-Guinea
In 2020 werd de beslissing genomen om de rub-
berplantages van Noord-Sumatra en Bengkulu
op een agronomisch eciënte en verantwoorde
manier naar oliepalmplantages te converteren. De
voorwaardelijke verkoop in 2021 van 95% van de
PT Melania-aandelen maakt eveneens deel uit van
deze strategie. PT Melania is immers actief in de
uitbating van rubber- en theeplantages. Eind 2021
vertegenwoordigt de teelt van palmproducten in
Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea ongeveer
92% van de totale omzet van de Groep. De groei-
ende bananenteelt in Ivoorkust blijft eveneens
deel uitmaken van de strategische belangen van
de Groep.
SIPEF werkt actief aan haar interne en
externe groei als palmolieproducent in
Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea in
samenwerking met lokale boeren
 
SIPEF investeert in research via Verdant
Bioscience Pte Ltd (VBS) om te kunnen deelne-
men aan de groeispurt van de sector van morgen.
Naarmate de wereldbevolking toeneemt, stijgt de
vraag naar plantaardige oliën en vetten en daalt
de beschikbare landbouwgrond. Daarenboven
brengt de klimaatverandering steeds meer
extreme weersomstandigheden met zich mee.
Palmolie, als meest eciënte plantaardige olie,
zal het leeuwendeel van de benodigde productie-
groei voor haar rekening kunnen nemen. Enkel
door de ontwikkeling van sterkere, productievere
palmsoorten kan SIPEF aan deze uitdagingen het
hoofd bieden.
SIPEF wil dus via de toepassing van de weten-
schappelijke ontwikkelingen van VBS, de pro-
ductiviteit van haar oliepalmplantages op mid-
dellange termijn naar een significant hoger peil
brengen en zo de toekomstige rendabiliteit van
de Groep in belangrijke mate ondersteunen en
verbeteren.
Eind 2021 vertegenwoordigt de teelt
van palmproducten in Indonesië en
Papoea-Nieuw-Guinea ongeveer 92%
van de totale omzet van de Groep.
SIPEF investeert in
research via Verdant
Bioscience Pte Ltd (VBS)
om te kunnen deelnemen
aan de groeispurt van de
sector van morgen.
92
%
13
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Strategie van de Groep
13SIPEF Bedrijfsverslag 2021
SIPEF streeft naar een
duurzaam ontwikkeld
areaal van 100 000
hectare.
 
SIPEF streeft naar een duurzaam ontwikkeld
areaal van 100 000 hectare.
De Groep wil zijn expansie realiseren op een duur-
zame en economisch verantwoorde manier, met
een beperkte schuldgraad en in samenwerking
met lokale boeren. Daarom blijft SIPEF actief
zoeken naar bestaande percelen die in aanmer-
king komen voor RSPO-certificering. Bovendien
gebeurt expansie steeds in nauwe samenwerking
met de lokale boeren die hun productie wensen te
verkopen aan en willen samenwerken met SIPEF.
De Groep zet zich in om deze boeren op te lei-
den en gezamenlijk te werken aan een duurzame
productieomgeving.
14
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF investeert in de ontwikkeling van
ruwe palmolie van hoge kwaliteit en met een
laag contaminantengehalte
SIPEF is gestart met een onderzoeksproject om
het niveau van contaminanten in haar ruwe palm-
olie te testen en te verminderen via de toepassing
van nieuwe technologieën in haar fabrieken. Dit
project is een eerste belangrijke stap in de richting
van productie van hoge kwaliteitsolie met een
laag contaminantengehalte. Op deze manier wil
de Groep zich verder ontwikkelen en innoveren
met de focus op hoogwaardige palmolie en zich
richten tot klanten, zowel in de voedingsector als
in alle andere sectoren, voor wie de meerwaarde
van dit product een zeer belangrijk aandachtspunt
is en die bereid zijn hiervoor een hogere premie
te betalen.
Duurzaamheid blijft een absolute
prioriteit voor SIPEF met als rode draad
waardecreatie
SIPEF wil primordiaal een voorbeeldfunctie blij-
ven uitoefenen op het vlak van duurzaamheid.
Als beursgenoteerde Europese onderneming
wil SIPEF haar investeerders de garantie geven
van respect voor mens en natuur. Dit doet zij via
de certificering van al haar activiteiten en pro-
ducten, die rekening houdt met ecologische en
sociaal verantwoorde normen voor tropische
SIPEF wil primordiaal een
voorbeeldfunctie blijven
uitoefenen op het vlak van
duurzaamheid.
15
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Strategie van de Groep
industriële landbouw. SIPEF zal in de toekomst
blijven streven om al haar producten te leveren
in gecertificeerde fysische goederenstromen
(voor meer details betreende certificering, zie
Duurzaamheidsverslag pagina 18). De Groep
richt zich tot een beperkt aantal vaste klanten
die bereid zijn een premie te betalen in ruil voor
kwaliteitscertificering.
De Vennootschap gaat ook verder dan certifi-
cering, om de impact op het terrein van duur-
zaamheid te vergroten en heeft een “Responsible
Plantations Policy” (RPP) uitgevaardigd die jaar-
lijks wordt aangepast. De RPP moedigt SIPEF
aan steeds de meest innovatieve normen toe te
passen, die dikwijls verder gaan dan wat de cer-
tificeringen opleggen.
SIPEF blijft zeer actief betrokken bij de orga-
nisaties die het gebruik van duurzame palmolie
aanmoedigen bij de voedingsindustrie en bij de
consumenten in Europa en de rest van de wereld.
Alle door SIPEF verkochte goederen zijn
volledig traceerbaar
SIPEF wil volledig transparant zijn over de
bevoorradingsketen van de goederen met volle-
dige traceerbaarheid van de grondstoen. Voor
alle goederen die verkocht worden door SIPEF
kan de plaats van productie nagegaan worden, of
het een plantage betreft die beheerd wordt door
de Groep of een stuk grond van een lokale boer
die samenwerkt met SIPEF.
SIPEF hanteert een “Responsible Purchase
Policy” (RPuP) die de criteria vastlegt voor de
selectie van en samenwerking met boeren op hun
weg naar certificering. Het beleid garandeert dat
alle leveranciers van SIPEF gecertificeerd zijn of
zullen worden volgens de RSPO-normen, voor
zover dat mogelijk is.
SIPEF bewerkstelligt de bescherming, het
behoud en het herstel van terrestrische
ecosystemen en biodiversiteit
Sinds meerdere jaren levert SIPEF ook een
langetermijnbijdrage aan het natuurbehoud,
de bescherming en het herstel van belangrij
-
ke ecologische gebieden in Indonesië. Dit doet
ze, onder meer, via een Indonesische stich-
ting die de Groep in 2009 heeft opgericht. (zie
Duurzaamheidsverslag pagina 66).
SIPEF beoogt de optimalisatie van haar
resultaten
De Groep streeft de optimalisatie van zijn resul-
taten na door middel van verbetering van zijn
productievolumes en een eciënte kostencon-
trole van de palmolieactiviteiten.
SIPEF heeft de ambitie om tegen 2026 het volu-
me van de palmolieproductie van de Groep naar
500000 ton per jaar te brengen. Dit komt neer
op een samengesteld jaarlijks groeipercentage
(“compound annual growth rate” - CAGR) van 5%.
Voor de overige sectoren, voornamelijk bana-
nen, concentreert het management zich op
rendementsv
erhogingen en kostenverlagin-
gen met de focus op arbeidskosten, vermits
de
ze teelten arbeidsintensiev
er zijn dan de
palmolieactiviteiten.
16
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF heeft de ambitie
om tegen 2026 het volume
van de palmolieproductie
van de Groep naar
500000 ton per jaar te
brengen. Dit komt neer
op een samengesteld
jaarlijks groeipercentage
(“compound annual
growth rate” - CAGR) van
5%.
Het is de intentie van SIPEF om haar
huidige schuldniveau verder af te bouwen
en haar dividendbeleid te handhaven in de
toekomst
SIPEF wil met een beperkte schuldgraad, de juiste
balans vinden tussen de geplande investeringen
en de financiering ervan vanuit de operationele
kasstromen. Bovendien wil de Vennootschap haar
dividendbeleid, dat sinds vele jaren is vastgelegd
op 30% van de recurrente winst, verderzetten.
17SIPEF Bedrijfsverslag 2021
Hoogwaardige, volledig traceerbare,
gecertificeerde palmproducten
SIPEF-klanten:
ranaderijen
Opvang
methaan
Woningen en
faciliteiten voor
SIPEF-
medewerkers
SIPEF
fabrieken
Openbaar
elektriciteitsnet
Stroom-
voorziening
Elektriciteits-
opwekking
SIPEF
werknemers
Investeringen in
fabrieken
Technische en
industriële leveranciers
Investeringen in
landbouwmaterialen
Producenten machines,
landbouwmateriaal en
werktuigen
Productiemiddelen,
bijvoorbeeld
meststoen
Leveranciers
productiemiddelen
Zaden en planten
(inclusief Verdant Bioscience Pte Ltd)
Zaadproducenten en
leveranciers planten
Andere stakeholders
en overheid
Erfpacht van gronden
Aakkeling
Kleinhandel
Consumenten
Biobrandstof
Cosmetica-
industrie
Scheikundige
industrie
Reinigings-
middelen-
industrie
Voedings-
industrie
Distributie-
kanalen
SIPEF-plantages
& plantages
lokale boeren
UITSTOOT
REDUCEREN
RECYCLEREN
via gasmotor
Vezels
Torrefactie
EFB
Pellets
Voor de
industrie
RECYCLEREN
Compost van lege
trossen en afvalwater
Verscheping
(Traders)
Opslag van palmolie,
ook in tanks
in de haven
Certificaties (zie ook Duurzaamheidsverslag pagina 18)
Extractie-
fabriek
Waardecreatie:
Werkgelegenheid
Huisvesting
Scholen
Gezondheidscentra
Wegen en bruggen
Toegang tot dagelijkse basisbehoeften
(zuiver water, elektriciteit, bank-
automaten, mobiel telefoonnetwerk)
Gebedshuizen
Toegang tot de internationale markt
voor de productie van de lokale boeren
Armoedebestrijding bij werknemers en
plaatselijke gemeenschappen
Toepassing en behoud van
ecosysteemdiensten zoals:
Waterbeheer
Behoud van de biodiversiteit
Bescherming bossen
Voorkomen van methaanuitstoot
Reduceren van het gebruik van
ingevoerde meststoen
Behoud van bodemvruchtbaarheid
Beheer van afvalstoen
SIPEF-activiteiten
Waardecreatie
Activiteiten derden
Bestemming SIPEF-producten
Bedrijfsmodel
Het diagram beschrijft het businessmodel van SIPEF
in het kader van de palmolieproductie. De productie
van palmolie vormt de kern van de productieactiviteit
van het bedrijf en genereert 98,4% van de brutomarge
van de Groep. Dit model is grosso modo ook van
toepassing op de andere activiteiten van de Groep.
18 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Hoogwaardige, volledig traceerbare,
gecertificeerde palmproducten
SIPEF-klanten:
ranaderijen
Opvang
methaan
Woningen en
faciliteiten voor
SIPEF-
medewerkers
SIPEF
fabrieken
Openbaar
elektriciteitsnet
Stroom-
voorziening
Elektriciteits-
opwekking
SIPEF
werknemers
Investeringen in
fabrieken
Technische en
industriële leveranciers
Investeringen in
landbouwmaterialen
Producenten machines,
landbouwmateriaal en
werktuigen
Productiemiddelen,
bijvoorbeeld
meststoen
Leveranciers
productiemiddelen
Zaden en planten
(inclusief Verdant Bioscience Pte Ltd)
Zaadproducenten en
leveranciers planten
Andere stakeholders
en overheid
Erfpacht van gronden
Aakkeling
Kleinhandel
Consumenten
Biobrandstof
Cosmetica-
industrie
Scheikundige
industrie
Reinigings-
middelen-
industrie
Voedings-
industrie
Distributie-
kanalen
SIPEF-plantages
& plantages
lokale boeren
UITSTOOT
REDUCEREN
RECYCLEREN
via gasmotor
Vezels
Torrefactie
EFB
Pellets
Voor de
industrie
RECYCLEREN
Compost van lege
trossen en afvalwater
Verscheping
(Traders)
Opslag van palmolie,
ook in tanks
in de haven
Certificaties (zie ook Duurzaamheidsverslag pagina 18)
Extractie-
fabriek
Waardecreatie:
Werkgelegenheid
Huisvesting
Scholen
Gezondheidscentra
Wegen en bruggen
Toegang tot dagelijkse basisbehoeften
(zuiver water, elektriciteit, bank-
automaten, mobiel telefoonnetwerk)
Gebedshuizen
Toegang tot de internationale markt
voor de productie van de lokale boeren
Armoedebestrijding bij werknemers en
plaatselijke gemeenschappen
Toepassing en behoud van
ecosysteemdiensten zoals:
Waterbeheer
Behoud van de biodiversiteit
Bescherming bossen
Voorkomen van methaanuitstoot
Reduceren van het gebruik van
ingevoerde meststoen
Behoud van bodemvruchtbaarheid
Beheer van afvalstoen
SIPEF-activiteiten
Waardecreatie
Activiteiten derden
Bestemming SIPEF-producten
Van palmzaad tot palmolie
19
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Bedrijfsmodel
De in dit hoofdstuk vermelde kosten omvatten
niet de cijfers van de rubber- en theeactiviteit van
PT Melania. Deze vennootschap was in mei 2021
het voorwerp van een voorwaardelijke verkoop en
wordt vanaf deze datum niet langer opgenomen
in de consolidatie van de Groep. Er wordt wel
nog rekening gehouden met het aantal tewerk
-
gestelden door PT Melania in de productie van
rubber en thee voor de berekening van het aantal
werknemers per 100 hectare en het totaal aantal
werknemers van de Groep.
Kosten van de groep
De productie van palmproducten, rubber, thee,
bananen en horticultuur is zeer arbeidsintensief,
in bijgevoegde grafiek wordt de werknemersver-
houding weergegeven.
In totaal telt de Groep momenteel 21 233 werkne-
mers (voltijdsequivalenten - VTE). De loonkos-
ten zijn een van de grootste uitgavenposten van
SIPEF. Andere belangrijke recurrente uitgaven
van de Groep betreen de aankoop van chemische
en organische meststoen.
De totale operationele lasten (inclusief afschrij-
vingen) binnen de SIPEF-groep kunnen worden
opgesplitst in vijf verschillende categorieën, op
basis van het bedrijfsmodel van de Groep:
Plantagekosten (60,8%): omvatten alle
kosten in het kader van het veldwerk voor
de productie van de landbouwgrondstof-
fen (d.w.z. verse vruchtentrossen (“Fresh
Fruit Bunches” - FFB), latex, bananen,
horticultuur);
16
31
81
96
153
30
100
150
Palmolie Rubber Horticultuur Thee Bananen
Plantagekosten
60,8%
Aankoop van
FFB/ruwe palmolie
24,4%
Verwerkingskosten
13,4%
Verkoopkosten
8,7%
Voorraadbewegingen
-7,3%
AANTAL WERKNEMERS PER 100 HA GEWASSEN
TOTALE OPERATIONELE LASTEN
20
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Aankoop van FFB/ruwe palmolie
(“Crude Palm Oil” - CPO)/latex (24,4%):
omvat alle aankopen bij derde partijen
(lokale boeren) of geassocieerde bedrijven
en joint ventures;
V
erwerkingskosten (13,4%): omvatten
alle kosten in verband met de verwerking
van de landbouwgrondstoen tot afgewerk-
te landbouwproducten (d.w.z. palmolie,
rubber);
Verkoopkosten (8,7%): omvatten alle
directe kosten die kunnen worden toege-
schreven aan de verkopen tijdens het jaar
(d.w.z. transportkosten, uitvoerheng en
-taks op palmolie);
V
oorraadbewegingen (-7,3%): omvatten
alle voorraadverschillen ten opzichte van
het voorgaande jaar.
(Voor meer informatie in verband met de kosten
van de Groep, zie Toelichting 7 – Operationeel
resultaat en segmentinformatie in de Financiële
Staten.)
Naast deze in de loop van het jaar opgelopen kos-
ten doet de Groep aanzienlijke investeringen in
biologische activa (dragende planten), gebouwen,
infrastructuur, installaties en machines, voertui-
gen, kantooruitrusting en andere materiële vaste
activa. Deze investeringen worden geactiveerd
op de balans en later afgeschreven. De afschrij-
vingskosten worden berekend op basis van de
geraamde gebruiksduur van de activa en worden
geboekt in ofwel de plantagekosten ofwel de ver-
werkingskosten, naargelang de activa.
Met het oog op de continuïteit van haar activitei-
ten moet SIPEF concessierechten verwerven en
handhaven, en concessieovereenkomsten voor de
lange termijn verlengen. De verwerving van deze
concessierechten wordt gekapitaliseerd en niet
in de loop van de tijd afgeschreven, omdat ze als
onbeperkt worden beschouwd. De kosten voor de
verlenging van de oorspronkelijke concessierech-
ten worden gekapitaliseerd en afgeschreven over
de periode van de verlenging. Ten slotte blijft de
Groep uitkijken naar expansiekansen door plan-
tages over te nemen van andere bedrijven en/of
samen te werken met lokale eigenaren.
21
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Bedrijfsmodel
Waardecreatie door de
Groep
Bij de implementatie van zijn bedrijfsmodel stelt
de Groep alles in het werk om zo eciënt mogelijk
zijn productiviteit te verbeteren en zijn groei te
stimuleren, op basis van duurzame praktijken. Op
die manier creëert SIPEF waarde voor het bedrijf,
het milieu en de maatschappij. Bovendien houdt
SIPEF als duurzaam bedrijf in haar business-
model voortdurend rekening met de vereisten
van de stakeholders op het niveau van duurzame
ontwikkeling en waardecreatie.
SIPEF creëert waarde voor
het bedrijf
Sinds 2005 werkt SIPEF aan het opvoeren
van haar groei, vooral in de palmoliesector in
Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. Ze zoekt
actief naar investeringskansen voor de uitbreiding
van de aangeplante arealen in afgelegen gebieden,
waar de meeste mensen in de landbouwsector
werken. Dankzij het partnership met Verdant
Bioscience Pte Ltd (VBS), een gerenommeerd
onderzoekscentrum voor de palmolieproductie
in Singapore, zal de Groep ten slotte ook kunnen
profiteren van de ontwikkeling van hoogrende-
rende palmen. SIPEF zal de productiviteit van de
oliepalmplantages dan ook naar verwachting op
middellange tot lange termijn kunnen optrekken
en hun toekomstige winstgevendheid aanzienlijk
kunnen versterken en verbeteren door toepassing
van deze wetenschappelijke ontwikkelingen.
22
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF creëert waarde voor het milieu
Duurzaamheid is van in het begin een essentieel
onderdeel van het bedrijfsmodel van de Groep en
loopt als een rode draad door het hele bestaan en
de verwezenlijkingen van SIPEF.
De Groep wil zich blijvend inzetten om zijn pres-
taties te verbeteren en zijn inspanningen op het
vlak van duurzaamheid te integreren in en af te
stemmen op zijn activiteiten.
De voorbije jaren engageerde SIPEF zich en
ondernam reeds verschillende stappen om de
uitstoot van broeikasgassen (“Greenhouse Gases”
– GHG) door haar fabrieken te verminderen.
SIPEF zet dit beleid ook reeds geruime tijd om
in de praktijk door de bescherming, het behoud
en het herstel van ecosystemen en biodiversiteit.
De Groep heeft al vele jaren bijgedragen tot het
natuurbehoud in Indonesië en blijft ook actief
in onderzoek en ontwikkeling naar verbetering
van de bebossing.
De Groep werkt voortdurend aan nieuwe projec-
ten en stimuleert nieuwe ideeën met het oog op
een beter milieu.
SIPEF creëert waarde voor de maatschappij
SIPEF is zich ervan bewust dat het in alle gebie-
den waar ze actief is deel uitmaakt van een
gemeenschap en dat ze een plicht heeft om het
leven van haar werknemers, hun families en de
lokale gemeenschappen ten goede te veranderen.
Ze voert voortdurend aanpassingen door om de
hoogst mogelijke normen voor het welzijn van
de werknemers en hun families te behouden.
Het gaat hierbij onder andere om de bouw en
verbetering van woningen voor de kaderleden
en arbeiders van de Groep. Het bedrijf wil een
positieve rol blijven spelen door zijn verantwoor-
delijkheid te nemen voor de problemen die zich
voordoen en deze op een vriendschappelijke en
transparante manier te behandelen binnen gepas-
te klachtenprocedures volgens de geest van de
“Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO).
Dit gebeurt allemaal in het perspectief van een
verbintenis op lange termijn en het ‘scheppen
van gedeelde waarde’, waarmee een belangrijke
stap vooruitgezet wordt naar een duurzaam en
succesvol bedrijf.
Het Duurzaamheidsverslag, deel 3 van dit Jaar-
verslag bevat meer informatie voor een gedetail-
leerde kijk op de manier waarop de Groep waarde
creëert op diverse niveaus.
23
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Bedrijfsmodel
Producten - klanten
Oliepalmroducten
SIPEF biedt haar klanten ruwe palmolie (“Crude
Palm Oil” - CPO), palmpitolie (“Palm Kernel Oil”
- PKO) en palmpitten (“Palm Kernels” - PK) aan.
Zij streeft naar RSPO-certificatie voor 100%
van haar palmolieproducten. Maar het bedrijf
past ook andere algemeen aanvaarde standaar-
den toe, zoals het “Indonesian Sustainable
Palm Oil” (ISPO)-systeem en de “International
Sustainability and Carbon Certification” (ISCC)-
norm. Het Duurzaamheidsverslag, deel 3 van dit
Jaarverslag geeft een gedetailleerd overzicht van
alle certificeringen op pagina 18. De oliepalmpro-
ducten van de Groep worden verkocht op de loka-
le markt in Indonesië en op de Europese markt.
Ze worden gebruikt in de voedingsindustrie en
voor de productie van groene energie (biodiesel).
De klanten van SIPEF zijn ranaderijen, die
bereid zijn een duurzaamheidspremie te beta-
len voor volledig traceerbare en gecertificeerde
palmproducten.
Rubberproducten
SIPEF beheert in Indonesië twee rubberplantages
en twee natuurrubberfabrieken. Deze twee plan-
tages maken deel uit van een omzettingsproce-
dure naar oliepalmplantages die tegen 2028 zou
voltooid zijn. De conversie zal volgens de RSPO
“New Planting Procedures” verlopen zodat de
nieuwe oliepalmplantages zo vlug mogelijk zul-
len kunnen gecertificeerd worden. Een derde
plantage en fabriek die in het bezit zijn van PT
Melania, worden sinds 30 april 2021 beheerd door
de Shamrock Group naar aanleiding van hun voor-
waardelijke verkoop aan deze Indonesische groep.
De belangrijkste markt voor de rubberproducten
is de Verenigde Staten van Amerika.
Thee
24 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF heeft een theeplantage van 1 700 hecta-
re in West-Java, één van de grootste ter wereld.
De struiken worden er nog steeds met de hand
geplukt, om te voldoen aan de hoge standaarden
van een superieure zwarte CTC-thee (“Cut, Tear
and Curl”). Deze plantage is sinds 30 april 2021
het voorwerp van een voorwaardelijke verkoop op
termijn, maar wordt tot de verwezenlijking van
de overdracht beheerd door de Groep.
De belangrijkste markt voor deze thee is Pakistan,
en de rest wordt verkocht aan multinationale
ondernemingen die gespecialiseerd zijn in de
menging van thee op bestelling. Er is ook een toe-
nemende vraag naar thee op de lokale markt van
Indonesië. De plantage is gecertificeerd door de
“Rainforest Alliance”.
Bananen
De door SIPEF geteelde bananen worden ver-
kocht in het kader van de gecertificeerde goede-
renstromen met volledige grondstoentraceer-
baarheid. De bananen worden geplukt en verpakt
in de verpakkingsstations van de Groep. SIPEF
verbouwt de Cavendish-variëteit, die wordt
verpakt in standaard kartonnen dozen die het
eigen merk dragen, of zoals besteld en voorver-
pakt onder de merknaam van de klant. SIPEF’s
klanten zijn ‘rijperijen’ die bananen ‘klaar voor
consumptie’ distribueren aan supermarkten of
groothandelsmarkten. Meer dan 80% van de hoge
kwaliteit bananen wordt verkocht, na verzending,
op de Europese markt conform de Europese richt-
lijnen en aan het Verenigd Koninkrijk. De rest
wordt verkocht in de regio West-Afrika en op de
lokale markt van Ivoorkust. In Europa is de Groep
vrijgesteld van douanehengen op de import en
beschikt dus over een geprivilegieerde toegangs-
positie. In 2021 werden de commerciële akkoor-
den met de Britse overheid en in het bijzonder
die met betrekking tot de bananen, hernieuwd
voor het merendeel van de toeleveringslanden,
waaronder Ivoorkust. De Brexit heeft dus geen
negatief eect gehad op de bananenexport voor
SIPEF.
25
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Bedrijfsmodel
De
productmarkten
Palmolie
De markt voor plantaardige oliën zette 2021 in
met een zeer krap voorraadscenario voor alle
belangrijke plantaardige oliën. Door de relatief
lage prijzen en de grote vraag vanuit de voedings-
en biobrandstoensector de afgelopen jaren,
waren de meeste voorraden in de productiezones
uitgeput. Grote discounts op de markten zorg-
den ervoor dat de consumptielanden zeer weinig
voorraden opbouwden. Na de minder goede oogst
van 2020 stuurde zonnebloemolie het stijgende
prijsklimaat. De palmoliemarkt was krap, maar
volgde in het begin van het jaar vooral de prijs-
bewegingen van de andere plantaardige oliën.
De productie van palmolie lag het hele jaar onder
de verwachtingen voor de volledige sector. In
Maleisië speelde een gebrek aan buitenlandse
arbeidskrachten een belangrijke rol, maar er
waren echter meer factoren in het spel. Door de
aanhoudend lage prijzen werd er ondermaats
bemest en werd er heel weinig heraangeplant.
De sector wordt hierdoor geconfronteerd met
een verhoging van de gemiddelde leeftijd van de
bomen die onvoldoende worden bemest met een
algemene daling van de opbrengst als gevolg. Door
het bestaande aanplantingsmoratorium en de
"No Deforestation, No Peat, No Exploitation"
(NDPE)- vereisten komt er ook nauwelijks nieuw
oliepalmareaal bij.
De Indonesische palmplantages hebben het minst
geprofiteerd van de hoge prijzen vanwege het sys-
teem van de uitvoertaks en -heng. In het begin
van het jaar werd hierdoor bijna de volledige winst
op de verkoopprijs afgeroomd. In juli werd echter
de exportheng gewijzigd via de inning van een
lagere heng en werd ook een maximumniveau
ingevoerd. Het B30 biodiesel-fonds was voldoen-
de aangevuld, en de Indonesische plantages kon-
den opnieuw munt slaan uit de stijgende markt.
Naarmate de marktprijs bleef stijgen, bereikte de
markt in november 2021 een maximum van USD
175 exportheng en USD 200 exporttaks, terwijl
de nettoprijs voor ruwe palmolie (“Crude Palm
Oil” - CPO) de USD 1 000 benaderde.
26
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Gezien de krappe situatie voor plantaardige oliën
waren de nieuwe eenjarige teelten van sojabonen,
raapzaad en zonnebloempitten zeer belangrijk. De
hittegolf die Canada en de sojaboongordel in het
oosten van de Verenigde Staten trof, had ramp-
zalige gevolgen, vooral voor de raapzaadoogst.
Dit bracht een nieuwe rally op gang in de mark-
ten en zorgde voor een herschikking van allerlei
handelsstromen, ondanks een goede sojaoogst in
de Verenigde Staten en uitstekende zonnebloem-
oogsten in Rusland en Oekraïne. De krapte op de
plantaardige oliemarkten werd al gauw duidelijk
en er zou meer dan één goede oogst nodig zijn om
deze tegen te gaan.
In 2021 hebben verschillende regeringsmaatre
-
gelen geleid tot een verandering in de handels-
patronen. Het Indonesische stelsel van gedif-
ferentieerde exporttaksen en -hengen werd
reeds vermeld, maar ook andere productielan-
den hebben exporttaksen ingevoerd of verhoogd.
Tijdelijke verlagingen werden ook waargeno-
men in de biodieselmandaten in Brazilië, ter-
wijl importerende landen de importhengen
aanpasten om de inflatie op voeding onder con-
trole te houden. Vooral India heeft in de loop van
het jaar sterke dalingen doorgevoerd. De meeste
van deze overheidsmaatregelen zijn moeilijk te
voorspellen en timing kan van essentieel belang
zijn. Dit zorgde voor veel volatiliteit.
De vraag zelf was vrij goed in 2021. Hoge prijzen
en grote discounts zijn normaal twee manieren
om de vraag te doen dalen en de binnenlandse
voorraden te doen afnemen. Ook in bepaalde
regio's hebben de lockdowns aan het begin van
het jaar de vraag onder druk gezet. De vraag is
dus zeker niet gegroeid zoals vorige jaren, maar
ondanks de geringere groei bleven de prijzen zeer
hoog.
De gemiddelde prijs voor CPO CIF Rotterdam in
2021 bedroeg USD 1 195 per ton tegenover gemid-
deld USD 715 per ton in 2020, een stijging van
bijna 55%. De prijs eindigde aan het einde van
het jaar op USD 1 250.
27
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 De productmarkten
Palmpitolie
De laurineoliemarkt, de overkoepelende term
voor palmpitolie (“Palm Kernel Oil” - PKO) en
kokosnootolie, volgde het grootste deel van het
jaar hetzelfde pad als de palmoliemarkt, met zijn
gebruikelijke meerprijs ten opzichte van palmolie.
Hoewel kokosnootolie meer volatiliteit en een
hoger prijstraject vertoonde, reageerde de PKO
niet overenthousiast tot het laatste kwartaal van
2021. Het gedierentieerde exporttaks-systeem
in Indonesië heeft hier zeker iets mee te maken.
Immers, de plaatselijke ranage- en oleoche-
mische industrie in Indonesië heeft een enorm
concurrentievoordeel bij de uitvoer van zijn pro-
ducten over de gehele wereld. De recente tyfoon
in de Filipijnen, waarbij miljoenen bomen ern-
stige schade hebben opgelopen, ondersteunde in
het algemeen de prijzen voor laurineolie.
De prijs voor PKO lag gedurende het grootste deel
van het jaar rond een normale meerprijs van USD
200-300 tegenover palmolie. De meerprijs explo-
deerde pas echt in het laatste kwartaal toen de
krapte volop toesloeg. De gemiddelde prijs van
PKO CIF Rotterdam bedroeg USD 1 517 in 2021,
tegen een gemiddelde van USD 826 in 2020, een
stijging van 71%. Het jaar eindigde met prijzen
boven USD 1 800, met een enorme volatiliteit en
een grote meerprijs van maar liefst USD 650 ten
opzichte van palmolie.
De gemiddelde prijs van PKO
CIF Rotterdam kende een
een stijging van 83,7%.
+83,7
%
2020
2021
28
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Gebeurtenissen na balansdatum
Het plotselinge gebrek
aan zonnebloempitten
en zonnebloemolie heeft
een enorm effect op
de wereldmarkt voor
plantaardige olie.
De Russische invasie in Oekraïne;
gevolgen voor de grondstoenprijzen
Het besluit van Rusland om Oekraïne op 24 febru-
ari 2022 binnen te vallen veranderde het geo-
politieke landschap radicaal. Deze oorlog heeft
een enorm eect op (agrarische) grondstoen.
Oekraïne is 's werelds grootste producent van
zonnebloempitten en tevens de grootste expor-
teur van zonnebloemolie. Het zou dit seizoen
ook de derde plaats innemen voor de uitvoer van
raapzaad en tarwe. De havens zijn gesloten en er
worden nauwelijks producten uitgevoerd. Als
gevolg daarvan zijn veel prijzen van basisvoe-
dingsmiddelen sterk gestegen, wat de inflatie van
de voedselprijs verder heeft aangewakkerd.
Rusland is ook een grote producent van tarwe,
zonnebloempitten en gerst. Hoewel de Russische
havens niet gesloten zijn, zijn de gebruikelijke
aanvoerstromen aanzienlijk onderbroken als
gevolg van de oorlog. Veel westerse bedrijven
staan momenteel nogal huiverig tegenover handel
met Russische bedrijven of in Russische goederen.
Het plotselinge gebrek aan zonnebloempitten
en zonnebloemolie heeft een enorm eect op de
wereldmarkt voor plantaardige olie. Voor raap-
zaadolie en palmolie was er al een eerder krappe
bevoorrading, als gevolg van ongunstige weers-
omstandigheden. Bovendien was er in de afgelo-
pen maanden ook nog het droogte-eect van La
Niña in Zuid-Amerika. Hierdoor verminderde
de sojaoogst met ongeveer 25 miljoen ton, wat
overeenkomt met 5 miljoen ton sojaolie. Daarom
waren veel landen meer dan ooit aankelijk van
de aanvoer van zonnebloemolie uit Oekraïne
en Rusland. Er is niet voldoende plantaardige
olie op de markt om dit tekort weg te werken en
dus moet het prijsmechanisme de vraag doen
afnemen. Verwacht wordt dat er meer druk zal
komen om bepaalde mandaten, voor het bij-
mengen van biobrandstoen, te verminderen,
zoals in de Europese Unie, de Verenigde Staten
en Indonesië, zodat meer olie in de voedingsin-
dustrie terechtkomt.
Normaal begint het plantseizoen voor de nieu-
we gewassen eind maart tot begin april. Dit zal
echter sterk worden beïnvloed zolang de oorlog
voortduurt. De duur van deze oorlog zal bepalend
zijn voor de gevolgen op korte en middellange
termijn voor de agrarische grondstoen. Het is
echter vrijwel zeker dat er voorlopig tekorten
zullen zijn. De agrarische grondstoenprijzen
zullen in de nabije toekomst hoog blijven.
29
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 De productmarkten
Rubber
De rubbermarkt kende geen grote schommelin-
gen. Een lagere productie door ongunstige weers-
omstandigheden en ziekten had een weerslag
op het aanbod. De vraag werd echter nog harder
getroen. De leveringen van nieuwe wagens ver-
liepen traag, waardoor de vraag naar vers rub-
ber gering was. Bovendien vertienvoudigden de
kosten voor containervrachtvervoer, waardoor
ze een enorm deel van de eindprijs uitmaakten.
Vreemd genoeg leken deze vraag- en aanbodeec-
ten elkaar grotendeels in evenwicht te houden en
bleef de markt in een stabiele, maar laaggeprijsde
omgeving.
Na de piek in 2020 daalde de vraag naar
latexhandschoenen naarmate de angst voor
covid-19 wegebde. Daarom zijn ook latexkwali-
teiten zoals RSS1 teruggekeerd naar hun gebrui-
kelijke meerprijs ten opzichte van blokrubber.
De prijs voor de standaard RSS3 latexkwaliteit
begon het jaar aan USD 2 340 per ton op SICOM
(“Singapore Commodity Exchange”) en sloot af
op USD 1 850 per ton, een daling van 21%. De
gemiddelde prijs bedroeg in 2021 USD 2 071 per
ton, tegenover USD 1 728 in 2020.
30
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Bananen
In 2021 waren er geen fundamentele wijzigingen
in de wereldwijde productie en bevoorrading van
de consumentenmarkten. Dankzij de volumes
aomstig uit de productiezones van Zuid- en
Centraal-Amerika, vooral Ecuador, Colombia
en Costa Rica, maar ook Guatemala en Honduras,
is het mondiale aanbod van dollarbananen weinig
veranderd ten opzichte van de vorige jaren. Ter
herinnering: eind 2020 werden Guatemala en
Honduras getroen door zware overstromingen,
maar de productie is er intussen weer opgestart.
De ACP-productiezone (Afrika, Caraïben, Pacific)
is globaal ook stabiel gebleven, met een lichte
achteruitgang van de Caraïbische regio ten gun-
ste van Afrika, en dan vooral Ivoorkust, waar de
export wat is toegenomen. Ook de productie in
de Europese gebieden sluit het jaar in evenwicht
af, waarbij het productieverlies in de Canarische
Eilanden vanwege de uitbarsting van de Cumbre
Vieja-vulkaan op La Palma, vanaf september
2021 werd gecompenseerd door de toename in
de Antillen.
De panamaziekte, ook “Tropical Race” 4 of ‘TR4’
genoemd, is een schimmel met een verwoesten-
de impact op de plantages. De ziekte breidt zich
uit naar de hele Zuid-Amerikaanse zone. Na de
ontdekking ervan in Colombia in 2019 zijn nu
ook de eerste geïnfecteerde percelen in Peru
vastgesteld. De hele wereldwijde bananenketen
maakt zich ernstige zorgen over de ziekte, ook
al is er tot nu toe nog geen wezenlijke impact op
de mondiale productie van Cavendish-bananen,
de dessertbanaan die wereldwijd nog steeds het
meest wordt geteeld en verkocht. De Cavendish
zou echter op relatief korte termijn kunnen ver-
dwijnen. De onderzoeksinstellingen en laborato-
ria voor de productie van plantmaterialen hebben
hun inspanningen op het vlak van de soortverbe-
tering van de banaan dan ook verdubbeld.
De covid-19-pandemie had in 2021 een veel min-
der zware impact op de verbruiksmarkten dan in
2020. Bananen zijn een basisconsumptieartikel,
dat een vast onderdeel blijft van de gezinsaanko-
pen, en de leverings-, distributie- en consump-
tiestromen zijn al bij al relatief constant gebleven.
Er is echter wel een sterk toegenomen vraag naar
bananen die van tevoren zijn verpakt of voorzien
van een etiket, streepjescode of band: dat versnelt
de aankoop en voorkomt overbodige manipulatie
voor het wegen van de bananen in de fruitafdeling
van de supermarkt.
31
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 De productmarkten
Er is een sterk toegenomen
vraag naar bananen die
van tevoren zijn verpakt
of voorzien van een etiket,
streepjescode of band:
dat versnelt de aankoop
en voorkomt overbodige
manipulatie voor het
wegen van de bananen in
de fruitafdeling van de
supermarkt.
32 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
De EU-27 plus het Verenigd Koninkrijk is nog
steeds de grootste markt ter wereld. Het verbruik
is er globaal stabiel gebleven na enkele jaren van
voortdurende toename. In 2021 was het verbruik
in Europa goed voor 6675457ton, wat neerkomt
op bijna 13 kg per inwoner per jaar. Ter herinne-
ring, het gemiddelde van de afgelopen tien jaar
bedroeg 11,7 kg. Er blijven grote verschillen tussen
de landen van de EU. Het jaarlijkse verbruik in
Zweden bedraagt bijvoorbeeld 17 kg per inwoner
per jaar in vergelijking met 7 à 8 kg in de Baltische
staten. Gelet op de stijging van de koopkracht in
bepaalde EU-landen valt te begrijpen dat er een
concurrentiestrijd is tussen de productiezones
om de invoer en de marktaandelen: de dollarzo-
ne levert 75% van de markt, de ACP 16% en de
EU 9%. De regels voor de invoer in het Verenigd
Koninkrijk zijn voorlopig nog steeds dezelfde als
in de EU-27. Op het Europese continent zouden
ze normaliter niet moeten veranderen, met een
douanerecht van EUR 75 per ton voor de dollar-
bananen en een vrije invoer voor de bananen uit
de ACP-zone.
De markt van de Verenigde Staten ondervond
weinig hinder van het wegvallen van Guatemala
en Honduras, die als productielanden al snel wer-
den vervangen door Ecuador, Colombia en Costa
Rica. Het verbruik is er dan ook stabiel gebleven
op 4632397ton.
In 2021 hebben twee belangrijke elementen een
sterke stempel gedrukt op de markten en hebben
eveneens in belangrijke mate de contractuele
verkoopprijzen voor het jaar 2022 beïnvloed. Zo
heeft de stijging van de kosten voor verschillende
productiefactoren zich voortgezet sinds einde
2020. Dat was het geval voor de meststoen en
verpakkingsmaterialen zoals karton en plastic.
En ook de mondiale crisis van het zeevrachtver-
voer, die aan de oorsprong lag van de gevoelige
prijsstijging van het zeetransport, blijft in 2022
voortduren. Deze crisis, die alle sectoren van de
economie treft, heeft er natuurlijk toe geleid dat
de contractuele verkoopprijzen in 2022 werden
herzien. Daarnaast profiteerden de bananen van
Ivoorkust van een aanzienlijk gunstig wissel-
koerseect tussen USD en EUR.
Enerzijds, blijven de Europese douanerechten op
de invoer van dollarbananen, zoals verwacht, EUR
75 per ton bedragen. Anderzijds, en zoals aan-
gekondigd, heeft de Britse regering haar invoer-
regels op basis van de ex-EU handelsakkoorden
vernieuwd, met name die betreende bananen, in
het bijzonder voor Ivoorkust. Bijgevolg heeft de
Brexit geen negatieve impact gehad op de uitvoer
van de Groep naar Britse klanten.
De Europese prijs (CIRAD-referentie) heeft ech-
ter opnieuw, en dat is niet verwonderlijk, een vrij
lage prijs bereikt van USD 11,4 per doos, d.w.z. 2%
of 30 dollarcent minder per doos, in vergelijking
met 2020.
Sinds 2015, het hoogtepunt van de Europese
invoerprijs in het afgelopen decennium, bedraagt
het verlies USD 2,7 per doos, een terugval van
20%.
De covid-19-pandemie
had in 2021 een veel
minder zware impact op
de verbruiksmarkten dan
in 2020.
33
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 De productmarkten
SIPEF’s
operationele
activiteiten
Geschiedenis in ‘t kort
Société Internationale de Plantations et de
Finance (SIPEF) werd in 1919 opgericht.
Aanvankelijk ontwikkelde en beheerde de
Vennootschap plantageondernemingen in tro-
pische en subtropische gebieden via twee agent-
schappen: één in Kuala Lumpur (Maleisië) en één
in Medan (Indonesië). Geleidelijk groeide SIPEF
uit tot een gediversifieerde agro-industriële groep,
met productie- en exportfaciliteiten in Azië,
Oceanië, Afrika en Zuid-Amerika. Ze beheerde
grote plantages met traditionele gewassen zoals
rubber, palmolie en thee. Vanaf 1970 investeerde
de Groep ook in andere producten, zoals bana-
nen, ananas, sierplanten, guave en peper, en in
de Belgische en Amerikaanse immobiliënsector.
Na verloop van tijd werden de meeste van deze
belangen, met uitzondering van bananen, volledig
afgebouwd.
De laatste jaren concentreerde SIPEF zich bij-
na uitsluitend op de productie van palmolie in
Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea en van bana-
nen in Ivoorkust. De Hoofdzetel van de SIPEF-
groep bevindt zich in België. Van hieruit wordt
de Groep aangestuurd op strategisch, financieel
en economisch gebied. De laatste jaren heeft
SIPEF de omkadering op het vlak van informa-
tietechnologie (IT), duurzaamheid en juridische
aangelegenheden versterkt. Het team in Schoten
bestaat uit 23 personen.
SIPEF is op Euronext Brussels genoteerd.
Sinds 2021 is SIPEF eveneens operationeel in
Singapore via SIPEF Singapore Pte Ltd. Van
hieruit volgt de COO APAC, Petra Meekers, die
in Singapore verblijft, alle activiteiten van de
Groep in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea
van dichtbij op.
Tot slot is SIPEF ook in Luxemburg vertegen-
woordigd door Jabelmalux SA. Deze vennoot-
schap is de Luxemburgse moederonderneming
van de oliepalmuitbreidingen in Noord-Sumatra
(PT Umbul Mas Wisesa, PT Toton Usaha Mandiri
en PT Citra Sawit Mandiri) en van één van de
uitbreidingen in de Musi Rawas regio in Zuid-
Sumatra (PT Agro Muara Rupit). Na het suc-
cesvolle openbaar aankoopbod dat werd uitge-
bracht in 2011, verdween Jabelmalux SA van de
Luxemburgse beurs.
Per eind 2021 controleert de SIPEF-groep 99,9%
van de onderneming. SIPEF heeft de intentie om,
in de toekomst de aandelen die nog verspreid zijn
onder het publiek, te verwerven.
34
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
BEPLANTE OPPERVLAKTEN IN HECTAREN
INDONESIË PAPOEA-NIEUW-GUINEA IVOORKUST TOTAAL %
Oliepalmen 63 558 13 605 0 77 163 96,5%
Rubber 1 954 0 0 1 954 2,4%
Bananen 0 0 794 794 1,0%
Horticultuur 0 0 31 31 0,1%
Thee 0 0 0 0 0%
Totaal 65 512 13 605 825 79 942
%
81,9% 17,1% 1,0% 100%
Aan het einde van het boekjaar 2021 bedroeg
het aantal beplante hectaren oliepalmen 77 163,
en het totale aantal beplante hectaren inclusief
bananen, rubber en tuinbouw 79 942, tegenover
64 088 hectare in 2011. De jaarlijkse groei van het
aantal hectaren bedroeg de afgelopen 10 jaar dus
gemiddeld 2,4%.
Langzaam maar zeker wordt het doel van 100 000
beplante hectare werkelijkheid. SIPEF blijft actief
zoeken naar investeringsopportuniteiten door
de beplante hectaren uit te breiden in gebieden
die ver verwijderd zijn van de steden en waar de
agrarische sector de belangrijkste werkgever is.
In deze context is het behoud van eigendoms- en
concessierechten van primordiaal belang voor
de Groep, om de productie in de verschillende
landen te verzekeren en verder te ontwikkelen.
Papoea-Nieuw-Guinea
Indonesië
België & Luxemburg
Ivoorkust
Singapore
35
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Noord-Sumatra
1
2
3
Kerasaan
4
Eastern Sumatra
5
Citra Sawit Mandiri
6
Toton Usaha Mandiri
Umbul Mas Wisesa
Tolan Tiga
1
2
Agro Rawas Ulu
3
Agro Muara Rupit
4
Dendymarker Indah Lestari
Agro Kati Lama
1
Agro Muko
2
Mukomuko Agro Sejahtera
Zuid-Sumatra
Bengkulu
1
2
3
4
5
6
1
2
1 2
3
4
Palmolie
INDONESIË
36 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Hargy Oil Palms
West New Britain
1
1
PAPOEA-NIEUW-GUINEA
37
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Indonesië
In 2021 steeg de Groepsproductie van verse vruchten
(“Fresh Fruit Bunches” - FFB), zowel op de eigen
plantages als bij de lokale boeren. Deze stijging
bleef boven de 14% gedurende de eerste drie
kwartalen, daalde licht voor het vierde kwartaal,
maar bereikte terug haar oorspronkelijk niveau in
de maand december. Ze sloot het jaar af met een
totale productiegroei van 13,7% ten opzichte van het
voorgaande jaar.
Niet alleen de FFB-productie was zeer goed, maar ook
de extractiepercentages zijn verbeterd tegenover 2020.
De totale palmolieproductie van de Groep bereikte
het recordcijfer van 384 178 ton, wat een stijging
betekent van 16,7% tegenover het vorige jaar. Dit
groeipercentage gold zowel voor de productie van de
eigen plantages als voor die van de lokale boeren die
hun FFB aan de SIPEF-extractiefabrieken verkopen.
Indonesië
SIPEF controleert rechtstreeks en onrechtstreeks
via haar dochters, PT Tolan Tiga Indonesië,
Jabelmalux en SIPEF Singapore Pte Ltd, 30 plan-
tages met oliepalmen, twee rubberplantages, één
theeplantage, zes extractiefabrieken voor ruwe
palmolie, twee rubberfabrieken en één theefa-
briek. PT Tolan Tiga Indonesië beheert deze
activa via het Hoofdkantoor in Medan, Noord-
Sumatra en drie regionale managementkantoren
in de provincies Noord-Sumatra, Bengkulu en
Zuid-Sumatra.
38
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
100
200
300
400
500
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
100
200
300
400
500
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
100
200
300
400
500
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
Na de droogte van 2019 en een relatief droog pro-
ductiejaar in 2020, behalve in Zuid-Sumatra, lag
de jaarlijkse neerslag in 2021 in alle regio's iets
boven het vijaarsgemiddelde. De over het alge-
meen normale weersomstandigheden hebben de
groei van de palmen en de ontwikkeling van de
vruchten bevorderd.
Enkel de eerste vier maanden van het jaar ver-
toonden een watertekort voor de regio's Noord-
Sumatra en Bengkulu. De regio Zuid-Sumatra had
bijna het hele jaar door een wateroverschot en alle
plantages overschreden het tienjaarsgemiddelde,
vaak met 30% of meer. Desalniettemin, getuigde
de verminderde vorming van vrouwelijke vruch-
ten toch nog van een licht vertraagd stresseect
van de droogte van 2019.
Plantages
Door de lage palmolieprijzen in 2019, besliste het
management om het herplantingsprogramma
van Indonesië in Noord-Sumatra en Bengkulu in
2020 uit te stellen en te investeren in de ontwik-
kelingen in Zuid-Sumatra. Het herbeplantings-
programma van deze regio's werd in 2021 hervat.
In Zuid-Sumatra werden de beplantingsactivi-
teiten in de loop van het jaar in een snel tempo
voortgezet.
Ook in 2021 bleef de Groep hoofdzakelijk focus-
sen op de investeringsprogramma's in Zuid-
Sumatra. Deze betroen de verdere uitbreiding
van de beplante oppervlakten en infrastructuur in
Musi Rawas, de herbeplanting en verbetering van
SIPEF's eigen oliepalmplantages, en van de plan-
tages van lokale boeren (plasma) in Dendymarker.
In de andere operationele eenheden gebeurde de
gebruikelijke hernieuwing van investeringen en/
of materialen waar en wanneer nodig.
NEERSLAG 2021 IN NOORDSUMATRA VS. GEMIDDELDE IN MM
NEERSLAG 2021 IN BENGKULU VS. GEMIDDELDE IN MM
NEERSLAG 2021 IN ZUIDSUMATRA VS. GEMIDDELDE IN MM
Voor het eerst in de geschiedenis
van de Vennootschap werd,
binnen een kalenderjaar, de
productiemijlpaal van één
miljoen ton verse vruchten van
eigen plantages bereikt.
39
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
De plantages van de business unit in Noord-
Sumatra zijn de meest mature in Indonesië van
de SIPEF- groep. Tot juni 2021 produceerden ze
zoals verwacht. Daarna werden ze in het derde en
vierde kwartaal getroen door een reële daling
van de oogst. Over het algemeen was 2021 nat
en hierdoor de productie wisselvallig. Bovendien
werd de oogst nog steeds getroen door de afsto-
ting van vrouwelijke bloemknoppen als gevolg van
het watertekort van 2018, 2019 en begin 2020.
Laat in het jaar werd enige vooruitgang genoteerd,
maar globaal eindigden de eigen aanplanten het
jaar met -0,51% voor de Tolan Tiga groep en 8,43%
voor de Umbul Mas Wisesa groep, vergeleken
met vorig jaar.
De productie van FFB in de volgroeide plantages
met minerale bodem in Noord-Sumatra kende
een trager dan verwachte start in het begin van
het jaar. Dit was te wijten aan twee droge maan-
den die gevolgd werden door een veel beter
tweede kwartaal. Het derde en vierde kwartaal
waren opnieuw lager dan vorig jaar (zie detail
hieronder).
Perlabian estate (PLE) telt 3 708 hectare vol-
groeide oliepalmen en 493 hectare onvolgroeide.
310 hectare, die een jaar braak lagen om de
Ganoderma-problemen te beperken, werden
gekapt ter voorbereiding van aanplanten tegen
september 2022.
Tijdens de kerstweek werd voor het eerst in de
geschiedenis van de Vennootschap, binnen een
kalenderjaar, de productiemijlpaal van één mil-
joen ton verse vruchten (“Fresh Fruit Bunches”
- FFB) van eigen plantages bereikt. Dit was een
belangrijke verwezenlijking in de voortdurende
groei en ontwikkeling van SIPEF Indonesië. Het
jaar 2021 eindigde daadwerkelijk met 1019009
ton FFB. Deze opmerkelijke prestatie is het
resultaat van de visie, het harde werk, de toewij-
ding en de inzet van zoveel mensen, in het ver-
leden en heden, en is een positief signaal naar
de toekomst toe. Dit is vooral te danken aan de
projecten in Zuid-Sumatra die verder matuur
worden en de productie verder opdrijven, en
de heraanplantingen van het bedrijf in Noord-
Sumatra en Bengkulu die vroeger dan verwacht
hoge rendementen opleveren.
Onlangs werd in het SIPEF Medan Hoofdkantoor
een 'Lokale Boeren Afdeling’ opgericht met het
oog op de toepassing van de nieuwe Indonesische
reglementering. Deze bepaalt dat plantageonder-
nemingen, naast hun eigen aantal hectaren, bijko-
mend 20% van het gebied moet voorbestemmen
voor lokale boeren. De afdeling beheert reeds 90
coöperatieven in de drie regio's, met 5 098 leden,
die meer dan 15 000 hectare kleinschalige pro-
ductie vertegenwoordigen, waarvan 1 178 hectare
reeds RSPO-gecertificeerd zijn.
BEPLANTE OPPERVLAKTEN EN PRODUCTIES
MATUUR
(IN HECTAREN)
IMMATUUR
(IN HECTAREN)
GEMIDDELDE
LEEFTIJD
OLIEPALMEN
FFB
GEPRODUCEERD
2020 (IN TON)
FFB
GEPRODUCEERD
2021 (IN TON)
RENDEMENT
2021 FFB/HA
(IN TON)
Tolan Tiga groep 12 027 875 13,90 298 757 297 229 24,7
Umbul Mas Wisesa groep 9 937 0 12,60 206 984 224 429 22,6
Subtotaal eigen plantages 21 964 875 13,33 505 741 521 659 23,8
Lokale boeren NA NA NA 4 333 7 715 NA
TOTAAL 510 074 529 374
 -
40
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
In totaal bedroeg de oogst van PLE aan het einde
van het jaar -1,46% ten opzichte van het voorgaan-
de jaar. Hierdoor bedroeg het jaarrendement van
de plantage 24,77 ton per hectare.
Tolan estate (TLE), dat bestaat uit 3 614 hectare
volgroeide oliepalmen, bevindt zich momenteel
in een plantpauze. De eerste herbeplanting van
173 hectare wordt verwacht in 2023. Daarna zal
er elk jaar tussen de 170 en 300 hectare herbe-
plant worden.
TLE kende een beter jaar dan gewoonlijk, met een
regenval die 20% boven het tienjaarsgemiddelde
lag. De productie was ook goed tot september,
maar daalde voor de rest van het jaar. Toch ein-
digde ze op 1,22% boven vorig jaar.
De laatste drie jaar zijn de opbrengsten gedaald,
omdat de gemiddelde leeftijd van de palmen hoger
is. De komende 10 jaar zal een voortdurende her-
beplanting nodig zijn.
Bukit Maradja estate (BME), dat 2 631 hectare
volgroeide palmen telt naast 279 hectare onvol-
groeide aanplant, heeft in natte omstandigheden
het grootste deel van het jaar gepresteerd zoals
verwacht. Het laatste kwartaal daalden echter de
prestaties waardoor het jaar werd afgesloten met
een productie die 2,52% lager was dan vorig jaar.
BME is één van de plantages die te kampen heeft
met Ganoderma. Op basis van een onafgebroken
herbeplantingsprogramma voor de komende 10
jaar zullen er tussen de 140 en 200 hectare per
jaar herbeplant worden.
41
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Kerasaan estate (KER) kan vergeleken worden
met BME en heeft eveneens problemen met de
Ganoderma-schimmel. De plantage heeft 2 073
volgroeide hectare en 102 onvolgroeide hectare en
kon eind december een oogst van 55 212 ton FFB
optekenen, wat 0,74% meer is dan vorig jaar. KER
bereikte met 26,63 ton per hectare haar hoogste
opbrengst van de laatste 10 jaar, wat tevens het
hoogste rendement voor het gebied is.
Haar herbeplantingsprogramma zal worden
voortgezet tot 2026, met een jaarlijkse herbe-
planting van 80 tot 145 hectare.
In Umbul Mas Wisesa (UMW), de plantages van de
Groep met een biologische bodem, ondersteunde
de genormaliseerde regenval de fruitoogst. In
combinatie met de toepassing van de aangepaste
bemestingsaanbevelingen tijdens de voorbije
twee jaar, resulteerde dit in een hogere fruitpro-
ductie voor alle vier plantages van deze groep.
In de plantages van Umbul Mas Wisesa/Toton
Usaha Mandiri (UMW/TUM) waren er geen her-
beplantings- of kweektuinactiviteiten, aangezien
al deze plantages volgroeid zijn en de eerste her-
beplanting over enkele jaren is gepland.
Deze plantages kenden in 2021 inderdaad een
uitstekende oogst dankzij een redelijke regen-
val, slechts twee droge maanden aan het begin
van het jaar en zeer natte maanden september
en oktober. In het vierde kwartaal daalde de
oogst, maar qua opbrengst per hectare, zaten de
UMW/TUM-plantages weer op het goede spoor
met een gemiddelde van 22,58 ton. De gewij-
zigde bemestingsschema's en de toegenomen
micronutriënten hadden hun positieve invloed op
de vruchtzetting en er wordt verwacht dat hierin
het komende jaar geen verandering zal komen.
De totale productie van FFB voor het jaar werd
afgesloten op 224 429 ton.
BEPLANTE OPPERVLAKTEN EN PRODUCTIES
MATUUR
(IN HECTAREN)
IMMATUUR
(IN HECTAREN)
GEMIDDELDE
LEEFTIJD
OLIEPALMEN
FFB
GEPRODUCEERD
2020 (IN TON)
FFB
GEPRODUCEERD
2021 (IN TON)
RENDEMENT
2021 FFB/HA
(IN TON)
Agro Muko 16 332 1 508 13,03 333 172 362 121 22,2
Mukomuko Agro Sejahtera 2 822 471 9,21 29 374 34 661 12,3
Subtotaal eigen plantages 19 154 1 979 12,44 362 545 396 782 20,7
Lokale boeren NA NA NA 16 386 18 277 NA
TOTAAL 378 931 415 059
 
In de oliepalmplantages in de provincie Bengkulu
waren de weersomstandigheden gunstig voor de
palmgroei en de vruchtenontwikkeling. Vooral
de jonge volwassen palmen produceerden meer.
Maar ook de volumes van de hectaren met oudere
palmen stegen in vergelijking met vorig jaar, met
meer dan 10%. Bovendien werden meer hectaren
in productie genomen. De oogsten overtroen de
productie van vorig jaar met 8,69%.
42 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
De business unit omvat de activiteiten van de
negen eigen plantages in Agro Muko en de vier
Mukomuko Agro Sejahtera (MMAS)-plantages,
waaronder de twee recente uitbreidingen met
Sungei Teramang estate (Asri Rimba verwor-
ven in 2019) en met Batu Kuda estate (Agricinal
voorwaardelijk verworven in 2021). Het regio-
nale managementkantoor staat eveneens in voor
de “Corporate Social Responsibility” (CSR) van
Yayasan SIPEF Indonesia (YSI), het programma
voor de bescherming van schildpadden en voor de
SIPEF Biodiversity Indonesia (SBI)-activiteiten,
die zich toespitsen op bosbescherming.
Een belangrijk onderwerp in de afgelopen twee
jaar was de vernieuwing van de landbouwcon-
cessie (Hak Guna Usaha - HGU) voor de grote
meerderheid van de plantages van Agro Muko.
Bovendien werd de plasmaverplichting tijdens
de hernieuwingsprocedure ingevoerd. Daarom
moest het team de plannen aanpassen aan de
20%-plasmagebieden om het bestaan ervan te
bewijzen, alvorens luchtkaarten konden worden
gemaakt.
De Agro Muko-plantages hebben 362 121 ton FFB
geoogst, wat 8,69% meer is dan vorig jaar.
MMAS, met de nieuw verworven plantages, heeft
34 661 ton geproduceerd, hetzij 18,25% meer dan
vorig jaar.
SIPEF Bedrijfsverslag 2021
BEPLANTE OPPERVLAKTEN EN PRODUCTIES
MATUUR
(IN HECTAREN)
IMMATUUR
(IN HECTAREN)
GEMIDDELDE
LEEFTIJD
OLIEPALMEN
FFB
GEPRODUCEERD
2020 (IN TON)
FFB
GEPRODUCEERD
2021 (IN TON)
RENDEMENT
2021 FFB/HA
(IN TON)
PT Agro Kati Lama 3 638 538 4,67 29 005 38 940 10,7
PT Agro Rawas Ulu 1 816 728 3,81 14 064 22 684 12,5
PT Agro Muara Rupit 3 294 2 355 2,76 11 777 23 658 7,2
PT Dendymarker Indah Lestari 1 447 5 770 2,26 27 721 15 287 10,6
Subtotaal eigen plantages 10 194 9 391 3,12 82 567 100 568 9,9
Lokale boeren NA NA NA 7 933 14 855 NA
TOTAAL 90 500 115 424
 -
In de regio Musi Rawas in Zuid-Sumatra steeg de
oogst met 59,8%. De uitzonderlijke productie in
de plantages van Agro Muara Rupit (AMR) was
meer dan dubbel zo hoog als vorig jaar: +101,4%
en 149,2% voor respectievelijk de oostelijke en de
westelijke plantages. Dit is het resultaat van een
toename van het aantal geoogste hectaren en een
stijging van het gemiddelde vruchtgewicht in de
meeste jonge plantages.
Het geeft voldoening te kunnen vaststellen dat
de totale aanplanting/herbeplanting voor de pro-
jecten in Zuid-Sumatra, die 10 jaar geleden van
start gingen, nu bijna 20 000 hectare eigen en
bijna 5 000 hectare plasma bedraagt. De teams
ter plaatse hebben in 2021, 3 711 hectare beplant,
waarvan 2 070 hectare voor Dendymarker Indah
Lestari (DIL).
In DIL zou in 2022 en 2023 nog eens 1 077 hectare
worden voltooid op de eigen plantages, waardoor
het totale cijfer voor de eigen plantages op 7 806
hectare zou uitkomen. In de volgende drie jaar zal
nog eens 1 648 hectare herbeplant worden om het
plasma-areaal van 2 760 hectare te vervolledigen
en de totale projectoppervlakte in DIL op 10 566
hectare te brengen.
De plasmaherbeplanting in DIL is gestart in 2020.
Momenteel is 1 112 hectare herbeplant (40%).
Deze herbeplanting zou normaal nog drie jaar
worden voortgezet, in een tempo van maximaal
550 hectare per jaar.
De resterende oudere DIL-plantages kenden een
stevige productie in het eerste kwartaal. Door het
intensieve herbeplantingsprogramma is de totale
fruitproductie op het einde van het jaar echter
met 45,49% gedaald ten opzichte van vorig jaar.
44
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
EXTRACTIEFABRIEKEN NOORDSUMATRA BMPOM PLPOM UMWPOM
2020 2021 2020 2021 2020 2021
Capaciteit (ton FFB/u) 30 30 55 55 40 40
Werkelijke verwerkingscapaciteit 27,24 30,05 54,32 54,28 40,18 40,16
Verwerkte FFB (ton) 121 660 122 769 179 502 179 193 166 814 183 649
Geproduceerde ruwe palmolie (ton) 28 427 28 910 39 432 39 734 38 544 42 792
Olie-extractiepercentage (%) 23,37 23,55 21,97 22,17 23,11 23,30
Palmpitextractiepercentage (%) 4,91 4,92 5,79 5,76 4,06 4,04
Extractiefabrieken
De gemiddelde olie-extractiepercentages (OER)
van de Indonesische palmolieverwerkingsfabrie-
ken, varieerden in een grotere vork vergeleken
met vorig jaar, ten gevolge van de lokale neerslag-
volumes. Ze schommelden van 21,4% tot 22,4%
in Zuid-Sumatra, waar nog een relatief hoog per
-
centage oude palmvruchten met laag oliegehalte
wordt verwerkt, tot 23,3% in de volgroeide plan-
tages met organische bodems in Noord-Sumatra.
Dankzij deze hoge extractiepercentages werd de
stijging van de palmvruchtenvolumes (13,55%)
ook weerspiegeld in een nog hogere stijging van
de palmolievolumes (16,68%) in vergelijking met
2020.
In de Bukit Maradja Palm Oil Mill (BMPOM), de
kleinste fabriek in Noord-Sumatra, werd een goe-
de prestatie neergezet: de OER bedroeg 23,55%
tegenover 23,37% vorig jaar.
De Perlabian Palm Oil Mill (PLPOM), de grootste
maar ook de oudste fabriek in Noord-Sumatra, is
de belangrijkste producent en de laatste jaren zijn
veel verbeteringen doorgevoerd om de prestaties
te verbeteren.
De PLPOM heeft de OER verhoogd van ongeveer
20% enkele jaren geleden tot 22,17%, vandaag.
Toch wordt de productie er nog steeds bemoeilijkt
door het lage oliegehalte van het resterende oude
fruit dat hoofdzakelijk aomstig is van PLE.
In de Umbul Mas Wisesa Palm Oil Mill
(UMWPOM) zijn door het natte weer in sep-
tember en oktober en de lagere trosuitzetting
de
algemene prestaties van de fabriek in OER
en FFA gedaald tijdens het laatste kwartaal. Het
uiteindelijke OER bedroeg gemiddeld 23,30%,
tegenover 23,11% vorig jaar.
45
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
EXTRACTIEFABRIEKEN BENGKULU EN ZUIDSUMATRA MMPOM BTPOM DILPOM
2020 2021 2020 2021 2020 2021
Capaciteit (ton FFB/u) 60 60 30 30 20 60
Werkelijke verwerkingscapaciteit 59,38 58,18 29,83 30,22 20,31 20,16
Verwerkte FFB (ton) 242 611 264 497 134 445 145 934 81 504 108 698
Geproduceerde ruwe palmolie (ton) 56 968 62 538 30 249 32 460 17 540 24 541
Olie-extractiepercentage (%) 23,48 23,64 22,50 22,24 21,52 22,57
Palmpitextractiepercentage (%) 4,52 4,33 5,05 4,68 3,84 3,55
De Mukomuko Palm Oil Mill (MMPOM), die
het grootste deel van de oogst van de noordelij-
ke plantages van de Agro Muko-groep afneemt,
bereikte op het einde van 2021 een gemiddelde
OER van 23,64%. Dat is beter dan de 23,48% van
vorig jaar. De belangrijkste reden voor de goe-
de prestatie is de hogere rijpheidsgraad van de
geoogste vruchten.
De FFA-cijfers waren iets hoger, vooral rond de
Ramadan en de Lebaran vakantiebreak.
De Bunga Tanjung Palm Oil Mill (BTPOM), die de
oogst van de zuidelijke plantages afneemt, bleef
het moeilijk hebben met zijn prestaties. Dit was
vooral omdat de fabriek niet op volle toeren draai-
de: 83%-capaciteit op basis van 30 ton per uur en
slechts 42%-capaciteit bij een berekening van 60
ton per uur.
De OER bedroeg 22,24% aan het eind van het jaar,
tegenover 22,50% het jaar daarvoor.
Een bijkomende industriële troef was de Agro
Muko Tank Terminal in Padang, die van essen-
tieel belang bleef voor de scheepvaart, indien en
wanneer nodig. De capaciteit ervan bleef onge-
wijzigd, met een totaal van 26 000 ton opgeslagen
in acht tanks.
De lopende upgrade van de capaciteit van de
Dendymarker Indah Lestari Palm Oil Mill
(DILPOM) van 20 naar 60 ton per uur werd voort-
gezet, terwijl het bedrijf op volle toeren draaide
en produceerde.
De extractiefabriek zal uitgerust worden met een
horizontale sterilisator met Compact Modular
Concept (CMC) indexeringssysteem en een vol-
ledig nieuwe stroomvoorziening (ketels, turbines,
enz.). Het oude materiaal zal zo spoedig mogelijk
worden ontmanteld. De oude ketel zal stand-by
blijven. De extractiefabriek zou een betere terug-
winning van olie en pitten voorzien met minder
olieverlies en een goed stoomproces. De defini-
tieve ingebruikname kan worden verwacht tegen
eind april 2022.
Voor het jaar 2021 bedroeg de OER 22,57%, tegen-
over 21,52% het voorgaande jaar.
46 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Papoea-Nieuw-Guinea
Papoea-Nieuw-Guinea
Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) heeft zes palmolie-
plantages verspreid over drie estates, die, samen
met 3 635 onaankelijke plantages van lokale
boeren, op regelmatige basis de palmolie-extrac-
tiefabrieken bevoorraden.
Na een droge decembermaand in 2020 en een
relatief mild regenseizoen in het eerste trimester
van 2021, volgden lager dan gemiddelde neerslag-
volumes in het tweede semester. Hierdoor lag het
jaarlijkse neerslaggemiddelde in de oliepalmplan-
tages in Papoea-Nieuw-Guinea ongeveer 30%
beneden het vijaarlijkse.
Deze weerscondities zorgden voor agronomisch
goede omstandigheden in de regio, met een aan-
houdend hoge productie als gevolg. Daarboven
was er nog het onverwacht snel herstel van de
door de Navo-vulkaan getroen gebieden. Dit
alles had een algemeen positief effect op alle
aspecten van de activiteiten.
47SIPEF Bedrijfsverslag 2021
BEPLANTE OPPERVLAKTEN EN PRODUCTIES
MATUUR
(IN HECTAREN)
IMMATUUR
(IN HECTAREN)
GEMIDDELDE
LEEFTIJD
OLIEPALMEN
FFB
GEPRODUCEERD
2020 (IN TON)
FFB
GEPRODUCEERD
2021 (IN TON)
RENDEMENT
2021 FFB/HA
(IN TON)
Hargy-estate 4 023 393 9,03 106 610 133 587 33,2
Navo-estate 6 262 343 11,60 95 607 154 969 24,7
Pandi-estate 2 584 0 8,54 67 398 78 293 30,3
Subtotaal eigen plantages 12 869 736 10,18 269 616 366 849 28,5
Lokale boeren 14 074 744 15,89 209 791 232 134 16,5
TOTAAL
26 943 1 480 -
479 407 598 983
22,2
Plantages
In 2021 heeft HOPL zijn herbeplantingsprogram-
ma hervat in de gebieden die getroen waren door
de vulkaanuitbarstingen van 2019. Gedurende
bijna twee jaar was er dus geen herbeplanting in
deze gebieden, omdat de nadruk lag op de reha-
bilitatie en het herstel ervan.
Alle zaailingen zijn sinds 2015 van het type DAMI
‘Super Family’, waardoor de opbrengsten voor de
toekomst kunnen worden verbeterd. De proble-
men met de kwaliteit van de zaailingen, die zich
eind 2020 en begin 2021 voordeden, werden gelei-
delijk overwonnen. Hoe dan ook zal het nieuwe
irrigatiesysteem dat dit jaar in de kweektuin werd
geïnstalleerd, de uniformiteit van de ontwikkeling
van de zaailingen zeker verbeteren.
De herbeplanting is goed gevorderd, ondanks
enkele problemen met de kapuitrusting van de
onderaannemer en vertragingen bij de levering
van de zaden. Bijna 675 hectare eigen areaal werd
herbeplant, waardoor een gemiddelde palm-
leeftijd van 10,2 jaar kon worden behouden. De
herbeplanting van ongeveer 150 hectare werd
uitgesteld tot 2022, voornamelijk omwille van
vertragingen in de zaadleveringen. Bij de lokale
boeren verliep de herbeplanting aan een trager
tempo en de gemiddelde palmleeftijd bedroeg
15,9 jaar op het einde van 2021.
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
300
600
900
1 200
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
300
600
900
1 200
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
300
600
900
1 200
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
NEERSLAG 2021 IN DE HARGYESTATE VS. GEMIDDELDE IN MM
NEERSLAG 2021 DE NAVOESTATE VS. GEMIDDELDE IN MM
NEERSLAG 2021 DE BAKADAESTATE VS. GEMIDDELDE IN MM
48
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
In 2021 is het
herbeplantingsprogramma
hervat in de gebieden die
getroffen waren door de
vulkaanuitbarstingen van
2019.
Voor de productiegeschiedenis van de SIPEF-
dochter HOPL zal 2021 een uitzonderlijk jaar
blijven, sinds haar vestiging in het land 45 jaar
geleden. Enerzijds, konden de plantages genieten
van zeer gunstige en uitzonderlijke weersom-
standigheden, met het hele jaar door zeer mati-
ge regenval. Anderzijds, heeft de productie een
recordjaar achter de rug, aangezien de plantages
in de gebieden die getroen waren door de vul-
kaanuitbarstingen van 2019, zich redelijk goed
bleven herstellen. 2021 werd dan ook afgesloten
met een productiestijging van 41,9% voor de eigen
palmolievolumes, en van 14,1% voor de volumes
van de lokale boeren, voor wie het oogsten ook
werd aangemoedigd door de hoge wereldmarkt-
prijzen voor hun aangeleverde vruchten.
Alle drie estates overtroen hun pieken van 2018.
Geholpen door het weer hebben de teams de dage-
lijkse oogstrondes goed onder controle kunnen
houden, wat resulteerde in verse vruchtentrossen
(“Fresh Fruit Bunches” - FFB) van goede kwali-
teit. Zo werd de oogst aanzienlijk verhoogd en
het jaar afgesloten met een productiestijging van
36,1% FFB ten opzichte van vorig jaar.
De rehabilitatiesnoeiwerken in de door de NAVO-
vulkaan getroen plantages werden in het begin
van het jaar met de hulp van onderaannemers vol-
tooid. De oogst werd meer toegankelijk gemaakt
op de zwaarst getroen NAVO-percelen, waar-
door de productie bijna verdubbelde.
49
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
De lokale boeren hadden het moeilijker en lever-
den aan het begin van het jaar minder vruchten.
Uiteindelijk sloten zij het jaar echter af met een
aanzienlijke stijging van 10,7%, een recordbreken-
de prestatie. Hiermee overtroen zij immers hun
pieken van 2018. De uitstekende prijzen hebben
ervoor gezorgd dat het onderhoud van de percelen
van de lokale boeren in het hele projectgebied is
verbeterd. Ze hebben eveneens , samen met de
regelmatige ononderbroken 14-daagse ophaling
van de oogsten, grotendeels bijgedragen tot de
goede productie. Bovendien werd geen enkele
oogst afgekeurd.
De wegen zijn het hele jaar goed toegankelijk
geweest, ook al was er weinig hulp van de rege-
ring voor de hoofdwegen en de wegen van loka-
le boeren, die nog steeds voornamelijk door de
onderneming worden onderhouden.
Extractiefabrieken
Ook de extractiepercentages in de fabrieken heb-
ben recordhoogten bereikt. Hoewel deze sterk
beïnvloed werden door het uitzonderlijke weer,
waren zij eveneens het resultaat van een goede
kwaliteit van de vruchten, als gevolg van de dage-
lijkse degelijke controle van de oogst, een algeme-
ne verbetering van het veldbeheer, regelmatige
ononderbroken 14-daagse oogstophalingen voor
lokale boeren en van het uitstekend werk van de
fabrieksteams.
De drie palmolie-extractiefabrieken in Papoea-
Nieuw-Guinea bereikten een recordjaargemid-
delde van 25,8%. Op het einde van het jaar haalde
de Hargy Palm Oil Mill (HPOM) een gemiddel-
de van 24,9%, de Barema Palm Oil Mill (BPOM)
van 25,6% en de Navo Palm Oil Mill (NPOM) van
26,0%.
50
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Anderzijds, hebben dezelfde redenen, namelijk
een mild nat seizoen, goed verzorgde oogstrondes
in de plantages en het regelmatig ophalen van de
vruchten van de lokale boeren, de fabrieken in
staat gesteld de vrije vetzuren (“Free Fatty Acids”
- FFA) onder de 4,00% te houden. Het jaar werd
afgesloten met een gemiddelde FFA van 2,71%
voor HPOM, 3,63% voor BPOM en 3,06% voor
NPOM. Deze vrij lage FFA-niveaus leidden tot
een premie die op elke lading werd gerealiseerd.
Om het FFA-gehalte verder te verbeteren en een
snelle toename van FFA tijdens de tankopslag-
periode vóór het laden van de schepen te voor-
komen, werden alle opslagtanks op het tankpark
routinematig geledigd en gereinigd. De werf en
de oliepijpleiding van het bedrijf blijven gecertifi-
ceerd als conform met de internationale code voor
de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten
(“International Ship and Port Facility Security
Code” - ISPS-code).
De productie van ruwe palmolie (“Crude Palm
Oil” - CPO) en ruwe palmpitolie (“Crude Palm
Kernel” Oil” - CPKO) was ook aan de uitzonderlij-
ke kant, met 13 verschepingen die dit jaar voor het
eerst werden geladen, tegenover de gebruikelijke
12 verschepingen per jaar. Door zowel de goede
oogsten als het extractiepercentage ligt het CPO-
volume 29,7% boven dat van 2020.
EXTRACTIEFABRIEKEN HPOM NPOM BPOM TOTAAL
2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021
Capaciteit (ton FFB/u) 45 45 50 50 45 45 140 140
Werkelijke verwerkingscapaciteit 45,32 46,74 48,88 50,95 44,61 42,90 138,81 140,60
Verwerkte FFB (ton) 50 583 70 654 130 272 191 604 89 812 104 591 269 837 366 849
Verwerkte FFB lokale boeren (ton) 90 848 94 893 27 730 37 633 91 213 99 608 209 791 232 134
Geproduceerde ruwe palmolie (ton) 33 569 41 242 38 999 59 596 45 555 52 365 118 123 153 203
Olie-extractiepercentage (%) 23,74 24,91 24,68 26,00 25,27 25,64 24,63 25,58
Geproduceerde ruwe palmpitolie (ton) 2 723 3 590 - - 6 673 8 660 9 397 12 251
Geproduceerde palmpitten (ton) 7 093 8 679 8 302 11 601 9 311 10 523 24 706 30 803
Palmpitextractiepercentage (%) 5,02 5,24 5,25 5,06 5,17 5,15 5,15 5,14
Palmpitolie-extractiepercentage (%) 1,93 2,17 - - 1,97 2,00 1,96 2,05
51
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Bananen
1
Plantations J. Eglin - Azaguié 1 & 2
2
Plantations J. Eglin - Agboville
3
4
5
Plantations J. Eglin - Motobé
Plantations J. Eglin - Lumen 1 & 2
Plantations J. Eglin - Akoudié
1
2
3
4
5
Région des Lagunes
IVOORKUST
52 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
53
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Plantations J. Eglin is een belangrijke speler in de
bananenproductie in Ivoorkust, het belangrijkste
bananenproducerende en -exporterende land in Afrika.
De onderneming produceert jaarlijks bijna 33000
ton bananen voor export, waarvan het overgrote deel
voor de Europese markt bestemd is. De beplante
oppervlakte van het bedrijf bedraagt ongeveer 800
hectare en is opgesplitst in drie locaties: Azaguié,
Agboville en Motobé. Met de overname, medio 2021,
van een oude bananenplantage die de laatste twee jaar
niet meer produceerde, zal de beplante oppervlakte
van Plantations J. Eglin in de komende drie jaar
groeien van 800 naar 1 350 hectare. Tevens zullen er
twee nieuwe locaties bijkomen, namelijk Akoudié en
Lumen.
Ivoorkust
Neerslag
Alleen Azaguié 1 had neerslagcijfers die verge-
lijkbaar zijn met het langetermijngemiddelde.
Alle andere locaties zaten onder het gemid-
delde. In 2021, kende Motobé het droogste
jaar b
innen de sites, met -29% ten opzichte
van vorig jaar, en -25% ten opzichte van het
langetermijngemiddelde.
54
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Plantages
De bananenactiviteiten van de plantages blij-
ven geconcentreerd op dezelfde historische
drie productiegebieden, waar zich in 2021 geen
belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan. Op
31 december 2021 bedraagt de totale beplante
oppervlakte voor bananen 794 hectare, 4% meer
dan vorig jaar.
Plantations J. Eglin heeft de ambitie om optimaal
gebruik te maken van de beschikbare oppervlakte
voor bananen door de regelmatige herbeplan-
tingscyclus, met inbegrip van braakliggende peri-
oden, te handhaven. Met het gebruik van in vitro
geteelde bananenplanten gemiddeld om de zeven
jaar, richt de huidige strategie zich op het planten
van gezond plantmateriaal in gezonde grond na
een periode van braakligging.
In 2021 werd het bananenareaal in Ivoorkust
uitgebreid met een eerste nieuwe plantage. 22
hectare van dit gebied werd in het vierde kwar
-
taal eectief aangeplant en was dus in 2021 nog
onproductief. De jaarproductie zou bijgevolg in
2022 met meer dan 15% moeten stijgen, voor
-
namelijk door de nieuwe oogstgebieden, in de
tweede helft van het jaar.
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
100
300
200
400
NEERSLAG 2021 IN AZAGUIÉ 1 & 2 VS. GEMIDDELDE IN MM
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
100
300
200
400
NEERSLAG 2021 IN AGBOVILLE VS. GEMIDDELDE IN MM
JAN FEB MAA APR MEI JUN JUL AUG SEP OKT NOV DEC
100
300
200
400
langetermijn gemiddelde huidige neerslag
NEERSLAG 2021 IN MOTOBÉ VS. GEMIDDELDE IN MM
BEPLANTE OPPERVLAKTEN EN PRODUCTIES
BEPLANTE OPPERVLAKTEN
(IN HECTAREN)
PRODUCTIE
2020 (IN TON)
PRODUCTIE
2021 (IN TON)
RENDEMENT
2021 TON/HA
Azaguié 1 146 5 152 5 600 38,4
Azaguié 2 191 8 447 7 512 39,3
Agboville 230 8 988 9 507 41,3
Motobé 226 8 571 9 581 42,4
Lumen 1 IN VOORBEREIDING
Lumen 2 IN VOORBEREIDING
Akoudié IN VOORBEREIDING
TOTAAL
794 31 158
32 200
40,6
55
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Na tegenvallende bananenvolumes eind 2020,
werd in de meeste plantages vanaf begin 2021
een hogere productie verwacht. Een beperkte
impact van de koudere Harmattan-wind in het
tweede kwartaal, gecombineerd met goede pro-
ductiecycli, resulteerde in meer trossen met een
hoger gemiddeld gewicht en bijgevolg een beter
volume voor export naar Europa en Afrika voor
de eerste zes maanden van het jaar.
In het derde kwartaal was er een lichte produc-
tiedaling, te wijten aan de schommelingen in de
productiecycli van de vier bananenplantages.
Voor het hele jaar zijn de agronomische prestaties
iets beter dan vorig jaar (+3,3%). Ondanks het
feit dat, over het geheel genomen, meer trossen
zijn geoogst dan verwacht, werd echter een lager
gewicht per tros geconstateerd, en dat voor een
bijna identiek geoogst gebied.
Verpakkingsstations
De ontwikkeling van de nieuwe plantages die
in het tweede semester van start is gegaan, mag
vooral geen invloed hebben op de huidige activi-
teiten van de vier historische sites. Deze nieuwe
gebieden worden daarom als een afzonderlijke
bedrijfseenheid beheerd.
Op Lumen 1 en 2, waren op 31 december 2021,
22 hectare voorbereid, gedraineerd, geïrrigeerd
en beplant. De weefselkweekplanten werden
geteeld in de eigen kweektuin van Azaguié. De
kabelbaan wordt geïnstalleerd, om klaar te zijn
voor de eerste oogst, die tegen juli-augustus 2022
zal plaatsvinden.
In Akoudié werd eerst en vooral de toegangsweg
tot aan de nationale asfaltweg in goede staat
gebracht. Vervolgens werd een ringweg aangelegd
om te voorkomen dat al de door de Groep geculti-
veerde arealen niet door derden van buitenaf kan
betreden worden. De voorbereiding maken van de
grond, namelijk het schoonmaken, onderploegen
en draineren van het gebied, tijdens de droogste
periode, werd uitbesteed, om ervoor te zorgen
dat de grond in de tweede helft van 2022 klaar
zal zijn voor aanplanting.
VERPAKKINGSSTATIONS EU REGIONAAL LOKAAL TOTAAL
CAPACITEIT (TON/DAG) 2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021
Azaguié 1 30 4 444 4 856 709 744 365 630 5 518 6 230
Azaguié 2 40 7 075 6 358 1 372 1 154 701 1 034 9 148 8 546
Agboville 40 8 055 8 547 933 960 872 988 9 860 10 494
Motobé 40 7 565 8 257 1 006 1 324 655 1 234 9 226 10 815
Lumen 1
HERVAT ZIJN ACTIVITEITEN VANAF JULI 2022
Lumen 2
HERVAT ZIJN ACTIVITEITEN VANAF JULI 2022
Akoudié
HERVAT ZIJN ACTIVITEITEN VANAF DECEMBER 2022
56
Horticultuur
SIERPLANTEN STUKS ANANASBLOEMEN SIERBLADEREN LOTUS
2020 2021 VERSCHIL % 2020 2021 VERSCHIL % 2020 2021 VERSCHIL %
Azaguié 2 345 299 333 775 -3,3% 1 736 100 1 611 050 -7,2% 80 610 130 465 61,8%
De horticultuuractiviteiten vinden plaats in
Ivoorkust op 32 hectare grond die grenst aan de
site van de bananenplantage van Azaguié 2. Al vele
jaren worden op hetzelfde gecultiveerde gebied
ananasbloemen en sierbladeren geteeld. Dit jaar is
het areaal enigszins verminderd, aangezien negen
hectare werd omgevormd tot bananenplantage
en drie hectare werd uitgebreid op braakliggend
terrein dat werd gesaneerd.
De lotusbloemen worden geteeld op het stuwmeer
van de Agboville-site.
57SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Rubber en thee
1
Agro Muko
Bengkulu
1
Melania (Tea Estate)
West-Java
1
2
1
1
1
Melania (Rubber Estate)
1
Timbang Deli
2
Bandar Sumatra
1
Noord-Sumatra
Zuid-Sumatra
INDONESIË
58 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
59
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Rubber
In juni 2020 werd beslist om twee van de drie
rubberplantages, die ook geschikt waren voor
palmteelt, om te zetten in oliepalmplantages
en onmiddellijk het conversieproces aan te vat-
ten. De omzetting vereist de voorafgaandelijke
goedkeuring van de RSPO en de toepassing van
alle “New Planting Procedures” (NPP). Verder
omvat ze ook de sluiting van de kweektuinen, het
stopzetten van de herbeplantingswerken en het
onderhoud van de resterende oppervlakten. De
toestemming van de aanplanting zal uiteraard
gepaard gaan met een plasma-ontwikkeling, een
vereiste die door de overheid aan de oliepalmin-
dustrie wordt opgelegd bij de vernieuwing van een
landbouwconcessie (Hak Guna Usaha - HGU). De
herstructurering zal ongeveer drie tot vier jaar
duren. Tijdens deze periode zal de rubbertapping
maximaal worden voortgezet en gepaard gaan met
het geleidelijke aanplanten van oliepalmen. Tegen
2029 zou de omschakeling naar volgroeide en cash
genererende oliepalmplantages rond moeten zijn.
Plantages
De rubberproductie bleef het hele jaar door pro-
blematisch, vooral in de plantage van Bandar
Pinang (BPE). De oogst lag inderdaad 34,8% lager
in 2021, een jaar dat zwaar werd beïnvloed door de
Pestalotiopsis-schimmel. De belangrijkste reden
is het kleiner aantal getapte hectaren als gevolg
van de vroege start van de omzetting. Bovendien
verminderde de vroegtijdige en langdurige blad-
wissel eveneens de mogelijkheid tot stimulering.
De lage productie had gevolgen voor de produc-
tiekosten per eenheid, die stegen ten opzichte
van de nettoverkoopprijs.
De voorbereidingen voor de conversie zijn aan
de gang en 465 hectare zouden reeds met olie-
palmen kunnen worden beplant. Maar zolang de
RSPO-assessments en de beslommeringen voor
60 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Het personeelsbestand daalde reeds met een
derde en sommige werknemers werden over-
geplaatst.
Aangezien het beheer van MASE Palembang op
1 mei 2021 overgedragen werd aan Shamrock
Group, zijn de cijfers van die activiteiten van het
bedrijf sinds die datum niet meer in de consoli-
datie opgenomen.
Fabrieken
De granulaatrubberfabriek (“Crumb Rubber
Factory” - CRF) in Agro Muko draaide het hele
jaar ondermaats, als gevolg van de start van de
omzetting naar rubber. Mede door de verkoop
van PT Melania, werd vanaf mei de gecoaguleer-
de latex van MASE niet meer naar Agro Muko
gestuurd.
Aangezien de conversie van rubber naar oliepalm
vanaf 2024 zou worden doorgevoerd, moet op
basis van de rubbermarktprijzen worden bere-
kend wanneer het voordeliger zal zijn om de
productie in de CRF stop te zetten en de gecoa-
guleerde latex alleen nog maar af te tappen en
te verkopen aan een specifieke koper. Er is geen
alternatief voor de fabriek, zodra de verwerking
is stopgezet.
de HGU-vernieuwing niet afgerond zijn, blijft de
rubberplantage voorlopig voortbestaan.
Ook het operationele resultaat van PT Timbang
Deli bleef frustrerend laag. Tolan Tiga-groep
kocht de latex aomstig van de beperkte plan-
tageactiviteit van PT Timbang Deli, om er geribde
gerookte vellen (“Ribbed Smoked Sheets” - RSS)
van te maken.
In Agro Muko werden reeds bijna 500 hectare
rubberplantages gekapt en beplant met een
Mucuna-bodembedekker. Ondertussen voerde
een consulent de RSPO-assessments uit inzake
de impact op het milieu en de samenleving en de
rapporten werden in oktober 2021 ingediend bij
de “High Conservation Value Resource Network”
(HCVRN) organisatie.
61
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Thee
De theeplantage in West-Java bestaat uit 1 811
hectare. Aangezien de economische levensduur
van theestruiken veel langer is dan die van olie-
palmen of rubberbomen, vindt herbeplanting pas
50 jaar, of soms meer, na de aanplant plaats. Het
gevolg is dat de jaarlijks te herbeplanten opper
-
vlakte veel kleiner is dan voor andere landbouw-
grondstoen. In 2021 werd niet herbeplant.
De overeenkomst met betrekking tot de verkoop
van PT Melania door PT Tolan Tiga Indonesia
aan Shamrock Group werd in mei 2021 getekend.
Momenteel werkt PT Tolan Tiga Indonesia aan
de HGU-hernieuwingen om de verkoop definitief
te kunnen afronden.
In tegenstelling tot MAS Palembang bleef de
Cibuni-plantage nog steeds eciënt beheerd
door PT Melania. Een vertegenwoordiger van
Shamrock Group bezoekt maandelijks de plantage
om de activiteiten op te volgen. De productie werd
voortgezet en alle specificaties betreende de
kwaliteit van de bladeren en het eindproduct
bleven behouden.
De aanvragen voor de vernieuwing van de HGU
zullen waarschijnlijk eind 2022 afgerond zijn.
Door de daarmee samenhangende 20%-plasma-
vereisten, zijn de lokale boeren, waarmee een
overeenkomst is afgesloten, zeer betrokken bij
de levering van theebladeren. Tot dusver droegen
zij 14,1% bij tot de jaarlijkse productie. De door
hen geleverde bladeren werden apart verwerkt
tot thee van het merk ‘Melchi’ en worden los van
het ‘Melania’-merk verkocht, voornamelijk op de
lokale markt.
62
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Onderzoek en ontwikkeling
Verdant Bioscience Pte Ltd
Onderzoek en ontwikkeling om de opbrengst per
hectare te verhogen blijven zeer belangrijk voor
een sector die onder druk staat om steeds meer
plantaardige olie, en altijd op een duurzamere
wijze, te produceren, maar quasi geen toegang
meer heeft tot bijkomende gronden. De Groep
moet zich dus vooral toeleggen op eciëntie-
verbeteringen van de al beplante arealen. In die
context is de 38%-deelname van de Vennootschap
in Verdant Bioscience Pte Ltd (VBS), vennoot-
schap die opgericht werd in 2013, van uitzon-
derlijk belang.
63
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Om dit te verwezenlijken werkt SIPEF samen met
betrouwbare professionele partners: Ackermans
& van Haaren (42%) een gerenommeerde
Belgische investeringsmaatschappij, Dharma
Satya Nusantara Tbk (10%), een Indonesische
beursgenoteerde plantageonderneming en
BioSing (10%), het VBS management.
Via VBS heeft SIPEF niet alleen toegang tot
nieuwe variëteiten van oliepalmen met hoge
opbrengst, maar eveneens tot een reëel potentieel
om wereldwijd zeer betekenisvolle duurzaam-
heidsvoordelen te genereren. Een verhoging van
het rendement per oppervlakte-eenheid wordt
aanzien als de enige reële oplossing voor de toene-
mende wereldvraag naar plantaardige olie, zonder
toename van het aangeplante oliepalmareaal. Dit
zou het risico van verder verlies van regenwoud
en biologische diversiteit kunnen wegnemen.
Een dergelijke opbrengstverhoging zou uniek zijn
voor een gewas zoals oliepalm met een wereldwijd
economisch belang.
VBS is één van de eerste Indonesische zaadpro-
ducenten die semi-gekloonde zaden op de markt
brengt op basis van klonen geproduceerd als vrou-
welijke zaaipalmen via een weefselkweekpro-
ces. Door deze productie van semi-gekloonde
zaden kan VBS, in commerciële hoeveelheden,
geselecteerde elitekruisingen, onder de merk-
naam Verdant Select, produceren, na grondig te
zijn getest in zowel Papoea-Nieuw-Guinea als
Indonesië.
Via VBS heeft SIPEF niet alleen
toegang tot nieuwe variëteiten van
oliepalmen met hoge opbrengst, maar
eveneens tot een reëel potentieel
om wereldwijd zeer betekenisvolle
duurzaamheidsvoordelen te
genereren.
64 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Naast de semi-gekloonde zaden, richt VBS zich
op een specifiek F
1
-hybride-programma.
Dit spitst zich toe op de ontwikkeling van hoog-
renderende F
1
-hybride-oliepalmen en andere
ondersteunende technologieën en innovatieve
oplossingen die aan de basis liggen van het
aanzienlijke potentieel inzake rendements- en
productiviteitsverbetering in de wereldwijde
palmoliesector. De zaden van één enkele gese-
lecteerde F
1
-hybride variëteit zullen een hogere
opbrengst hebben en genetisch uniform zijn.
Dankzij deze genetische uniformiteit binnen elke
F
1
-hybride variëteit kunnen de beheerpraktij-
ken (oogsten, aangebrachte voedingsstoen en
tijdstip van herplanting) verder worden geop-
timaliseerd, wat zeer waardevol is voor telers.
Ondanks de uitdagingen van het werken tijdens
een pandemie heeft het F
1
-hybride-programma
goede vooruitgang geboekt en werden kandi-
daat F
1
-hybride-kruisingen, die in de kweektuin
geteeld werden, uitgeplant in het veld in 2021. Het
verdere testen van nieuwe F
1
-hybride-kruisingen
zal nu elk jaar worden voortgezet met vrouwelijke
planten van verschillende genetische achtergron-
den. Ook werden er successen geboekt bij het
verhogen van de frequentie van de kruisingen
met F
1
-hybride-palmen met welbepaalde, maar
diverse genetische achtergronden. De eerste
generatie nakomelingen van deze homozygote
ouderplanten (F
1
-hybride kruisingen) hebben
het potentieel het rendement veel te verbeteren.
Als belangrijke aandeelhouder van VBS, test
SIPEF commerciële variëteiten van kandi-
daat-oliepalmen op haar plantages op Sumatra
uit. Deze proeven omvatten niet alleen een selec-
tie op grond van hogere opbrengsten, maar ook
65
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
op basis van belangrijke commerciële secundaire
kenmerken zoals resistentie tegen ziekten, en
selectie van nieuw commercieel materiaal voor
specifieke milieutechnische omstandigheden,
zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid neerslag en de
verdeling ervan, bodemvruchtbaarheid, microbi-
ele diversiteit en vochtvasthoudend vermogen.
De agronomen en medewerkers voor de gewas-
bescherming van VBS bleven samenwerken
met het management van de SIPEF-plantages
om aanbevelingen te doen en zo het potentieel
van de bestaande plantages te verwezenlijken,
voornamelijk door de opbrengst per hectare te
verhogen en op innovatieve wijze de bodem te
verrijken. In elke SIPEF-regio werden, op repre-
sentatieve bodems, langetermijnproeven met
zowel meststoen als compost uitgevoerd. Op die
manier kunnen de aanbevelingen voor meststof-
fen en compost verder worden verfijnd voor de
specifieke teeltomstandigheden, op basis van de
resultaten van objectieve wetenschap, tevens met
het doel om de bodemgezondheid te verbeteren.
VBS werkt ook samen met het plantagemanage-
ment van PT Tolan Tiga Indonesië aan de ont-
wikkeling van vernieuwde inzichten en aan de
toekomstige integratie ervan in de strategieën.
Deze ontwikkelingen betreen onder meer de
optimalisatie van de plantengroei, de regulatie
van koolstof in de bodem, het behoud van een
goede waterbalans en ook de bestrijding van scha-
delijke organismen en ziekten. Op deze manier wil
de Groep commerciële verliezen in oliepalmen,
rubber en thee voorkomen. Daarnaast, wordt
ook gewerkt aan het verder optimaliseren van de
goede landbouwpraktijken die aan de grondslag
liggen van de duurzame wijze waarop SIPEF haar
plantages beheert. Daarbij wordt zoveel mogelijk
de voorkeur gegeven aan biologische bestrijding
van plagen en een minimaal gebruik van pestici-
den. Met al deze ontwikkelingen beoogt SIPEF
de circulariteit en de positieve koolstofimpact
te verbeteren.
Als belangrijke aandeelhouder
van VBS, test SIPEF commerciële
variëteiten van kandidaat-oliepalmen
op haar plantages op Sumatra uit.
66 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Andere ontwikkelingen
SIPEF blijft zich richten op vernieuwing en
innovaties die verder bijdragen tot de verduur-
zaming van het bedrijf. Dit is belangrijk voor
een onderneming in de landbouwsector om
voldoende en gezond voedsel te kunnen blijven
produceren. Daarom heeft SIPEF onderzocht
hoe ze op een eciënte manier en met gerich-
te investeringen de uitstoot van broeikasgassen
(“Greenhouse gases” – GHG) kan beheren en
verminderen. Allereerst, is het belangrijk om
een GHG-inventaris te berekenen die de nodige
informatie verschaft voor het verdere verloop van
de emissievermindering. In 2021 legde SIPEF
zich toe op het maken van die inventaris aan de
hand van de internationaal erkende "Carbon
Footprint"-standaard ISO 14064. De eerste
bevindingen van deze berekeningen zijn terug
te vinden in het Duurzaamheidsverslag, deel 3
van het huidige Jaarverslag.
In 2022 zal SIPEF zich toeleggen op de verificatie
van de toepassing van deze methodologie door de
verschillende business units van de Groep en de
resultaten hiervan publiceren op het einde van
het jaar. Dankzij deze inventaris en de doorge-
zette ontwikkeling van haar mitigatiestrategie,
zou SIPEF in de toekomst op een erkende, trans-
parante en verifieerbare wijze de uitstoot van
broeikasgassen kunnen reduceren.
67
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Operationele activiteiten
Uit deze berekening is gebleken dat in het palm-
olieproductieproces, onder meer bij de vergis-
ting van afvalwater in een open vijversysteem,
een natuurlijk biologisch fermentatieproces
(anaeroob), er aanzienlijk veel methaan (CH4)
wordt uitgestoten. Het methaan kan worden
afgevangen en afgefakkeld door een opvangsys-
teem te bouwen. Momenteel heeft SIPEF reeds
vijf van de negen fabrieken uitgerust met zo een
opvangsysteem’. De Dendymarker-fabriek is de
zesde fabriek waar een dergelijke installatie zal
opgericht worden. Door covid-19 liep de bouw
ervan vertraging op in 2021. Het einde van de
werken is gepland voor 2025.
Daarnaast is het mogelijk om het biogas om te
zetten in elektriciteit en warmte met een beperkte
emissie. Deze toepassing is rendabel als de opge-
wekte energie aan het net kan worden geleverd
tegen een groen tarief of wanneer er intern een
tekort aan biomassa of stoom is. In Bengkulu werd
er een installatie voor elektriciteitsproductie uit
methaangassen gebouwd. Sinds eind 2017 leverde
de Groep de energie die niet intern kon worden
aangewend, aan het openbare net. Hierdoor werd
SIPEF voor het eerst rechtstreeks leverancier
van groene energie voor de publieke sector. Dit
is echter alleen maar rendabel als de tarieven
goed zijn en er voldoende volume wordt afge-
nomen, wat spijtig genoeg momenteel niet het
geval is. SIPEF hoopt echter dat in de toekomst
er opnieuw interesse zal zijn van de overheid voor
groene energie tegen de juiste prijs.
Verder richt SIPEF zich ook op het zoveel moge-
lijk hergebruiken van land en grondstoen met zo
weinig mogelijk reststromen en een verminderde
uitstoot. Bij de kringlooplandbouw ligt de focus
op het verrijken van de bodem. De verlaging van
broeikasgassen zal toenemen door het vermin-
derde gebruik van stikstooudende meststoen
die op zichzelf energie-intensief zijn. In Noord-
Sumatra werkt SIPEF al enkele jaren met een
ultramoderne compostinstallatie, die de lege tros-
sen en het afvalwater uit de palmoliefabriek van
Bukit Maradja absorbeert. Op deze wijze worden
de reststromen gebruikt in een uitstoot-neutraal
proces. Bij dit proces wordt de geproduceerde
compost aangewend om de grondstructuur van
de oudste plantages langdurig te verbeteren en
het gebruik van chemische meststoen gevoelig
terug te dringen.
In Noord-Sumatra, in de UMW-fabriek, wordt
een biomassapelletsinstallatie opgericht, die het
te veel aan biomassa (lege vruchtentrossen) zal
omzetten in hoogwaardige calorische pellets. De
biomassa wordt gedroogd en onder hoge druk en
warmte omgezet in deze pellets. De reststroom
wordt duurzaam geproduceerd en is in grote hoe-
veelheid aanwezig. De energie die nodig is voor
het proces is ook aomstig van een duurzame
bron (biogas en stoom). Op deze manier is de
gehele keten emissieneutraal. De pellets kunnen
dan weer gebruikt worden voor het opwekken
van groene elektriciteit. Het project werd in 2021
vertraagd door technische aanpassingen en de
covid-19-pandemie. Het project zal worden afge-
rond in het tweede kwartaal van 2022.
Verder richt SIPEF zich ook op
het zoveel mogelijk hergebruiken
van land en grondstoffen met zo
weinig mogelijk reststromen en
een verminderde uitstoot.
68 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Tot slot is SIPEF in 2021 gestart met een inte-
graal onderzoeksproject om de kwaliteit van
geproduceerde olie verder te verhogen. Voor een
goed toekomstperspectief is de productie van
hoge kwaliteitsolie voor de sector zeer belang-
rijk, gezien de steeds grotere kwaliteitseisen
met betrekking tot de vetten- en oliënindustrie.
SIPEF is daarom in samenwerking met een part-
ner een project gestart, waarbij door het wassen
van ruwe palmolie de kwaliteit van de olie wordt
verhoogd. In dit proces worden de precursoren
die 3-MCPD (3-monochloorpropaan-1, 2-diol)
kunnen vormen, verwijderd. 3-MCPD is een stof
die kan ontstaan tijdens de verhitting van vet-
rijke producten op zeer hoge temperaturen bij
de ranage van plantaardige oliën. Door de ruwe
olie te behandelen in het eerste productieproces
in de fabriek, verlaagt het risico op vorming van
deze stof en verhoogt tegelijkertijd de kwaliteit
van de ruwe palmolie voordat ze naar de ra-
nage gaat. Dit is een meerwaarde voor zowel de
ranage, als voor het eindproduct. De kwaliteit
is gewaarborgd vanaf het beginproces. De eerste
onderzoeksresultaten laten zien dat er goede
resultaten behaald kunnen worden in een test-
installatie. SIPEF heeft besloten om het project
op te schalen en een eerste fabriek te voorzien
van een wasinstallatie in 2022.
69SIPEF Bedrijfsverslag 2021
Risico's en
onzekerheden
In november 2021 heeft het auditcomité de
verschillende risico’s waarmee de Groep wordt
geconfronteerd opnieuw geanalyseerd.
Tijdens deze oefening heeft het comité 76 risi-
co’s geïdentificeerd en geclassificeerd: algemeen,
product, operationeel, werknemers, financieel,
commercieel, juridisch en politiek.
Vervolgens werden al deze risico’s geëvalueerd
op basis van de waarschijnlijkheid van hun
voorkomen en hun mogelijke impact voor de
Vennootschap en werden ze in kaart gebracht.
Het auditcomité heeft de classificatie van een
aantal risico’s aangepast ten opzichte van deze
die bepaald werden in 2020, naar aanleiding van
de gebeurtenissen in 2021.
Hierna worden enkel de belangrijkste risico’s
vermeld, die op basis van die analyse zeker, bij-
na zeker of waarschijnlijk zullen voorkomen in
de SIPEF-groep en die in belangrijke mate of
op middelmatige wijze de financiële situatie, de
bedrijfsresultaten of de liquiditeit van de Groep
negatief zouden kunnen beïnvloeden en leiden
tot bijzondere waardeverminderingen op activa.
1. Belangrijkste risico’s
De volgende belangrijkste risico’s werden geïdentificeerd:
RISICO'S ZEKER BIJNA ZEKER WAARSCHIJNLIJK
1 Risico's verbonden aan de spreiding van de activiteiten over een beperkt aantal
landen en aan de beperkte diversificatie in producten
HOOG
2 Risico's in verband met expansie HOOG
3 Aankelijkheid van een beperkt aantal belangrijke klanten HOOG
4 Risico's verbonden met de eigendomsrechten en gebruiksrechten van gronden HOOG
5 Risico op natuurrampen (plantages - fabrieken) HOOG
6 Risico van de stijgende grondstoengerelateerde inputkosten GEMIDDELD
7 Risico's om voldoende personeel te vinden in afgelegen gebieden GEMIDDELD
8 Risico van loonstijging GEMIDDELD
9 Klimatologische risico's GEMIDDELD
10 Toekomstige klimaatverandering GEMIDDELD
11 Risico van onverwachte daling van de toekomstige korte termijn marges GEMIDDELD
12 Risico in verband met de Europese aandacht voor duurzaamheid en de verhoogde
RSPO-beperkingen
GEMIDDELD
MOGELIJKHEID
IMPACT
70 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
2. Specifieke risico’s
Uit de hiervoor vermelde belangrijkste risico's
werden vier specifieke risico’s geselecteerd.
Ze worden hieronder besproken omwille van hun
relevantie voor de activiteiten van de Groep in het
voorbije boekjaar 2021. Een volledige beschrij-
ving van de andere belangrijkste risico’s bevindt
zich op de website www.sipef.com/investors/
risks-and-uncertainties/.
Er wordt ook ingegaan op het risico in verband
met lokale regelgeving en meer bepaald die met
betrekking tot de taksheffing op elke export
van palmolie uit Indonesië. Hoewel dit risico
niet behoort tot de belangrijkste van de Groep,
wordt het hier toegelicht omwille van zijn actueel
karakter.
Risico’s verbonden aan de spreiding van de activiteiten over een beperkt
aantal landen en aan de beperkte diversificatie in producten
BESCHRIJVING RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN
De Groep produceert hoofdzakelijk oliepalmproducten
in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, en bananen in
Ivoorkust.
De concentratie van de activiteiten in Indonesië, Papoea-
Nieuw-Guinea en Ivoorkust zijn historisch te verklaren.
De Groep blijft dan ook langetermijninvesteerder in de
industriële landbouw in deze landen en wil er eveneens
zijn aanwezigheid en productie vergroten, aangezien hij
er een positie van gekende en gerenommeerd producent
van duurzame landbouwproducten heeft kunnen opbou-
wen. Natuurlijk blijft de Groep waakzaam alle politieke,
economische en wetgevende evoluties en initiatieven
in deze landen opvolgen om er zo goed mogelijk op te
kunnen inspelen.
Het zwaartepunt van de activiteiten van SIPEF ligt bij
het telen van oliepalmproducten in Indonesië en Papoea-
Nieuw-Guinea die ongeveer 92% van de totale omzet
uitmaken.
Indien er dus problemen optreden van welke aard ook, in
Indonesië en in mindere mate in Papoea-Nieuw-Guinea
en Ivoorkust, die het telen of produceren van deze pro-
ducten belemmeren, zou dit een belangrijke negatieve
impact kunnen hebben op de resultaten en de financiële
situatie van de Groep.
SIPEF is van oordeel dat het beter is zich te concentreren
op enkele producten met een hoog rendement en goede
langetermijnvooruitzichten, dan te investeren in meer-
dere producten met een lager rendement en onzekere
perspectieven. Dit verklaart waarom SIPEF in de voor-
bije jaren beslist heeft zich nog enkel toe te leggen op het
produceren van oliepalmproducten en, in mindere mate,
van bananen waarvan de productie een stabiel rendement
garandeert. SIPEF is ervan overtuigd dat palmolie als de
meest productieve en eciënte plantaardige olie, een
>>>
71
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Risico's en onzekerheden
onmisbaar deel zal blijven uitmaken van een gebalanceer-
de voedselvoorziening voor een steeds groeiende en meer
en meer welstellende wereldbevolking. Palmolie verwerft
wereldwijd, behalve in Europa, een steeds groter aan-
deel in de voedings- en biobrandstoensector. Dat komt
onder meer door zijn eciënte industriële verwerking
en zijn lage kostprijs in vergelijking met andere plant-
aardige oliën. Bovendien heeft palmolie een rendement
per hectare dat vijf tot tienmaal groter is dan alle andere
plantaardige oliën. Dit rendement zal door eciëntie-
verbetering altijd maar toenemen, terwijl de oppervlakte
van landbouwgronden steeds maar schaarser wordt. De
langetermijnverwachtingen voor palmolie blijven dus
algemeen zeer gunstig.
Risico’s verbonden met de eigendomsrechten en gebruiksrechten van gronden
BESCHRIJVING RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN
Het behoud van de eigendomsrechten en concessierechten
is van primordiaal belang voor de Groep om de productie
in de verschillende landen te kunnen verzekeren en ver-
der uit te bouwen. De activiteiten en de resultaten van
de Groep zouden dus ernstig nadelig kunnen beïnvloed
worden als hij er niet in slaagt deze rechten te behouden
of, in geval van concessieovereenkomsten, deze te kunnen
hernieuwen voor een lange termijn. Er is eveneens een
risico voor de Groep van zodra de bestaande gebruiks-
rechten van grond worden beperkt.
De verschillende eigendomsrechten en concessierech
-
ten werden met precisie in kaart gebracht door SIPEF.
Bovendien heeft de Groep juridisch deskundigen in dienst
met een accurate kennis van de lokale wetgeving, die een
constructieve relatie onderhouden met de bevoegde auto-
riteiten. Een permanente monitoring van de eigendoms-
rechten en de concessierechten zorgt ervoor dat SIPEF
tijdig de correcte en nodige procedures kan opvolgen
voor een verlenging of uitbreiding ervan of nog, voor het
verwerven van nieuwe rechten.
In Indonesië werd bovendien de laatste jaren de vereiste
ingevoerd dat 20% van het gebied dat het voorwerp uit
-
maakt van een overeenkomst met betrekking tot nieu-
we concessierechten of verlenging van oorspronkelij-
ke concessierechten, geregistreerd moet zijn op naam
van lokale boeren. Ingevolge hiervan, heeft SIPEF met
deze lokale boeren nieuwe verbintenissen aangegaan.
Het zal veel tijd vergen deze boeren via specifieke pro-
gramma’s in de RSPO-gecertificeerde toevoerketen van
SIPEF te integreren. Om deze processen met de nodige
aandacht te begeleiden en te ondersteunen, werd een
lokale boeren’-afdeling opgericht in de Hoofdzetel van
de Indonesische activiteiten.
72
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Klimatologische risico’s
BESCHRIJVING RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN
De geproduceerde volumes, gerealiseerde omzet en mar-
ges, worden beïnvloed door klimatologische omstandig-
heden zoals neerslag, zonneschijn, temperatuur en voch-
tigheidsgraad. Ongunstige weersomstandigheden kunnen
storingen in de landbouwactiviteiten veroorzaken en
een negatieve impact hebben op de landbouwproductie.
Ernstige slechte weersomstandigheden, zoals bijvoorbeeld
overstromingen, droogte en zware stormen, kunnen leiden
tot aanzienlijke schade aan eigendommen, langdurige
onderbrekingen in de activiteiten, persoonlijke letsels
en andere schade berokkenen aan de bedrijfsactiviteiten
van de Groep.
De potentiële fysieke gevolgen van de klimaatverande-
ring zijn onzeker en kunnen naargelang de regio en het
product verschillen.
De Groep probeert zich zo goed mogelijk voor te bereiden
op bepaalde natuurfenomenen, om de gevolgen ervan
eventueel te beperken of te voorkomen. Hij richt zich
in het bijzonder op de gevolgen van veranderingen in de
neerslag, die kunnen leiden tot overstromingen of droogte.
Er werd een studie uitgevoerd om het grondwaterpeil en
het vochtgehalte van de bodem op te volgen, de impact
ervan te bepalen en, volgens de beste beheerpraktijken,
systemen te ontwerpen die het water vasthouden. Ten
einde het water in de plantages en in het landschap op
het juiste peil te houden, zijn er waterpoorten gebouwd
om het water in te dammen of naar een geschikt niveau te
leiden. Dit alles werd uiteraard gedaan in toepassing van
de beste praktijken en de bestaande reglementeringen.
Daarnaast wordt in de bananenplantages van de Groep
70% van het irrigatiewater opgeslagen in waterbekkens
tijdens het regenseizoen om het tijdens het drogere sei-
zoen op verantwoorde wijze te kunnen gebruiken.
Verder wordt bij alle activiteiten van de Groep bijzonde-
re aandacht besteed aan het behoud van buerzones en
oevergebieden rond natuurlijke rivieren op de plantages
of aan de aangrenzende kustlijn.
Deze zones en gebieden worden gebruikt om een goede
vegetatie in stand te houden, het vochtgehalte hoog te
houden, erosie tegen te gaan en de kustlijn te bescher-
men. De Groep heeft ook geïnvesteerd in brandpreventie,
brandrisicomonitoring en brandbestrijding, vooral in
gebieden die meer vatbaar zijn voor droogte en branden.
In bepaalde gebieden moet de bodem worden gedraineerd
voor de teelt van oliepalmen. Het volgen van de beste
praktijken is in deze gebieden van groot belang om ervoor
te zorgen dat het brand- en overstromingsrisico worden
beperkt. De Groep voert ook drainage-evaluaties uit om
deze risico's te minimaliseren en een goede natuurlijke
waterdoorstroming te behouden. SIPEF rapporteert en
levert grote inspanningen om branden die zich voordoen
in de concessiegebieden die ze beheert, onder controle
te houden. Bovendien houdt ze toezicht op de gebieden
gelegen buiten de plantages van de Groep en overlegt ze
met belanghebbenden om branden te voorkomen en te
stoppen wanneer ze zich voordoen.
73
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Risico's en onzekerheden
Risico in verband met de Europese aandacht voor
duurzaamheid en de verhoogde RSPO-beperkingen
BESCHRIJVING RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN
De reputatie van de Groep is gebaseerd op zijn RSPO-
certificering. Aangezien de bezorgdheid over duurzaam
-
heid en maatschappelijk verantwoord ondernemen onder
de consumenten steeds toeneemt, zouden er door de
Europese Unie of de verschillende overheden van de lan-
den waar SIPEF operationeel is, strengere regels kunnen
worden opgelegd aan de bedrijven.
Het is niet zeker dat de Groep en de lokale producenten
op elk moment deze certificeringsvereisten zullen kunnen
naleven. Als de Groep er niet in zou slagen om aan deze
vereisten te voldoen, kan hij zijn certificering verliezen of
kan de certificering worden opgeschort. Dergelijk verlies
of opschorting zou een ongunstig eect kunnen hebben
op de activiteiten, de reputatie en de financiële situatie
van de Groep.
De oliepalmplantages van de Groep volgen de RSPO-
normen en zijn in overeenstemming met de RSPO-
Principes en Criteria. SIPEF heeft ook een eigen verant-
woordelijk plantagebeleid (“Responsible Plantations
Policy”) volgens de regels van “No Deforestation, No Peat
en No Exploitation“ (NDPE) en controle en opvolging zijn
voorzien. De volledige certificering volgens de RSPO voor
de nieuwe te ontwikkelen gebieden is in afwachting van
het afleveren van de permanente Indonesische landbouw-
licentie (Hak Guna Usaha - HGU). De volledige beoorde-
lingen van de “High Conservation Value/High Carbon
Stock” (HCV/HCS) en “Sustainability Impact Assessment”
(SIA) zijn afgerond in de gebieden die klaar zijn om gecer-
tificeerd te worden zodra de HGU zal verkregen zijn. De
Vennootschap blijft ook de trends volgen van haar klanten
en belanghebbenden voor wie het noodzakelijk is dat ten
allen tijde aan de duurzaamheidsnormen wordt voldaan.
Jammer genoeg worden niet altijd alle duurzaamheids-
inspanningen en positieve impact van de Groep begre-
pen door de consumentenmarkt. Tevens konden deze de
kopers niet altijd motiveren om enkel duurzame, volledig
traceerbare palmolie te kopen. Daarom blijft SIPEF wer-
ken aan haar goede relaties met verschillende belangheb-
benden, waaronder gevestigde NGO's, om hen te doen
begrijpen in welke context de oliepalmen worden geteeld,
hoe duurzame palmolie wordt geproduceerd en hoe die
bijdraagt tot de sociale en milieudoelstellingen van de
Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (“Sustainable
Development Goals” – SDG's) in de producerende lan-
den. Palmolie kan ook rekenen op een aanzienlijk aantal
afnemers in opkomende markten, met name in Indonesië,
India en China. Het is belangrijk om een evenwichtige
aanpak te overwegen en niet te focussen op één bepaalde
plantaardige olie. In die optiek is de Vennootschap ervan
overtuigd dat de markt van ruwe palmolie (“Crude Palm
Oil” - CPO) niet teniet gedaan zal worden door een over-
reglementering. Dit wordt bevestigd door de gestage groei
van de vraag naar palmolie en het steeds groter wordende
aandeel op de wereldmarkt, niettegenstaande het toe-
nemende belang dat aan duurzaamheid wordt gehecht.
74
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Risico in verband met de lokale regelgeving en meer bepaald een
taksheng op elke export van palmolie uit Indonesië
BESCHRIJVING RISICOBEPERKENDE MAATREGELEN
Momenteel bestaat er een trapsgewijze taks plus heng
op elke export van palmolie uit Indonesië. De prijzen van
de verkopen aan Indonesische klanten worden eveneens
beïnvloed door deze heng, aangezien de lokale bevol
-
king niet bereid is meer te betalen dan de netto-export-
prijs. Deze hengen hebben dus, zowel rechtstreeks als
onrechtstreeks, een grote impact op alle palmolie gepro-
duceerd door SIPEF in Indonesië.
In december 2020 verhoogde deze taks en heng fors
ten gevolge van de toepassing van een nieuwe matrix
voor exportheng op palmproducten. De verhoogde
exportheng werd uitgevaardigd ter financiering van
het biodieselprogramma van de Indonesische regering.
In 2021 is de exportheng en -taks dan ook aanzienlijk
toegenomen tegenover 2020 en bedroeg gemiddeld USD
349 per ton in 2021, tegenover USD 74 per ton het jaar
daarvoor. Dit kwam neer op een verhoging met USD 275
per ton in vergelijking met het vorige systeem.
Door de aanhoudende stijging van de CPO-prijzen in de
loop van het eerste semester, werd het exporthengs-
mechanisme met ingang van 2 juli 2021 versoepeld. De
heng en taks worden door de overheid op maandelijkse
basis berekend in functie van de geldende palmolieprijzen
op de internationale markten.
Ook in Papoea-Nieuw-Guinea is er een potentieel risico
tot onverwachte belastinghengen.
Gelet op de onzekerheid van de bepaling van de loka-
le referentieprijs voor palmolie, worden de beschikba-
re palmolievolumes in Indonesië op maandbasis in de
markt geplaatst en worden de verwachte volumes van de
SIPEF-plantages niet meer op termijn ingedekt. Dit is wel
het geval voor Papoea-Nieuw-Guinea waarvoor in 2021
verkopen op termijn werden afgesloten. Echter, gezien
het onstabiele politieke klimaat in dat land, bepaalt de
raad van bestuur regelmatig een maximumtermijn en
-volumes voor deze verkopen op basis van de heersende
economische en politieke omstandigheden.
75
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Risico's en onzekerheden
Corporate
governance
verklaring
1. Algemeen
De ‘Corporate governance verklaring’ besteedt
bijzondere aandacht aan feitelijke informatie
omtrent het deugdelijk bestuur met betrek-
king tot een bepaald boekjaar. Dit hoofdstuk
beschrijft onder meer de ev
entuele wijzigin-
gen in het beleid en de relevante gebeurte-
nissen inzake deugdelijk bestuur, die tijdens
he
t afgelopen jaar 2021 en de periode van het
afsluiten van het boekjaar tot de vergade
-
ring van de raad van bestuur van 15 februari
2022 hebben plaatsgevonden. Daarnaast bevat de
verklaring eveneens het remuneratieverslag en
het diversiteitsbeleid dat SIPEF toepast voor de
samenstelling van de raad van bestuur en het exe-
cutief comité. Voor de toepassing van het “comply
or explain”-principe, baseert de Vennootschap
zich op de Belgische Corporate Governance Code
2020 (de ‘Code’) als referentiecode.
(www.corporategovernancecommittee.be)
SIPEF heeft steeds het beleid van de Vennoot-
schap afgestemd op de best practices van deug-
delijk bestuur. In 2005 heeft de raad van bestuur
van SIPEF het eerste Corporate Governance
Charter (‘Charter’) goedgekeurd. Het Charter
omschrijft de structuur, de bevoegdheden en de
werking van de organen van de Vennootschap en
de verplichtingen van de leden van de raad van
bestuur en van de verschillende comités van de
Vennootschap. Het bevat bovendien de gedragsre-
gels die gelden voor de leidinggevende personen
en het personeel van de Vennootschap indien
deze verrichtingen met betrekking tot financiële
instrumenten van SIPEF uitvoeren. Het Charter
werd sinds 2005 regelmatig geactualiseerd in
functie van de evolutie van de toepasselijke regel-
gevingen en de goede praktijken van deugdelijk
bestuur. Het werd voor de laatste maal gewijzigd
op 11 augustus 2021. Deze laatste aanpassingen
betroen voornamelijk de benoeming van een
zesde lid van het executief comité en een wijziging
van het aandeelhouderschap van SIPEF. De aan-
gepaste versie van het Charter kan geconsulteerd
worden op de website (www.sipef.com).
Sinds 1 januari 2020 worden de regels van het
Charter aangevuld door de bepalingen van de
Gedragscode die de ethische gedragsregels uitzet
voor de leidinggevenden en het personeel van
SIPEF.
76 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
In 2021 werd het deugdelijk bestuur van SIPEF
opnieuw door covid-19 beïnvloed. Zoals in 2020,
primeerde de veiligheid van de aandeelhouders
van de Vennootschap, de bestuurders, de leden
van het executief comité en alle andere mede-
werkers en stakeholders van de SIPEF-groep.
Toch verliep de werking van de Groep in België,
maar ook in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en
Ivoorkust vlot via virtuele vergaderingen, de strik-
te naleving van de nodige veiligheidsmaatregelen
en de implementatie van allerlei technologieën
die voortdurend werden bijgewerkt en versterkt.
De raad van bestuur en de comités organiseerden
hybride vergaderingen, waaraan de leden fysiek
of virtueel konden deelnemen. De gewone alge-
mene vergadering van 9 juni 2021 vond voor de
tweede maal plaats achter gesloten deuren. Met
het oog op een grotere betrokkenheid van de aan-
deelhouders, werd besloten deze virtueel te laten
deelnemen aan de vergadering die bovendien live
gestreamd werd. Er werd uiteraard nauwkeurig
op toegezien dat de aandeelhouders hun stem-
recht en vragenrecht optimaal konden uitoefe-
nen. Op deze manier werd het remuneratiebeleid
goedgekeurd en het remuneratieverslag dat voor
de eerste maal de individuele vergoedingen van
de leden van het executief comité bevatte. Toch
betreurde het management het ten zeerste dat
het in 2021 opnieuw de aandeelhouders van de
Vennootschap niet persoonlijk kon ontmoeten
en te woord staan op dit jaarlijks gebeuren.
77SIPEF Bedrijfsverslag 2021
2. Raad van bestuur
2.1 Samenstelling op 31 december 2021
Op 31 december 2021 bestaat de raad van bestuur
uit 10 leden.
Bovendien telt de raad van bestuur op 31 decem-
ber 2021 de volgende onaankelijke bestuurders:
Yu-Leng Khor
Sophie Lammerant-Velge
Nicholas Thompson
Deze bestuurders beantwoorden aan alle onaf-
hankelijkheidscriteria vervat in principe 3 van
de Code.
Het aandeelhouderschap van de Vennootschap
wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van
twee referentieaandeelhouders, Ackermans &
van Haaren en Groep Bracht, samengesteld uit
Priscilla, Theodora en Victoria Bracht en hun
respectievelijke vennootschappen (Cabra P,
Cabra T en Cabra V) en Cabra NV, die optreden
in onderling overleg op grond van een aandeel-
houdersovereenkomst die oorspronkelijk werd
afgesloten in 2007 voor een periode van 15 jaar.
In 2017 werd deze overeenkomst aangepast en
verlengd voor een nieuwe periode van 15 jaar.
Ondanks deze aandeelhoudersstructuur, oefent
geen enkele bestuurder of groep van bestuurders
een dominerende invloed uit op de werking van
de raad van bestuur.
DUUR MANDAAT
Baron Luc Bertrand, voorzitter 2020-2023
François Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder 2019-2023
Tom Bamelis 2018-2022
Priscilla Bracht 2018-2022
Baron Jacques Delen 2021-2022
Antoine Friling 2019-2023
Gaëtan Hannecart 2020-2024
Yu-Leng Khor (vanaf 9 juni 2021) 2021-2025
Sophie Lammerant-Velge 2019-2023
Petra Meekers (tot 9 juni 2021) 2020-2021
Nicholas Thompson 2019-2023
De curricula vitae van de bestuurders zijn
beschikbaar op de website van de Vennootschap
(www.sipef.com).
Ten minste de helft van de leden van de raad zijn
niet-uitvoerende bestuurders, namelijk negen op
de tien bestuurders.
Drie bestuurders op de tien zijn vrouwen. De
Vennootschap respecteert dus op het gebied van
genderdiversiteit het wettelijk voorgeschreven
quota van een derde.
9 3 3
Niet-uitvoerende
bestuurders
Vrouwelijke
bestuurders
Onaankelijke
bestuurders
78
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Luc Bertrand
voorzitter
Tom Bamelis
Antoine Friling
Sophie
Lammerant-Velge
Nicholas Thompson
François Van Hoydonck
gedelegeerd bestuurder
Priscilla Bracht Jacques Delen
Yu-Leng KhorGaëtan Hannecart
79
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
2.2 Diversiteitsbeleid

De raad kan enkel eciënt beraadslagen en beslis-
sen indien het aantal leden beperkt is en de nodige
diversiteit binnen de raad aanwezig is.
Bij de benoeming van de bestuurders laat de
Vennootschap zich onder meer leiden door de
volgende criteria: ervaring, kennis, opleiding,
leeftijd, gender en nationaliteit.
Bovendien besteedt de raad bijzondere aandacht
aan de complementaire bekwaamheden van zijn
leden die veelal gepaard gaan met de uiteenlopen-
de achtergronden van de bestuurders.
De Vennootschap tracht eveneens de belangen
van alle stakeholders te waarborgen door de aan-
wezigheid van onaankelijke bestuurders.
SIPEF duldt geen enkele vorm van discriminatie.

De achtergrond en professionele ervaring van de
leden zijn heel gediversifieerd binnen de raad.
Ze strekken zich uit over de volgende sectoren:
agrarische, financiële, industriële en marketing-
sector. Gezien duurzaamheid de rode draad is
binnen de activiteiten van de SIPEF-groep, ziet de
Vennootschap erop toe dat de nodige deskundig-
heid op dit gebied eveneens in de raad aanwezig is.
Op 31 december 2021 vertegenwoordigen de leden
van de raad drie verschillende nationaliteiten: de
Belgische, Engelse en Maleisische.
Reeds vele jaren zijn er vrouwen aanwezig in
de raad van bestuur van SIPEF. Zo werd in
2004 Priscilla Bracht benoemd als eerste vrou-
welijke bestuurder. In 2011 vervoegde Sophie
Lammerant-Velge de raad en in 2017 werd het
aantal vrouwelijke bestuurders opgetrokken
tot drie met de coöptatie van Petra Meekers ter
vervanging van Antoine de Spoelberch. In 2021
verliet Petra Meekers de raad van bestuur om het
executief comité te vervoegen. Ze werd vervangen
door een nieuwe vrouwelijke bestuurder Yu-Leng
Khor. Zo waren er dus ononderbroken in 2021
drie van de tien bestuurders vrouwen.
SIPEF streeft de aanwezigheid van een voldoende
aantal onaankelijke bestuurders in de raad van
bestuur na. Eind 2021 hebben drie van de tien
bestuurders een onaankelijk karakter.
80
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
2.3 Wijzigingen in de samenstelling van de
raad van bestuur
   
  2022
Het mandaat van bestuurder van Tom Bamelis,
Priscilla Bracht en Jacques Delen vervalt na afloop
van de gewone algemene vergadering van 8 juni
2022. Tom Bamelis en Priscilla Bracht hebben
zich kandidaat gesteld voor een nieuw mandaat
van vier jaar. Het mandaat van Jacques Delen zal
niet worden hernieuwd.
    
Er zal aan de algemene vergadering van 8 juni
2022 voorgesteld worden Alexandre Delen te
benoemen als nieuwe bestuurder voor een peri-
ode van vier jaar. Zijn mandaat zal dus vervallen
na afloop van de algemene vergadering van juni
2026 die zich uitspreekt over de rekeningen van
het boekjaar 2025.
2.4 Mandaten in beursgenoteerde
vennootschappen op 31 december 2021
De Code beperkt het aantal mandaten dat een
bestuurder in beursgenoteerde vennootschappen
mag uitoefenen tot vijf.
De volgende bestuurders oefenen een mandaat
van bestuurder uit in beursgenoteerde vennoot-
schappen, andere dan SIPEF:
Baron Luc Bertrand:
Ackermans & van Haaren
CFE
Baron Jacques Delen:
Ackermans & van Haaren
Gaëtan Hannecart:
Financière de Tubize
Yu-Leng Khor:
Rohas Tecnic Berhad
2.5 Vergaderingen van de raad in 2021 en
aanwezigheidsgraad
De raad van bestuur van SIPEF kwam zesmaal
samen in 2021. De gewogen gemiddelde aanwe-
zigheidsgraad bedroeg 98,3%. De individuele
aanwezigheidsgraad op de vergaderingen was
de volgende:
AANWEZIGHEID
Baron Luc Bertrand, voorzitter 6/6
François Van Hoydonck, gedelegeerd bestuurder 6/6
Tom Bamelis 6/6
Priscilla Bracht 6/6
Baron Jacques Delen 6/6
Antoine Friling 6/6
Gaëtan Hannecart 5/6
Yu-Leng Khor (vanaf 9 juni 2021)* 3/3
Sophie Lammerant-Velge 6/6
Petra Meekers (tot 9 juni 2021)** 3/3
Nicholas Thompson 6/6
* aanwezigheidspercentage berekend vanaf de gewone algemene vergadering van 9 juni 2021 en
op grond van de vergaderingen tijdens haar bestuurdersmandaat
**
aan
wezigheidspercentage berekend tot en met de dag van de gewone algemene vergadering
van 9 juni 2021 en op grond van de vergaderingen tijdens haar bestuurdersmandaat
De raden van bestuur van februari en augus-
tus 2021 stelden de jaarlijkse en halaarlijkse
financiële staten vast en bogen zich over de res-
pectievelijke persberichten. De vergadering van
september 2021 beraadslaagde over de te volgen
strategie van de Groep.
81
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
82 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
In principe wordt op elke vergadering de ontwik-
keling van de activiteiten van de verschillende
dochterondernemingen opgevolgd aan de hand
van een rapportering opgesteld door het execu-
tief comité. Daarnaast behandelde de raad op
de verschillende vergaderingen, onder meer, de
volgende specifieke onderwerpen:
de v
oorwaardelijke verkoop van de
Indonesische vennootschap, PT Melania,
die de Mas-rubberplantage en de thee-
activa bezit, aan de Indonesische Shamrock
Group;
de aankoop in Ivoorkust van de activa van
de Wanita-bananenplantages;
he
t “Research & Development”-project
voor de ontwikkeling van ruwe palm-
olie van hoge kwaliteit met een laag
contaminantengehalte;
he
t 10-jaar business plan;
de budgetten met betrekking tot 2021 en
2022 voor de Groep;
risico’
s, interne audit en interne controle
binnen de Groep;
benchmarking van de vergoedingen van de
bestuurders en de leden van het executief
comité;
de bonus pool voor het management en het
personeel van de Groep over het boekjaar
2020 en de variabele vergoedingen van de
leden van het executief comité;
de remuneratie van de bes
tuurders en de
vaste vergoeding voor de leden van het
executief comité voor 2022;
het remuneratiebeleid;
de “
Carbon Disclosure Project”-
rapportering;
verschillende onderwerpen in verband
met duurzaamheid en onder meer, de
materialiteitsindex, KPI’s, SDG’s en
GRI-rapportering;
het jaarverslag 2020, inclusief het remune-
ratieverslag en de afwijkingen van de Code;
de bijeenroeping en organisatie van de
gewone algemene vergadering van 9 juni
2021;
de driejaarlijkse evaluatie van de raad van
bes
tuur en zijn comités;
de update van he
t Charter;
he
t optieplan 2021 voor het management;
de toepassing van de Gedragscode en de
dialoog met de aandeelhouders.
2.6 Evaluatie
In overeenstemming met de Code, evalueren de
bestuurders om de drie jaar de omvang, de samen-
stelling en de werking van de raad van bestuur en
de comités van de Vennootschap.
Tijdens de vergaderingen van de raad van bestuur
van 11 augustus en 23 september 2021 had deze
driejaarlijkse evaluatie plaats. De actuele omvang
en samenstelling van de raad en zijn comités wer-
den geschikt bevonden en er werd geoordeeld dat
de essentiële kwalificaties voldoende aanwezig
zijn.
De volgende evaluatie van de samenstelling en
werking van de raad en zijn comités zal plaats-
vinden in 2024.
Bovendien beoordelen de niet-uitvoerende
bestuurders, in afwezigheid van de gedelegeerd
bestuurder, éénmaal per jaar de relatie tussen de
raad van bestuur en het executief comité (artikel
2.8 van het Charter). Deze jaarlijkse evaluatie van
de interactie vond plaats op 10 februari 2021. De
betrokken bestuurders oordeelden dat de relatie
met het executief comité betrouwbaar en open
is, waardoor ze een degelijk en transparant zicht
krijgen op de dagelijkse werking van de Groep.
83
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
3. Executief comité
3.1 Samenstelling op 31 december 2021
3.2 Leden van het executief comité
Op 31 december 2021 bestaat het uitvoerend
management uit zes personen die samen han-
delen als college onder de naam ‘executief comité’.
Het comité is belast met het dagelijkse bestuur
van de Vennootschap en wordt voorgezeten
door de gedelegeerd bestuurder, François Van
Hoydonck.
De raad benoemt de leden van het executief comi-
té voor onbepaalde duur. Aldus wordt de continue
werking van het executief comité verzekerd.
François Van Hoydonck
voorzitter
Robbert Kessels
Charles De Wulf
Petra Meekers Johan Nelis
Thomas Hildenbrand
SAMENSTELLING EXECUTIEF COMITÉ OP 31 DECEMBER 2021
François Van Hoydonck, voorzitter gedelegeerd bestuurder
Charles De Wulf directeur estates department
Thomas Hildenbrand directeur fruit department
Robbert Kessels chief commercial ocer
Petra Meekers (vanaf 10 juni 2021) chief operating ocer Asia-Pacific
Johan Nelis chief financial ocer
De curricula vitae van de leden van het execu-
tief comité zijn beschikbaar op de website van
de Vennootschap (www.sipef.com).
84
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Om te anticiperen op toekomstige evoluties in de
Groep, vervoegde Petra Meekers met ingang van
10 juni 2021 het executief comité in haar hoeda-
nigheid van “chief operating ocer Asia-Pacific”
(COO APAC). In het vooruitzicht van deze benoe-
ming heeft Petra Meekers ontslag genomen als
bestuurder van SIPEF op de gewone algemene
vergadering van 9 juni 2021.
De Vennootschap heeft niet de intentie andere
wijzigingen in de samenstelling van dit comité
in 2022 door te voeren.
3.3 Diversiteitsbeleid

Het diversiteitsbeleid dat de samenstelling van de
raad van bestuur bepaalt is eveneens van toepas-
sing op het executief comité. Een evenwichtige en
gevarieerde samenstelling is des te belangrijk voor
het comité dat met een beperkt aantal personen
over de nodige kennis en ervaring moet beschik-
ken om alle aspecten van de activiteiten van de
Vennootschap te kunnen behandelen.
Bij de benoeming van de leden laat de Vennoot-
schap zich dus vooral leiden door de ervaring,
kennis en opleiding van de kandidaten zodat er
voldoende complementaire bekwaamheden aan-
wezig zijn.
Bovendien zijn leeftijd, gender en nationaliteit
eveneens criteria die een rol spelen. Ze garan-
deren een gevarieerde manier van denken en
handelen.
Er wordt geen enkele vorm van discriminatie
geduld.

Elk lid van het comité heeft zijn eigen specifieke
bekwaamheden die verschillende domeinen
bestrijken: agrarisch management, duurzaam-
heid, commercieel en administratief manage-
ment, finance, legal en IT. Waar nodig hebben
de leden de vereiste ervaring met de landen waar
SIPEF aanwezig is of met landen in tropische en
subtropische gebieden.
De leeftijd van de leden varieert van begin veertig
tot begin zestig jaar. De leeftijdslimiet is vastge-
legd op 65 jaar.
Er zijn drie verschillende nationaliteiten
vertegenwoordigd in het comité: de Franse,
Nederlandse en Belgische.
SIPEF staat volledig open voor het integreren van
vrouwen in het bedrijf op alle niveaus. Zowel in
België als in het buitenland bekleden vrouwen
sleutelposities. Dit werd recentelijk nogmaals
bevestigd door de benoeming van Petra Meekers
als lid van het executief comité.
3.4 Vergaderingen in 2021
In principe komt het executief comité, behou-
dens onvoorziene omstandigheden, elke dins-
dag samen en telkens wanneer het belang van de
Vennootschap het vereist.
Het comité is verantwoordelijk voor het dagelijks
bestuur van de Groep, met inbegrip van alle han-
delingen met betrekking tot het dagelijks leven
van de Vennootschap en de andere vennootschap-
pen van de Groep, maar ook alle handelingen die
te onbelangrijk zijn voor de raad van bestuur of te
dringend om de tussenkomst van de raad te recht-
vaardigen. Het beschikt daarbij over de nodige
operationele vrijheid en middelen om zijn taak
naar behoren uit te voeren.
85
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
In de praktijk bereidt het comité alle beslissingen
van de raad voor en zorgt tevens voor de uitvoe-
ring van de genomen beslissingen. Zo bereidde
het comité in 2021, onder meer, de maatschap-
pelijke en geconsolideerde rekeningen van de
Groep voor, evenals de kwartaalcijfers en stelde
de budgetten op korte en lange termijn op die
ter goedkeuring aan de raad werden voorgelegd.
Het volgde de operationele en financiële ontwik-
kelingen van de Groep op en maakte hierover
voorstellingen voor de raad van bestuur. Het
werkte voorstellen over de te volgen strategie
uit. Het bereidde onder meer de verkoop van PT
Melania voor evenals de investering in de activa
van de Wanita-bananenplantages en nam de nodi-
ge maatregelen voor de verwezenlijking ervan.
Het boog zich over de door de Vennootschap te
hanteren materialiteitsindex, KPI’s, SDG’s en
GRI-rapportering voor het duurzaamheids-
verslag. Het bestudeerde eveneens de nieuwe
nationale en Europese wetgevende initiatieven
op het gebied van duurzaamheid en de gevolgen
hiervan voor de Vennootschap. Het legde ver-
schillende ontwerpteksten ter goedkeuring voor
aan de raad van bestuur waaronder die van het
jaarverslag, inclusief het remuneratieverslag en
het duurzaamheidsverslag.
3.5 Evaluatie
De samenstelling, werking en performantie
van het executief comité wordt tweemaal per
jaar beoordeeld door het remuneratiecomité.
Bovendien evalueert het remuneratiecomité
samen met de gedelegeerd bestuurder elk jaar
de bijdrage van ieder lid van het executief comité
tot de ontwikkeling van de activiteiten en de
resultaten van de Groep. De voorzitter van het
comité neemt geen deel aan de evaluatie van zijn
eigen prestaties.
Verder spreken de niet-uitvoerende bestuurders
zich jaarlijks uit, in afwezigheid van de gedele-
geerd bestuurder, over de interactie tussen de
raad en het executief comité. Ze oordeelden op
10 februari 2021 dat de relatie van de raad met
het executief comité betrouwbaar en open is
waardoor de bestuurders een degelijk en trans-
parant zicht krijgen op de dagelijkse werking van
de Groep.
Daarnaast evalueert de raad van bestuur het hele
jaar door het executief comité op basis van het
door dit comité verrichte werk en zijn voorbe-
reidingen voor de raad.
86
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
87
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
4.1 Auditcomité
  31 
2021,  
  2021
Het auditcomité kwam vier keer samen in 2021.
Het gewogen gemiddelde aanwezigheidspercen-
tage was 100%.
In februari en augustus heeft het comité zich
hoofdzakelijk gebogen over de analyse van res-
pectievelijk de jaarlijkse en halaarlijkse finan-
ciële staten en het persbericht met betrekking tot
deze rekeningen. Op elk van deze vergaderingen
presenteerde de commissaris de resultaten van
de uitgevoerde audit van deze staten.
Daarnaast vond tijdens de verschillende vergade-
ringen een toelichting en bespreking plaats van:
de toepassing van de goodwill impairment
test;
de v
ersnelde afschrijving van de immature
en mature rubberaanplanten in het kader
van hun omvorming tot oliepalmplantages;
de analyse van de boekhoudkundig
e ver-
werking van de belastinglasten 2020-2021
(eectieve en uitgestelde belastingen);
de boekhoudkundig
e verwerking van de
verkoop van de 95% PT Melania-aandelen
en het desbetreende persbericht;
de w
aardevermindering van de PT
Dendymarker aanplanten en van de lange-
termijnvordering op lokale boeren;
de allocatie van de aankoopprijs van de
activa van de Wanita-bananenplantages;
het financiële convenant betreende de
langetermijnlening en de evolutie hiervan;
de update van de bestaande risico’s en hun
classificatie;
4. De comités van de raad van bestuur
DUUR MANDAAT AANWEZIGHEID
Tom Bamelis, voorzitter 2019-2022 4/4
Sophie Lammerant-Velge 2019-2023 4/4
Nicholas Thompson 2019-2023 4/4
Op 31 december 2021 bestaat het auditcomité uit
drie leden, allen niet-uitvoerende bestuurders.
Twee leden zijn onaankelijke bestuurders. Het
comité wordt voorgezeten door Tom Bamelis.
De duur van het mandaat van de leden valt samen
met de duur van hun mandaat van bestuurder.
Alle leden van het auditcomité bezitten de nodige
vaardigheden op het gebied van boekhouding
en audit en het comité bezit een collectieve des-
kundigheid op het gebied van de activiteiten van
SIPEF.
88
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
de verslagen van de interne auditcomités
van de Indonesische dochters en van Hargy
Oil Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea;
de mo
tivering voor het niet-organiseren
van een interne audit op het Hoofdkantoor
in België;
het voorstel tot benoeming van een nieuwe
commissaris van de Groep vanaf het boek-
jaar 2021;
de evaluatie van de relatie van de commis
-
saris met het management en het financieel
departement.
De commissaris was aanwezig op alle vergade-
ringen van het comité in 2021.
De interne auditors van de operationele dochters
namen geen deel aan de vergaderingen van het
auditcomité van het moederbedrijf. De gedele-
geerd bestuurder en CFO hadden in de loop van
het boekjaar 2021 virtuele meetings met de lokale
interne audit verantwoordelijken van Indonesië
en Papoea-Nieuw-Guinea.

De periodieke evaluatie van de samenstelling en
werking van de raad van bestuur heeft eveneens
betrekking op de comités van de raad van bestuur.
4.2 Remuneratiecomité
  31 
2021,  
  2021
DUUR MANDAAT AANWEZIGHEID
Antoine Friling, voorzitter 2019-2023 2/2
Yu-Leng Khor (vanaf 9 juni 2021)* 2021-2025 1/1
Sophie Lammerant-Velge 2019-2023 2/2
Petra Meekers (tot 9 juni 2021)** 2020-2021 1/1
* aanwezigheidspercentage berekend vanaf de gewone algemene vergadering van 9 juni 2021 en
op grond van de vergaderingen tijdens haar mandaat
* *
aan
wezigheidspercentage berekend tot en met de dag van de gewone algemene vergadering
van 9 juni 2021 en op grond van de vergaderingen tijdens haar mandaat
Op 31 december 2021 is het remuneratiecomité
samengesteld uit drie leden, allen niet-uitvoeren-
de bestuurders. De meerderheid van het comité,
namelijk twee op de drie leden, zijn onaanke-
lijke bestuurders. Het comité wordt voorgezeten
door Antoine Friling.
De duur van het mandaat van de leden valt samen
met de duur van hun mandaat van bestuurder.
Het comité beschikt over de nodige deskundig-
heid op het gebied van remuneratiebeleid.
In 2021 kwam het remuneratiecomité tweemaal
samen. Het gewogen gemiddelde aanwezigheids-
percentage bedroeg 100%.
In 2021 boog het remuneratiecomité zich over
de volgende onderwerpen:
benchmarking van de vergoedingen van
de expats, managers en bestuurders van de
Groep;
bepaling van de bonus pool van de Groep;
individuele evaluatie van het management
en voorstel tot variabele vergoedingen te
betalen in 2021;
89
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
remuneratiebeleid en remuneratieverslag;
vergoeding van de bestuurders en vaste
vergoeding van de leden van het executief
comité voor 2022;
update van de op
volgingsplanning;
uitgifte van aandelenop
ties in 2021 voor de
managers van de Groep.
De vergaderingen van het remuneratiecomité
werden eveneens door de gedelegeerd bestuurder
bijgewoond.
Een vertegenwoordiger van de respectievelijke
referentieaandeelhouders, Ackermans & van
Haaren en de Groep Bracht, waren aanwezig op
de vergaderingen van februari en november.

De periodieke evaluatie van de raad van bestuur
heeft eveneens betrekking op de comités van de
raad van bestuur.
4.3 Benoemingscomité
  31 
2021,  
  2021
Het benoemingscomité van SIPEF bestaat uit
alle leden van de raad van bestuur.
De evolutie van de samenstelling van het benoe-
mingscomité is identiek aan die van de raad van
bestuur (zie punt 2.1).
In 2021 kwam de raad in zijn hoedanigheid van
benoemingscomité tweemaal bijeen, op 10 febru-
ari en 17 november. Het gewogen gemiddelde aan-
wezigheidspercentage was 100%.
De raad van bestuur sprak zich, in zijn hoedanig-
heid van benoemingscomité, uit over de volgende
onderwerpen:
de interactie tussen de raad van bestuur en
het executief comité, in afwezigheid van de
gedelegeerd bestuurder;
de hernieuwing van he
t mandaat van be-
stuurders en de benoeming van een nieuwe
onaankelijke bestuurder;
benoeming van een nieuw lid van het remu-
neratiecomité en van het executief comité;
benoeming van een nieuwe commiss
aris en
vaststelling van zijn vergoeding.
4.4 Evaluatie van de comités van de raad
van bestuur
De raad van bestuur evalueert regelmatig zijn
samenstelling en werking evenals die van zijn
comités.
Tijdens de vergaderingen van 11 augustus en 23
september 2021 kwamen, naast de beoordeling
van de raad, tevens de samenstelling en de wer-
king van de comités van de raad aan bod.
De actuele omvang en samenstelling van de comi-
tés van de raad werden geschikt bevonden en er
werd geoordeeld dat de essentiële kwalificaties
voldoende aanwezig zijn.
De volgende evaluatie van de raad van bestuur en
zijn comités zal plaatsvinden in 2024.
90
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
5. Remuneratieverslag
5.1 Inleiding
Het huidige remuneratieverslag is opgesteld in
overeenstemming met artikel 3:6. §3 WVV zoals
gewijzigd door de wet van 28 april 2020 tot
omzetting in het Belgische recht van de Europese
richtlijn ter bevordering van de langetermijnbe-
trokkenheid van de aandeelhouders. Het geeft
een uitgebreid en volledig overzicht van de remu-
neratie, met inbegrip van alle voordelen in gelijk
welke vorm, die tijdens het boekjaar 2021 werd
toegekend aan de niet-uitvoerende bestuurders,
de gedelegeerd bestuurder en de overige leden van
het executief comité. Het bevat een gedetailleerde
voorstelling van de remuneratie van elk lid van
het executief comité, het collegiaal orgaan dat
belast is met het dagelijks bestuur.
In 2021 werd opnieuw een variabele vergoeding
aan het uitvoerend management uitgekeerd.
Immers, in 2020 was het recurrente geconso-
lideerde resultaat, de basis voor de berekening
van deze vergoeding niet langer negatief, zoals
dit het geval was in 2019. De prestaties van het
jaar 2020 vormden de basis voor de berekening
van de variabele vergoeding betaald in 2021. Zij
werden gekenmerkt door enkele belangrijke ont-
wikkelingen en verrichtingen die uiteengezet
werden onder het hoofdstuk ‘Markante feiten
van 2020’ (zie Bedrijfsverslag 2020 pagina 6). De
markante feiten van 2021 zullen bepalend zijn
voor de variabele vergoeding van het uitvoerend
management te betalen in 2022.
Er zijn geen belangrijke wijzigingen in de samen-
stelling van de raad van bestuur opgetreden in
2021 die de remuneratie van de leden van de
raad van bestuur hebben beïnvloed. Het aantal
leden van het executief comité daarentegen is
uitgebreid van vijf naar zes tegenover het vorige
boekjaar. Petra Meekers die tot dan zetelde in de
raad van bestuur, vervoegde op 10 juni 2021 het
executief comité in haar hoedanigheid van “chief
operating ocer Asia-Pacific”.
Dit verslag is opgesteld in overeenstemming met
het remuneratiebeleid dat werd goedgekeurd met
een meerderheid van 95,8% van de stemmen door
de gewone algemene vergadering van 9 juni 2021.
Dit nieuwe beleid dat in grote lijnen het oude
reflecteert, is van toepassing op de vergoedingen
die uitbetaald werden vanaf 1 januari 2021. De
gedetailleerde tekst van het remuneratiebeleid is
gepubliceerd op de website van de Vennootschap.
5.2 Totale vergoeding van de bestuurders
De bestuurders ontvangen een vaste vergoeding
die niet gerelateerd is aan de omvang van de resul-
taten. Deze vergoeding bestaat uit de emolumen-
ten voor de vergaderingen van de raad van bestuur
en, desgevallend, een vergoeding voor het zetelen
in een bepaald comité.
In 2021 ontvingen de bestuurders de volgende
vergoedingen:
IN EUR OP JAARBASIS PER PERSOON LID VOORZITTER
Raad van bestuur 29 000 60 000
Auditcomité 7 500 9 750
Remuneratiecomité 4 000 5 200
91
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
De ontslagnemende en nieuwe bestuurders wor-
den vergoed ten belope van het aantal gepresteer-
de maanden in het boekjaar.
De niet-uitvoerende bestuurders ontvangen geen
variabele vergoeding en geen opties. Een deel
van hun vergoeding wordt evenmin uitbetaald
in de vorm van aandelen van de Vennootschap
(zie Bedrijfsverslag pagina 109). Ze genieten van
een bestuurdersaansprakelijkheidsverzekering.
5.3 Totale vergoeding van de leden van het
executief comité
De leden van het executief comité, dat bestaat
uit de gedelegeerd bestuurder en andere leiding-
gevenden van de Vennootschap, ontvangen een
vaste vergoeding en een variabele vergoeding en
eventueel opties.
De Vennootschap heeft geen minimumdrem-
pel van aandelen bepaald die moeten worden
aangehouden door de leden van het uitvoerend
management (zie Bedrijfsverslag pagina 109).
In 2021 werden geen aandelen aan de leden van
het executief comité toegekend.
RAAD VAN BESTUUR AUDITCOMITÉ REMUNERATIECOMITÉ TOTAAL
IN KEUR 2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021
Baron Luc Bertrand 60,00 60,00 0,00 0,00 0,00 0,00 60,00 60,00
François Van Hoydonck 29,00 29,00 0,00 0,00 0,00 0,00 29,00 29,00
Tom Bamelis 29,00 29,00 9,75 9,75 0,00 0,00 38,75 38,75
Priscilla Bracht 29,00 29,00 0,00 0,00 0,00 0,00 29,00 29,00
Baron Jacques Delen 29,00 29,00 0,00 0,00 0,00 0,00 29,00 29,00
Antoine Friling 29,00 29,00 0,00 0,00 5,20 5,20 34,20 34,20
Regnier Haegelsteen (tot 10 juni 2020) 14,50 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 14,50 0,00
Gaëtan Hannecart (vanaf 10 juni 2020) 14,50 29,00 0,00 0,00 0,00 0,00 14,50 29,00
Yu-Leng Khor (vanaf 9 juni 2021) 0,00 14,50 0,00 0,00 0,00 2,00 0,00 16,50
Sophie Lammerant-Velge 29,00 29,00 7,50 7,50 4,00 4,00 40,50 40,50
Petra Meekers (tot 9 juni 2021) 29,00 14,50 0,00 0,00 4,00 2,00 33,00 16,50
Nicholas Thompson 29,00 29,00 7,50 7,50 0,00 0,00 36,50 36,50
TOTAAL 321,00 321,00 24,75 24,75 13,20 13,20 358,95 358,95
92 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
    
De gedelegeerd bestuurder ontvangt emolumen-
ten voor het deelnemen aan de vergaderingen van
de raad van bestuur en daarnaast een vaste en
variabele vergoeding voor zijn uitvoerende
functies.
2021
IN KEUR FVH CDW TH RK PM JN TOTAAL %
Bestuurdersvergoeding 29 0 0 0 17 0 46 1,7%
Vaste vergoeding 365 256 246 299 375 336 1 877 69,6%
Variabele vergoeding 88 41 43 38 0 62 272 10,1%
Pensioenbijdrage 256 46 47 0 0 46 395 14,7%
Andere 15 9 15 28 31 8 106 3,9%
SUBTOTAAL 753 352 351 365 423 452 2 696 100,0%
Latente meerwaarde verworven aandelenopties
(op verwervingsdatum)*
32 11 11 11 0 11 74
TOTALE VERGOEDING 785 363 362 376 423 463 2 770
Subtotaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
Vast 88% 88% 88% 90% 100% 86% 90%
Variabel 12% 12% 12% 10% 0% 14% 10%
2020
IN KEUR FVH CDW TH RK PM JN TOTAAL %
Bestuurdersvergoeding 29 0 0 0 0 0 29 1,5%
Vaste vergoeding 370 254 246 298 0 303 1 471 74,8%
Variabele vergoeding 0 0 0 0 0 0 0 0,0%
Pensioenbijdrage 258 46 49 0 0 46 399 20,3%
Andere 10 9 14 27 0 8 68 3,5%
SUBTOTAAL 667 309 309 325 0 357 1 967 100,0%
Latente meerwaarde verworven aandelenopties
(op verwervingsdatum)*
0 0 0 0 0 0 0
TOTALE VERGOEDING
667 309 309 325 0 357 1 967
Subtotaal 100% 100% 100% 100% NVT 100% 100%
Vast 100% 100% 100% 100% NVT 100% 100%
Variabel 0% 0% 0% 0% NVT 0% 0%
* Voor meer details over de betreende optieplannen (respectievelijk, SOP 2018 en SOP 2017), pagina 97 en 98, tabel: Uitsplitsing van
aandelenoptieplan SIPEF (SOP).
93
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
.  
De leden van het executief comité ontvangen een
vaste vergoeding en genieten van een groeps-
verzekering met vaste bijdragen. Deze verzeke-
ring omvat een aanvullend pensioen en even-
eens een invaliditeits- en overlijdensdekking.
D
aarnaast heeft de Vennootschap voor elk lid
een hospitalisatieverzekering afgesloten en een
bijstandsverzekering die wereldwijde dekking
geeft. Bovendien geniet het management van
een bedrijfswagen en maaltijdcheques. De vaste
vergoeding van Petra Meekers, die operationeel
is vanuit Singapore, omvat echter een vast bedrag
per maand dat naast de gebruikelijke vaste ver-
goeding eveneens bestemd is voor kosten zoals
pensioen, bedrijfswagen en verblijfskosten. Ze
geniet eveneens van een invaliditeits-, overlij-
dens- en ziektekostenverzekering en ontvangt een
toelage voor de studiekosten van haar kinderen
(zie post ‘Andere’).
.  
Het totale bedrag van de uitgekeerde variabele
vergoedingen aan zowel het personeel als aan de
leden van het executief comité kan maximum 2%
van het geconsolideerd recurrent resultaat voor
belastingen, deel van de Groep, bedragen. Voor
elk lid van het executief comité mag het bedrag
van de variabele vergoeding in cash maximaal
tweemaal de vaste vergoeding bedragen. Petra
Meekers heeft tijdens de eerste twee jaar van
haar tewerkstelling bij SIPEF geen recht op een
variabele vergoeding.
Het uiteindelijke individuele bedrag van de varia-
bele vergoeding dat toegekend wordt aan elk van
de leden wordt bepaald in functie van financiële
criteria die discretionair worden bepaald door de
raad van bestuur op voorstel van het remunera-
tiecomité. Dit comité formuleert een voorstel in
functie van de verschillende componenten van
de winst van het boekjaar en de bijdrage tot de
verwezenlijking ervan door elk lid van het execu-
tief comité. Hierbij laat het remuneratiecomité
zich leiden door vooraf vastgestelde financiële en
objectief meetbare criteria die worden toegepast
op een periode van één boekjaar.
Het relateren van de variabele vergoeding aan
de prestaties van één boekjaar - en niet aan per-
formantiecriteria over twee en drie boekjaren
zoals voorzien door de wet – is te verklaren door
de volatiliteit van de resultaten van de agro-
industriële activiteiten, en in het bijzonder van de
palmoliemarkt, waarvan de performantie gelinkt
is aan de prijs van de landbouwgrondstoen.
Het is dan ook logisch dat de vergoeding van het
personeel en het management, zoals eveneens
die van de aandeelhouders, mee evolueert met
de volatiliteit van de Groep.
De Vennootschap past deze redenering elk jaar
strikt toe. Dit betekent dat als de Groep voor een
bepaald jaar een verlies lijdt, er geen variabele
vergoeding of dividend betaalt wordt het volgende
jaar respectievelijk aan de leden van het executief
comité en de aandeelhouders. Dit was het geval
in 2020, toen geen variabele vergoeding en divi-
dend werden betaald ten gevolge van het in 2019
geleden verlies.
94
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Het bepalen van de variabele vergoeding op
grond van de prestaties van één boekjaar doet
geen areuk aan de langetermijnvisie van het
uitvoerend management. Dergelijke visie is onlos-
makelijk verbonden met de agro-industriële acti-
viteiten van de SIPEF-groep die enkel op lange
termijn kunnen worden geëvalueerd, zoals blijkt
uit de strategie en het bedrijfsmodel van SIPEF
(zie Bedrijfsverslag pagina 13 en volgende).
De raad van bestuur heeft in 2021 evenmin bij-
zondere bonussen toegekend aan één of meerdere
leden voor specifieke verrichtingen.
Naast de variabele vergoeding op korte termijn,
ontvangen de leden van het executief comité geen
variabele remuneratie in geld op lange termijn.
.
  

Alle leden van het executief comité hebben een
“claw back”-clausule ondertekend. Dit komt
erop neer dat de Vennootschap het recht heeft
om de variabele nettovergoeding terug te vorde-
ren, indien deze op basis van onjuiste financiële
gegevens werd toegekend.
In 2021 heeft de Vennootschap geen gebruik
gemaakt van haar recht tot terugvordering.
5.4 Overeenkomst tussen de vergoedingen
en het remuneratiebeleid en toepassing van
de performantiecriteria
De totale vergoeding van de bestuurders en de
leden van het executief comité is volledig in lijn
met het remuneratiebeleid en wordt op een trans-
parante manier berekend en toegepast.
De vaste vergoedingen van de leden van de raad
van bestuur en van het executief comité worden
jaarlijks getoetst op basis van de marktpraktijken
en zijn dus marktconform.
De variabele vergoeding is gelinkt aan de jaar-
resultaten van de Groep, die rechtstreeks
afhangen van de volatiele prijzen van de
landbouwgrondstoen.
De Vennootschap communiceert permanent op
een correcte en transparante wijze over de evo-
lutie van de activiteiten, duurzaamheid, presta-
ties en corporate governance van de Groep aan
haar aandeelhouders, management, werknemers
en alle andere stakeholders. Deze transparantie
werd sinds 2020 in dit verslag nog meer in detail
doorgetrokken op het niveau van de vergoeding
van de leden van het executief comité. Een dui-
delijke communicatie en transparantie liggen
aan de basis van tevredenheid, werkt motiverend
en draagt bij tot goede langetermijnprestaties.
Zo blijft het personeel en het management zich
gemotiveerd inzetten voor het verwezenlijken
van de langetermijndoelstellingen die de Groep
heeft vooropgesteld.
95
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
5.5 Aandelenopties
Vanaf het boekjaar 2011 tot op heden werden jaar-
lijks aandelenopties aangeboden aan de leden
van het executief comité. De aandelenopties, die
onder het aandelenoptieplan van SIPEF worden
aangeboden, hebben de volgende kenmerken:
T
ype: opties op aandelen SIPEF (één optie
geeft recht op één aandeel SIPEF);
Tijds
tip aanbod: tweede helft november;
Uitoefenprijs:
prijs vastgesteld op basis
van de gemiddelde slotkoers van het aan-
deel gedurende 30 dagen voorafgaand aan
het aanbod;
Loop
tijd van het plan: 10 jaar;
Uitoefentermijn:
op elk moment vanaf 1
januari van het jaar dat volgt op de derde
verjaardag van de toekenning, tot het einde
van het tiende jaar te rekenen vanaf de
datum van het aanbod;
Er zijn g
een performantiecriteria vastge-
steld voor de toekenning of uitoefening van
de aandelenopties.
Opties toegekend aan de leden van het exe-
cutief comité in 2021.
Op 18 november 2021 werden opties toegekend
door SIPEF aan de leden van het executief comité.
Deze opties werden aanvaard door de begunstig-
den als volgt:
AANTAL
François Van Hoydonck 6 000
Charles De Wulf 2 000
Thomas Hildenbrand 2 000
Robbert Kessels 2 000
Johan Nelis 2 000
TOTAAL 14 000
Daarnaast werden er nog 4 000 opties toegekend
aan algemene directeuren van de buitenlandse
filialen.
De in 2021 toegekende opties hebben de volgende
kenmerken:
Uitoefenprijs:
EUR 58,31
V
ervaldatum: 18 november 2031
Uitoefenperiode: op elk moment vanaf
1 januari 2025 tot en met 17 november 2031
96
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
UITSPLITSING VAN AANDELENOPTIEPLAN SIPEF SOP VERWORVEN NIET VERWORVEN
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Aanbod 23/11/11 21/11/12 20/11/13 18/11/14 28/11/15 07/12/16 23/11/17 20/11/18 23/11/19 19/11/20 18/11/21
Verwerving 31/12/14 31/12/15 31/12/16 31/12/17 31/12/18 31/12/19 31/12/20 31/12/21 31/12/22 31/12/23 31/12/24
Uitoefenperiode begin: 01/01/15 01/01/16 01/01/17 01/01/18 01/01/19 01/01/20 01/01/21 01/01/22 01/01/23 01/01/24 01/01/25
Uitoefenperiode einde:* 22/11/21 20/11/22 19/11/23 17/11/24 27/11/25 06/12/26 22/11/27 19/11/28 22/11/29 18/11/30 17/11/31
Uitoefenprijs (in EUR) 56,99 59,14 55,50 54,71 49,15 53,09 62,87 51,58 45,61 44,59 58,31
Koers datum verwerving (in EUR) 47,68 52,77 60,49 62,80 48,80 54,80 43,20 56,90
FRANÇOIS VAN HOYDONCK VERWORVEN NIET VERWORVEN
SOP 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 TOTAAL
Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 6 000 6 000 6 000 18 000
Verworven voor het einde van 2021 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 0 0 0 48 000
Uitgeoefend in 2021 -6 000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -6 000
Vervallen in 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal aandelenopties einde jaar 0 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 6 000 60 000
Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 377 220 309 480
Verworven aan marktprijs (in EUR) 259 200 341 400
Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 0 31 920
CHARLES DE WULF VERWORVEN NIET VERWORVEN
SOP 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 TOTAAL
Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 2 000 2 000 2 000 6 000
Verworven voor het einde van 2021 0 0 0 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 0 0 0 10 000
Uitgeoefend in 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vervallen in 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal aandelenopties einde jaar 0 0 0 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 16 000
Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 125 740 103 160
Verworven aan marktprijs (in EUR) 86 400 113 800
Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 0 10 640
Bewegingen in het boekjaar 2021
* laatste uitoefendag
97
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
THOMAS HILDENBRAND VERWORVEN NIET VERWORVEN
SOP 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 TOTAAL
Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 2 000 2 000 2 000 6 000
Verworven voor het einde van 2021 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 0 0 0 16 000
Uitgeoefend in 2021 -2 000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2 000
Vervallen in 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal aandelenopties einde jaar 0 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 20 000
Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 125 740 103 160
Verworven aan marktprijs (in EUR) 86 400 113 800
Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 0 10 640
ROBBERT KESSELS VERWORVEN NIET VERWORVEN
SOP 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 TOTAAL
Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 2 000 2 000 2 000 6 000
Verworven voor het einde van 2021 0 0 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 0 0 0 12 000
Uitgeoefend in 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vervallen in 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal aandelenopties einde jaar 0 0 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 18 000
Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 125 740 103 160
Verworven aan marktprijs (in EUR) 86 400 113 800
Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 0 10 640
JOHAN NELIS VERWORVEN NIET VERWORVEN
SOP 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 TOTAAL
Aangeboden nog niet verworven 0 0 0 0 0 0 0 0 2 000 2 000 2 000 6 000
Verworven voor het einde van 2021 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 0 0 0 16 000
Uitgeoefend in 2021 -2 000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2 000
Vervallen in 2021 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal aandelenopties einde jaar 0 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 2 000 20 000
Verworven aan uitoefenprijs (in EUR) 125 740 103 160
Verworven aan marktprijs (in EUR) 86 400 113 800
Latente meerwaarde op datum van verwerving (in EUR) 0 10 640
In 2021 hebben drie leden van het executief comité
samen 10000 opties van het aandelenoptieplan
2011 uitgeoefend. De overige 6 000 opties van dat
plan, die waren toegekend aan algemene direc-
teuren van dochtervennootschappen, werden
eveneens door de begunstigden voor 22 november
2021, de vervaldatum, uitgeoefend.
In 2021 hebben de leden van het executief comité
geen andere opties dan de bovenvermelde, uitge-
oefend en zijn er geen opties vervallen.
98
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
A JAARLIJKSE VERANDERING IN REMUNERATIE IN PERCENTAGE
2017 2018 VERSCHIL 2019 VERSCHIL 2020 VERSCHIL 2021 VERSCHIL
Totale vergoeding raad van bestuur
(1)
(in KEUR)
315 344 +9% 359 +4% 359 0% 359 0%
Totale vaste remuneratie excom
(2)
(in KEUR)
1 832 1 899 +4% 1 943 +2% 1 967 +1% 2 424 +23%
Totale variabele remuneratie excom
(3)
(in KEUR)
682 1 168 +71% 416 -64% 0 -100% 272 NVT
B JAARLIJKSE VERANDERING IN DE ONTWIKKELING VAN DE PRESTATIES VAN DE VENNOOTSCHAP
2017 2018 VERSCHIL 2019 VERSCHIL 2020 VERSCHIL 2021 VERSCHIL
CPO marktprijs (in USD/ton CIF Rotterdam) 715 598 -16% 566 -5% 715 +26% 1 195 +67%
Geproduceerde volumes CPO (in ton) 330 958 351 757 +6% 312 514 -11% 329 284 +5% 384 187 +17%
Resultaat, deel van de Groep (recurrent) (in KUSD) 64 481 22 713 -65% -8 004 -135% 14 122 NVT 82 746 +486%
C JAARLIJKSE VERANDERING IN DE GEMIDDELDE REMUNERATIE VAN DE WERKNEMERS
2017 2018 VERSCHIL 2019 VERSCHIL 2020 VERSCHIL 2021 VERSCHIL
Gemiddelde remuneratie werknemer SIPEF HQ
(vast)
(4)
(in KEUR/maand)
4 467 4 440 -1% 4 491 +1% 4 832 +8% 5 165 +7%
Gemiddelde remuneratie werknemer SIPEF HQ
(variabel)
(5)
(in KEUR/jaar)
12 012 20 003 +67% 7 618 -62% 0 -100% 4 955 NVT
D RATIO HOOGSTE/LAAGSTE VERGOEDING VTE
2017 2018 2019 2020 2021
Verhouding totale vaste kost vergoeding hoogste excom en laagste werknemer
(6)
12,5 12,8 9,3 9,2 9,1
5.6 Eventuele afwijkingen van het remunera-
tiebeleid in 2021
In 2021 werden de vergoedingen aan de bestuur-
ders en de leden van het executief comité toege-
kend in toepassing van het remuneratiebeleid,
met uitzondering van de afwijkingen vermeld
onder 5.3. a. en b. Deze afwijkingen zijn gere-
lateerd aan het verblijf van Petra Meekers in
Singapore waar ze gestationeerd is voor de opera-
tionele leiding van de Asia-Pacific (APAC) filialen
van de Groep.
5.7 Vergelijkende informatie over de
verandering van de vergoeding en de
performantie van de Vennootschap over een
periode van 5 jaar; ratio tussen hoogste en
laagste vergoeding van SIPEF
(1) Vergoeding zoals opgenomen onder 5.2. Totale vergoeding raad van bestuur
(2)
V
aste vergoeding zoals opgenomen onder 5.3. Totale vergoeding van de leden van het executief comité
(3) Variabele vergoeding zoals opgenomen onder 5.3. Totale vergoeding van de leden van het executief comité
(4) Gemiddeld brutoloon (voltijds equivalent) in januari van het betreende jaar
(5) Gemiddelde uitgekeerde variabele vergoeding kost werkgever (voltijds equivalent)
(6)
T
otale vaste kost hoogste individuele vergoeding binnen het executief comité/totale vaste kost (voltijds equivalent) laagste vergoeding werknemers HQ
99
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
5.8 Informatie inzake de stemming
door de algemene vergadering over het
remuneratiebeleid en -verslag
Het nieuwe remuneratiebeleid was voor de eer-
ste keer van toepassing op het boekjaar 2021.
Het werd goedgekeurd met een meerderheid
van 95,8% van de stemmen door de algemene
vergadering van 9 juni 2021. Diezelfde algeme-
ne vergadering sprak zich ook positief uit over
het remuneratieverslag met betrekking tot het
boekjaar 2020 dat nog opgesteld was in toepas
-
sing van het oude remuneratiebeleid. Het huidige
remuneratieverslag dat op basis van het nieuwe
remuneratiebeleid is opgesteld, zal eveneens ter
goedkeuring voorgelegd worden aan de gewone
algemene vergadering van 8 juni 2022.
100
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
6.1 Externe audit
De gewone algemene vergadering van 9 juni 2021
heeft kennis genomen van het ontslag van de
commissaris, Deloitte Bedrijfsrevisoren CVBA,
vertegenwoordigd door Kathleen De Brabander.
Dit mandaat dat normaal zou vervallen op het
einde van de gewone algemene vergadering van
juni 2023, was volledig in lijn met de Europese
verordening betreende de audithervorming van
16 april 2014. De Belgische wetgever interpreteert
echter de overgangsbepalingen van deze veror-
dening met betrekking tot de externe rotatie van
de bedrijfsrevisoren op een restrictieve manier.
Hierdoor kon Deloitte zijn vernieuwd mandaat
enkel voor het boekjaar 2020 uitoefenen en moest
dit onderbreken voor de twee volgende boekjaren.
Vervolgens heeft SIPEF eind 2020 een private
aanbesteding opgestart met het oog op de benoe-
ming van een nieuwe commissaris overeenkom-
stig de Europese voorschriften. Op basis van het
resultaat van deze procedure, heeft de algemene
vergadering van 9 juni 2021 EY Bedrijfsrevisoren
BV, vertegenwoordigd door Christoph Oris en
Wim Van Gasse, benoemd voor een termijn
van drie jaar. De jaarlijkse bezoldiging werd
vastgelegd op USD 93 000, indexatie en BTW
niet-inbegrepen.
De commissaris oefent de externe controle uit
op de geconsolideerde en op de maatschappelij-
ke financiële staten van SIPEF. Hij rapporteert
tweemaal per jaar aan het auditcomité en de raad
van bestuur.
De jaarlijkse vergoeding van de commissaris voor
het boekjaar 2021 voor de controle van de maat-
schappelijke en geconsolideerde financiële staten
van SIPEF bedraagt KUSD 116.
De vergoeding voor de niet-controlediensten in
2021 kwam uit op KUSD 0.
De totale kost voor externe controle van de
SIPEF-groep betaald aan het EY-netwerk bedroeg
KUSD 577. Het bedrag aan betaalde erelonen voor
adviezen van dezelfde commissaris en aanver-
wante bedrijven kwam uit op KUSD 0. Alle details
betreende de honoraria betaald aan EY kunnen
worden geraadpleegd in Toelichting 33 van de
Financiële Staten.
6.2 Interne audit
In de filialen in Indonesië en in Hargy Oil Palms
Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea is een interne audit-
afdeling opgericht die viermaal per jaar rappor-
teert aan het lokaal auditcomité dat de interne
auditrapporten beoordeelt.
In de Hoofdzetel in België en in de overige doch-
terondernemingen werd de interne auditfunctie
in 2021 uitgeoefend door het verantwoordelijke
lid van het executief comité, samen met de gede-
legeerd bestuurder en de “chief financial ocer”
van SIPEF. Gelet op de beperkte omvang van deze
bedrijven, is het auditcomité van SIPEF in 2021
niet teruggekomen op zijn beslissing om momen-
teel geen afzonderlijke interne auditafdeling op
te richten voor de Hoofdzetel en deze dochters.
Het comité heeft wel in november 2020 aanbe-
volen dat één van de groepscontrollers van de
Hoofdzetel een interne audit zou uitvoeren en
verslag uitbrengen over deze enkele ondernemin-
gen aan het SIPEF-auditcomité. Deze procedure
werd strikt toegepast in 2021.
6. Externe en interne audit
101
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
7. Verslag in verband met interne
controle en risicobeheerssystemen
werknemers in een veilige en gezonde omgeving
kunnen werken.
De raad van bestuur van SIPEF heeft tevens
een ‘Verantwoordelijk Plantagebeleid’ ( www.
sipef.com/hq/sustainability/policies/responsi-
ble-plantations-policy ) en een ’Verantwoordelijk
aankoopbeleid’ ( www.sipef.com/hq/sustaina-
bility/policies/responsible-purchase-policy )
opgesteld dat van toepassing is op alle planta-
geactiviteiten en grondstoen. Hij herziet deze
beleidslijnen elk jaar om ze aan te passen aan de
evolutie van de juridische, maatschappelijke en
ecologische standaarden.
Om verdere groei mogelijk te maken en te sti-
muleren, streeft SIPEF in het dagelijks beleid
van haar activiteiten een duidelijke duurzame
regelgeving na, die strenger is dan de wettelijke
vereisten van de landen waarin de Vennootschap
actief is. Dat engagement wordt gestaafd door
certificaten en algemeen erkende standaarden:
zie Duurzaamheidsverslag pagina 18.
De door SIPEF uitgeoefende interne controle
waakt erover dat al deze procedures, richtlij-
nen en regelgevingen worden gerespecteerd
om zo de activa, het personeel en de activiteiten
van de Groep te beschermen en hun beheer te
optimaliseren.
Algemeen kan de bedrijfsstructuur, de bedrijfs
filosofie en de managementstijl van de SIPEF-
groep omschreven worden als ‘vlak’. Dit is te ver-
klaren door het beperkte aantal beslissingslijnen
binnen de hiërarchie. Dit beperkt aantal beslis-
singslijnen en de geringe personeelsrotatie verho-
gen de sociale controle binnen de Vennootschap.
De Groep is onderverdeeld in een aantal afde-
lingen. Elke afdeling en elke persoon binnen de
desbetreende afdeling heeft zijn eigen functie-
omschrijving. Voor elke functie en taak wordt het
De raad van bestuur van SIPEF is verantwoorde-
lijk voor het beoordelen van de inherente risico’s
van de Groep en van de doeltreendheid van de
interne controle.
Het interne controlesysteem van SIPEF werd
opgezet overeenkomstig de Belgische wettelij-
ke vereisten voor het risicobeheer en de interne
controle en de principes vermeld in de Belgische
Corporate Governance Code 2020 en is geor-
ganiseerd op basis van het Coso-model (“the
Committee of Sponsoring Organizations of the
Treadway Commission”).
Een op groepsniveau uitgevoerde risicoanalyse
vormt de basis van het interne controle- en risi-
cobeheerssysteem, waarvan de betrouwbaarheid
van de financiële rapportering en het communi-
catieproces een belangrijke pijler uitmaakt.
7.1 Controleomgeving
SIPEF is een Belgisch beursgenoteerd bedrijf
dat zich toelegt op agro-industriële activiteiten
in tropische en subtropische gebieden. De Groep
produceert vooral palmproducten in Indonesië,
en Papoea-Nieuw-Guinea en op kleinere schaal
ook bananen in Ivoorkust. De productie van deze
producten is zeer arbeidsintensief.
Om het beheer van de plantages te optimalise-
ren wordt veel aandacht besteed aan de alge-
mene kennis en de opleiding van de werkne-
mers in landbouw- en beheerstechnieken. De
Vennootschap stelt handleidingen op met stan-
daard werkprocedures die praktische richtlij-
nen en aangewezen beheerpraktijken bevatten
om zo de implementatie van het beleid van de
Groep te verzekeren op het gebied van landbouw,
techniek en milieu door de talrijke personeelsle-
den in de verschillende delen van de wereld. Het
management van de Groep ziet erop toe dat alle
102
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
vereiste studie- en/of ervaringsniveau bepaald. Er
bestaat een welomschreven politiek van delega-
ties van bevoegdheden.
Tot slot waakt SIPEF over de strikte toepassing
van de regels van haar Corporate Governance
Charter en van de Gedragscode opdat de bestuur-
ders, alle leidinggevenden en het personeel van
de Groep op een eerlijke en ethische manier en
volgens de toepasselijke regelgeving en beginselen
van deugdelijk bestuur zouden handelen.
7.2 Risicoanalyse en controle-activiteiten
De raad van bestuur keurt jaarlijks een strategisch
plan goed dat de doelstellingen op strategisch,
operationeel, financieel, fiscaal en juridisch vlak
uitstippelt.
Het verwezenlijken van deze doelstellingen kan
in gevaar worden gebracht door bepaalde risi-
co’s. Deze risico’s werden in kaart gebracht en
ingedeeld op grond van hun potentieel belang,
de waarschijnlijkheid waarmee ze kunnen voor
-
komen en de maatregelen die werden getroen
om deze risico’s te behandelen. De risicobehande-
lingen werden opgedeeld als volgt: verminderen,
overdragen, vermijden of aanvaarden.
De Vennootschap heeft de nodige instructies uit-
gevaardigd en/of de vereiste procedures vastge-
legd om de geïdentificeerde risico’s op passende
wijze te kunnen behandelen.
7.3 Informatie en communicatie
Een geheel van operationele en financiële rap-
porteringen, interne en externe, maakt het moge-
lijk om op periodieke basis (dagelijks, wekelijks,
maandelijks, driemaandelijks, halaarlijks of
jaarlijks) en op de gepaste niveaus de nodige
informatie ter beschikking te stellen om de toe-
vertrouwde verantwoordelijkheden naar behoren
te kunnen vervullen.
7.4 Toezicht en monitoring
Het is de verantwoordelijkheid van elke werkne-
mer om potentiële tekortkomingen in de inter-
ne controle te melden bij de respectievelijke
verantwoordelijken.
Daarnaast zijn de interne auditafdelingen in de
filialen in Indonesië en bij Hargy Oil Palms Ltd
in Papoea-Nieuw-Guinea belast met het per-
manente toezicht op de doeltreendheid en de
naleving van de bestaande interne controle voor
hun respectievelijke activiteiten. Op basis van
hun bevindingen stellen zij de nodige bijsturin-
gen voor. Een lokaal auditcomité bespreekt per
kwartaal de rapporten van de interne auditafde-
lingen. Jaarlijks wordt een samenvatting van de
belangrijkste bevindingen voorgelegd aan het
auditcomité van SIPEF.
Voor kleinere filialen, waarvoor geen aparte
interne auditfunctie werd gecreëerd, neemt het
verantwoordelijke lid van het executief comité,
samen met de gedelegeerd bestuurder en de “chief
financial ocer” van SIPEF, het toezicht op de
interne controle waar. Bovendien voert één van de
groepscontrollers van de Hoofdzetel een interne
audit uit over de activiteiten van deze filialen en
brengt verslag uit aan het SIPEF-auditcomité.
103
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
Een externe auditor onderwerpt daarnaast min-
stens éénmaal per jaar de financiële staten van elk
filiaal van de Groep aan een nazicht. Eventuele
opmerkingen naar aanleiding van deze externe
audit, worden aan de raad van bestuur overge-
maakt onder de vorm van een “management
letter”. In het verleden werden er geen belang
-
rijke tekortkomingen in de interne controle
vastgesteld.
7.5 Interne controle- en
risicobeheerssystemen die verband houden
met financiële verslaggeving
Het proces voor de totstandkoming van de finan-
ciële rapportering is georganiseerd als volgt:
Het proces wordt geleid door de afdeling
“corporate finance”, die onder direct toe-
zicht staat van de “chief financial ocer”
van SIPEF.
In functie van de opg
elegde (interne en
externe) deadlines wordt er een retro-
planning opgemaakt. In het begin van het
jaar krijgt elke rapporteringsentiteit en de
externe auditor dit document. De website
van de Vennootschap maakt eveneens de
externe deadlines publiek bekend.
V
olgende rapporteringsentiteiten kunnen
worden geïdentificeerd:
.
SIPEF in België
. Jabelmalux SA in Luxemburg
. het geheel van ondernemingen in
Indonesië, inclusief PT Timbang Deli
en PT Melania
.
Hargy Oil P
alms Ltd in
Papoea-Nieuw-Guinea
.
Plantations J
. Eglin SA in Ivoorkust
. Verdant Bioscience Pte Ltd in Singapore
. SIPEF Singapore Pte Ltd in Singapore
Aan he
t hoofd van de financiële afdeling
van elke entiteit staat een gecertificeerd
accountant.
De eers
te stap van de jaarlijkse rapporte-
ringscyclus bestaat uit het opmaken van een
budget voor het volgende jaar. Dit gebeurt
in de maanden september tot november en
wordt aan de raad van bestuur ter goed-
keuring voorgelegd in de maand november.
De strategische opties in dit budget passen
ook in het strategisch langetermijnplan dat
jaarlijks wordt bijgewerkt en goedgekeurd
door de raad van bestuur.
Voor zowel het strategisch plan als het jaar-
budget worden de nodige sensitiviteitsana-
lyses opgemaakt, om het juiste risicoprofiel
van de te nemen beslissingen te kunnen
inschatten.
Tijdens de eerste week van elke nieuwe
maand worden de productiecijfers en de
financiële netto cash positie van de vorige
maand ontvangen en geconsolideerd door
de afdeling “corporate finance” en vervol-
gens aan de gedelegeerd bestuurder en het
executief comité voorgelegd.
104
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Tijdens deze eerste week worden eveneens
de intergroepstransacties gereconcilieerd
vooraleer de rekeningen af te sluiten.
De maandelijkse financiële rapportering
bes
taat uit een analyse van de volumes
(beginvoorraad, productie, verkopen en
eindvoorraad), het operationeel resultaat
en een samenvatting van de overige posten
van de resultatenrekening (financieel
resultaat en belastingen), een balans en
kasstroomanalyse.
De boekhoudnormen g
ehanteerd voor de
maandrapportering zijn identiek aan die
voor de wettelijke consolidatie onder de
IFRS.
De
maandcijfers worden vergeleken met het
budget en met dezelfde periode van vorig
jaar per rapporteringsentiteit, waarbij sig-
nificante afwijkingen worden onderzocht.
De afdeling “corporate finance” consoli-
deert deze (samenvattende) operationele
en financiële cijfers (in functionele munt-
eenheid) op maandbasis naar de presen-
tatiemunt (USD) en toetst nogmaals hun
coherentie met het budget of de vorige
periode.
De g
econsolideerde maandrapportering
wordt voorgelegd aan de gedelegeerd
bestuurder en het executief comité.
De raad van bes
tuur ontvangt deze rap-
portering op periodieke basis (3, 6, 9 en 12
maanden) ter voorbereiding van de ver-
gadering van de raad. Deze rapportering
gaat gepaard met een nota met een gede-
tailleerde beschrijving van de operationele
en financiële evoluties van het voorbije
kwartaal.
Ingeval van uitzonderlijke evenementen,
wordt de raad van bestuur eveneens onmid-
dellijk op de hoogte gebracht.
Een ex
terne audit controleert de indivi-
duele financiële staten en de technische
consolidatie per eind juni en eind decem-
ber (alleen in december voor de kleinere
entiteiten). Daarna worden de geconsoli-
deerde IFRS-cijfers aan het auditcomité
voorgelegd.
Op basis van he
t advies van het auditcomité
spreekt de raad van bestuur zich uit over
de juistheid van de geconsolideerde cijfers,
alvorens de financiële staten in de markt te
publiceren.
Twee keer per jaar (na het eerste en na het
derde kwartaal) wordt een tussentijds be-
heersverslag gepubliceerd met vermelding
van de evolutie van de productievolumes, de
wereldmarktprijzen en eventuele wijzigin-
gen in de vooruitzichten.
De afdeling “corporate finance” s
taat in
voor het opvolgen van eventuele wijzigin-
gen in (IFRS-) rapporteringsnormen en
het implementeren van deze wijzigingen
binnen de Groep.
De maandelijkse managementrapportering en
de wettelijke consolidatie worden uitgevoerd in
een geïntegreerd systeem. Er wordt ook gepaste
zorg besteed aan antivirus- en beschermingspro-
gramma’s, ononderbroken back-ups en maatre-
gelen ter waarborging van de continuïteit van de
dienstverlening.
105
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
8. Gedragsregels inzake belangenconflicten
Het Charter beschrijft het beleid met betrekking
tot verrichtingen tussen de Vennootschap of een
met haar verbonden vennootschap en een lid van
de raad van bestuur of van het executief comité of
een met haar verbonden persoon die aanleiding
kunnen geven tot belangenconflicten, al dan niet
in de zin van het WVV. Het vermeldt bovendien
de wettelijke procedures die zijn vastgelegd in de
artikels 7:96 en 7:97 van het WVV.
In 2021 werden er verrichtingen die aanleiding
gaven tot een belangenconflict in de zin van arti-
kel 7:96 van het WVV gemeld aan de raad van
bestuur van 10 februari 2021 en van 17 november
2021. De wettelijke procedure voorzien door dit
artikel werd toegepast op de beslissingen van de
raad in verband hiermee. De notulen van de ver-
gadering met betrekking tot deze besluiten van de
raad werden meegedeeld aan de commissaris van
de Vennootschap. De uittreksels van de notulen
van de betreende besluiten worden hieronder
integraal weergegeven:
Uittreksel uit de notulen van 10 februari 2021
“De Voorzitter van het Remuneratiecomité, Antoine
Friling, vat de voorstellen van het Comité aan de
Bestuurders samen als volgt: …
- De individuele evaluatie van de leden van het
Executief Comité werd uitvoerig besproken.
Aangezien dit punt een deel van zijn be-
zoldiging betreft, verklaart François Van
Hoydonck, Gedelegeerd Bestuurder, dat er
sprake is van een belangenconflict in zijn
hoofde. Artikel 7:96 van het Wetboek van
Vennootschappen en Verenigingen is bijge-
volg van toepassing. Hij verlaat tijdelijk de
vergadering.
De Bestuurders nemen kennis van de eva-
luatie en de bonus voorgesteld door het
Remuneratiecomité voor François Van
Hoydonck voor het jaar 2020. Zij bevestigen
de aanbeveling van het Remuneratiecomité.
F
rançois Van Hoydonck komt de vergaderzaal
binnen.
...
Het C
omité heeft ook de discussie over de suc-
cessieplanning in de SIPEF-groep voortgezet.
Aangezien dit punt Petra Meekers aanbelangt,
verklaart zij dat er in haar hoofde sprake is
van een belangenconflict in de zin van artikel
7:96 van het Wetboek van Vennootschappen en
Verenigingen en verlaat zij de vergadering.
Uit vorige verslagen blijkt dat de Groep goed
is voorbereid op de toekomst op de verschil-
lende managementniveaus in de verschillende
landen, met uitzondering van de vervanging
van de “President Director” in Indonesië en de
Gedelegeerd Bestuurder in het Hoofdkantoor.
Er werd voorgesteld dat Petra Meekers de
Groep zal vervoegen als CEO van SIPEF
Singapore Pte Ltd met ingang van 1 april
2021. Zij zal verantwoordelijk zijn voor de
operaties in Indonesië en PNG als Chief
Operating Ocer Asia-Pacific (COO APAC).
Een remuneratiepakket met een totale kost van
KEUR 622 werd ter goedkeuring voorgelegd.
Petra wordt ook voorgedragen als lid van het
Executief Comité van SIPEF vanaf 10 juni
2021.
Petra heeft de vennootschap geïnformeerd dat
zij, gelet op haar nieuwe uitvoerende functies
in SIPEF, ontslag zal nemen uit de Raad van
Bestuur op de GAV van 9 juni 2021. Petra zal
een traject volgen naar een mogelijke benoe-
ming als Gedelegeerd Bestuurder van SIPEF
tegen september 2024. Er zullen welomschre-
ven stappen zijn voor evaluatie en advies
door het Remuneratiecomité aan de Raad van
Bestuur als Benoemingscomité. De opvolging
van de “President Director” Indonesië zal als
106
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
één van de prioriteiten beschouwd worden in
de komende zes maanden.
De Raad k
eurt unaniem deze aanbevelingen
van het Remuneratiecomité goed.
Petra Meekers vervoegt de vergadering weer.
Uittreksel uit de notulen van 17 november
2021
“De Voorzitter van het Remuneratiecomité, Antoine
Friling, vat de aanbevelingen van het Comité aan
de Bestuurders als volgt samen: …
Aangezien de volgende punten betrekking hebben
op zijn individuele remuneratie, verklaart François
Van Hoydonck, Gedelegeerd Bestuurder, dat er
in zijn hoofde een belangenconflict bestaat, zoals
bedoeld in artikel 7:96 van het Belgische Wetboek
van Vennootschappen en Verenigingen. François
verlaat de vergadering.
-
Uit dez
elfde benchmarkstudie blijkt dat de
globale vaste remuneratie van de Gedelegeerd
Bestuurder en de leden van het Executief
Comité marktconform is en dat geen algemene
aanpassing vereist is. De in 2021 ontvangen
variabele vergoedingen liggen aanzienlijk la-
ger dan het benchmarkgemiddelde, maar zijn
in overeenstemming met de winstgevendheid
van de Vennootschap in 2020. Gelet op de ont-
wikkelingen van de laatste jaren, waaronder
de groei van de omvang van de Vennootschap,
in combinatie met de schuldaouw in tijden
van lage palm-
olieprijzen, wordt evenwel aanbevolen om
de jaarlijkse vergoeding van de Gedelegeerd
Bestuurder vanaf 2022 te verhogen van
KEUR 667 tot KEUR 750 (kostprijs voor de
Vennootschap).
- Er wordt voorgesteld om het jaarlijkse
optieplan, dat in 2011 werd opgestart, in 2021
voort te zetten. De opties zouden dezelfde ken-
merken hebben als deze die vorig jaar werden
toegekend, zijnde een jaarlijks aandelenop-
tieplan op bestaande SIPEF-aandelen en in
overeenstemming met de Belgische fiscale
wetgeving. Het Comité stelt voor om een totaal
aantal van 20 000 aandelenopties toe te ken-
nen aan de Gedelegeerd Bestuurder, het uitge-
breide Executief Comité en de 2 Managers ver-
antwoordelijk voor de activiteiten van SIPEF
in Indonesië en Ivoorkust. De Manager verant-
woordelijk voor PNG komt niet in aanmerking
voor het optieprogramma aangeboden in 2021,
aangezien hij zich in een overgangsfase be-
vindt. Eén optie geeft de begunstigde het recht
om één SIPEF-aandeel te kopen, 20 000 opties
komen overeen met een bedrag van ongeveer
KEUR 1 120 (op basis van een beurskoers van
ongeveer EUR 56 per aandeel); 6 000 opties
(KEUR 336) zouden worden aangeboden aan
de Gedelegeerd Bestuurder. Aangezien het
in 2011 uitgegeven jaarlijkse optieplan op 23
november 2021 afloopt, is het waarschijnlijk
dat de resterende 16 000 aandelen vóór die
datum zullen worden uitgeoefend. Er wordt
aanbevolen dat de Vennootschap alle uitstaan-
de opties zou blijven dekken door een inkoop
van eigen aandelen SIPEF tot het einde van
het programma of de uitoefening zal hebben
plaatsgevonden. Er wordt verondersteld dat op
het jaareinde van 2021 een totaal aantal van
180 000 aandelen in portefeuille nodig zal zijn
om alle opties, inclusief het plan van 2021, in
te dekken.
De Bestuurders, in afwezigheid van François Van
Hoydonck, keuren deze laatste voorstellen van het
Comité goed.
François Van Hoydonck treedt opnieuw toe tot de
vergadering.
Er deden zich verder geen andere gevallen van
belangenconflicten voor in 2021.
107
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
9. Beleid inzake financiële transacties
De raad van bestuur heeft de gedragsregels die
de bestuurders, werknemers en zelfstandige
medewerkers van SIPEF dienen te respecteren
bij financiële verrichtingen met eecten van de
Vennootschap en zijn beleid ter voorkoming van
marktmisbruik opgesteld en neergeschreven in
hoofdstuk 5 van het Charter.
10. Aandeelhoudersstructuur
De aandeelhoudersstructuur van SIPEF wordt
gekenmerkt door de aanwezigheid van twee refe-
rentieaandeelhouders, Ackermans & van Haaren
en Groep Bracht, samengesteld uit Priscilla,
Theodora en Victoria Bracht en hun respectie-
velijke vennootschappen (Cabra P, Cabra T en
Cabra V) en Cabra NV die gezamenlijk optreden
in onderling overleg op grond van een aandeel-
houdersovereenkomst die oorspronkelijk werd
afgesloten in 2007 voor een periode van 15 jaar.
Op 3 maart 2017 werd deze overeenkomst aan-
gepast en verlengd voor een nieuwe periode van
15 jaar.
Deze aandeelhoudersovereenkomst beoogt met
de creatie van een stabiel aandeelhouderschap
van SIPEF, de bevordering van de evenwichtige
ontwikkeling en de rendabele groei van SIPEF en
haar dochtervennootschappen. Ze bevat onder
meer stemafspraken in verband met de benoe-
ming van bestuurders en afspraken in verband
met de overdracht van aandelen.
Op 2 juli 2020 heeft SIPEF een kennisgeving
ontvangen met betrekking tot (i) een drempel-
onderschrijding van 10% van de stemrechten van
SIPEF door Cabra NV en (ii) de wijziging van de
samenstelling van de Groep Bracht. Deze bewe-
gingen in het aandeelhouderschap van SIPEF
waren het gevolg van de gedeeltelijke splitsing op
30 juni 2020 van Cabra NV door de oprichting van
drie nieuwe vennootschappen: Cabra P, CabraT
en Cabra V, respectievelijk onder controle van
Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria
Bracht. Bij deze gedeeltelijke splitsing werden in
elk van de nieuwe opgerichte vennootschappen
100 000 aandelen SIPEF ingebracht. Na deze
verrichting bezat Cabra NV 9,46% van de stem-
rechten van SIPEF. De gedeeltelijke splitsing had
geen invloed op het totaal aantal SIPEF-aandelen
dat Groep Bracht aanhoudt (12,31%) en evenmin
op de aandeelhoudersovereenkomst die werd
afgesloten met Ackermans & van Haaren op grond
waarvan deze laatste vennootschap samen met
Groep Bracht de gezamenlijke controle uitoefent
over SIPEF. Op basis van deze kennisgeving bezat
Ackermans & van Haaren samen in overleg met
Groep Bracht 46,99% van de stemmen, waarvan
34,68% in handen van Ackermans & van Haaren
en het saldo in het bezit van Groep Bracht.
De relevante gegevens van deze transparan-
tiemelding zijn terug te vinden op de web-
site van de Vennootschap (www.sipef.com/
hq/in
vestors/shareholders-information/
shareholders-structure/).
Op die datum bezat geen enkele andere aandeel-
houder meer dan 5% van de stemmen van SIPEF.
108 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
11. Overeenstemming met de Belgische Corporate
Governance Code 2020 – “comply or explain”
Het deugdelijk bestuur van SIPEF wijkt af van
een beperkt aantal aanbevelingen van de Code:
1.
Vergoeding van de niet-uitvoerende bestuurders:
een deel van hun vergoeding bestaat niet uit aan-
delen van de Vennootschap die moeten worden
aangehouden tot minstens één jaar na het einde
van hun mandaat en minstens drie jaar na de toe-
kenning ervan (artikel 7.6 Code).
Motivatie:
Deze remuneratievorm wordt opgelegd door
de Code opdat de niet-uitvoerende bestuurders
zouden handelen met het perspectief van lan-
getermijnaandeelhouder. De niet-uitvoerende
bestuurders dienen echter de belangen van alle
stakeholders te behartigen en niet enkel die van
de aandeelhouders. Bovendien worden de activi-
teiten en de strategie van SIPEF volledig gedreven
door een langetermijnvisie. De Vennootschap is
dus van mening dat het overbodig is dergelijke
visie door te trekken naar het remuneratiebeleid.
2.
Vergoeding van de leden van het executief comité:
er is geen minimumdrempel bepaald door de raad
van bestuur voor aandelen die moeten aange-
houden worden door de leden van het executief
comité (artikel 7.9 Code).
Motivatie:
De Vennootschap legt geen dergelijke minimum-
drempel op aan de leden van het executief comité
aangezien deze laatsten steeds gedreven worden
door een langetermijnvisie die onlosmakelijk
verbonden is met de agro-industriële activiteiten
van de Groep. Deze kunnen enkel op lange termijn
geëvalueerd worden, zoals blijkt uit de strategie
en het bedrijfsmodel van SIPEF. Overigens is
de remuneratie van de leden van het executief
comité reeds gelinkt aan de performantie van de
Vennootschap via de variabele vergoeding en de
toekenning van aandelenopties met een looptijd
van 10 jaar.
3.
De raad van bestuur heeft geen secretaris van de
Vennootschap aangesteld die de functies voor-
geschreven door de Code uitoefent (artikel 3.19
Code).
Motivatie:
De functies voorgeschreven door artikel 3.20 van
de Code worden waargenomen door de gedele-
geerd bestuurder, onder begeleiding van de legal
counsel van de Vennootschap.
4.
De raad heeft geen benoemingscomité aange-
steld; de voltallige raad van bestuur doet dienst
als benoemingscomité waarvan slechts 30% is
samengesteld uit onaankelijke bestuurders en
niet de meerderheid zoals vereist door de Code
(artikel 4.19 Code).
Motivatie:
SIPEF is van oordeel dat de voltallige raad van
bestuur beter geschikt is dan een benoemings-
comité voor het voorbereiden en organiseren
van de samenstelling en de successieplanning
van de raad en zijn comités. Bovendien, hindert
de relatief beperkte omvang van de raad - tien
leden - geenszins een eciënte beraadslaging
en besluitvorming.
109
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Corporate governance verklaring
2017 2018 2019 2020 2021
Gemiddelde prijs SIPEF-aandeel Gemiddelde ruwe palmolieprijs
40
50
60
70
80
600
900
1200
1500
30
300
SIPEF
op de beurs
Beursnotering
De SIPEF-aandelen zijn genoteerd op de
Brusselse aandelenbeurs sinds de oprichting van
SIPEF in 1919.
Momenteel zijn de aandelen genoteerd op de con-
tinumarkt van Euronext Brussels (code van het
aandeel: SIP, ISIN code: BE0003898187).
De bovenstaande grafiek toont aan dat tot onge-
veer midden 2020 het SIPEF-aandeel in EUR over
het algemeen dezelfde trend volgde als de prijzen
van ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” – CPO).
Vanaf het tweede semester van 2020 is de prijs
van het SIPEF-aandeel in EUR relatief stabiel
gebleven, terwijl de prijzen van CPO gestegen
zijn van ongeveer USD 600 per ton in juni 2020
tot USD 1 350 per ton in december. Hoewel het
moeilijk is om de marktbewegingen te verklaren,
is deze trendwijziging waarschijnlijk te wijten
aan de wijziging van het beleid inzake export-
taks en exporthengen in Indonesië, waardoor
het opwaartse eect van stijgende CPO-prijzen
voor de Indonesische dochterondernemingen
wordt beperkt. Bovendien is het ESG-profiel
van de palmoliesector de voorbije jaren negatief
geëvolueerd binnen de Europese Unie, hetgeen
mogelijk ook weegt op de beurskoers van het
SIPEF-aandeel.
EVOLUTIE VAN HET SIPEFAANDEEL IN EUR VERSUS DE RUWE PALMOLIEPRIJS IN USD
110 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Brutodividend (in EUR) Pay-out ratio (in%)
0,30
0,30
0,40
0,80
0,80
1,10
1,50
1,70
1,70
1,25
1,25
0,60
1,25
1,60
0,55
0
0,35
2,00
17%
23%
22%
24%
21%
25%
25%
25%
32%
32%
30%
31%
31%
30%
30%
30%
30%
30%
0,50
1,00
1,50
2,00
20%
25%
30%
35%
0,00 15%
20172004 2005 2006 2007 20092008 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2018 2019 2020 2021
Evolutie beursgegevens van het SIPEF-aandeel (in EUR)
Dividendbeleid
Het winstuitkeringspercentage is sinds 2004
gestegen van 17% tot circa 30% in 2012. Dit per-
centage is over de periode 2012-2020 stabiel
gebleven met uitzondering van 2019. In 2019
noteerde SIPEF een verlies zodat er voor 2020
geen dividenduitkering werd voorgesteld.
Het is de intentie van SIPEF om het beleid van
een dividenduitkering van ongeveer 30% van de
recurrente winst van het vorige boekjaar en het
saldo herinvesteren in de verdere groei van het
bedrijf verder te zetten.
2021 2020 2019 2018 2017
Hoogste beurskoers van het jaar 60,80 56,70 54,80 65,00 69,84
Laagste beurskoers van het jaar 43,85 38,00 35,25 47,10 57,76
Slotkoers per 31/12 56,90 43,20 54,80 48,80 62,80
Marktkapitalisatie per 31/12 (KEUR) 601 964 457 027 579 747 516 271 664 382
Aantal aandelen per 31/12 10 579 328 10 579 328 10 579 328 10 579 328 10 579 328
Gemiddelde aantal verhandelde aandelen per handelsdag 5 277 5 956 5 081 4 967 5 014
Gemiddelde omzet per handelsdag (KEUR) 263 274 229 287 318
EVOLUTIE VAN HET DIVIDEND EN DE PAYOUT RATIO
111
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 SIPEF op de beurs
Financiële kalender
De periodieke en occasionele informatie met
betrekking tot de Vennootschap en tot de Groep,
wordt op de volgende wijze meegedeeld, voor
beurstijd:
Donderdag 21 april 2022: tussentijds beheers-
verslag over de eerste drie maanden
Donderdag 18 augustus 2022: resultaten van
het eerste semester
Donderdag 20 oktober 2022: tussentijds
beheersverslag over de eerste negen maanden
Februari 2023: resultaten van het boekjaar,
samen met de commentaren over de activitei-
ten van de Groep
Woensdag 7 juni 2023: volgende gewone alge-
mene vergadering wordt gehouden om 15 uur
in Kasteel Calesberg, Calesbergdreef 5, 2900
Schoten
Overeenkomstig de geldende wettelijke voor-
schriften maakt elk belangrijk voorval dat een
invloed kan hebben op het resultaat van de
Vennootschap en van de Groep, het onderwerp
uit van een afzonderlijk persbericht.
Financiële dienstverlening
De hoofdbetaalagent is Bank Degroof
Petercam.
Corporate website
De website (www.sipef.com) speelt een belangrij-
ke rol in de financiële communicatie van SIPEF.
Daarom wordt een omvangrijk deel van de corpo-
rate website gereserveerd voor investor relations.
Vanaf de lancering van de vernieuwde SIPEF-
website in oktober 2018, wordt verwezen naar
de dagelijkse aandelenkoers en de dagelijk-
se CPO-prijs (www.sipef.com/hq/investors/
daily-share-price-cpo-price/).
112
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Andere
informatie over de
Vennootschap
Duur
De Vennootschap bestaat voor onbepaalde duur.
Kapitaal
 
SIPEF heeft van de Federale Overheidsdienst
(FOD) Economie de ociële goedkeuring ont-
vangen om, vanaf 1 januari 2016, de boekhouding
en de jaarrekening op te stellen in Amerikaanse
dollar, de functionele munt van SIPEF.
Op 31 december 2021 bedroeg het volgestort
maatschappelijk kapitaal USD 44 733 752,04.
Het wordt vertegenwoordigd door 10 579 328 aan-
delen zonder vermelding van nominale waarde.
Alle aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen,
hebben dezelfde rechten.
Ieder aandeel geeft recht op één stem. SIPEF
heeft geen andere categorieën van aandelen
uitgegeven, zoals aandelen zonder stemrecht of
bevoorrechte aandelen.
 
Bij beslissing van de buitengewone algemene ver-
gadering van 10 juni 2020 kwam er een verlenging
met vijf jaar van de aan de raad van bestuur ver-
leende machtiging om het kapitaal te verhogen,
in een of meerdere keren ten belope van USD
44733752,04 volgens de in de statuten gestipu-
leerde modaliteiten.
Die machtiging is geldig voor een periode van
vijf jaar te rekenen vanaf 2 juli 2020, met name
de datum van publicatie in de Bijlagen bij het
Belgisch Staatsblad, hetzij tot en met 1 juli 2025.
De buitengewone algemene vergadering
van 10 juni 2020 heeft beslist dat ingeval de
Vennootschap een mededeling ontvangt van de
Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten
(FSMA) dat haar kennis is gegeven van een
openbaar overnamebod op de eecten van de
Vennootschap, de raad van bestuur, overeenkom-
stig artikel 7:202 §2, 2° van het WVV, slechts van
zijn bevoegdheid inzake het toegestane kapitaal
gebruik kan maken, indien voornoemde kennis-
geving plaatsvindt niet later dan drie jaar na de
datum van de buitengewone algemene verga-
dering die de betrokken bevoegdheid heeft her-
nieuwd, hetzij vanaf 10 juni 2020 tot en met 9
juni 2023.
113
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Andere informatie over de Vennootschap
Op 31 december 2021 bedroeg het toegestaan
kapitaal USD 44 733 752,04.
Op basis van dat laatste bedrag kunnen ten
hoogste 10 579 328 nieuwe aandelen worden
uitgegeven.
 
De buitengewone algemene vergadering van
10 juni 2020 heeft de machtiging aan de raad
van bestuur verlengd met een periode van vijf
jaar, waardoor de raad met inachtneming van
de wettelijke bepalingen een maximum aantal
van 2 115865 eigen aandelen, zijnde 20% van het
geplaatst kapitaal, kan verkrijgen volgens de in de
statuten vermelde modaliteiten.
Die machtiging is geldig voor een periode van
vijf jaar te rekenen vanaf 2 juli 2020, met name
de datum van publicatie in de Bijlagen bij het
Belgisch Staatsblad, tot en met 1 juli 2025.
Dezelfde buitengewone algemene vergadering
heeft ook de aan de raad van bestuur verleende
machtiging verlengd om eigen aandelen te ver
-
krijgen wanneer deze inkoop noodzakelijk is om
een dreigend ernstig nadeel voor de Vennootschap
te voorkomen. Die machtiging is geldig voor een
termijn van drie jaar, te rekenen vanaf 2 juli 2020,
de datum van de publicatie in de Bijlagen bij het
Belgisch Staatsblad, tot en met 1 juli 2023.
De aankopen en verkopen van eigen aandelen in
2021 worden in Toelichting 22 van dit Jaarverslag
beschreven.
Op 31 december 2021 heeft SIPEF 178 000 eigen
aandelen (1,68% van het totale aantal uitstaande
aandelen) in portefeuille, voorbestemd voor de
uitoefening van toegekende en nog niet uitge-
oefende opties.
Ter inzage beschikbare documenten
     
  
SIPEF beschikt over een website (www.sipef.
com) waar de aandeelhouders alle informatie
met betrekking tot de Vennootschap kunnen
raadplegen.
Deze website wordt regelmatig bijgewerkt
en bevat de inlichtingen zoals bepaald in het
Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betref-
fende de verplichtingen van emittenten van
financiële instrumenten die zijn toegelaten tot
de verhandeling op een gereglementeerde markt
en het WVV.
De website bevat onder meer de jaarrekeningen
en jaarverslagen, alle door de Vennootschap gepu-
bliceerde persberichten en alle nuttige en nodige
informatie betreende de algemene vergaderin
-
gen en de deelname van de aandeelhouders aan
deze vergaderingen, en in het bijzonder, de door
de statuten opgelegde voorwaarden die regelen
op welke manier de (gewone en buitengewone)
algemene vergaderingen van de aandeelhouders
worden bijeengeroepen.
Ten slotte worden ook de resultaten van de stem-
mingen en de notulen van de algemene vergade-
ringen gepubliceerd op de website.
114
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
    
  
 
De gecoördineerde statuten van de Vennootschap
kunnen worden geraadpleegd op de Grie van
de Rechtbank van Koophandel in Antwerpen,
op de maatschappelijke zetel en op de web-
site van de Vennootschap ( www.sipef.com/
hq/in
vestors/shareholders-information/
corporate-governance).
De jaarrekening wordt neergelegd bij de Nationale
Bank van België en kan worden geraadpleegd op
de website van SIPEF.
De besluiten met betrekking tot de benoeming
en het ontslag van de leden van de organen van
de Vennootschap worden bekendgemaakt in de
Bijlagen tot het Belgisch Staatsblad.
De financiële berichten van de Vennootschap wor-
den gepubliceerd in de financiële pers. De andere
voor het publiek toegankelijke documenten kun-
nen worden geraadpleegd op de maatschappelijke
zetel van de Vennootschap.
Het jaarverslag van de Vennootschap wordt jaar-
lijks verzonden naar de aandeelhouders op naam
en naar iedereen die de wens heeft uitgedrukt het
verslag te ontvangen. Het is kosteloos verkrijgbaar
op de maatschappelijke zetel.
De jaarverslagen van de laatste drie boekjaren en
alle andere in deze paragraaf vermelde documen-
ten kunnen op de website van de Vennootschap
worden geraadpleegd.
115SIPEF Bedrijfsverslag 2021
Woordenlijst
Algemeen
ACS -- De organisatie van de ACS-landen (Afrika, Caribisch gebied
en Stille Oceaan) werd in 1975 opgericht bij de Overeenkomst
van Georgetown. Zij bestaat uit 79 staten, die met de Europese
Unie verbonden zijn via de EU-partnerschapsovereenkomst.
Eén van haar belangrijkste doelstellingen is de duurzame
ontwikkeling van haar lidstaten en hun geleidelijke integratie
in de wereldeconomie.
CDM -- Het “Clean Development Mechanism” (mechanisme voor
schone ontwikkeling) biedt een land met een emissiebeperking
of een reductieverbintenis krachtens het Protocol van Kyoto
de mogelijkheid om een emissiereductieproject in ontwik-
kelingslanden uit te werken. Het land kan daarmee verkoop-
bare gecertificeerde emissiereductiekredieten (“Certified
Emission Reduction” - CER) verdienen, die elk overeenstem-
men met 1 ton CO2 en die kunnen worden meegeteld om de
Kyotodoelstellingen te halen. Het is de eerste wereldwijde
regeling voor milieu-investeringen en -kredieten in zijn soort
en vormt een gestandaardiseerd emissiecompensatie-instru-
ment, CER. CDM wordt beheerd door de UNFCCC (“United
Nations Framework Convention of Climate Change”).
CIF Rotterdam -- De CIF (“Cost, Insurance and Freight”) kostprijs
is de verkoopprijs die alle kosten dekt, verzekering en vracht
inbegrepen, tot aan de haven van bestemming, in dit geval
Rotterdam. De koper betaalt voor de goederen afgeleverd
in Rotterdam. De CIF-Rotterdam-prijs is een wereldwijde
referentie in de palmoliemarkt.
CPO -- Ruwe palmolie (“Crude Palm Oil”) is een eetbare olie die
wordt gewonnen uit de vrucht van de oliepalm.
CSPKO -- Gecertificeerde duurzame palmpitolie (“Certified
Sustainable Palm Kernel Oil”) is palmpitolie die wordt gepro-
duceerd door palmolieplantages die onaankelijk gecon-
troleerd en gecertificeerd worden volgens de normen van de
“Roundtable on Sustainable Palm Oil” (RSPO, rondetafel voor
duurzame palmolie).
CSPO -- Gecertificeerde duurzame palmolie (“Certified Sustainable
Palm Oil”) is palmolie die wordt geproduceerd door palmolie-
plantages die onaankelijk gecontroleerd en gecertificeerd
worden volgens de normen van de RSPO.
CTC-thee -- Bij het “Cut, Tear and Curl”-theeproces worden de
bladeren niet gerold. In plaats daarvan worden ze verwerkt
in een CTC-machine, wat leidt tot een andere soort thee dan
de orthodoxe thee. Dit proces zorgt voor een snellere infusie
en levert een sterkere kop zwarte thee op.
EFB -- Lege vruchtentrossen (“Empty Fruit Bunches”) zijn wat
overblijft van de verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches”
- FFB) nadat de vruchten eruit zijn gehaald om te worden
geperst tot palmolie.
EMS -- Een milieubeheersysteem (“Environmental Management
System” - EMS) is een serie processen en praktijken waar-
mee een organisatie/onderneming haar milieu-impact kan
terugdringen.
FFA -- In palmolie komen vrije vetzuren (“Free Fatty Acids” - FFA)
voor, net zoals in alle oliën. De belangrijkste FFAs in palmolie
zijn palmitinezuur en oliezuur. De kwaliteit en prijs van ruwe
palmolie is aankelijk van het FFA-gehalte op het moment
van verscheping.
FFB -- Verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches”) zijn de
palmvruchten die in trossen aan de oliepalm groeien. Deze
vruchtentrossen vormen de grondstof die naar een palmolie-
fabriek wordt getransporteerd voor verwerking. Daarbij wordt
de palmolie uit het vruchtvlees van de vruchten uit de trossen
gewonnen.
FOB Indonesia -- “Free on Board” (franco aan boord): is de ver-
koopprijs die aangeeft dat de verkoper betaalt voor het vervoer
van de goederen naar de laadhaven, in dit geval Indonesië, plus
laadkosten. De koper betaalt, naast de goederen, de kosten
van de vracht, de verzekering, het lossen en het vervoer van
de loshaven naar de eindbestemming.
FPIC -- Vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming
(“Free, Prior and Informed Consent” - FPIC) is een specifiek
recht dat betrekking heeft op inheemse volkeren en lokale
gemeenschappen en wordt erkend in de Verklaring van de
Verenigde Naties over de rechten van inheemse volkeren
(UNDRIP). Hiermee kunnen inheemse volkeren en lokale
gemeenschappen met aantoonbare gebruikersrechten over
een gebied toestemming geven voor of een project weigeren
dat van invloed kan zijn op hen of hun territoria.
GHG -- Broeikasgassen (“Greenhouse Gases” - GHG) zijn de
emissies van verschillende gassen die in de aardatmo-
sfeer worden uitgestoten, onder andere kooldioxide en
methaan, die bijdragen tot het broeikaseect en leiden tot
temperatuurveranderingen.
116 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
GLOBALG.A.P. -- Is een wereldwijd erkend programma voor land-
bouwcertificatie dat de vereisten van de consumenten omzet
in goede landbouwpraktijken voor uiteenlopende detailhan-
delaars en hun leveranciers.
GRI -- De “Global Reporting Initiative” (GRI) is een onaankelijke
internationale organisatie die sinds 1997 pionier is op het
gebied van duurzaamheidsrapportering. GRI helpt bedrijven
en overheden over de hele wereld hun impact op cruciale duur
-
zaamheidskwesties zoals klimaatverandering, mensenrechten,
bestuur en sociaal welzijn te begrijpen en te communiceren.
Dit maakt echte actie mogelijk om voor iedereen sociale, eco-
logische en economische voordelen te creëren.
HCSA -- De “High Carbon Stock Approach” (benadering hoge kool-
stofvoorraad) is een methodologie waarbij een onderscheid
wordt gemaakt tussen beschermde bosgebieden en minder
waardevolle terreinen met lage koolstof- en biodiversiteits-
waarden die mogen worden ontwikkeld.
De methodologie werd ontwikkeld met als doel de implemen-
tatie van engagementen inzake "niet-ontbossing" geloofwaar
-
dig te maken door middel van een praktische, transparante,
degelijke en wetenschappelijk onderbouwde aanpak. Deze
benadering wordt algemeen aanvaard om ontbossing in de
tropen te stoppen, terwijl de rechten en bestaansmiddelen
van lokale volkeren worden gerespecteerd.
HCV -- Het concept “High Conservation Value” (hoge natuurbe-
houdswaarde of HCV) werd oorspronkelijk in 1999 door de
“Forest Stewardship Council” ontwikkeld voor gebruik bij de
certificatie van bosbeheer. In 2005 werd het “HCV Resource
Network” opgericht en werd het toepassingsgebied uitgebreid
van “HCV Forest” naar “HCV Area”. Het vormt nu een kern-
principe van duurzame normen voor palmolie, soja, suiker,
biobrandstoen en koolstof, en wordt veel gebruikt voor het in
kaart brengen van landschappen, natuurbehoud en de planning
en pleitbezorging voor natuurlijke rijkdommen.
HCVA -- “High Conservation Value Areas” (natuurgebieden met
hoge natuurbehoudswaarde of HCVA) worden gedefinieerd op
basis van hoge HCV’s, dus biologische, ecologische, maatschap-
pelijke of culturele waarden die van uitzonderlijk belang wor-
den beschouwd op nationaal, regionaal of wereldwijd niveau.
HFCC -- “High Forest Cover Countries” (HFCC) zijn gedefini-
eerd als deze met > 60% bosbedekking (gebaseerd op recente,
betrouwbare erkenning van hun "Reduction of Emissions from
Deforestation and Forest Degradation" (REDD+) en nationale
gegevens); < 1% oliepalmbedekking; een ontbossingstraject dat
historisch laag maar stijgend of constant is; en een grensgebied
dat bekend staat voor oliepalm of waar grote gebieden zijn
toegewezen voor ontwikkeling.
HFCL -- “High Forest Cover Landscapes” (HFCL) zijn landschappen
met > 80% bosbedekking. Het “High Carbon Forest Landscape”
(HCFL) -concept werd ontwikkeld door de “High Carbon
Stock Approach” (HCSA) en een specifiek gedeelte in de
HCSA “Toolkit” met betrekking tot HCFL wordt ontwikkeld
in samenwerking met RSPO.
HGU -- “Hak Guna Usaha” is een landbouwlicentie die wordt ver-
leend door de Indonesische overheid.
IP -- Duurzame palmolie van één identificeerbare gecertificeerde
bron wordt in de hele toeleveringsketen gescheiden gehou-
den van gewone palmolie. Een extractiefabriek wordt geacht
“Identity Preserved” (IP) te zijn als de door de extractiefabriek
verwerkte FFB aomstig zijn van plantages/estates die zijn
gecertificeerd volgens de RSPO “Principles and Criteria”
(RSPO P&C).
IPM -- “Integrated Pest Management” (geïntegreerde plaagbe-
strijding) is een ecosysteembenadering voor gewasbescher-
ming waarbij verschillende beheerstrategieën en -praktijken
worden gecombineerd om gezonde gewassen te telen met een
minimaal gebruik van pesticiden.
117
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Woordenlijst
ISCC -- De “International Sustainability and Carbon Certification”
(internationale duurzaamheids- en koolstofcertificatie) is een
onaankelijke certificatieregeling die bedoeld is om aan te
tonen dat biomassa en bio-energie, en andere op biomassa
gebaseerde producten die worden gebruikt als ingrediënten
in de voeder-, voedsel- en chemiesectoren, beantwoorden aan
vereisten in verband met duurzaamheid en GHG-emissies.
De regeling is bedoeld om de GHG-emissies terug te dringen,
ervoor te zorgen dat er geen biomassa wordt geproduceerd
op land met hoge koolstofvoorraad of hoge biodiversiteit, te
zorgen voor de toepassing van goede landbouwpraktijken in
verband met bodem, water en lucht, en ten slotte te zorgen
voor de naleving van de mensen-, arbeids- en landrechten.
ISEAL -- De “International Social and Environmental
Accreditation” (ISEAL) is de wereldwijde vereniging voor
geloofwaardige duurzaamheidsnormen. Deze duurzaam-
heidsnormen voldoen aan de “Codes of Good Practice” en
bevorderen meetbare verandering door middel van open,
strikte en toegankelijke certificeringssystemen. Ze worden
ondersteund door internationale accreditatie-instanties, die
moeten voldoen aan erkende internationale best practices.
ISPO -- Het “Indonesian Sustainable Palm Oil”-systeem is een
beleid dat het ministerie van Landbouw heeft ingevoerd
namens de Indonesische overheid. Het is gericht op de ver-
betering van de concurrentiepositie van Indonesische palmolie
op de wereldmarkt, het terugdringen van GHG, de focus op
milieukwesties en de leiding van de “ISPO GHG Working
Group”. De “ISPO Commission” en de “GHG Working Group”
hebben samengewerkt om de berekeningsrichtlijnen voor de
palmolieplantages in Indonesië op te stellen. Deze richtlijnen
zullen worden gebruikt als referentie en zullen door de over-
heid worden opgenomen in de nieuwste ISPO-norm.
Izin Lokasi -- Deze door de Indonesische overheid uitgegeven licen-
tie biedt een ontwikkelaar de mogelijkheid om grond van
private eigenaren op een specifieke locatie voor een bepaald
project te compenseren.
Mass Balance (MB) -- Duurzame palmolie uit gecertificeerde
bronnen wordt in de hele toeleveringsketen gemengd met
gewone palmolie. Een palmoliefabriek wordt geacht “Mass
Balance” (MB) te zijn als de palmoliefabriek FFB verwerkt
van zowel RSPO-gecertificeerde als niet-gecertificeerde
plantages/estates. Een extractiefabriek kan FFB afnemen
van niet-gecertificeerde telers, naast de FFB van de eigen
gecertificeerde plantages en die van derden. In dat geval kan
alleen aanspraak worden gemaakt op MB voor het volume
oliepalmproducten dat is geproduceerd door de verwerking
van de gecertificeerde FFB.
NPP -- De “New Planting Procedure” (NPP) werd geïntroduceerd
met als doel een kader te bieden voor de verantwoorde ont-
wikkeling van nieuw land voor de teelt van oliepalmen. De
NPP omvat een reeks evaluaties en verificatieactiviteiten
die worden uitgevoerd door zowel telers als certificerings-
instanties voordat de ontwikkeling van nieuwe oliepalmen
begint. De evaluaties zorgen ervoor dat nieuwe aanplanten
van oliepalmen geen negatieve invloed zullen hebben op oer-
bossen, HCV-gebieden (“High Conservation Value”), een hoge
koolstofvoorraad (“High Carbon Stock” - HCS), kwetsbare
gronden en gronden met weinig potentie of het land van de
lokale bevolking. Een succesvolle implementatie van de NPP
zorgt ervoor dat alle indicatoren van de RSPO “Principles and
Criteria” (P&C) 2013, “Principle 7”, worden geïmplementeerd,
en zijn dus in overeenstemming wanneer een nieuwe ontwik-
keling opgestart wordt.
PKO -- Palmpitolie (“Palm Kernel Oil”) is een eetbare olie die
aomstig is van de pit van de oliepalmvrucht.
Plasma -- Coöperatieve programma’s voor plantageontwikkeling
in Indonesië leggen oliepalmplantagebedrijven de wettelij-
ke verplichting op om individuele boeren te helpen bij de
ontwikkeling van hun landbouwgrond en de met oliepalmen
beplante arealen, de ‘plasma’-zones, te beheren. Hun productie
wordt vermeld als ‘derden’ in de productiecijfers van de Groep.
POIG -- De “Palm Oil Innovation Group” (POIG) is een multi-sta-
keholder initiatief dat ernaar streeft om verantwoorde werk-
wijzen in de palmolieproductie over te nemen door belang-
rijke spelers in de toeleveringsketen, door geloofwaardige
en verifieerbare standaarden te ontwikkelen en te delen die
voortbouwen op de “Roundtable on Sustainable Palm Oil”
(RSPO) en het creëren en het bevorderen van innovaties.
Het initiatief, opgericht in 2013, werd ontwikkeld in samen-
werking met vooraanstaande ngo's en met vooruitstrevende
palmolieproducenten.
POME -- “Palm Oil Mill Euent” is afvalwater dat wordt gegene-
reerd door de activiteiten van palmoliefabrieken. Met zijn hoge
organisch gehalte vormt POME een bron met groot potentieel
voor biogasproductie en/of compostering.
Rainforest Alliance -- De “Rainforest Alliance” (regenwoudalli
-
antie) is een internationale non-profit organisatie die actief
is op het raakvlak tussen bedrijven, landbouw en bosbouw,
om verantwoorde bedrijfspraktijken tot het nieuwe normaal
te maken en certificeringen uitreikt. Het is een alliantie van
bedrijven, landbouwers, bosbouwers, gemeenschappen en
consumenten die ernaar streven een wereld te creëren waar
mensen en natuur in harmonie kunnen gedijen.
118 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
RSPO -- De “Roundtable on Sustainable Palm Oil” (rondetafel
voor duurzame palmolie) is een wereldwijde non-profit certi-
ficatieregeling die stakeholders uit de palmoliesector samen-
brengt: palmolieproducenten, -verwerkers of -handelaren,
producenten van consumentengoederen, detailhandelaren,
banken/investeerders en ecologische en maatschappelijke
niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), om wereldwij-
de normen voor duurzame palmolie te ontwikkelen en toe
te passen. Er is een serie ecologische en maatschappelijke
criteria ontwikkeld, die de bedrijven moeten naleven als ze
“Certified Sustainable Palm Oil” (CSPO) willen produceren.
Indien correct toegepast, kunnen deze criteria helpen om de
negatieve impact van de palmolieteelt op het milieu en de
gemeenschappen in palmolieproducerende regio’s tot een
minimum te beperken. De RSPO-leden hebben zich ertoe
verbonden duurzame, door de RSPO gecertificeerde palmolie
te produceren, te kopen en/of te gebruiken.
RSS -- “Ribbed Smoked Sheets” (vaak aangeduid met RSS 1 tot 5)
is natuurrubber dat rechtstreeks aomstig is van de latex van
rubberbomen. De gecoaguleerde latex, in vellen uitgerold,
worden gesorteerd op basis van bepaalde parameters na het
roken en drogen en vervolgens in balen verpakt. De aandui
-
ding 1 tot 5 wijst op de zuiverheid van het vel. De RSS3 die in
Indonesië geproduceerd wordt, wordt voornamelijk gebruikt
voor banden en binnenbanden.
SAN -- Het “Sustainable Agriculture Network” (SAN) is een coalitie
van non-profit natuurbeschermingsorganisaties in Amerika,
Afrika, Europa en Azië die de ecologische en sociale duurzaam-
heid van landbouwactiviteiten promoten door de ontwikkeling
van normen voor beste praktijken, certificering en training
voor boeren op het platteland over de hele wereld. Hun visie
over de wereld is er één waar landbouwactiviteiten bijdragen
aan het behoud van biodiversiteit en duurzaam levensonder-
houd. Hun missie is om een wereldwijd netwerk te zijn dat de
landbouw omzet in een duurzame activiteit.
SDG’s -- De “Sustainable Development Goals” (SDG's), ook bekend
als de “Global Goals”, werden in 2015 door alle lidstaten van
de Verenigde Naties aangenomen als een universele oproep
tot actie om armoede te beëindigen, de planeet te beschermen
en ervoor te zorgen dat alle mensen tegen 2030 van vrede en
welvaart genieten. De 17 SDG's zijn geïntegreerd— dat wil
zeggen, zij erkennen dat actie op het ene gebied de resultaten
op het andere zal beïnvloeden, en dat ontwikkeling een even-
wicht moet vinden tussen sociale, economische en ecologische
duurzaamheid.
SIR -- “Standard Indonesian Rubber”. De verschillende parameters
worden gespecificeerd met nummers en letters die de specifica-
ties bepalen (vuil, as, viscositeit, enz.). Volgens de specificaties
van de SNI (“Indonesian National Standard”) wijst SIR 10 op
een zuiverder rubber met minder onzuiverheden dan SIR 20
en SIR3CV60 vertegenwoordigt een hogere viscositeit dan
SIR3CV50 rubber.
SOP -- “Standard Operating Procedures” (standaard werkprocedu-
res): stapsgewijze instructies die door een organisatie of bedrijf
zijn opgesteld over hoe een proces werkt, om werknemers te
helpen bij het uitvoeren van routinehandelingen.
SPOTT -- De “Sustainability Policy Transparency Toolkit” (SPOTT)
is een gratis online platform dat duurzame productie en han-
del van grondstoen ondersteunt. Door transparantie bij te
houden, stimuleert SPOTT de implementatie van corporate
best practices. SPOTT evalueert grondstoenproducenten en
-handelaren op hun openbare communicatie betreende hun
organisatie, beleid en praktijken met betrekking tot milieu-,
sociale en bestuurskwesties.
UNFCCC -- Het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake
klimaatverandering (“United Nations Framework Convention
on Climate Change” - UNFCCC) is een internationaal milieu-
verdrag waarover is onderhandeld tijdens de VN-conferentie
over milieu en ontwikkeling (UNCED), informeel bekend
als de “Earth Summit”, die van 3 tot 14 juni 1992 in Rio de
Janeiro werd gehouden. Het doel van het UNFCCC is om de
broeikasgasconcentraties (“greenhouse gas” - GHG) in de
atmosfeer te stabiliseren op een niveau dat gevaarlijke mense-
lijke interferentie met het klimaatsysteem zal voorkomen, in
een tijdsbestek waarin ecosystemen zich op natuurlijke wijze
zullen kunnen aanpassen en welke duurzame ontwikkeling
mogelijk maakt.
119
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Woordenlijst
Financieel
IFRS terminologie
Biologische activa - dragende planten -- De dragende planten
(bomen, theestruiken, bananenplanten,…) waarop de biolo-
gische productie groeit.
Biologische activa - groeiende biologische productie -- Het geoogst
product aomstig van biologische activa - dragende planten.
Dochterondernemingen -- Integraal geconsolideerde entiteiten
onder SIPEF-controle.
Geassocieerde ondernemingen -- De entiteiten waarin SIPEF een
belangrijke invloed heeft en die verwerkt worden volgens de
vermogensmutatiemethode.
Gewone winst per aandeel -- Nettoresultaat voor de periode (aan-
deel van de Groep) / gemiddeld aantal uitstaande aandelen
gedurende de periode.
Joint ventures -- Entiteiten die gezamenlijk worden gecontro-
leerd. Deze bedrijven worden geconsolideerd volgens de
vermogensmutatiemethode.
KGE -- Kas genererende eenheid of kasstroom genererende eenheid.
Netto financiële positie -- Rentedragende financiële schulden op
meer dan één jaar + rentedragende financiële schulden die
binnen het jaar vervallen - geldmiddelen en kasequivalenten.
Verwaterde winst per aandeel -- Nettoresultaat voor de periode
(aandeel van de Groep) / [gemiddeld aantal uitstaande aan-
delen tijdens de periode - eigen aandelen + (aantal mogelijke
nieuwe aandelen dat moet worden uitgegeven in het kader
van de bestaande uitstaande aandelenoptieplannen x verwa-
teringseect van de aandelen optieplannen)].
Financiële prestatiemaatstaven
EBIT -- Bedrijfsresultaten + winst/verlies van geassocieerde
ondernemingen.
EBITDA -- EBIT + afschrijvingen en bijkomende op- en afwaar-
deringen op activa.
Marktkapitalisatie -- Slotkoers x totaal aantal uitstaande aandelen.
Werkkapitaal -- Voorraden + handelsvorderingen + overige vor-
deringen + terug te vorderen belastingen - handelsschulden
- belastingsschulden - overige schulden.
120 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
121
Annex
Producties van de Groep (in ton)
GEPRODUCEERDE VERSE VRUCHTENTROSSEN YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
EIGEN
Indonesië 1 019 009 950 854 7,17%
Tolan Tiga groep 297 229 298 757 -0,51%
Umbul Mas Wisesa groep 224 429 206 984 8,43%
Agro Muko groep 396 782 362 545 9,44%
South Sumatra groep 100 568 82 567 21,80%
Papoea-Nieuw-Guinea 366 849 269 616 36,06%
Hargy Oil Palms Ltd 366 849 269 616 36,06%
TOTAAL EIGEN 1 385 858 1 220 470 13,55%
DERDEN
Indonesië 40 848 28 652 42,57%
Tolan Tiga groep 6 963 2 408 189,20%
Umbul Mas Wisesa groep 752 1 925 -60,95%
Agro Muko groep 18 277 16 386 11,54%
South Sumatra groep 14 855 7 933 87,25%
Papoea-Nieuw-Guinea 232 134 209 791 10,65%
Hargy Oil Palms Ltd 232 134 209 791 10,65%
TOTAAL DERDEN 272 982 238 443 14,49%
TOTAAL GEPRODUCEERDE VERSE VRUCHTENTROSSEN 1 658 840 1 458 913 13,70%
VERKOCHTE VERSE VRUCHTENTROSSEN YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
Indonesië 55 116 52 969 4,05%
Tolan Tiga groep 2 231 2 120900,92%
Umbul Mas Wisesa groep 41 532 42 095 -1,34%
Agro Muko groep 4 628 1 875 146,83%
South Sumatra groep 6 726 8 996 -25,24%
TOTAAL VERKOCHTE VERSE VRUCHTENTROSSEN 55 116 52 969 4,05%
122 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
OLIEEXTRACTIERATIO YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
Indonesië 23,0% 22,8% 0,87%
Tolan Tiga groep 22,7% 22,5% 0,89%
Umbul Mas Wisesa groep 23,3% 23,1% 0,84%
Agro Muko groep 23,1% 23,1% 0,07%
South Sumatra groep 22,6% 21,5% 4,90%
Papoea-Nieuw-Guinea 25,6% 24,6% 3,81%
Hargy Oil Palms Ltd 25,6% 24,6% 3,81%
TOTAAL OLIEEXTRACTIERATIO 24,0% 23,4% 2,28%
VERWERKTE VERSE VRUCHTENTROSSEN YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
Indonesië 1 004 740 926 537 8,44%
Tolan Tiga groep 301 961 301 163 0,27%
Umbul Mas Wisesa groep 183 649 166 814 10,09%
Agro Muko groep 410 431 377 056 8,85%
South Sumatra groep 108 698 81 504 33,37%
Papoea-Nieuw-Guinea 598 983 479 407 24,94%
Hargy Oil Palms Ltd 598 983 479 407 24,94%
TOTAAL VERWERKTE VERSE VRUCHTENTROSSEN 1 603 723 1 405 944 14,07%
123
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Annex
PALMPITTEN YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
EIGEN
Indonesië 44 445 42 867 3,68%
Tolan Tiga groep 16 135 16 255 -0,73%
Umbul Mas Wisesa groep 7 412 6 754 9,75%
Agro Muko groep 17 519 17 036 2,84%
South Sumatra groep 3 378 2 822 19,69%
TOTAAL EIGEN 44 445 42 867 3,68%
DERDEN
Indonesië 1 498 1 162 28,93%
Tolan Tiga groep 225 113 98,68%
Umbul Mas Wisesa groep 10 22 -55,58%
Agro Muko groep 777 720 7,95%
South Sumatra groep 486 306 58,68%
TOTAAL DERDEN 1 498 1 162 28,93%
TOTAAL PALMPITTEN 45 943 44 028 4,35%
PALMOLIE YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
EIGEN
Indonesië 222 509 205 040 8,52%
Tolan Tiga groep 67 550 67 310 0,36%
Umbul Mas Wisesa groep 42 733 38 413 11,25%
Agro Muko groep 90 895 83 545 8,80%
South Sumatra groep 21 331 15 772 35,25%
Papoea-Nieuw-Guinea 94 231 66 432 41,85%
Hargy Oil Palms Ltd 94 231 66 432 41,85%
TOTAAL EIGEN 316 740 271 472 16,68%
DERDEN
Indonesië 8 466 6 121 38,31%
Tolan Tiga groep 1 094 549 99,29%
Umbul Mas Wisesa groep 59 132 -54,93%
Agro Muko groep 4 103 3 671 11,76%
South Sumatra groep 3 209 1 769 81,43%
Papoea-Nieuw-Guinea 58 972 51 691 14,09%
Hargy Oil Palms Ltd 58 972 51 691 14,09%
TOTAAL DERDEN 67 438 57 812 16,65%
TOTAAL PALMOLIE 384 178 329 284 16,67%
124 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
PALMPITOLIE YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
Papoea-Nieuw-Guinea 12 251 9 397 30,38%
Hargy Oil Palms Ltd - Eigen 7 437 5 294 40,47%
Hargy Oil Palms Ltd - Derden 4 814 4 102 17,35%
TOTAAL PALMPITOLIE 12 251 9 397 30,38%
RUBBER YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
EIGEN
Indonesië 3 182 5 300 -39,96%
Tolan Tiga groep 599 918 -34,78%
Melania* 1 186 2 695 -55,99%
Agro Muko 1 397 1 686 -17,16%
TOTAAL EIGEN 3 182 5 300 39,96%
DERDEN
Indonesië 645 711 -9,28%
Tolan Tiga groep 645 711 -9,28%
TOTAAL DERDEN 645 711 9,28%
TOTAAL RUBBER 3 827 6 011 36,33%
THEE YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
Indonesië 965 2 762 -65,06%
Melania - Eigen* 829 2 664 -68,88%
Melania - Derden* 136 98 38,78%
TOTAAL THEE 965 2 762 65,06%
BANANEN YTD 2021 YTD 2020 % WIJZIGING
Ivoorkust 32 200 31 158 3,34%
Azaguie 1 5 600 5 152 8,70%
Azaguie 2 7 512 8 447 -11,07%
Agboville 9 507 8 988 5,77%
Motobé 9 581 8 571 11,78%
TOTAAL BANANEN 32 200 31 158 3,34%
* PT Melania rubber- en theeproducties zijn slechts voor 4 maanden opgenomen omwille van de verkoop van PT Melania per 30/04/2021
125
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Annex
Beplante oppervlakten (in hectaren)
Totale beplante oppervlakten van de geconsolideerde ondernemingen exclusief PT Timbang Deli.
2021 2020
MATUUR IMMATUUR BEPLANT MATUUR IMMATUUR BEPLANT
OLIEPALMEN 64 181 12 982 77 163 63 489 12 984 76 473
Indonesië 51 312 12 245 63 558 50 745 12 040 62 785
Tolan Tiga groep 12 027 875 12 902 12 383 581 12 963
PT Tolan Tiga 7 322 493 7 816 7 452 375 7 827
PT Eastern Sumatra 2 631 280 2 911 2 716 205 2 921
PT Kerasaan 2 073 102 2 175 2 215 0 2 215
Umbul Mas Wisesa groep 9 937 0 9 937 9 938 6 9 944
PT Umbul Mas Wisesa 7 056 0 7 056 7 063 0 7 063
PT Toton Usaha Mandiri 1 135 0 1 135 1 135 0 1 135
PT Citra Sawit Mandiri 1 746 0 1 746 1 740 6 1 746
Agro Muko groep 19 154 1 979 21 133 18 891 2 196 21 087
PT Agro Muko 16 332 1 508 17 839 16 045 1 877 17 922
PT Mukomuko Agro Sejahtera 2 822 471 3 294 2 847 319 3 166
South Sumatra groep 10 194 9 391 19 586 9 532 9 258 18 790
PT Agro Kati Lama 3 638 538 4 176 3 373 616 3 989
PT Agro Muara Rupit 3 294 2 355 5 649 2 377 3 082 5 459
PT Agro Rawas Ulu 1 816 728 2 543 1 546 906 2 452
PT Dendymarker Indah Lestari 1 447 5 770 7 217 2 236 4 654 6 890
Papoea-Nieuw-Guinea 12 869 736 13 605 12 744 944 13 689
Hargy Oil Palms Ltd 12 869 736 13 605 12 744 944 13 689
RUBBER 1 954 0 1 954 4 142 674 4 816
Indonesië 1 954 0 1 954 4 142 674 4 816
Tolan Tiga groep 696 0 696 2 778 674 3 452
PT Bandar Sumatra 696 0 696 767 0 767
PT Melania 0 0 0 2 011 674 2 685
Agro Muko groep 1 258 0 1 258 1 363 0 1 363
PT Agro Muko 1 258 0 1 258 1 363 0 1 363
THEE 0 0 0 1 744 43 1 786
Indonesië 0 0 0 1 744 43 1 786
PT Melania 0 0 0 1 744 43 1 786
BANANEN 794 0 794 780 0 780
Ivoorkust 794 0 794 780 0 780
Plantations J. Eglin SA 794 0 794 780 0 780
ANANASBLOEMEN 23 8 31 30 8 38
Ivoorkust 23 8 31 30 8 38
Plantations J. Eglin SA 23 8 31 30 8 38
TOTAAL 66 952 12 989 79 942 70 184 13 709 83 893
126 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Beplante oppervlakten (in hectaren)
Totale beplante oppervlakten van de geconsolideerde ondernemingen (deel van de Groep) exclusief
PT Timbang Deli.
TOTAAL BELANGEN % DEEL VAN DE GROEP
OLIEPALMEN 77 163 93,04% 71 790
Indonesië 63 558 91,55% 58 185
Tolan Tiga groep 12 902 87,04% 11 230
PT Tolan Tiga 7 816 95,00% 7 425
PT Eastern Sumatra 2 911 90,25% 2 627
PT Kerasaan 2 175 54,15% 1 178
Umbul Mas Wisesa groep 9 937 94,90% 9 430
PT Umbul Mas Wisesa 7 056 94,90% 6 696
PT Toton Usaha Mandiri 1 135 94,90% 1 077
PT Citra Sawit Mandiri 1 746 94,90% 1 657
Agro Muko groep 21 133 89,55% 18 924
PT Agro Muko 17 839 90,25% 16 100
PT Mukomuko Agro Sejahtera 3 294 85,74% 2 824
South Sumatra groep 19 586 94,97% 18 601
PT Agro Kati Lama 4 176 95,00% 3 968
PT Agro Muara Rupit 5 649 94,90% 5 361
PT Agro Rawas Ulu 2 543 95,00% 2 416
PT Dendymarker Indah Lestari 7 217 95,00% 6 856
Papoea-Nieuw-Guinea 13 605 100,00% 13 605
Hargy Oil Palms Ltd 13 605 100,00% 13 605
RUBBER 1 954 90,25% 1 763
Indonesië 1 954 90,25% 1 763
Tolan Tiga groep 696 90,25% 628
PT Bandar Sumatra 696 90,25% 628
PT Melania 0 0,00% 0
Agro Muko groep 1 258 90,25% 1 135
PT Agro Muko 1 258 90,25% 1 135
THEE 0 0,00% 0
Indonesië 0 0,00% 0
PT Melania 0 0,00% 0
BANANEN 794 100,00% 794
Ivoorkust 794 100,00% 794
Plantations J. Eglin SA 794 100,00% 794
ANANASBLOEMEN 31 100,00% 31
Ivoorkust 31 100,00% 31
Plantations J. Eglin SA 31 100,00% 31
TOTAAL
79 942 93,04%
74 378
127
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Annex
Ouderdomsstructuur (in hectaren)
OLIEPALMEN
JAAR TOLAN TIGA
GROEP
UMBUL MAS
WISESA GROEP
AGRO MUKO
GROEP
SOUTH SUMATRA
GROEP
HARGY OIL
PALMS
TOTAAL
2021 597 0 1 192 2 904 673 5 365
2020 0 0 118 3 241 135 3 494
2019 278 0 1 526 3 246 263 5 314
2018 303 0 1 067 2 761 547 4 676
2017 399 45 971 2 624 596 4 635
2016 328 185 397 2 302 219 3 431
2015 679 69 1 080 1 114 741 3 682
2014 709 0 1 011 686 1 387 3 793
2013 434 0 1 244 301 947 2 926
2012 745 202 1 505 117 1 628 4 198
2011 754 755 26 0 811 2 346
2010 625 1 525 387 0 619 3 156
2009 103 1 658 573 0 294 2 627
2008 397 1 954 332 0 239 2 921
2007 319 2 152 578 0 1 563 4 612
2006 619 365 1 063 0 928 2 975
2005 551 1 004 557 0 190 2 301
2004 133 0 759 0 159 1 051
2003 750 0 120 0 148 1 018
2002 470 0 63 0 330 863
2001 296 0 585 0 774 1 655
2000 302 0 1 129 263 243 1 936
1999 370 0 1 672 27 173 2 242
1998 426 0 1 522 0 0 1 948
1997 753 0 0 0 0 753
Voor 1997 1 564 24 1 657 0 0 3 244
12 902 9 937 21 133 19 585 13 605 77 163
Gemiddelde leeftijd 13,90 12,60 12,44 3,12 10,18 9,94
128 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Historische gegevens over 5 jaar
ACTIVITEITEN 2021 2020 2019 2018 2017
Totale eigen productie van de geconsolideer-
de ondernemingen (in ton)
Palmolie 316 740 271 472 264 641 290 441 272 312
Rubber 3 182 5 300 5 495 6 930 6 964
Thee 829 2 644 2 331 2 422 2 402
Bananen 32 200 31 158 32 849 27 788 29 772
Gemiddelde wereldmarktprijzen (USD/ton) Palmolie* 1 195 715 566 598 715
Rubber** 2 071 1 728 1 640 1 565 1 995
Thee** 2 112 2 004 2 226 2 579 2 804
Bananen*** 616 628 662 647 684
Eigen FFB productie (in ton/ha) Indonesië 19,86 18,74 19,52 20,60 22,36
Papoea-Nieuw-Guinea 28,51 21,16 20,79 28,25 27,21
Palmolie-extractie-% Indonesië 22,99% 22,79% 23,23% 22,73% 22,80%
Papoea-Nieuw-Guinea 25,58% 24,64% 23,35% 24,36% 24,64%
BEURSNOTERINGEN IN EUR 2021 2020 2019 2018 2017
Maximum 60,80 56,70 54,80 65,00 69,84
Minimum 43,85 38,00 35,25 47,10 57,76
Slotkoers 31/12 56,90 43,20 54,80 48,80 62,80
Beurskapitalisatie op 31/12 (in KEUR) 601 964 457 027 579 747 516 271 664 382
* Oil World prijsdata
**
W
ereldbank grondstoenprijzen - updated database
*** CIRAD prijsdata (in EUR)
(1) Operationele vaste activa = biologische activa - dragende planten, andere materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen
RESULTATEN IN KUSD 2021 2020 2019 2018 2017
Omzet 416 053 274 027 248 310 275 270 321 641
Brutowinst 169 218 62 357 37 162 72 096 120 474
Bedrijfsresultaat 139 416 30 778 4 940 50 065 169 585
Aandeel van de groep in het resultaat 93 749 14 122 - 8 004 30 089 139 663
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen 160 311 73 262 33 988 36 221 119 853
Vrije kasstroom 112 270 21 299 - 27 751 - 12 912 - 16 512
BALANS IN KUSD 2021 2020 2019 2018 2017
Operationele vaste activa (1) 667 267 670 637 665 413 640 435 614 351
Eigen vermogen deel Groep 727 329 638 688 628 686 644 509 634 636
Netto financiële activa (+) / verplichtingen (-) - 49 192 - 151 165 - 164 623 - 121 443 - 83 697
Investeringen in immateriële en operationele vaste activa (1) 68 692 51 763 66 546 69 428 59 625
129
SIPEF Bedrijfsverslag 2021 Annex
GEGEVENS PER AANDEEL IN USD 2021 2020 2019 2018 2017
Aantal uitgegeven aandelen 10 579 328 10 579 328 10 579 328 10 579 328 10 579 328
Eigen aandelen 178 000 160 000 160 000 143 300 124 000
Eigen vermogen 69,93 61,30 60,34 61,76 60,70
Gewone winst per aandeel (2) 9,00 1,36 -0,77 2,88 14,21
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na belastingen (2) 15,39 7,03 3,26 3,46 12,20
Vrije kasstroom (2) 10,78 2,04 -2,66 -1,24 -1,68
(2) Noemer 2021 = gewogen gemiddelde aantal uitgegeven aandelen (10 418 431 aandelen)
130 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
DEEL 2 - FINANCIËLE STATEN
Jaarverslag
2021
Inhoud
Commentaar bij de geconsolideerde financiële staten � � � � � 2
Geconsolideerde balans � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 8
Geconsolideerde winst- en verliesrekening � � � � � � � � � � � � � � 10
Overzicht van het geconsolideerd totaalresultaat � � � � � � � � �11
Geconsolideerd kasstroomoverzicht� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 12
Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen 13
Toelichting � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �14
1 - Identificatie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �14
2 - Verklaring van overeenstemming � � � � � � � � � � � � � � � � � � �14
3 - Waarderingsregels � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �14
4 - Gebruik van schattingen en beoordelingen� � � � � � � � � 21
5 - Groepsondernemingen /consolidatiekring� � � � � � � � � 22
6 - Wisselkoersen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 22
7 - Operationeel resultaat en segmentinformatie� � � � � � 23
8 - Goodwill en immateriële vaste activa � � � � � � � � � � � � � � 27
9 - Biologische activa - dragende planten� � � � � � � � � � � � � � 30
10 - Andere materiële vaste activa � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � �31
11 - Vorderingen op langer dan één jaar� � � � � � � � � � � � � � � � 34
12 - Voorraden � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 34
13 - Biologische activa� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 34
14 - Overige vlottende vorderingen
en overige schulden� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 35
15 - Eigen vermogen deel groep � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 35
16 - Minderheidsbelangen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 37
17 - Voorzieningen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 38
18 - Pensioenverplichtingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 38
19 - Netto financiële activa/ (verplichtingen)� � � � � � � � � � 40
20 - Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)� � � � � � � � � � � � 42
21 - Financieel resultaat� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 42
22 - Aandelenoptieplannen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 42
23 - Winstbelastingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 43
24 - Investeringen in geassocieerde
ondernemingen en joint ventures� � � � � � � � � � � � � � � � � 45
25 - Variatie bedrijfskapitaal � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 47
26 - Financiële instrumenten � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 47
27 - Leasing � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 53
28 - Verbintenissen en buiten balans rechten en
verplichtingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 54
29 - Informatieverschang over verbonden partijen� � 55
30 - Bedrijfscombinaties, verwervingen
en afstotingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 55
31 - Winst per aandeel (gewone en verwaterde) � � � � � � � 57
32 - Gebeurtenissen na balansdatum� � � � � � � � � � � � � � � � � � 57
33 - Prestaties geleverd door de auditor en
gerelateerde vergoedingen� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 58
34 - Covid-19� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 58
Verslag van de commissaris inzake
de geconsolideerde jaarrekening � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 59
Beknopte jaarrekening van de moedermaatschappij � � � � � 66
Beknopte balans� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 67
Beknopte resultatenrekening� � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 68
Resultaatverwerking � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 68
ESEF informatie � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 72
Verantwoordelijke personen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 73
Voor meer inlichtingen � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � � 74
1
SIPEF Financiële staten 2021
Commentaar bij
de geconsolideerde
financiële staten
De geconsolideerde financiële staten over het boekjaar 2021 worden opgesteld
overeenkomstig de “International Financial Reporting Standards” (IFRS).
Balans
Met uitzondering van de sterke daling van de
nettokaspositie door de uitstekende vrije kas-
stroom, hadden de voornaamste bewegingen in
de balansposities verband met de deconsolidatie
van PT Melania� In toelichting 30 wordt naast de
impact op de winst- en verliesrekening van deze
verrichting ook de impact op de diverse balans-
posten samengevat�
De verlaging van de biologische activa – dragende
planten (KUSD 8 456) is het gevolg van de decon-
solidatie van PT Melania (KUSD 12 482) en de
versnelde afschrijving in PT Dendymarker op
eerder dan voorziene herplanting (KUSD 4 229)�
De andere vaste activa kenden een lichte stijging
door de versnelde uitvoering van het investerings-
budget in het tweede semester, waarbij de inves-
teringen de afschrijvingen overschreden�
De vorderingen op meer dan een jaar namen toe
door de toekenning van leningen aan de plasma-
houders in Zuid-Sumatra voor de financiering
van hun nieuwe aanplanten�
De activa aangehouden voor verkoop van KUSD
13 520 (55% van KUSD 24 582) betreffen de
geschatte nettoverkoopwaarde van het deel van
PT Melania dat nog door de Groep wordt aange-
houden tot alle voorwaarden voor een definitieve
verkoop vervuld zijn�
De ontvangen voorschotten op meer dan 1 jaar
hebben betrekking op de verkoop van 40% van
de aandelen in PT Melania� Ze omvatten het
verschil tussen het ontvangen bedrag (KUSD
19 000) en de som van de waarde van 40% van
de aandelen van PT Melania (KUSD 9 833) die
werden overgedragen en de sinds de overdracht
betaalde bedragen voor de hernieuwing van de
concessierechten, pensioenuitkeringen en de
financiering van de theeactiviteiten (KUSD 1 922)�
Van het totaal resterende voorschot van KUSD
7245 wordt verwacht dat KUSD 2415 gebruikt zal
worden binnen het jaar en KUSD 4830 gebruikt
zal worden na meer dan één jaar
2
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
De netto vlottende activa, liquiditeiten niet inbe-
grepen, kenden vier belangrijke bewegingen, zon-
der enige invloed op de algemene structuur van
de balans:
een stijging van de voorraden, biologische
activa en handelsvorderingen met KUSD
25325;
een toename met KUSD 24 956 van de net-
tobelastingschulden. Dit is het resultaat van
te weinig vooraetalingen in vergelijking
met de te betalen belastingen in overeen-
stemming met de in Indonesië en Papoea-
Nieuw-Guinea geldende wetgeving;
een verhoging van de ontvangen voorschot-
ten met KUSD 8 450 en meer bepaald op te
verschepen palmolie;
een vermeerdering van de andere kortlo-
pende verplichtingen met KUSD 8 529 ten
gevolge van een verhoogde bonusprovisie.
IN KUSD 31/12/2021 31/12/2020
Voorraden 48 017 29 648
Biologische activa 9 168 6 763
Handelsvorderingen 32 282 27 731
Overige vorderingen 49 878 49 146
Terug te vorderen belastingen 1 469 11 766
Derivaten 0 0
Andere vlottende activa 2 151 2 043
Handelsschulden -23 605 -21 384
Ontvangen voorschotten -11 934 -1 071
Overige schulden -11 519 -8 805
Winstbelastingen - 19 346 - 4 687
Derivaten - 2 066 - 793
Andere kortlopende verplichtingen -12 749 -4 220
NETTO VLOTTENDE ACTIVA, LIQUIDITEITEN NIET INBEGREPEN 61 746 86 137
3
SIPEF Financiële staten 2021 Commentaar bij de geconsolideerde financiële staten
IN KUSD 31/12/2021 31/12/2020
Andere investeringen en beleggingen 38 0
Geldmiddelen en kasequivalenten 19 939 9 790
Financiële verplichtingen > 1 jaar -36 000 -54 000
Leasing verplichtingen > 1 jaar -2 207 -2 285
Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar -18 000 -18 000
Financiële verplichtingen < 1 jaar -12 477 -86 128
Leasing verplichtingen < 1 jaar - 484 - 543
NETTO KASPOSITIE -49 192 -151 165
De netto financiële schuld daalde met KUSD 101 973 dankzij de positieve vrije kasstromen�
Resultaat
De totale omzet steeg met 51,8% tegenover 2020
tot USD 416 miljoen� De omzet van palmpro-
ducten nam toe met 60,9% voornamelijk door
een combinatie van meer volume en een hogere
wereldmarktprijs voor ruwe palmolie (“Crude
Palm Oil” - CPO)� De rubberomzet daalde met
9,1% ondanks een hogere gerealiseerde eenheids-
verkoopprijs, ten gevolge van lagere producties
bij PT Agro Muko en het wegvallen van de recht-
streekse verkopen aan externe klanten door PT
Melania, de vennootschap die in 2021 gedecon-
solideerd werd� Deze deconsolidatie leidde er
eveneens toe dat de omzet van thee nagenoeg
gehalveerd werd� De omzet in het bananenseg-
ment, uitgedrukt in de functionele munt, de euro,
groeide voornamelijk door een stijging van de
verkochte volumes met 3,6%� Gezien de bana-
nen verhandeld worden in euro, steeg de USD
omzet met 6,1%, dankzij de wisselkoersevolutie
EUR/USD
De totale kostprijs van verkopen nam toe met
KUSD 36 837� De aankopen van verse vrucht
-
entrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) van
derden vermeerderden met KUSD 34 462 door
een toename van de aangekochte volumes en de
gestegen aankoopprijzen van FFB, waarvan de
prijs gerelateerd is aan CPO
De gemiddelde eenheidskostprijs af-fabriek voor
de oliepalmplantages kende een lichte stijging
met 4,3%� In Indonesië wogen de hoge kosten van
de jong volgroeide plantages op het gemiddelde
kostenniveau, terwijl in Papoea-Nieuw-Guinea
de uitstekende producties van Hargy Oil Palms
Ltd leidden tot een daling van de eenheidskost-
prijs met 17,7%� De eenheidskostprijs van het
bananensegment bleef ongeveer identiek met
die van 2020� Voor het rubbersegment zijn de
eenheidskostprijzen significant gestegen (50,8%):
ter voorbereiding van de conversie van rubber
naar palm daalden de producties in belangrijke
mate en werd de resterende nettoboekwaarde
versneld afgeschreven�
De aanpassing van de reële waarde betrof de
waardering van de hangende vruchten (IAS 41R)�
De brutowinst steeg van KUSD 62357 eind 2020
naar KUSD 169218 eind 2021�
4
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Het brutoresultaat van het palmsegment (98,4%
van de totale brutowinst) nam toe met KUSD 106
816, dankzij de grotere producties en vooral de
hogere nettopalmolieprijzen�
De gemiddelde wereldmarktprijs voor CPO
noteerde over 2021 USD 1195 per ton CIF
Rotterdam� Dit is 67,1% hoger dan over dezelf-
de periode vorig jaar� Er dient wel opgemerkt
te worden dat in Indonesië de exportheng en
-taks aanzienlijk toenam tegenover 2020� Voor
het ganse jaar 2021 wordt de totale impact van de
exportheng en -taks op ongeveer USD 349 per
ton geschat, tegenover USD 74 per ton vorig jaar
In onderstaande grafiek wordt de Indonesische
exportheng en -taks per maand weergegeven�
In Papoea-Nieuw-Guinea kon de Groep wel ten
volle genieten van de stijging in de CPO-prijzen�
Niettegenstaande deze exportheng en -taks ver-
hoogde de totale gemiddelde af-fabriek verkoop-
prijs (brutoverkoopprijs verminderd met lokale
en internationale transportkosten en exporthef-
fing en -taks) voor CPO� Deze evolueerde van USD
583 per ton over 2020, naar USD 807 per ton over
2021 hetzij een stijging met 38,4%�
De relatief sterke heropleving van de verkoop-
prijzen van rubber sinds het tweede semester van
vorig jaar kon niet verhinderen dat de negatieve
bijdrage van het rubbersegment tot de brutomar-
ge nog toenam� Dit is voornamelijk te wijten aan
de gedaalde productievolumes in de rubberplan-
tages van PT Bandar Sumatra en PT Agro Muko
Het nettoresultaat van het theesegment vertegen-
woordigt sinds 2021 uitsluitend de commissies die
SIPEF ontvangt uit de verkoop van theevolumes
in de markt�
De winstgevendheid van de bananen- en horti-
cultuuractiviteiten werd bevestigd met een bru-
tomarge van KUSD 3803�
De algemene en beheerskosten stegen tegenover
vorig jaar, voornamelijk door de toegenomen
bonusprovisie als gevolg van de betere resultaten�
2020 2021
50
68
53
50
50
55
55
55
55
58
58
213
299
348
348
371
399
438
291
268
341
341
375
375
100
200
300
400
JAN FEB MAA APR JUNMEI JUL AUG SEP OKT NOV DEC
INDONESISCHE EXPORTHEFFING EN TAKS PER MAAND
5
SIPEF Financiële staten 2021 Commentaar bij de geconsolideerde financiële staten
De overige bedrijfskosten en -opbrengsten bevat
-
ten een uitzonderlijke afwaardering op eerder
dan voorziene herplantingen in PT Dendymarker
(KUSD 4 229)�
Het recurrente bedrijfsresultaat kwam uit op
KUSD 127776 tegenover KUSD 30778 vorig jaar
De financieringsopbrengsten omvatten hoofd-
zakelijk het positieve tijdseect van de verdis-
contering van de vordering uit de verkoop van
de oliepalmplantage SIPEF-CI in Ivoorkust eind
2016 (KUSD 748)� Deze vordering werd tegen eind
2021 nagenoeg volledig geïnd� Daarnaast stegen
de interestinkomsten uit de groeiende vorderin-
gen op plasmahouders in Zuid-Sumatra�
De financieringskosten hadden vooral betrekking
op lange- en kortetermijnfinancieringen� Hiervan
werd ongeveer de helft afgedekt via een “Interest
Rate Swap” (IRS)�
Het resultaat vóór belastingen bedroeg KUSD
124997 tegenover KUSD 28064 in 2020
De recurrente belastinglast lag met 28,9% iets
hoger dan de theoretische recurrente belas-
tinglast van 26%� Dit was voornamelijk het
gevolg van de negatieve impact (KUSD 1942)
van een aantal verworpen uitgaven waaronder
de belangrijkste, de beperking van interestaftrek
in Indonesië (KUSD -825)�
Het aandeel van het resultaat van geassocieerde
deelnemingen en joint ventures (KUSD -1091)
omvatte de researchactiviteiten die gecentra-
liseerd zijn in PT Timbang Deli en Verdant
Bioscience Pte Ltd (KUSD -1032) en vier maan-
den resultaat van PT Melania (KUSD -59)�
De recurrente winst van de periode bedroeg
KUSD 87832�
Het recurrente nettoresultaat, deel van de Groep,
kwam op KUSD 82746, hetzij bijna zes keer hoger
dan het resultaat van KUSD 14122 in 2020
Op 30 april 2021 werd een overeenkomst gete-
kend met Shamrock Group met betrekking tot
de voorwaardelijke verkoop van PT Melania voor
USD 36 miljoen� De totale meerwaarde van KUSD
11 640 (deel van de Groep KUSD 11 003) die op
deze verrichting werd verwezenlijkt wordt in
toelichting 30 verder gedetailleerd�
Het nettoresultaat, deel van de Groep, bedroeg
KUSD 93 749
6
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Kasstroom
In het verlengde van de toename van het bedrijfs-
resultaat steeg de kasstroom uit bedrijfsactivitei-
ten van KUSD 73 669 in 2020, tot KUSD 178796
dit jaar
De variatie van het bedrijfskapitaal van KUSD
-8 523 betrof voornamelijk volgende elementen:
een groei van de voorraden (KUSD -22 211)
als gevolg van de hogere voorraadvolumes,
voornamelijk van afgewerkte producten, en
een hogere eenheidskostprijs voor CPO;
een verhoging van de handelsvorderingen
(KUSD -4 614);
een verhoging van de ontvangen voorschot-
ten op lokale verkopen (KUSD 8 450);
een verhoging van overige schulden en
overlopende rekeningen waaronder ook een
stijging van de bonusprovisie naar aanlei-
ding van het verbeterde resultaat (KUSD
10582).
Bovenstaand gebruik van het bedrijfskapitaal
betrof de gebruikelijke tijdelijke bewegingen�
In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea verrichtte
de Groep, in overeenstemming met de lokale wet-
geving, vooraetalingen van belastingen� Deze
werden deels op basis van de resultaten van 2019
gedaan en deels op basis van de resultaten van
2020 die beide lager waren dan de resultaten van
2021� De vooraetalingen van belastingen van
KUSD 9 962 lagen daarom in belangrijke mate
beneden de te betalen belasting van KUSD 34722�
De investeringen in immateriële en materi-
ele activa (KUSD -68692) hadden betrekking
op de gebruikelijke vervangingsinvesteringen,
maar voornamelijk op de uitbreidingen in Zuid-
Sumatra (KUSD -33180)� Door covid-19 gerela-
teerde logistieke en operationele belemmerin-
gen bleven de investeringen tijdelijk beneden
verwachting�
Tijdens het jaar werden er eveneens bijkomende
leningen (KUSD -9 578) verstrekt aan de omlig-
gende plasmahouders in Zuid-Sumatra�
De verkoopprijs van materiële en financiële vaste
activa (KUSD 30 229) betrof voornamelijk fond-
sen ontvangen uit drie verrichtingen:
de verkoop van PT Melania voor KUSD
17077 (zie toelichting 30);
het saldo van de verkoop van SIPEF-CI in
2016 voor KUSD 7 631;
de verkopen van materiële vaste activa,
voornamelijk de verkoop van jonge palmbo-
men aan de omliggende plasmahouders in
Zuid-Sumatra in Indonesië.
De vrije kasstroom van het jaar bedroeg KUSD
112 270 tegenover KUSD 21 299 over dezelfde
periode vorig jaar
De andere financieringsactiviteiten (KUSD
-102 084) omvatten de inkoop- en verkoopver-
richtingen op eigen aandelen (KUSD -1 161), de
gedeeltelijke terugbetalingen van de lange termijn
financiering (KUSD -18 000 voor de langetermijn-
lening en KUSD -78 voor de leasingschulden), de
terugbetaling van de korte termijn financiering
(KUSD -73 710), dividenduitkeringen aan SIPEF-
aandeelhouders (KUSD -4 443), dividenduitke-
ringen aan minderheidsaandeelhouders (KUSD
-2 306) en interestbetalingen (KUSD -2 386)�
7
SIPEF Financiële staten 2021 Commentaar bij de geconsolideerde financiële staten
IN KUSD TOELICHTING 2021 2020
Vaste activa 815 303 809 753
Immateriële vaste activa 8 348 473
Goodwill 8 104 782 104 782
Biologische activa - dragende planten 9 307 371 315 826
Andere materiële vaste activa 10 359 896 354 811
Vastgoedbeleggingen 0 0
Investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures 24 3 598 4 630
Financiële activa 92 80
Andere financiële activa 92 80
Vorderingen > 1 jaar 25 666 16 101
Overige vorderingen 11 25 666 16 101
Uitgestelde belastingvorderingen 23 13 550 13 049
Vlottende activa 176 462 136 888
Voorraden 12 48 017 29 648
Biologische activa 13 9 168 6 763
Handelsvorderingen en overige vorderingen 82 161 76 877
Handelsvorderingen 26 32 282 27 731
Overige vorderingen 14 49 878 49 146
Terug te vorderen belastingen 23 1 469 11 766
Investeringen 38 0
Andere investeringen en beleggingen 19 38 0
Derivaten 26 0 0
Geldmiddelen en kasequivalenten 19 19 939 9 790
Andere vlottende activa 2 151 2 043
Activa aangehouden voor verkoop 30 13 520 0
TOTAAL ACTIVA
991 765 946 641
Geconsolideerde balans
8 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
IN KUSD TOELICHTING 2021 2020
Totaal eigen vermogen 766 183 674 550
Eigen vermogen deel groep 15 727 329 638 688
Geplaatst kapitaal 44 734 44 734
Uitgiftepremies 107 970 107 970
Ingekochte eigen aandelen (-) -11 521 -10 277
Reserves 596 813 507 299
Omrekeningsverschillen -10 666 -11 038
Minderheidsbelangen 16 38 854 35 862
Langlopende verplichtingen 113 402 126 460
Voorzieningen > 1 jaar 1 125 1 354
Voorzieningen 17 1 125 1 354
Uitgestelde belastingverplichtingen 23 46 950 44 010
Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar 26 0 0
Financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) 19 36 000 54 000
Leasing verplichtingen > 1 jaar 27 2 207 2 285
Pensioenverplichtingen 18 22 290 24 810
Ontvangen voorschoten > 1 jaar 30 4 830 0
Kortlopende verplichtingen 112 180 145 631
Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar 66 404 35 947
Handelsschulden 26 23 605 21 384
Ontvangen voorschotten 26 11 934 1 071
Overige schulden 14 11 519 8 805
Winstbelastingen 23 19 346 4 687
Financiële verplichtingen < 1 jaar 30 961 104 671
Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar 19 18 000 18 000
Financiële verplichtingen 19 12 477 86 128
Leasing verplichtingen < 1 jaar 27 484 543
Derivaten 26 2 066 793
Andere kortlopende verplichtingen 12 749 4 220
Passiva verbonden met activa aangehouden voor verkoop 0 0
TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN
991 765 946 641
9
SIPEF Financiële staten 2021
IN KUSD TOELICHTING 2021 2020
Omzet 7 416 053 274 027
Kostprijs van verkopen 7 -249 240 -212 403
Aanpassingen van de reële waarde van de biologische activa 7 2 404 733
Brutowinst 169 218 62 357
Algemene en beheerskosten 7 -36 891 -31 573
Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) 20 7 088 - 6
Bedrijfsresultaat 139 416 30 778
Financieringsopbrengsten 1 475 2 012
Financieringskosten -3 096 -5 103
Wisselkoersresultaten -1 157 378
Financieel resultaat 21 -2 779 -2 713
Winst voor belastingen 136 637 28 065
Belastinglasten 23 -36 075 -10 828
Winst na belastingen 100 562 17 237
Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures 24 -1 091 -1 059
Resultaat van voortgezette activiteiten 99 471 16 178
Resultaat van beëindigde activiteiten 0 0
Winst van de periode 99 471 16 178
Toe te rekenen aan:
- Minderheidsbelangen 16 5 722 2 055
- Aandeelhouders van de moedermaatschappij 93 749 14 122
WINST PER AANDEEL IN USD TOELICHTING 2021 2020
VAN VOORTGEZETTE EN BEËINDIGDE ACTIVITEITEN
Gewone winst per aandeel 31 9,00 1,36
Verwaterde winst per aandeel 31 8,99 1,36
VAN VOORTGEZETTE ACTIVITEITEN
Gewone winst per aandeel 31 9,00 1,36
Verwaterde winst per aandeel 31 8,99 1,36
Gewone winst per aandeel exclusief meerwaarde verkoop PT Melania 7,88 1,36
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
10 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
IN KUSD TOELICHTING 2021 2020
Winst van de periode 99 471 16 178
Andere elementen van het totaalresultaat:
Elementen die naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd zullen
worden in toekomstige periodes
- Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van buitenlandse
activiteiten
15 372 755
- Cash flow hedges - reële waarde voor de periode 26 905 -1 922
- Eect van de winstbelasting (cash flow hedges) 26 - 226 489
Elementen die niet naar de winst- en verliesrekening geherclassificeerd zullen
worden in toekomstige periodes
- Toegezegd-pensioenregelingen - IAS 19R 18 - 631 -1 329
- Eect van de winstbelasting 139 292
Andere elementen van het totaalresultaat 559 -1 714
Andere elementen van het totaalresultaat toe te rekenen aan:
- Minderheidsbelangen 2 - 94
- Aandeelhouders van de moedermaatschappij 557 -1 619
Totaalresultaat van het boekjaar 100 030 14 464
Totaalresultaat van het boekjaar toe te rekenen aan:
- Minderheidsbelangen 5 724 1 961
- Aandeelhouders van de moedermaatschappij 94 306 12 503
Overzicht van het geconsolideerd totaalresultaat
11
SIPEF Financiële staten 2021
IN KUSD TOELICHTING 2021 2020
BEDRIJFSACTIVITEITEN
Winst voor belastingen 136 637 28 065
Gecorrigeerd voor:
Afschrijvingen 8,9,10 48 616 43 581
Variatie voorzieningen 17, 18 2 452 197
Aandelenopties 121 128
Niet gerealiseerde omrekeningsresultaten 0 - 169
Variatie reële waarde biologisch actief -2 404 - 733
Overige niet-kasresultaten - 773 -1 266
Hedgereserve, en financiële derivaten 26 2 178 -1 171
Financiële kosten en opbrengsten 2 369 4 330
Minderwaarden vorderingen 0 - 249
Minder/(meer)-waarden op deelnemingen 0 0
Resultaat realisatie materiële vaste activa 1 241 957
Resultaat realisatie financiële activa 30 -11 640 0
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal 25 178 796 73 669
Variatie bedrijfskapitaal 25 -8 523 3 165
Variatie lange termijn vorderingen* 0 0
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten na variatie bedrijfskapitaal 170 273 76 834
Betaalde belastingen 23 -9 962 -3 572
Kasstroom uit bedrijfsactiviteiten 160 312 73 262
INVESTERINGSACTIVITEITEN
Verwerving immateriële activa 8 - 40 - 49
Verwerving biologische activa 9 -27 396 -26 971
Verwerving materiële vaste activa 10 -41 256 -24 743
Financiering plasma voorschotten* 11 -9 578 -4 479
Verwerving vastgoedbeleggingen 0 0
Overname dochterondernemingen 0 0
Dividenden ontvangen van geassocieerde deelnemingen en joint ventures 0 0
Verkopen materiële vaste activa 5 521 2 401
Verkopen financiële activa 30 24 708 1 878
Kasstroom uit investeringsactiviteiten -48 042 -51 963
Vrije kasstroom 112 270 21 299
FINANCIERINGSACTIVITEITEN
Kapitaalsverhoging 0 0
Eigen vermogenstransacties met minderheidsaandeelhouders 0 -2 795
Stijging van eigen aandelen 22 -2 194 0
Daling van eigen aandelen 22 1 033 0
Daling leningen op lange termijn 19 -18 078 -9 228
Stijging leningen op lange termijn 19 0 0
Daling kortlopende financiële verplichtingen 19 -73 710 -5 092
Stijging kortlopende financiële verplichtingen 19 0 0
Dividenden van vorig boekjaar betaald in de loop van het boekjaar -4 443 0
Dividenden door dochters betaald aan minderheidsbelangen 16 -2 306 - 716
Ontvangen - betaalde interesten -2 386 -4 331
Kasstroom uit financieringsactiviteiten -102 084 -22 162
Netto beweging van investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten 19 10 186 - 863
Investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten (bij het begin van het jaar) 19 9 790 10 653
Invloed van de wisselkoers op de geldmiddelen en kasequivalenten 19 0 0
Investeringen, geldmiddelen en kasequivalenten (per einde boekjaar) 19 19 977 9 790
Geconsolideerd kasstroomoverzicht
* Vanaf 2021 is de financiering van plasmavoorschotten opgenomen onder investeringsactiviteiten in plaats van variatie bedrijfskapitaal. De
vergelijkende cijfers voor 2020 werden op dezelfde wijze aangepast.
12 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
IN KUSD
Geplaatst
kapitaal
SIPEF
Uitgifte-
premies
SIPEF
Eigen
aandelen
Toegekend
pensioen-
regelingen
IAS 19R
Reserves Omreke-
ningsver-
schillen
Eigen
vermogen
deel groep
Minder-
heids-
belangen
Totaal
eigen
vermogen
1 JANUARI 2021 44 734 107 970 -10 277 -4 539 511 838 -11 038 638 688 35 862 674 550
Resultaat van de periode 93 749 93 749 5 722 99 471
Andere elementen van het totaalresultaat - 494 679 372 557 2 559
Totaalresultaat - 494 94 428 372 94 306 5 724 100 030
Uitkering dividend vorig boekjaar -4 443 -4 443 -2 306 -6 749
Verkoop PT Melania - 426 - 426
Andere (toelichting 22) -1 244 23 -1 221 -1 221
31 DECEMBER 2021 44 734 107 970 -11 521 -5 033 601 846 -10 666 727 329 38 854 766 183
1 JANUARI 2020 44 734 107 970 -10 277 -3 598 501 650 -11 793 628 686 34 325 663 010
Resultaat van de periode 14 122 14 122 2 055 16 178
Andere elementen van het totaalresultaat - 941 -1 433 755 -1 619 - 95 -1 714
Totaalresultaat - 941 12 689 755 12 503 1 960 14 464
Uitkering dividend vorig boekjaar - 200 - 200
Eigen vermogen transacties met
minderheidsaandeelhouders -2 573 -2 573 - 223 -2 795
Andere 72 72 72
31 DECEMBER 2020 44 734 107 970 -10 277 -4 539 511 838 -11 038 638 688 35 862 674 550
Mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen
13
SIPEF Financiële staten 2021
Toelichting
1. IDENTIFICATIE
SIPEF (of ‘de onderneming’) is een naamloze vennootschap
naar Belgisch recht en gevestigd te 2900 Schoten,
Calesbergdreef 5.
De geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december
2021 omvat SIPEF en haar dochterondernemingen (hierna
vernoemd als ‘SIPEF-groep’ of ‘de Groep’). De vergelijkende
cijfers zijn opgenomen voor boekjaar 2020.
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld op de raad
van bestuur van 15 februari 2022. De gebeurtenissen na
balansdatum werden bijgewerkt en goedgekeurd voor
publicatie door de bestuurders op 19 april 2022. Deze
jaarrekening zal aan de aandeelhouders voorgelegd worden
op de algemene vergadering van 8 juni 2022. De lijst van
bestuurders en commissaris, alsook een beschrijving van de
voornaamste activiteiten van de Groep, zijn opgenomen in
Deel 1 Bedrijfsverslag’ van dit jaarverslag.
2. VERKLARING VAN
OVEREENSTEMMING
De geconsolideerde jaarrekening werd opgesteld in
overeenstemming met de International Financial Reporting
Standards (‘IFRS’) zoals aanvaard binnen de Europese Unie
per 31 december 2020.
De volgende standaarden en interpretaties zijn toepasbaar
voor het boekjaar beginnend op 1 januari 2020:
Aanpassingen aan IFRS 9, IAS 39, IFRS 7, IFRS 4 en
IFRS 16 Hervorming van de Referentierentevoeten
fase 2
Aanpassing aan IFRS 16 Leaseovereenkomsten:
Huurconcessies in verband met COVID-19 na 30 juni
2021 (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 april 2021)
Aanpassingen aan IFRS 4 Verzekeringscontracten
Verlenging van de tijdelijke vrijstelling voor het toepassen
van IFRS 9 tot 1 januari 2023 (toepasbaar voor boekjaren
vanaf 1 januari 2021)
Deze wijzigingen hebben geen significante invloed op het
nettoresultaat en het eigen vermogen van de Groep.
De Groep heeft niet geopteerd voor vervroegde toepassing
van de volgende nieuwe standaarden en interpretaties die
gepubliceerd waren op de datum van goedkeuring van deze
jaarrekening maar nog niet van kracht waren op de
balansdatum:
Aanpassingen aan IAS 16 Materiële vaste activa:
inkomsten verkregen voor het beoogde gebruik
(toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
Aanpassingen aan IAS 37 Voorzieningen,
voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa:
verlieslatende contracten kost om het contract na te
leven (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
Aanpassingen aan IFRS 3 Bedrijfscombinaties:
referenties naar het conceptueel raamwerk (toepasbaar
voor boekjaren vanaf 1 januari 2022)
Jaarlijkse verbeteringen 20182020 (toepasbaar voor
boekjaren vanaf 1 januari 2022)
IFRS 17 Verzekeringscontracten (toepasbaar voor
boekjaren vanaf 1 januari 2023)
Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de
Jaarrekening: classificatie van verplichtingen als
kortlopend of langlopend (toepasbaar voor boekjaren
vanaf 1 januari 2023, maar nog niet goedgekeurd binnen
de Europese Unie)
Aanpassingen aan IAS 1 Presentatie van de
Jaarrekening en IFRS Practice Statement 2: Toelichting
van grondslagen voor financiële verslaggeving
(toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2023 maar
nog niet goedgekeurd binnen de Europese Unie)
Aanpassingen aan IAS 8 Grondslagen voor financiële
verslaggeving, schattingswijzigingen en fouten: Definitie
van schattingen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1
januari 2023 maar nog niet goedgekeurd binnen de
Europese Unie)
Aanpassingen aan IAS 12 Winstbelastingen: Uitgestelde
belastingen met betrekking tot activa en passiva die
voortvloeien uit één enkele transactie (toepasbaar voor
boekjaren vanaf 1 januari 2023 maar nog niet
goedgekeurd binnen de Europese Unie)
Op dit ogenblik verwacht de Groep niet dat de eerste
toepassing van deze standaarden en interpretaties een
materieel effect zal hebben op de financiële staten van de
Groep.
3. WAARDERINGSREGELS
Basis voor de opstelling van de jaarrekening
De geconsolideerde jaarrekening wordt vanaf 2007
voorgesteld in US-dollar (tot en met 2006 was dit euro),
afgerond naar het dichtstbijzijnde duizendtal (KUSD). Deze
aanpassing is een gevolg van de gewijzigde politiek inzake
liquiditeits- en schuldbeheer vanaf eind 2006 waardoor de
functionele valuta van de meerderheid van de
dochterondernemingen is gewijzigd van lokale munt naar US-
dollar.
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld volgens het
principe van de historische kostprijs, behalve voor de
volgende activa en passiva die tegen reële waarde zijn
gewaardeerd: investeringen in eigen-vermogensinstrumenten
gewaardeerd tegen FVOCI, financiële derivaten en groeiende
biologische productie
De waarderingsregels werden op uniforme wijze in heel de
Groep toegepast en zijn vergelijkbaar met deze gehanteerd
over het vorige boekjaar.
Bedrijfscombinaties
Bedrijfscombinaties (onder IFRS 3 Bedrijfscombinaties)
worden geboekt volgens de overnamemethode. De kostprijs
van een overname wordt berekend als de reële waarde van
de afgestane activa, de uitgegeven eigen-
vermogensinstrumenten en verplichtingen die werden
aangegaan of overgenomen op de overnamedatum. Direct
aan de overname toewijsbare kosten worden opgenomen in
de winst- en verliesrekening. De overgedragen vergoeding
voor de overname van een bedrijf, met inbegrip van de
voorwaardelijke vergoeding, wordt gewaardeerd aan de rle
waarde op overnamedatum. De toekomstige wijzigingen aan
de voorwaardelijke vergoeding als gevolg van gebeurtenissen
na overnamedatum worden in resultaat genomen. De full
goodwill optie, die geval per geval kan worden gekozen, laat
toe om de minderheidsbelangen te waarderen tegen rle
waarde of tegen het evenredige deel van het
minderheidsbelang in de identificeerbare netto activa van de
overgenomen partij. Alle acquisitie gerelateerde kosten, zoals
consultancy fees, worden in de resultatenrekening
opgenomen.
Indien de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet is
voltooid op afsluitdatum van het boekjaar waarin de
bedrijfscombinatie plaatsvond, dan presenteert de SIPEF-
groep voorlopige bedragen voor de posten die nog niet
volledig werden verwerkt. De opgenomen voorlopige
bedragen kunnen tijdens de waarderingsperiode (zie
hieronder) worden aangepast, en/of bijkomende
activa/verplichtingen kunnen worden opgenomen om nieuwe
informatie te weerspiegelen die verkregen is over de
omstandigheden en feiten die op de overnamedatum
bestonden en die, indien bekend, de waardering van de per
die datum opgenomen bedragen hadden beïnvloed.
De waarderingsperiode is de periode die loopt vanaf de
overnamedatum tot de datum waarop de Groep de informatie
ontvangt die bekend was over feiten en omstandigheden die
op de overnamedatum bestonden. De waarderingsperiode is
beperkt tot maximaal één jaar vanaf de overnamedatum.
Overname in fasen
Wijzigingen in het eigendomsbelang van de Groep in een
dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap
leiden, worden verwerkt als eigen-vermogenstransacties. De
boekwaardes van de belangen van de Groep en de
minderheidsbelangen worden aangepast om de wijzigingen in
hun relatieve belangen in de dochteronderneming weer te
geven. Elk eventueel verschil tussen het bedrag waarmee de
minderheidsbelangen worden aangepast en de rle waarde
van de betaalde of ontvangen vergoeding, moet rechtstreeks
in het eigen vermogen worden verwerkt en aan de eigenaars
van de Groep worden toegerekend.
Wanneer een bedrijfscombinatie in verschillende fasen wordt
gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden belang van de
Groep geherwaardeerd aan de rle waarde op
overnamedatum (d.i. de datum waarop de zeggenschap wordt
verworven) en de eventuele winst of het eventuele verlies
wordt rechtstreeks in winst of verlies opgenomen. Bedragen
die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van
het totaalresultaat als gevolg van het belang in de
overgenomen partij, worden geherklasseerd naar winst of
verlies, op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de
overnemende partij het voorheen aangehouden belang direct
had vervreemd.
Consolidatieprincipes
Dochterondernemingen
Dochterondernemingen zijn deze waarover de onderneming
controle uitoefent. Controle wordt enkel uitgeoefend wanneer
aan alle onderstaande punten volledig wordt voldaan, in
overeenstemming met IFRS 10:
De investor heeft macht over de investee;
De investor staat bloot aan of heeft recht op variabele
rendementen uit hoofde van diens betrokkenheid bij de
relevante activiteiten van de investee; en
De investor heeft de mogelijkheid om zijn macht uit te
oefenen teneinde de omvang van de rendementen te
beïnvloeden.
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen worden in
de consolidatiekring opgenomen vanaf de datum van
verwerving tot het einde van de controle (of een nabije datum).
Geassocieerde deelnemingen
In geassocieerde deelnemingen oefent de Groep een invloed
van betekenis uit op het financiële en operationele beleid
maar geen controle. De geconsolideerde jaarrekening omvat
het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de
deelneming volgens de vermogensmutatiemethode vanaf de
dag dat deze invloed van betekenis een aanvang neemt tot de
dag dat er effectief een einde aan komt (of een nabije datum).
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen de
boekwaarde van de investeringen in geassocieerde
deelnemingen overstijgt, wordt de boekwaarde herleid tot nul
en worden de toekomstige verliezen niet langer opgenomen,
behalve in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft
aangegaan met betrekking tot de betreffende ondernemingen.
Joint ventures
Joint ventures zijn die ondernemingen over wiens activiteiten
de Groep gezamenlijke controle uitoefent, vastgelegd in een
contractuele overeenkomst. De joint ventures worden
opgenomen via de vermogensmutatiemethode in de
geconsolideerde jaarrekening. De geconsolideerde
jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in de winst of
het verlies van de deelneming vanaf de dag dat deze invloed
van betekenis een aanvang neemt tot de dag dat er effectief
een einde aan komt (of een nabije datum). Wanneer het
aandeel van de Groep in de verliezen de boekwaarde van de
investeringen in geassocieerde deelnemingen overstijgt,
wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden de
toekomstige verliezen niet langer opgenomen, behalve in de
mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met
betrekking tot de betreffende joint ventures.
Glimineerde transacties bij de consolidatie
Alle intragroepsaldi en transacties, met inbegrip van niet
gerealiseerde winsten op intragroep transacties, worden
geëlimineerd bij alle ondernemingen die worden opgenomen
via de integrale consolidatie.
Voor niet gerealiseerde verliezen gelden dezelfde
eliminatieregels als voor de niet gerealiseerde winsten, met dit
verschil dat ze enkel worden geëlimineerd voor zover er geen
indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat.
Vreemde valuta
Transacties in vreemde valuta
In de individuele ondernemingen van de Groep worden de
transacties in vreemde valuta omgerekend tegen de
wisselkoers van de transactiedatum. Monetaire activa en
verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden
gewaardeerd tegen de slotkoers. Valutakoersverschillen die
ontstaan bij de omrekening worden in de winst- en
verliesrekening opgenomen als een financieel resultaat. Niet-
monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde
valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers van de
transactiedatum.
14 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
voorwaardelijke vergoeding, wordt gewaardeerd aan de reële
waarde op overnamedatum. De toekomstige wijzigingen aan
de voorwaardelijke vergoeding als gevolg van gebeurtenissen
na overnamedatum worden in resultaat genomen. De “full
goodwill” optie, die geval per geval kan worden gekozen, laat
toe om de minderheidsbelangen te waarderen tegen reële
waarde of tegen het evenredige deel van het
minderheidsbelang in de identificeerbare netto activa van de
overgenomen partij. Alle acquisitie gerelateerde kosten, zoals
consultancy fees, worden in de resultatenrekening
opgenomen.
Indien de initiële verwerking van een bedrijfscombinatie niet is
voltooid op afsluitdatum van het boekjaar waarin de
bedrijfscombinatie plaatsvond, dan presenteert de SIPEF-
groep voorlopige bedragen voor de posten die nog niet
volledig werden verwerkt. De opgenomen voorlopige
bedragen kunnen tijdens de waarderingsperiode (zie
hieronder) worden aangepast, en/of bijkomende
activa/verplichtingen kunnen worden opgenomen om nieuwe
informatie te weerspiegelen die verkregen is over de
omstandigheden en feiten die op de overnamedatum
bestonden en die, indien bekend, de waardering van de per
die datum opgenomen bedragen hadden beïnvloed.
De waarderingsperiode is de periode die loopt vanaf de
overnamedatum tot de datum waarop de Groep de informatie
ontvangt die bekend was over feiten en omstandigheden die
op de overnamedatum bestonden. De waarderingsperiode is
beperkt tot maximaal één jaar vanaf de overnamedatum.
Overname in fasen
Wijzigingen in het eigendomsbelang van de Groep in een
dochteronderneming die niet tot een verlies van zeggenschap
leiden, worden verwerkt als eigen-vermogenstransacties. De
boekwaardes van de belangen van de Groep en de
minderheidsbelangen worden aangepast om de wijzigingen in
hun relatieve belangen in de dochteronderneming weer te
geven. Elk eventueel verschil tussen het bedrag waarmee de
minderheidsbelangen worden aangepast en de reële waarde
van de betaalde of ontvangen vergoeding, moet rechtstreeks
in het eigen vermogen worden verwerkt en aan de eigenaars
van de Groep worden toegerekend.
Wanneer een bedrijfscombinatie in verschillende fasen wordt
gerealiseerd, wordt het voorheen aangehouden belang van de
Groep geherwaardeerd aan de reële waarde op
overnamedatum (d.i. de datum waarop de zeggenschap wordt
verworven) en de eventuele winst of het eventuele verlies
wordt rechtstreeks in winst of verlies opgenomen. Bedragen
die voorheen werden opgenomen in de andere elementen van
het totaalresultaat als gevolg van het belang in de
overgenomen partij, worden geherklasseerd naar winst of
verlies, op dezelfde basis die vereist zou zijn indien de
overnemende partij het voorheen aangehouden belang direct
had vervreemd.
Consolidatieprincipes
Dochterondernemingen
Dochterondernemingen zijn deze waarover de onderneming
controle uitoefent. Controle wordt enkel uitgeoefend wanneer
aan alle onderstaande punten volledig wordt voldaan, in
overeenstemming met IFRS 10:
De investor heeft macht over de investee;
De investor staat bloot aan of heeft recht op variabele
rendementen uit hoofde van diens betrokkenheid bij de
relevante activiteiten van de investee; en
De investor heeft de mogelijkheid om zijn macht uit te
oefenen teneinde de omvang van de rendementen te
beïnvloeden.
De jaarrekeningen van de dochterondernemingen worden in
de consolidatiekring opgenomen vanaf de datum van
verwerving tot het einde van de controle (of een nabije datum).
Geassocieerde deelnemingen
In geassocieerde deelnemingen oefent de Groep een invloed
van betekenis uit op het financiële en operationele beleid
maar geen controle. De geconsolideerde jaarrekening omvat
het aandeel van de Groep in de winst of het verlies van de
deelneming volgens de vermogensmutatiemethode vanaf de
dag dat deze invloed van betekenis een aanvang neemt tot de
dag dat er effectief een einde aan komt (of een nabije datum).
Wanneer het aandeel van de Groep in de verliezen de
boekwaarde van de investeringen in geassocieerde
deelnemingen overstijgt, wordt de boekwaarde herleid tot nul
en worden de toekomstige verliezen niet langer opgenomen,
behalve in de mate waarin de Groep verplichtingen heeft
aangegaan met betrekking tot de betreffende ondernemingen.
Joint ventures
Joint ventures zijn die ondernemingen over wiens activiteiten
de Groep gezamenlijke controle uitoefent, vastgelegd in een
contractuele overeenkomst. De joint ventures worden
opgenomen via de vermogensmutatiemethode in de
geconsolideerde jaarrekening. De geconsolideerde
jaarrekening omvat het aandeel van de Groep in de winst of
het verlies van de deelneming vanaf de dag dat deze invloed
van betekenis een aanvang neemt tot de dag dat er effectief
een einde aan komt (of een nabije datum). Wanneer het
aandeel van de Groep in de verliezen de boekwaarde van de
investeringen in geassocieerde deelnemingen overstijgt,
wordt de boekwaarde herleid tot nul en worden de
toekomstige verliezen niet langer opgenomen, behalve in de
mate waarin de Groep verplichtingen heeft aangegaan met
betrekking tot de betreffende joint ventures.
Geëlimineerde transacties bij de consolidatie
Alle intragroepsaldi en transacties, met inbegrip van niet
gerealiseerde winsten op intragroep transacties, worden
geëlimineerd bij alle ondernemingen die worden opgenomen
via de integrale consolidatie.
Voor niet gerealiseerde verliezen gelden dezelfde
eliminatieregels als voor de niet gerealiseerde winsten, met dit
verschil dat ze enkel worden geëlimineerd voor zover er geen
indicatie van bijzondere waardevermindering bestaat.
Vreemde valuta
Transacties in vreemde valuta
In de individuele ondernemingen van de Groep worden de
transacties in vreemde valuta omgerekend tegen de
wisselkoers van de transactiedatum. Monetaire activa en
verplichtingen uitgedrukt in vreemde valuta worden
gewaardeerd tegen de slotkoers. Valutakoersverschillen die
ontstaan bij de omrekening worden in de winst- en
verliesrekening opgenomen als een financieel resultaat. Niet-
monetaire activa en verplichtingen uitgedrukt in vreemde
valuta worden omgerekend tegen de wisselkoers van de
transactiedatum.
15
SIPEF Financiële staten 2021
Jaarrekeningen van buitenlandse activiteiten
Functionele waarderingsmunt: de posten in de jaarrekening
van elke entiteit van de Groep worden gewaardeerd in de
munt die het best aansluit bij de economische realiteit en de
gebeurtenissen en omstandigheden waarbinnen deze entiteit
werkt (functionele waarderingsmunt). De geconsolideerde
jaarrekening wordt vanaf 2007 opgesteld in USD, de
functionele valuta van het merendeel van de
groepsmaatschappijen.
Voor de consolidatie van de Groep en al haar
dochterondernemingen worden de jaarrekeningen van de
individuele ondernemingen als volgt omgerekend:
Activa en verplichtingen tegen de koers op het einde van
het jaar;
Winst- en verliesrekening tegen de gemiddelde
wisselkoers van de periode;
Het eigen vermogen tegen de historische wisselkoers.
Wisselkoersverschillen die ontstaan bij de omrekening van de
netto-investering in buitenlandse dochterondernemingen, joint
ventures en geassocieerde ondernemingen tegen de
wisselkoers op het einde van het jaar, worden geboekt in de
andere elementen van het totaalresultaat onder
“Valutakoersverschillen als gevolg van de omrekening van
buitenlandse activiteiten”. Bij verlies van controle van een
buitenlandse onderneming worden de
omrekeningsverschillen erkend in de winst- en
verliesrekening als deel van de winst of het verlies van de
verkoop. Deze winst of verlies wordt volledig aan de Groep
toegerekend.
Goodwill en waarderingen aan de reële waarde in het kader
van de overnames van buitenlandse entiteiten, worden
beschouwd als lokale valuta activa en verplichtingen van de
betreffende buitenlandse entiteit en worden omgerekend
tegen de slotkoers.
Biologische activa
SIPEF-groep neemt een biologisch actief of groeiende
biologische productie (“agricultural produce”) uitsluitend op in
de balans indien ze de zeggenschap heeft over het actief als
gevolg van gebeurtenissen in het verleden, het waarschijnlijk
is dat er in de toekomst economische voordelen naar SIPEF-
groep zullen vloeien en de reële waarde of de kostprijs van
het actief op een betrouwbare manier kan worden bepaald.
In overeenstemming met de aanpassing aan IAS 16 en IAS
41 worden de dragende planten opgenomen tegen hun
kostprijs min de geaccumuleerde afschrijvingen en de
geaccumuleerde bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Afschrijvingen worden berekend op een lineaire basis over de
verwachte gebruiksduur (20 tot 25 jaar)
De groeiende biologische productie van palmolie wordt
gedefinieerd als de olie die de palmvruchten bevatten, zodat
de reële waarde van deze onderscheidbare activa
betrouwbaar geschat kan worden.
De groeiende biologische productie van thee wordt
gedefinieerd als de bladeren die klaar zijn om te worden
geplukt en verwerkt, zelfs als deze nog niet volgroeid zijn,
zodat de reële waarde van deze afzonderlijke activa
betrouwbaar kan worden geschat.
De Groep heeft geopteerd om de groeiende biologische
productie van rubber te waarderen aan de reële waarde op
het moment van oogsten ("at point of harvest") in
overeenstemming met IAS 41.32 en dus niet te waarderen
aan de reële waarde verminderd met de verwachte
verkoopkosten. Hiervoor baseert de Groep zich op IAS 41.10c
waarbij wij van mening zijn dat alle parameters van een
alternatieve berekeningsmethode (producties, levenscyclus,
kostentoewijzing,…) duidelijk onbetrouwbaar zijn. Hierdoor is
elke alternatieve berekening op zich ook duidelijk
onbetrouwbaar.
De groeiende biologische productie van bananen wordt
gewaardeerd aan de reële waarde aangezien de parameters
voor deze berekening wel beschikbaar en betrouwbaar zijn.
Een winst of verlies uit een wijziging in reële waarde min de
geschatte kosten van het verkooppunt van een biologisch
actief wordt opgenomen in de nettowinst of het nettoverlies
over de periode waarin de winst of het verlies is ontstaan.
Goodwill
Goodwill is het bedrag waarmee de kostprijs van de
bedrijfscombinatie het belang van de Groep in de reële
waarde van de overgenomen identificeerbare activa,
verplichtingen en voorwaardelijke verplichtingen overschrijdt.
Goodwill wordt niet afgeschreven maar tenminste jaarlijks
onderworpen aan een test voor bijzondere
waardeverminderingen. Hiervoor wordt de goodwill
toegewezen aan de operationele entiteiten wat het laagste
niveau is waarop de goodwill wordt gevolgd voor interne
managementdoeleinden (d.i. kasstroom genererende
eenheid). Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt
onmiddellijk als een last opgenomen in de winst- en
verliesrekening en wordt nooit teruggenomen.
Negatieve goodwill is het excedent van de reële waarde van
het aandeel van de Groep in de verworven identificeerbare
netto activa op het ogenblik van de overname tegenover de
betaalde overnameprijs. Negatieve goodwill wordt
onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Immateriële activa
Immateriële activa omvatten computersoftware en licenties.
Immateriële activa worden geactiveerd en lineair
afgeschreven over hun vermoedelijke gebruiksduur.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa, alsook vastgoedbeleggingen, worden
opgenomen tegen hun kostprijs min de geaccumuleerde
afschrijvingen en de geaccumuleerde bijzondere
waardeverminderingsverliezen. Financieringskosten worden
geactiveerd als deel van de kostprijs van het in aanmerking
komend actief. Uitgaven voor de herstellingen van materiële
vaste activa worden onmiddellijk in de winst- en
verliesrekening opgenomen.
Vaste activa aangehouden voor verkoop worden in
voorkomend geval gewaardeerd aan het laagste van de
boekwaarde en de reële waarde min verkoopkosten.
Afschrijvingen worden als volgt berekend op een lineaire basis
over de verwachte gebruiksduur van het desbetreffende
actief:
Gebouwen 5 tot 30 jaar
Infrastructuur 5 tot 25 jaar
Installaties en machines 5 tot 30 jaar
Rollend materieel 3 tot 20 jaar
Bureaumateriaal en meubilair 5 tot 10 jaar
Overige vaste activa 2 tot 20 jaar
Terreinen worden niet afgeschreven.
De Groep presenteert de landrechten als materiële vaste
activa consistent met de presentatiemethode binnen de
industrie en de relevante adviezen hieromtrent. Bovendien
volgt de Groep elk landrecht kort op in termen van de
vernieuwing en wordt enkel nog afgeschreven op de
landrechten als er een indicatie is dat deze niet vernieuwd
zouden kunnen worden.
Leases
Activa die het recht vertegenwoordigen om het onderliggende
geleasede actief te gebruiken, worden tegen kostprijs
geactiveerd als materiële vaste activa, bestaande uit het
bedrag van de initiële waardering van de leaseverplichting,
alle leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum zijn
gedaan, verminderd met eventuele ontvangen lease-
incentives, eventuele initiële directe kosten en herstelkosten.
De overeenkomstige leaseverplichtingen, die de netto
contante waarde van de leasebetalingen vertegenwoordigen,
worden verantwoord als langlopende of kortlopende
verplichtingen, afhankelijk van de periode waarin ze vervallen.
Geleased activa en passiva worden opgenomen voor alle
huurcontracten met een looptijd van meer dan 12 maanden,
tenzij de onderliggende waarde van geringe waarde is.
De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de
marginale rentevoet van de lessee, zijnde het tarief dat de
lessee zou moeten betalen om de middelen te lenen die nodig
zijn om een actief van vergelijkbare waarde te verkrijgen in
een vergelijkbare economische omgeving met vergelijkbare
voorwaarden. Het rentetarief dat impliciet in de
leaseovereenkomst was opgenomen, kon niet worden
bepaald.
Leaserente wordt als rentelast ten laste van de winst- en
verliesrekening genomen.
Geleasde activa worden afgeschreven op basis van lineaire
afschrijving over de leaseperiode, inclusief de periode van
verlengbare opties, indien het waarschijnlijk is dat de optie zal
worden uitgeoefend.
Lessee accounting
Vanwege de aard van de activiteiten waarbij deze activiteiten
voornamelijk plaatsvinden in relatief afgelegen gebieden,
bezit de Groep de meeste van de gebruikte activa. Daarom
hebben is er slechts een beperkt aantal huurcontracten die in
aanmerking komen voor lease accounting. De drie
hoofdcategorin bestaan uit:
Huur van gebouwen
Kantoorhuur wordt momenteel geboekt als operationele
lease. Analyse toont aan dat de huur voldoet aan de definitie
van een leasingovereenkomst en dat als zodanig een met een
gebruiksrecht overeenstemmend actief en bijbehorende
leasingschuld onder de nieuwe standaard moet worden
verantwoord. Aangezien de meeste kantoorhuurcontracten
langlopende huurcontracten zijn, zijn de belangrijkste acties
voor beheer van het gebied vereist:
Bepaling van de leaseperiode;
Berekening van de marginale rentevoet.
Bedrijfswagens
Bedrijfswagen in België voldoen aan de definitie van een
lease en zullen zodoende op dezelfde manier als de huur van
gebouwen worden behandeld.
Landrechten in Papoea-Nieuw-Guinea
In de dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-
Nieuw-Guinea, omvat een deel van de landrechten een vaste
jaarlijkse huurbetaling voor het vruchtgebruik van het land,
evenals een variabele royalty afhankelijk van de
productieniveaus van het jaar gemeten in ton FFB. De
jaarlijkse vaste huurbetaling voldoet aan de definitie van een
lease, waarbij de leasetermijn van het actief bepaald is als
de gemiddelde levensduur van een oliepalm (25 jaar).
Lessor accounting
De Groep heeft geen contracten die tot lessor accounting
zouden kunnen leiden.
Bijzondere waardeverminderingen van activa
Materiële vaste activa en andere vaste activa worden
onderworpen aan een test voor bijzondere
waardevermindering als bepaalde elementen of belangrijke
veranderingen een indicatie geven dat de boekwaarde groter
is dan de realiseerbare waarde. Er dient een bijzonder
waardeverminderingsverlies te worden opgenomen gelijk aan
het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare
waarde, wat het hoogste is van de rle waarde min de
verkoopkosten en de bedrijfswaarde van het actief. Voor de
identificatie van bijzondere waardeverminderingen worden de
activa samengevoegd in de kleinste identificeerbare groep die
een instroom van kasmiddelen genereert. Wanneer later een
bijzondere waardevermindering niet langer bestaat, door een
toename van de rle waarde of de gebruikswaarde, wordt
deze teruggenomen.
Financiële instrumenten
Classificatie en waardering van financiële instrumenten
Financiële activa en passiva worden initieel opgenomen
wanneer de Groep een partij wordt bij de contractuele
bepalingen van het instrument.
De financiële activa en passiva worden initieel gewaardeerd
aan de rle waarde met waardeveranderingen in de winst-
en verliesrekening. Transactiekosten die direct toewijsbaar
zijn aan de verwerving of de uitgifte van financiële activa en
passiva (anders dan de financiële activa en passiva aan de
rle waarde via de resultatenrekening) worden, al
naargelang, toegevoegd of afgehouden van de rle waarde
bij de eerste opname. Transactiekosten die direct toewijsbaar
zijn aan de verwerving van financiële activa of passiva aan
rle waarde via de resultatenrekening worden onmiddellijk in
de resultatenrekening erkend.
De financiële activa omvatten de investeringen in eigen
vermogen instrumenten die worden aangewezen als
gewaardeerd tegen rle waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de andere elementen van het
totaalresultaat, leningen aan gerelateerde partijen,
vorderingen inclusief handelsvorderingen en andere
vorderingen, financiële activa aan de rle waarde via de
resultatenrekening en de geldmiddelen en kasequivalenten.
De verwervingen en verkopen van financiële activa worden
erkend op de transactiedatum.
16 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Bureaumateriaal en meubilair 5 tot 10 jaar
Overige vaste activa 2 tot 20 jaar
Terreinen worden niet afgeschreven.
De Groep presenteert de landrechten als materiële vaste
activa consistent met de presentatiemethode binnen de
industrie en de relevante adviezen hieromtrent. Bovendien
volgt de Groep elk landrecht kort op in termen van de
vernieuwing en wordt enkel nog afgeschreven op de
landrechten als er een indicatie is dat deze niet vernieuwd
zouden kunnen worden.
Leases
Activa die het recht vertegenwoordigen om het onderliggende
geleasede actief te gebruiken, worden tegen kostprijs
geactiveerd als materiële vaste activa, bestaande uit het
bedrag van de initiële waardering van de leaseverplichting,
alle leasebetalingen die op of vóór de aanvangsdatum zijn
gedaan, verminderd met eventuele ontvangen lease-
incentives, eventuele initiële directe kosten en herstelkosten.
De overeenkomstige leaseverplichtingen, die de netto
contante waarde van de leasebetalingen vertegenwoordigen,
worden verantwoord als langlopende of kortlopende
verplichtingen, afhankelijk van de periode waarin ze vervallen.
Geleased activa en passiva worden opgenomen voor alle
huurcontracten met een looptijd van meer dan 12 maanden,
tenzij de onderliggende waarde van geringe waarde is.
De leasebetalingen worden verdisconteerd op basis van de
marginale rentevoet van de lessee, zijnde het tarief dat de
lessee zou moeten betalen om de middelen te lenen die nodig
zijn om een actief van vergelijkbare waarde te verkrijgen in
een vergelijkbare economische omgeving met vergelijkbare
voorwaarden. Het rentetarief dat impliciet in de
leaseovereenkomst was opgenomen, kon niet worden
bepaald.
Leaserente wordt als rentelast ten laste van de winst- en
verliesrekening genomen.
Geleasde activa worden afgeschreven op basis van lineaire
afschrijving over de leaseperiode, inclusief de periode van
verlengbare opties, indien het waarschijnlijk is dat de optie zal
worden uitgeoefend.
Lessee accounting
Vanwege de aard van de activiteiten waarbij deze activiteiten
voornamelijk plaatsvinden in relatief afgelegen gebieden,
bezit de Groep de meeste van de gebruikte activa. Daarom
hebben is er slechts een beperkt aantal huurcontracten die in
aanmerking komen voor lease accounting. De drie
hoofdcategorieën bestaan uit:
Huur van gebouwen
Kantoorhuur wordt momenteel geboekt als operationele
lease. Analyse toont aan dat de huur voldoet aan de definitie
van een leasingovereenkomst en dat als zodanig een met een
gebruiksrecht overeenstemmend actief en bijbehorende
leasingschuld onder de nieuwe standaard moet worden
verantwoord. Aangezien de meeste kantoorhuurcontracten
langlopende huurcontracten zijn, zijn de belangrijkste acties
voor beheer van het gebied vereist:
Bepaling van de leaseperiode;
Berekening van de marginale rentevoet.
Bedrijfswagens
Bedrijfswagen in België voldoen aan de definitie van een
‘lease’ en zullen zodoende op dezelfde manier als de huur van
gebouwen worden behandeld.
Landrechten in Papoea-Nieuw-Guinea
In de dochteronderneming Hargy Oil Palms Ltd in Papoea-
Nieuw-Guinea, omvat een deel van de landrechten een vaste
jaarlijkse huurbetaling voor het vruchtgebruik van het land,
evenals een variabele royalty afhankelijk van de
productieniveaus van het jaar gemeten in ton FFB. De
jaarlijkse vaste huurbetaling voldoet aan de definitie van een
‘lease’, waarbij de leasetermijn van het actief bepaald is als
de gemiddelde levensduur van een oliepalm (25 jaar).
Lessor accounting
De Groep heeft geen contracten die tot lessor accounting
zouden kunnen leiden.
Bijzondere waardeverminderingen van activa
Materiële vaste activa en andere vaste activa worden
onderworpen aan een test voor bijzondere
waardevermindering als bepaalde elementen of belangrijke
veranderingen een indicatie geven dat de boekwaarde groter
is dan de realiseerbare waarde. Er dient een bijzonder
waardeverminderingsverlies te worden opgenomen gelijk aan
het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare
waarde, wat het hoogste is van de reële waarde min de
verkoopkosten en de bedrijfswaarde van het actief. Voor de
identificatie van bijzondere waardeverminderingen worden de
activa samengevoegd in de kleinste identificeerbare groep die
een instroom van kasmiddelen genereert. Wanneer later een
bijzondere waardevermindering niet langer bestaat, door een
toename van de reële waarde of de gebruikswaarde, wordt
deze teruggenomen.
Financiële instrumenten
Classificatie en waardering van financiële instrumenten
Financiële activa en passiva worden initieel opgenomen
wanneer de Groep een partij wordt bij de contractuele
bepalingen van het instrument.
De financiële activa en passiva worden initieel gewaardeerd
aan de reële waarde met waardeveranderingen in de winst-
en verliesrekening. Transactiekosten die direct toewijsbaar
zijn aan de verwerving of de uitgifte van financiële activa en
passiva (anders dan de financiële activa en passiva aan de
reële waarde via de resultatenrekening) worden, al
naargelang, toegevoegd of afgehouden van de reële waarde
bij de eerste opname. Transactiekosten die direct toewijsbaar
zijn aan de verwerving van financiële activa of passiva aan
reële waarde via de resultatenrekening worden onmiddellijk in
de resultatenrekening erkend.
De financiële activa omvatten de investeringen in eigen
vermogen instrumenten die worden aangewezen als
gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de andere elementen van het
totaalresultaat, leningen aan gerelateerde partijen,
vorderingen inclusief handelsvorderingen en andere
vorderingen, financiële activa aan de reële waarde via de
resultatenrekening en de geldmiddelen en kasequivalenten.
De verwervingen en verkopen van financiële activa worden
erkend op de transactiedatum.
17
SIPEF Financiële staten 2021
Financiële activa schuldinstrumenten
Alle erkende financiële activa worden vervolgens in hun
geheel gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs of reële
waarde, afhankelijk van de classificatie van de financiële
activa. Schuldinstrumenten die aan de volgende voorwaarden
voldoen, worden vervolgens gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs:
Het financieel actief wordt aangehouden binnen een
bedrijfsmodel dat tot doel heeft financiële activa aan te
houden om contractuele kasstromen te ontvangen; en
De contractuele voorwaarden van het financieel actief
leiden op bepaalde data tot kasstromen die uitsluitend
betalingen van hoofdsom en rente op de uitstaande
hoofdsom zijn.
Schuldinstrumenten omvatten:
Vorderingen die worden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs
Handelsvorderingen die worden gewaardeerd aan
geamortiseerde kostprijs
Geldmiddelen en kasequivalenten
Financiële activa - investeringen in eigen
vermogensinstrumenten
Bij de eerste opname, heeft de Groep een onherroepelijke
keuze gemaakt (op een variabele basis) om investeringen in
eigen vermogensinstrumenten te bepalen als reële waarde via
de andere elementen van het totaalresultaat (“FVTOCI”).
Beleggingen in eigen-vermogensinstrumenten volgens
FVTOCI worden initieel gewaardeerd aan de reële waarde
plus transactiekosten. Vervolgens worden ze gewaardeerd
tegen reële waarde waarbij winsten en verliezen die
voortvloeien uit wijzigingen in de reële waarde worden
opgenomen in de andere elementen van het totaalresultaat en
ze worden gecumuleerd in de reserve voor de
herwaarderingen op investeringen. De cumulatieve winst of
het cumulatieve verlies zal niet worden geherclassificeerd
naar de resultatenrekeningen bij de verkoop van de
aandelenbeleggingen. In de plaats daarvan zullen ze worden
getransfereerd naar het overgedragen resultaat.
Vanwege het gebrek aan voldoende recente informatie die
beschikbaar is om de reële waarde te meten, heeft het
management vastgesteld dat de kostprijs een correcte
schatting is van de reële waarde voor de niet-
beursgenoteerde investeringen in eigen vermogen
instrumenten.
Geamortiseerde kostprijs en effectieverentemethode
De effectieverentemethode is een methode voor het
berekenen van de geamortiseerde kostprijs van een
schuldinstrument en voor het toewijzen van rentebaten over
de relevante periode.
Voor financiële instrumenten andere dan verworven of
gecreëerde financiële activa met verminderde
kredietwaardigheid, is de effectieve interestvoet de rente die
de verwachte toekomstige geldbetalingen of ontvangsten
(inclusief alle vergoedingen betaald of ontvangen die een
integraal deel uitmaken van de effectieve interestvoet,
transactiekosten en andere premies en kortingen) tijdens de
verwachte looptijd (of een kortere periode indien van
toepassing) van het financiële actief of de financiële
verplichting exact disconteert tot de bruto boekwaarde van
een financieel actief of de geamortiseerde kostprijs van een
financiële verplichting, zonder rekening te houden met de te
De geamortiseerde kostprijs is het bedrag waartegen het
financiële actief of de financiële verplichting bij eerste opname
wordt gewaardeerd, verminderd met de hoofdsomaflossingen
en vermeerderd of verminderd met de volgens de
effectieverentemethode bepaalde cumulatieve amortisatie
van het eventuele verschil tussen dat eerste bedrag en het
aflossingsbedrag, en, voor financiële activa, aangepast voor
een eventuele voorziening voor verliezen. Anderzijds is de
bruto boekwaarde van een financieel actief de
geamortiseerde kostprijs van een financieel actief, vóór
aanpassing voor een eventuele voorziening voor verliezen.
Derivaten
De Groep maakt gebruik van financiële instrumenten voor het
beheer van het wisselkoers- en renterisico dat voortvloeit uit
de operationele, financiële en investeringsactiviteiten. De
Groep past een aantal afdekkingstransacties toe onder IFRS
9 "Financiële instrumenten”.
Derivaten worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde.
De wijzigingen in de reële waarde worden in resultaat geboekt
tenzij deze instrumenten deel uitmaken van
indekkingsverrichtingen. in welk geval de timing van de
opname in winst of verlies afhankelijk is van de aard van de
afdekkingsrelatie. De Groep wijst bepaalde derivaten aan als
afdekkingsinstrumenten met betrekking tot het renterisico in
kasstroomafdekkingen. Derivaten met betrekking tot het
valutarisico zijn niet gedocumenteerd in een
afdekkingsrelatie.
Bij de aanvang van de afdekkingsrelatie worden de
afdekkingsrelatie, alsook de risicobeheerdoelstelling en -
strategie van de entiteit bij het aangaan van de
afdekkingstransactie formeel aangewezen en
gedocumenteerd. Bovendien documenteert de Groep bij
aanvang van de indekking en op permanente basis of het
afdekkingsinstrument effectief is in het compenseren van
wijzigingen in reële waarde of kasstromen van de afgedekte
positie die toewijsbaar zijn aan het afgedekte risico.
De afdekkingsrelatie voldoet aan alle volgende vereisten
inzake afdekkingseffectiviteit:
Er is sprake van een economische relatie tussen de
afgedekte positie en het afdekkingsinstrument;
De waardeveranderingen die uit deze economische relatie
voortvloeien zijn niet hoofdzakelijk terug te voeren op het
effect van het kredietrisico; en
De afdekkingsverhouding van de afdekkingsrelatie is
gelijk aan die welke resulteert uit de hoeveelheid van de
afgedekte positie die de entiteit werkelijk afdekt, en de
hoeveelheid van het afdekkingsinstrument waarvan de
entiteit daadwerkelijk gebruikmaakt om die hoeveelheid
van de afgedekte positie af te dekken. Deze aanwijzing
mag echter geen onevenwichtigheid tussen de
wegingsfactor van de afgedekte positie en de
wegingsfactor van het afdekkingsinstrument
weerspiegelen welke aanleiding zou geven tot (al dan niet
opgenomen) afdekkingsineffectiviteit die in een uitkomst
van de administratieve verwerking kan resulteren welke
inconsistent is met het doel van hedge accounting
Indien een afdekkingsrelatie niet meer aan het op de
afdekkingsverhouding betrekking hebbende vereiste inzake
afdekkingseffectiviteit voldoet, maar de risicobeheer-
doelstelling voor die aangewezen afdekkingsrelatie gelijk blijft,
moet een entiteit de afdekkingsverhouding van de
afdekkingsrelatie zodanig aanpassen dat deze wederom aan
de criteria voldoet (dit wordt in deze standaard
herbalancering genoemd).
De waarde schommelingen van een afgeleid financieel
instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor
erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de
andere elementen van het totaalresultaat voor het effectieve
deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de
resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden
van de andere elementen van het totaalresultaat naar de
resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de
ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Een derivaat met een positieve rle waarde wordt geboekt
als een financieel actief, terwijl een derivaat met een
negatieve rle waarde wordt opgenomen als een financiële
verplichting. Een derivaat wordt gepresenteerd als kortlopend
of langlopend, afhankelijk van de verwachte vervaldatum van
het financiële instrument.
Waardeverminderingen van financiële activa
Met betrekking tot de waardevermindering van financiële
activa wordt een model voor verwachte kredietverliezen
toegepast. Het verwachte kredietverliesmodel vereist dat de
Groep rekening houdt met verwachte kredietverliezen en
veranderingen in die verwachte kredietverliezen op elke
rapporteringsdatum om zo de veranderingen in kredietrisico
sinds de eerste opname van de financiële activa correct weer
te geven. Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de
beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de
Groep: 1) handelsvorderingen; 2) langlopende vorderingen en
leningen aan verbonden partijen; 3) geldmiddelen en
kasequivalenten.
IFRS 9 vereist dat de Groep verwachte kredietverliezen op al
haar schuldinstrumenten, leningen en handelsvorderingen
boekt, hetzij op basis van twaalf maanden, hetzij op basis van
de volledige looptijd. De Groep heeft de vereenvoudigde
benadering toegepast en de verwachte verliezen op basis van
de volledige looptijd op alle handelsvorderingen geboekt.
Volgens IFRS 9 moet een entiteit de waarde van de
voorziening voor verliezen op een financieel instrument op
elke verslagdatum bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de
tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het
aan het financiële instrument verbonden kredietrisico sinds de
eerste opname significant is toegenomen moet een entiteit,
indien het aan een financieel instrument verbonden
kredietrisico op de verslagdatum niet significant is
toegenomen sinds de eerste opname, de waarde van de
voorziening voor verliezen op dat financiële instrument
bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de binnen twaalf
maanden te verwachten kredietverliezen. Voor de lange
termijn vorderingen geeft IFRS 9 de keuze om de verwachtte
kredietverliezen te bepalen op basis van de levensduur of van
een algemeen verwachte kredietverlies model (3 niveaus van
verwachte kredietvlies beoordeling). De Groep heeft gekozen
voor het algemene model. Alle banksaldi worden ook
beoordeeld op verwachtte kredietverliezen.
Niet langer opnemen van financiële activa
De Groep neemt een financieel actief niet langer op wanneer
de contractuele rechten op de kasstromen van het actief
aflopen of wanneer het financiële actief en vrijwel alle risico's
en voordelen van eigendom van het actief overdraagt aan een
andere partij. Als de Groep niet wezenlijk alle risico's en
voordelen van eigendom overdraagt of behoudt en het
overgedragen actief blijft controleren, erkent de Groep zijn
behouden belang in het actief en een daarmee verband
houdende verplichting op voor de bedragen die het mogelijk
moet betalen. Als de Groep nagenoeg alle risico's en
voordelen van eigendom van een overgedragen financieel
actief behoudt, blijft de Groep het financiële actief opnemen
en neemt het ook een lening op onderpand aan voor de
ontvangen opbrengsten.
Bij het niet langer in zijn geheel opnemen van een financieel
actief moet het verschil tussen: a) de boekwaarde (bepaald op
de datum van verwijdering uit het overzicht van de financiële
positie) en b) de ontvangen vergoeding (vermeerderd met elk
nieuw verkregen actief en verminderd met elke nieuw
aangegane verplichting) in winst of verlies worden
opgenomen. Bovendien, bij het niet langer opnemen van een
eigen vermogen instrument voor dewelke de Groep bij de
eerste opname heeft geopteerd om de rle waarde via de
andere elementen van het totaalresultaat op te nemen
(FVTOCI), worden de in het verleden gecumuleerde winsten
en verliezen in de herwaarderingsreserve voor beleggingen
niet geherclassificeerd naar de winst- en verliesrekening.
Financiële schulden
Alle financiële verplichtingen van de Groep worden
vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op
basis van de effectieve-rentemethode.
De Groep neemt de financiële verplichtingen niet langer op
wanneer, en alleen wanneer, de verplichtingen van de Groep
worden afgewikkeld, worden geannuleerd of komen te
vervallen. Het verschil tussen de boekwaarde van de niet
langer opgenomen balans van de financiële verplichting en de
betaalde en te betalen vergoeding, inclusief overgedragen
niet-contante activa of overgenomen verplichtingen, wordt
opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Vorderingen en schulden
De Groep waardeert een vordering en een schuld
aanvankelijk tegen rle waarde. Voor de vorderingen wordt
de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de rle waarde.
Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve
rentemethode, verminderd met een voorziening voor
verwachte kredietverliezen. Voor te betalen bedragen wordt
de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de rle waarde.
Vervolgens worden deze schulden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve
rentemethode. Vorderingen en schulden in een andere valuta
dan de functionele valuta van de dochteronderneming worden
omgerekend tegen de geldende wisselkoersen van de Groep
op de balansdatum.
Geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan
hun geamortiseerde waarde en omvatten contanten en
deposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden
of minder. Negatieve kassaldi worden als schulden
opgenomen.
Rentedragende leningen
Rentedragende leningen worden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs. Leningen worden initieel
opgenomen als ontvangen opbrengsten, na aftrek van
18 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
moet een entiteit de afdekkingsverhouding van de
afdekkingsrelatie zodanig aanpassen dat deze wederom aan
de criteria voldoet (dit wordt in deze standaard
herbalancering” genoemd).
De waarde schommelingen van een afgeleid financieel
instrument dat voldoet aan de strikte voorwaarden voor
erkenning als kasstroom-indekking worden opgenomen in de
andere elementen van het totaalresultaat voor het effectieve
deel. Het ineffectieve deel wordt rechtstreeks in de
resultatenrekening geboekt. De indekkingsresultaten worden
van de andere elementen van het totaalresultaat naar de
resultatenrekening overgeboekt op het moment dat de
ingedekte transactie zelf het resultaat beïnvloedt.
Een derivaat met een positieve reële waarde wordt geboekt
als een financieel actief, terwijl een derivaat met een
negatieve reële waarde wordt opgenomen als een financiële
verplichting. Een derivaat wordt gepresenteerd als kortlopend
of langlopend, afhankelijk van de verwachte vervaldatum van
het financiële instrument.
Waardeverminderingen van financiële activa
Met betrekking tot de waardevermindering van financiële
activa wordt een model voor verwachte kredietverliezen
toegepast. Het verwachte kredietverliesmodel vereist dat de
Groep rekening houdt met verwachte kredietverliezen en
veranderingen in die verwachte kredietverliezen op elke
rapporteringsdatum om zo de veranderingen in kredietrisico
sinds de eerste opname van de financiële activa correct weer
te geven. Concreet zijn de volgende activa opgenomen in de
beoordeling van de bijzondere waardevermindering van de
Groep: 1) handelsvorderingen; 2) langlopende vorderingen en
leningen aan verbonden partijen; 3) geldmiddelen en
kasequivalenten.
IFRS 9 vereist dat de Groep verwachte kredietverliezen op al
haar schuldinstrumenten, leningen en handelsvorderingen
boekt, hetzij op basis van twaalf maanden, hetzij op basis van
de volledige looptijd. De Groep heeft de vereenvoudigde
benadering toegepast en de verwachte verliezen op basis van
de volledige looptijd op alle handelsvorderingen geboekt.
Volgens IFRS 9 moet een entiteit de waarde van de
voorziening voor verliezen op een financieel instrument op
elke verslagdatum bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de
tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen indien het
aan het financiële instrument verbonden kredietrisico sinds de
eerste opname significant is toegenomen moet een entiteit,
indien het aan een financieel instrument verbonden
kredietrisico op de verslagdatum niet significant is
toegenomen sinds de eerste opname, de waarde van de
voorziening voor verliezen op dat financiële instrument
bepalen op een bedrag dat gelijk is aan de binnen twaalf
maanden te verwachten kredietverliezen. Voor de lange
termijn vorderingen geeft IFRS 9 de keuze om de verwachtte
kredietverliezen te bepalen op basis van de levensduur of van
een algemeen verwachte kredietverlies model (3 niveaus van
verwachte kredietvlies beoordeling). De Groep heeft gekozen
voor het algemene model. Alle banksaldi worden ook
beoordeeld op verwachtte kredietverliezen.
Niet langer opnemen van financiële activa
De Groep neemt een financieel actief niet langer op wanneer
de contractuele rechten op de kasstromen van het actief
aflopen of wanneer het financiële actief en vrijwel alle risico's
en voordelen van eigendom van het actief overdraagt aan een
andere partij. Als de Groep niet wezenlijk alle risico's en
voordelen van eigendom overdraagt of behoudt en het
overgedragen actief blijft controleren, erkent de Groep zijn
behouden belang in het actief en een daarmee verband
houdende verplichting op voor de bedragen die het mogelijk
moet betalen. Als de Groep nagenoeg alle risico's en
voordelen van eigendom van een overgedragen financieel
actief behoudt, blijft de Groep het financiële actief opnemen
en neemt het ook een lening op onderpand aan voor de
ontvangen opbrengsten.
Bij het niet langer in zijn geheel opnemen van een financieel
actief moet het verschil tussen: a) de boekwaarde (bepaald op
de datum van verwijdering uit het overzicht van de financiële
positie) en b) de ontvangen vergoeding (vermeerderd met elk
nieuw verkregen actief en verminderd met elke nieuw
aangegane verplichting) in winst of verlies worden
opgenomen. Bovendien, bij het niet langer opnemen van een
eigen vermogen instrument voor dewelke de Groep bij de
eerste opname heeft geopteerd om de reële waarde via de
andere elementen van het totaalresultaat op te nemen
(“FVTOCI”), worden de in het verleden gecumuleerde winsten
en verliezen in de herwaarderingsreserve voor beleggingen
niet geherclassificeerd naar de winst- en verliesrekening.
Financiële schulden
Alle financiële verplichtingen van de Groep worden
vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op
basis van de effectieve-rentemethode.
De Groep neemt de financiële verplichtingen niet langer op
wanneer, en alleen wanneer, de verplichtingen van de Groep
worden afgewikkeld, worden geannuleerd of komen te
vervallen. Het verschil tussen de boekwaarde van de niet
langer opgenomen balans van de financiële verplichting en de
betaalde en te betalen vergoeding, inclusief overgedragen
niet-contante activa of overgenomen verplichtingen, wordt
opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Vorderingen en schulden
De Groep waardeert een vordering en een schuld
aanvankelijk tegen reële waarde. Voor de vorderingen wordt
de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde.
Vervolgens worden deze vorderingen gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve
rentemethode, verminderd met een voorziening voor
verwachte kredietverliezen. Voor te betalen bedragen wordt
de transactieprijs geacht gelijk te zijn aan de reële waarde.
Vervolgens worden deze schulden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve
rentemethode. Vorderingen en schulden in een andere valuta
dan de functionele valuta van de dochteronderneming worden
omgerekend tegen de geldende wisselkoersen van de Groep
op de balansdatum.
Geldmiddelen en kasequivalenten
Geldmiddelen en kasequivalenten worden gewaardeerd aan
hun geamortiseerde waarde en omvatten contanten en
deposito's met een oorspronkelijke looptijd van drie maanden
of minder. Negatieve kassaldi worden als schulden
opgenomen.
Rentedragende leningen
Rentedragende leningen worden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs. Leningen worden initieel
opgenomen als ontvangen opbrengsten, na aftrek van
19
SIPEF Financiële staten 2021
transactiekosten. Elk verschil tussen de kostprijs en de
aflossingswaarde wordt in de winst- en verliesrekening
verwerkt volgens de effectieve rente methode.
Voorraden
De voorraad wordt gewaardeerd tegen de laagste waarde van
de kostprijs of de opbrengstwaarde.
Met betrekking tot de voorraad afgewerkte producten waarin
biologische activa worden verwerkt, wordt de reële waarde
van deze biologische activa verhoogd met de productiekost.
Voorraden worden individueel afgeschreven als de verwachte
opbrengstwaarde afneemt tot onder de boekwaarde van de
voorraad. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs
min de geschatte kosten die nodig zijn om de verkoop te
realiseren. Indien de omstandigheden die voorheen
aanleiding gaven tot een afschrijving niet meer bestaan, wordt
de waardevermindering teruggenomen.
Activa aangehouden voor verkoop
De Groep classificeert vaste activa en groepen activa die
worden afgestoten als aangehouden voor verkoop wanneer
hun boekwaarde hoofdzakelijk zal worden gerealiseerd in een
verkooptransactie en niet door het voortgezette gebruik ervan.
Vaste activa en groepen activa die worden afgestoten,
geclassificeerd als activa aangehouden voor verkoop, worden
gewaardeerd tegen de laagste waarde van enerzijds hun
boekwaarde en anderzijds hun reële waarde minus de
verkoopkosten. Verkoopkosten zijn de marginale kosten die
direct toerekenbaar zijn aan de vervreemding van een actief
(groep activa die wordt afgestoten), exclusief
financieringskosten en kosten uit hoofde van
winstbelastingen.
Aan de criteria voor classificatie als aangehouden voor
verkoop wordt alleen geacht te zijn voldaan als de verkoop
zeer waarschijnlijk is, en het actief of de groep activa die wordt
afgestoten in zijn huidige toestand onmiddellijk beschikbaar is
voor verkoop. Acties die nodig zijn om de verkoop te voltooien
moeten erop wijzen dat het onwaarschijnlijk is dat belangrijke
wijzigingen in de verkoop zullen worden aangebracht of dat
de beslissing tot verkoop zal worden ingetrokken. Het
management moet vastbesloten zijn om het actief te verkopen
en de verkoop moet naar verwachting binnen een jaar na de
datum van de classificatie worden afgerond.
Materiële en immateriële activa worden niet afgeschreven
zodra zij zijn geclassificeerd als aangehouden voor verkoop.
Activa en passiva die zijn geclassificeerd als aangehouden
voor verkoop worden in de balans afzonderlijk gepresenteerd
als vlottende posten.
Beëindigde bedrijfsactiviteiten worden niet opgenomen in de
resultaten van voortgezette bedrijfsactiviteiten en worden als
één bedrag gepresenteerd als winst of verlies na belastingen
uit beëindigde bedrijfsactiviteiten in de geconsolideerde winst-
en verliesrekening.
Eigen vermogen
Dividenden van de moedermaatschappij in verband met de
gewone uitstaande aandelen worden pas opgenomen in de
periode waarin ze formeel worden toegekend.
Kosten gemaakt voor het uitgeven van
eigenvermogensinstrumenten worden opgenomen als een
vermindering van het eigen vermogen.
Minderheidsbelangen
Minderheidsbelangen omvatten het deel, toebehorend aan de
minderheidsaandeelhouders, van de reële waarde van
identificeerbare activa en verplichtingen die opgenomen
worden bij de overname van een dochteronderneming, samen
met het overeenkomstig deel van de gerealiseerde winsten en
verliezen voor de daaropvolgende periodes.
In de winst- en verliesrekening wordt het minderheidsaandeel
in het verlies of de winst van de Groep apart getoond van het
geconsolideerd resultaat van de Groep.
Ingekochte eigen aandelen
Eigen-vermogensinstrumenten die opnieuw worden
verworven (ingekochte eigen aandelen), worden opgenomen
tegen kostprijs en in mindering gebracht van het eigen
vermogen. Er wordt geen winst of verlies in de winst- en
verliesrekening opgenomen bij de aankoop, verkoop, uitgifte
of intrekking van eigen-vermogensinstrumenten van de
Groep. Elk verschil tussen de boekwaarde en de vergoeding,
indien opnieuw uitgegeven, wordt opgenomen in de
uitgiftepremie.
Voorzieningen
Voorzieningen worden opgenomen wanneer de Groep een
bestaande in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft
ten gevolge van een gebeurtenis in het verleden, het
waarschijnlijk is dat er een uitstroom van middelen vereist zal
zijn om de verplichting af te wikkelen en het bedrag van de
verplichting op betrouwbare wijze kan worden geschat.
Pensioenen en andere voordelen na uitdiensttreding
Groepsentiteiten hebben verschillende pensioenplannen in
overeenstemming met de lokale voorwaarden en
toepassingen van die landen.
1. Toegezegde-pensioenregelingen
(“Defined benefit plans”)
In het algemeen werden de toegezegd-pensioenregelingen
nog niet gefinancierd, doch volledig voorzien volgens de
‘Projected Unit Credit’-methode. Deze voorzieningen
vertegenwoordigen de actuele waarde van de toekomstige
uitkeringsverplichtingen. De actuariële winsten en verliezen
worden in het de andere elementen van het totaalresultaat
erkend.
2. Toegezegde-contributieregelingen
(“Defined contribution plans”)
De Groep betaalt eveneens vaste bijdragen aan openbare of
privé-verzekeringsplannen. Aangezien de Groep
aangesproken kan worden om bijkomende betalingen te
verrichten in geval het gemiddelde rendement op de
werkgeversbijdragen en op de werknemersbijdragen niet
wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te
worden beschouwd als “toegezegd-pensioenregelingen”.
Personeelsbeloningen in de vorm van eigen
vermogensinstrumenten
Er bestaan binnen de Groep aandelenoptieplannen, die aan
werknemers het recht geven om SIPEF aandelen te kopen
tegen een vooraf bepaalde prijs. Deze prijs wordt bepaald op
moment van toekenning van de opties en is gebaseerd op de
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van
toekenning) gewaardeerd aan de hand van de rle waarde
van de toegekende opties en warranten en als kost in de
resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde
prestaties tijdens de vestigingsperiode.
Omzet
De kernactiviteit van de SIPEF-groep is de verkoop van
goederen. De Groep erkent de opbrengsten vanaf het
moment dat de controle over het actief wordt overgedragen
aan de klant. De verkochte goederen worden per schip
vervoerd en als opbrengst erkend zodra de goederen op het
schip worden geladen. Vanaf dit moment wordt de controle
overgedragen aan de klant en wordt de opbrengst erkend in
de financiële staten. Dit is zo van toepassing voor alle
contracten binnen de SIPEF-groep. De betalingsvoorwaarden
zijn afhankelijk van de leveringsvoorwaarden van het contract
en kunnen variëren tussen vooruitbetaling, contanten tegen
documenten en 45 dagen na overhandiging van de
vrachtbrief. De leveringen van goederen zijn aan een vaste
prijs. Voor elk contract is er maar één prestatieverplichting
waaraan moet worden voldaan nl.: de levering van de
goederen.
De Groep heeft geen incrementele kosten van materieel
belang voor het verkrijgen van een contract die zou voldoen
aan de kapitalisatiecriteria, zoals gedefinieerd door IFRS 15.
De Groep heeft de nieuwe standaard toegepast op de vereiste
ingangsdatum. We kunnen concluderen dat de nieuwe IFRS
15 standaard geen noemenswaardige impact heeft op de
financiële staten van de SIPEF-groep. De Groep blijft haar
producten verkopen aan de huidige vastgestelde
voorwaarden.
Kostprijs van verkopen
Aankopen worden netto opgenomen, na financiële en
handelskorting. Kostprijs van verkopen omvat alle lasten
verbonden met oogsten, transformatie en transport.
Algemene en beheerskosten
Algemene en beheerskosten omvatten lasten van de
marketing- en financiële afdeling en algemene
beheerskosten.
Winstbelastingen
De winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode
verschuldigde en verrekenbare belastingen en de uitgestelde
belastingen. Beide belastingen worden in de winst- en
verliesrekening opgenomen behalve in die gevallen waar het
bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen
vermogen. In dit laatste geval verloopt de opname via het
eigen vermogen.
Onder de over de verslagperiode verschuldigde en
verrekenbare belastingen verstaat men deze die drukken op
de fiscale winst van het boekjaar, berekend tegen de
belastingtarieven die van kracht zijn op balansdatum, evenals
de aanpassingen aan de belastingen die verschuldigd zijn
over de vorige boekjaren.
Uitgestelde belastingverplichtingen en vorderingen worden
opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde
in de balans en de fiscale boekwaarde van activa en
verplichtingen en worden later aangepast om wijzigingen in de
verwachte belastingtarieven waartegen deze tijdelijke
verschillen zullen omdraaien weer te geven. Uitgestelde
belastingvorderingen worden enkel opgenomen in de
geconsolideerde jaarrekening als het waarschijnlijk is dat de
realisatie of afwikkeling ervan mogelijk is in de toekomst.
4. GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN
BEOORDELINGEN
IFRS vereist dat de Groep bij de opstelling van de
geconsolideerde jaarrekening beoordelingen en schattingen
gebruikt en hypothesen vooropstelt die de bedragen van
activa en verplichtingen alsook de winst- en verliesrekening
op balansdatum kunnen beïnvloeden. Werkelijke resultaten
kunnen verschillen van deze schattingen.
De voornaamste domeinen waarin oordelen worden
aangewend zijn:
Oordelen dat de landrechten niet zullen worden
afgeschreven tenzij er een indicatie zou bestaan dat deze
niet vernieuwd zouden kunnen worden. Een totaal van
2 500 hectaren landrechten in PT Agro Muko zijn vervallen
in 2020. Alle documentatie voor de vernieuwing van de
landrechten die in 2020 vervallen, werd op tijd geleverd
aan de relevante autoriteiten. De autoriteiten zijn bezig
met deze na te kijken en goed te keuren. Er is geen
indicatie dat deze landrechten niet vernieuwd zullen
worden.
De voornaamste domeinen waarin schattingen worden
aangewend in 2021 zijn:
Uitgestelde belastingen
Bijzondere waardeverminderingen op activa (goodwill
impairment)
Bepalen van de geschatte kosten gerelateerd aan de
verkoop van PT Melania
De voornaamste schattingen die worden gebruikt bij de
berekening van uitgestelde belastingen en het testen van
bijzondere waardeverminderingen van activa (goodwill
impairment), zijn gebaseerd op het maken van een schatting
van de grondstofprijzen over een langere periode. De
grondstoffenprijzen die bij dergelijke schattingen worden
gebruikt, zijn van nature volatiel en zullen daarom in
werkelijkheid verschillen van de geschatte bedragen. Er is
geen unieke onafhankelijk variabele op basis waarvan een
relevante sensitiviteitsanalyse kan worden gemaakt voor de
berekening van de uitgestelde belastingen. We verwijzen naar
toelichting 8 voor de goodwill impairment analyse.
De bepaling van de netto verkoopprijs van PT Melania omvat
een schatting van de kosten in verband met de verkoop zoals
overeengekomen in de Koop-Verkoopovereenkomst (SPA).
De belangrijkste gemaakte schattingen omvatten:
De timing en de kosten voor de vernieuwing van de
permanente concessierechten (HGU)
De vergoeding voor de opgebouwde sociale rechten van
het personeel, dat vermoedelijk vrijwel geheel zal worden
overgenomen door Shamrock Group
20 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
De prestaties van de begunstigden worden (op moment van
toekenning) gewaardeerd aan de hand van de reële waarde
van de toegekende opties en warranten en als kost in de
resultatenrekening erkend op het ogenblik van de geleverde
prestaties tijdens de vestigingsperiode.
Omzet
De kernactiviteit van de SIPEF-groep is de verkoop van
goederen. De Groep erkent de opbrengsten vanaf het
moment dat de controle over het actief wordt overgedragen
aan de klant. De verkochte goederen worden per schip
vervoerd en als opbrengst erkend zodra de goederen op het
schip worden geladen. Vanaf dit moment wordt de controle
overgedragen aan de klant en wordt de opbrengst erkend in
de financiële staten. Dit is zo van toepassing voor alle
contracten binnen de SIPEF-groep. De betalingsvoorwaarden
zijn afhankelijk van de leveringsvoorwaarden van het contract
en kunnen variëren tussen vooruitbetaling, contanten tegen
documenten en 45 dagen na overhandiging van de
vrachtbrief. De leveringen van goederen zijn aan een vaste
prijs. Voor elk contract is er maar één prestatieverplichting
waaraan moet worden voldaan nl.: de levering van de
goederen.
De Groep heeft geen incrementele kosten van materieel
belang voor het verkrijgen van een contract die zou voldoen
aan de kapitalisatiecriteria, zoals gedefinieerd door IFRS 15.
De Groep heeft de nieuwe standaard toegepast op de vereiste
ingangsdatum. We kunnen concluderen dat de nieuwe IFRS
15 standaard geen noemenswaardige impact heeft op de
financiële staten van de SIPEF-groep. De Groep blijft haar
producten verkopen aan de huidige vastgestelde
voorwaarden.
Kostprijs van verkopen
Aankopen worden netto opgenomen, na financiële en
handelskorting. Kostprijs van verkopen omvat alle lasten
verbonden met oogsten, transformatie en transport.
Algemene en beheerskosten
Algemene en beheerskosten omvatten lasten van de
marketing- en financiële afdeling en algemene
beheerskosten.
Winstbelastingen
De winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode
verschuldigde en verrekenbare belastingen en de uitgestelde
belastingen. Beide belastingen worden in de winst- en
verliesrekening opgenomen behalve in die gevallen waar het
bestanddelen betreft die deel uitmaken van het eigen
vermogen. In dit laatste geval verloopt de opname via het
eigen vermogen.
Onder de over de verslagperiode verschuldigde en
verrekenbare belastingen verstaat men deze die drukken op
de fiscale winst van het boekjaar, berekend tegen de
belastingtarieven die van kracht zijn op balansdatum, evenals
de aanpassingen aan de belastingen die verschuldigd zijn
over de vorige boekjaren.
Uitgestelde belastingverplichtingen en vorderingen worden
opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde
in de balans en de fiscale boekwaarde van activa en
verplichtingen en worden later aangepast om wijzigingen in de
verwachte belastingtarieven waartegen deze tijdelijke
verschillen zullen omdraaien weer te geven. Uitgestelde
belastingvorderingen worden enkel opgenomen in de
geconsolideerde jaarrekening als het waarschijnlijk is dat de
realisatie of afwikkeling ervan mogelijk is in de toekomst.
4. GEBRUIK VAN SCHATTINGEN EN
BEOORDELINGEN
IFRS vereist dat de Groep bij de opstelling van de
geconsolideerde jaarrekening beoordelingen en schattingen
gebruikt en hypothesen vooropstelt die de bedragen van
activa en verplichtingen alsook de winst- en verliesrekening
op balansdatum kunnen beïnvloeden. Werkelijke resultaten
kunnen verschillen van deze schattingen.
De voornaamste domeinen waarin oordelen worden
aangewend zijn:
Oordelen dat de landrechten niet zullen worden
afgeschreven tenzij er een indicatie zou bestaan dat deze
niet vernieuwd zouden kunnen worden. Een totaal van
2 500 hectaren landrechten in PT Agro Muko zijn vervallen
in 2020. Alle documentatie voor de vernieuwing van de
landrechten die in 2020 vervallen, werd op tijd geleverd
aan de relevante autoriteiten. De autoriteiten zijn bezig
met deze na te kijken en goed te keuren. Er is geen
indicatie dat deze landrechten niet vernieuwd zullen
worden.
De voornaamste domeinen waarin schattingen worden
aangewend in 2021 zijn:
Uitgestelde belastingen
Bijzondere waardeverminderingen op activa (goodwill
impairment)
Bepalen van de geschatte kosten gerelateerd aan de
verkoop van PT Melania
De voornaamste schattingen die worden gebruikt bij de
berekening van uitgestelde belastingen en het testen van
bijzondere waardeverminderingen van activa (goodwill
impairment), zijn gebaseerd op het maken van een schatting
van de grondstofprijzen over een langere periode. De
grondstoffenprijzen die bij dergelijke schattingen worden
gebruikt, zijn van nature volatiel en zullen daarom in
werkelijkheid verschillen van de geschatte bedragen. Er is
geen unieke onafhankelijk variabele op basis waarvan een
relevante sensitiviteitsanalyse kan worden gemaakt voor de
berekening van de uitgestelde belastingen. We verwijzen naar
toelichting 8 voor de goodwill impairment analyse.
De bepaling van de netto verkoopprijs van PT Melania omvat
een schatting van de kosten in verband met de verkoop zoals
overeengekomen in de Koop-Verkoopovereenkomst (“SPA”).
De belangrijkste gemaakte schattingen omvatten:
De timing en de kosten voor de vernieuwing van de
permanente concessierechten (HGU)
De vergoeding voor de opgebouwde sociale rechten van
het personeel, dat vermoedelijk vrijwel geheel zal worden
overgenomen door Shamrock Group
21
SIPEF Financiële staten 2021
5. GROEPSONDERNEMINGEN / CONSOLIDATIEKRING
De moedermaatschappij van de Groep, SIPEF, Schoten/België is de moedermaatschappij van de volgende ondernemingen:
Locatie
Controle %
Belangen %
Geconsolideerde ondernemingen (integrale consolidatie)
PT Tolan Tiga Indonesia
Medan / Indonesië
95,00
95,00
PT Eastern Sumatra Indonesia
Medan / Indonesië
95,00
90,25
PT Kerasaan Indonesia
Medan / Indonesië
57,00
54,15
PT Bandar Sumatra Indonesia
Medan / Indonesië
95,00
90,25
PT Mukomuko Agro Sejahtera
Medan / Indonesië
95,00
85,74
PT Umbul Mas Wisesa
Medan / Indonesië
95,00
94,90
PT Citra Sawit Mandiri
Medan / Indonesië
95,00
94,90
PT Toton Usaha Mandiri
Medan / Indonesië
95,00
94,90
PT Agro Rawas Ulu
Medan / Indonesië
95,00
95,00
PT Agro Kati Lama
Medan / Indonesië
95,00
95,00
PT Agro Muara Rupit
Medan / Indonesië
95,00
94,90
Hargy Oil Palms Ltd
Bialla / Papoea-N-G
100,00
100,00
Plantations J. Eglin SA
Azaguié / Ivoorkust
100,00
100,00
Jabelmalux SA
Luxembourg / G.H. Luxemburg
99,89
99,89
Sipef Singapore
Singapore / Republiek Singapore
100,00
100,00
PT Agro Muko
Medan / Indonesië
95,00
90,25
PT Dendymarker Indah Lestari
Medan / Indonesië
100,00
95,00
Geassocieerde ondernemingen en joint ventures (vermogensmutatie)
Verdant Bioscience Pte Ltd
Singapore / Republiek Singapore
38,00
38,00
PT Melania Indonesia
Medan / Indonesië
55,00
52,25
PT Timbang Deli Indonesia
Medan / Indonesië
38,00
36,10
Niet geconsolideerde ondernemingen
Horikiki Development Cy Ltd
Honiara / Solomon Islands
90,80
90,80
SIPEF heeft een verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend met Shamrock Group (SG) over de verkoop van 100% van het
aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. Door de ondertekening van de SPA heeft SIPEF de
volledige controle over PT Melania verloren. Bijgevolg werd PT Melania geboekt als een joint venture aangehouden voor verkoop
vanaf 30 april 2021. De activa en passiva van PT Melania werden gewaardeerd tegen reële waarde, gelijk aan de netto verkoopprijs
van KUSD 23 353.
Vanaf 30 april 2021 worden de resultaten van PT Melania niet meer opgenomen in de geconsolideerde winst en verlies van de SIPEF-
groep aangezien PT Melania geclassificeerd is als een joint venture aangehouden voor verkoop.
De Groep heeft, ondanks het bezit van de meerderheid van de stemrechten, geen zeggenschap in Horikiki Development Cy Ltd.
wegens gevestigd in ontoegankelijke regio’s. Desalniettemin heeft Horikiki geen waarde.
Alle ondernemingen die werden opgenomen in de consolidatie zijn ook opgenomen in het duurzaamheidsverslag van de Groep.
Er zijn geen beperkingen om activa te realiseren en verplichtingen van dochterondernemingen af te wikkelen.
6. WISSELKOERSEN
Naar aanleiding van een gewijzigde politiek inzake liquiditeits- en schuldbeheer is vanaf eind 2006 de functionele valuta in de
meerderheid van de dochterondernemingen vanaf 1 januari 2007 gewijzigd naar US dollar. Het volgende filiaal heeft echter een
andere functionele valuta:
Plantations J. Eglin SA EUR
De hieronder vermelde koersen werden gebruikt om de balansen en resultaten van deze entiteiten om te rekenen naar de US Dollar
(de munt waarin de Groep haar jaarverslag opstelt).
Slotkoers
Gemiddelde koers
2021
2020
2019
2021
2020
2019
EUR
0,8816
0,8916
0,8738
0,8480
0,8727
0,8941
7. OPERATIONEEL RESULTAAT EN SEGMENTINFORMATIE
De activiteiten van SIPEF kunnen worden onderverdeeld in segmenten naar gelang de soort van de producten. SIPEF heeft de
volgende segmenten:
Palm: Omvat alle palmproducten, inclusief palmolie, de palmpitten en de palmpitolie, zowel in Indonesië als in Papoea-Nieuw-
Guinea.
Rubber: Omvat alle verschillende soorten rubber die geproduceerd wordt in Indonesië en verkocht wordt door de SIPEF-groep:
- Ribbed Smoked Sheets (RSS)"
- Standard Indonesia Rubber (SIR)
- Scraps and Lumps
Thee: Omvat de "cut, tear, curl" (CTC) thee die SIPEF produceert in Indonesië.
Bananen en horticultuur: Omvat alle verkopen van bananen en horticultuur, komende uit Ivoorkust.
Corporate: Omvat voornamelijk de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op
zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
Het overzicht van de segmenten hieronder is weergegeven op basis van de interne managementrapportering van de SIPEF-groep.
Het executief comité is dechief operating decision maker. De belangrijkste verschillen met de IFRS-consolidatie zijn:
Er wordt vertrokken vanuit de brutomarge per segment en niet vanuit omzet.
De meerwaarde op de verkoop van PT Melania werd niet opgenomen in deoverige bedrijfsopbrengsten/(kosten), maar is
opgenomen op een aparte lijn.
In KUSD
2021
2020
Bruto-marge per product
Palm
166 562
59 886
Rubber
-2 608
-1 814
Thee
134
- 788
Bananen en planten
3 803
4 390
Corporate
1 328
682
Totaal bruto-marge
169 218
62 357
Algemene- en beheerskosten
-36 891
-31 573
Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)
-4 552
- 6
Financieringsopbrengsten/(kosten)
-2 369
-4 458
Discounting Sipef-CI
748
1 368
Wisselkoersresultaten
-1 157
378
Resultaat voor belastingen
124 997
28 065
Belastinglasten
-36 075
-10 828
Effectief belastingtarief
-28,9%
-38,6%
Resultaat na belastingen
88 923
17 237
Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures
-1 091
-1 059
Resultaat van de periode voor verkoop PT Melania
87 832
16 178
Meerwaarde op de verkoop van PT Melania
11 640
0
Resultaat van de periode
99 471
16 178
Hieronder wordt de segmentinformatie per productsegment en per geografische locatie weergeven volgens de IFRS winst- en
verliesrekeningen. Het resultaat van een segment omvat de opbrengsten en kosten die rechtstreeks door een segment worden
gegenereerd inclusief het relevante deel van de opbrengsten en kosten dat redelijkerwijs aan het segment kan worden
toegerekend.
22 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Slotkoers
Gemiddelde koers
2021
2020
2019
2021
2020
2019
EUR
0,8816
0,8916
0,8738
0,8480
0,8727
0,8941
7. OPERATIONEEL RESULTAAT EN SEGMENTINFORMATIE
De activiteiten van SIPEF kunnen worden onderverdeeld in segmenten naar gelang de soort van de producten. SIPEF heeft de
volgende segmenten:
Palm: Omvat alle palmproducten, inclusief palmolie, de palmpitten en de palmpitolie, zowel in Indonesië als in Papoea-Nieuw-
Guinea.
Rubber: Omvat alle verschillende soorten rubber die geproduceerd wordt in Indonesië en verkocht wordt door de SIPEF-groep:
- Ribbed Smoked Sheets (RSS)"
- Standard Indonesia Rubber (SIR)
- Scraps and Lumps
Thee: Omvat de "cut, tear, curl" (CTC) thee die SIPEF produceert in Indonesië.
Bananen en horticultuur: Omvat alle verkopen van bananen en horticultuur, komende uit Ivoorkust.
Corporate: Omvat voornamelijk de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op
zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
Het overzicht van de segmenten hieronder is weergegeven op basis van de interne managementrapportering van de SIPEF-groep.
Het executief comité is de “chief operating decision maker”. De belangrijkste verschillen met de IFRS-consolidatie zijn:
Er wordt vertrokken vanuit de brutomarge per segment en niet vanuit omzet.
De meerwaarde op de verkoop van PT Melania werd niet opgenomen in de “overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)”, maar is
opgenomen op een aparte lijn.
In KUSD
2021
2020
Bruto-marge per product
Palm
166 562
59 886
Rubber
-2 608
-1 814
Thee
134
- 788
Bananen en planten
3 803
4 390
Corporate
1 328
682
Totaal bruto-marge
169 218
62 357
Algemene- en beheerskosten
-36 891
-31 573
Overige bedrijfsopbrengsten/(kosten)
-4 552
- 6
Financieringsopbrengsten/(kosten)
-2 369
-4 458
Discounting Sipef-CI
748
1 368
Wisselkoersresultaten
-1 157
378
Resultaat voor belastingen
124 997
28 065
Belastinglasten
-36 075
-10 828
Effectief belastingtarief
-28,9%
-38,6%
Resultaat na belastingen
88 923
17 237
Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures
-1 091
-1 059
Resultaat van de periode voor verkoop PT Melania
87 832
16 178
Meerwaarde op de verkoop van PT Melania
11 640
0
Resultaat van de periode
99 471
16 178
Hieronder wordt de segmentinformatie per productsegment en per geografische locatie weergeven volgens de IFRS winst- en
verliesrekeningen. Het resultaat van een segment omvat de opbrengsten en kosten die rechtstreeks door een segment worden
gegenereerd inclusief het relevante deel van de opbrengsten en kosten dat redelijkerwijs aan het segment kan worden
toegerekend.
23
SIPEF Financiële staten 2021
Brutowinst per product
2021 - KUSD Omzet
Kostprijs van
verkopen
Aanpassingen van
de reële waarde
Brutowinst % van totaal
Palm
380 862
-216 913
2 613
166 562
98,4
Rubber
8 059
-10 667
0
-2 608
-1,5
Thee
2 719
-2 574
- 11
134
0,1
Bananen en horticultuur
23 085
-19 085
- 197
3 803
2,2
Corporate
1 328
0
0
1 328
0,8
Totaal
416 053
-249 239
2 404
169 218
100,0
2020 - KUSD Omzet
Kostprijs van
verkopen
Aanpassingen van
de reële waarde
Brutowinst % van totaal
Palm
236 707
-177 137
176
59 746
95,8
Rubber
8 866
-10 680
0
-1 814
-2,9
Thee
5 858
-6 611
- 35
- 788
-1,3
Bananen en horticultuur
21 774
-17 976
592
4 390
7,0
Corporate
823
0
0
823
1,3
Totaal
274 027
-212 403
733
62 357
100,0
De totale omzet steeg met 51,8% tegenover 2020 tot USD 416 miljoen
De omzet van palmproducten nam toe met 60,9% voornamelijk door een combinatie van meer volume en een hogere wereldmarktprijs
voor ruwe palmolie (“Crude Palm Oil” -CPO)
De rubberomzet daalde met 9,1% ondanks een hogere gerealiseerde eenheidsverkoopprijs, ten gevolge van lagere producties bij PT
Agro Muko en het wegvallen van de rechtstreekse verkopen aan externe klanten door PT Melania, de vennootschap die in 2021
gedeconsolideerd werd. Deze deconsolidatie leidde er eveneens toe dat de omzet van thee nagenoeg gehalveerd werd.
De omzet in het bananensegment, uitgedrukt in de functionele munt, de euro, groeide voornamelijk door een stijging van de verkochte
volumes met 3,6%. Gezien de bananen verhandeld worden in euro, steeg de USD-omzet met 6,1%, dankzij de wisselkoersevolutie
EUR/USD.
De aankopen van verse vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) van derden vermeerderden met KUSD 34 462 door een
toename van de aangekochte volumes en de gestegen aankoopprijzen van FFB, waarvan de prijs gerelateerd is aan CPO.
De gemiddelde eenheidskostprijs af-fabriek voor de oliepalmplantages kende een lichte stijging met 4,3%. In Indonesië wogen de
hoge kosten van de jong volgroeide plantages op het gemiddelde kostenniveau, terwijl in Papoea-Nieuw-Guinea de uitstekende
producties van Hargy Oil Palms Ltd leidden tot een daling van de eenheidskostprijs met 17,7%. De eenheidskostprijs van het
bananensegment bleef ongeveer identiek met die van 2020. Voor het rubbersegment zijn de eenheidskostprijzen significant gestegen
(50,8%): ter voorbereiding van de conversie van rubber naar palm daalden de producties in belangrijke mate en werd de resterende
nettoboekwaarde versneld afgeschreven. Bovendien zal in de periode 2022-2026 naar schatting in totaal MUSD 6,8 aan biologische
rubberactiva versneld worden afgeschreven.
De aanpassingen in de reële waarde betroffen de effecten van de waardering van de hangende vruchten aan hun reële waarde
(IAS 41R).
De brutowinst steeg van KUSD 62 357 eind 2020 naar KUSD 169 218 eind 2021.
Het brutoresultaat van het palmsegment (98,4% van de totale brutowinst) nam toe met KUSD 106 816, dankzij de grotere producties
en vooral de hogere netto palmolieprijzen. De gemiddelde wereldmarktprijs voor CPO noteerde over 2021 USD 1 195 per ton CIF
Rotterdam. Dit is 67,1% hoger dan over dezelfde periode vorig jaar. Er dient wel opgemerkt te worden dat in Indonesië de
exportheffing en -taks aanzienlijk toenam tegenover 2020. Voor het ganse jaar 2021 wordt de totale impact van de exportheffing en
-taks op ongeveer USD 349 per ton geschat, tegenover USD 74 per ton vorig jaar.
De relatief sterke heropleving van de verkoopprijzen van rubber sinds het tweede semester van vorig jaar kon niet verhinderen dat
de negatieve bijdrage van het rubbersegment tot de brutomarge nog toenam. Dit is voornamelijk te wijten aan de gedaalde
productievolumes in de rubberplantages van PT Bandar Sumatra en PT Agro Muko.
Het nettoresultaat van het theesegment vertegenwoordigt sinds 2021 uitsluitend de commissies die SIPEF ontvangt uit de verkoop
van theevolumes in de markt.
In de bananen- en horticultuuractiviteiten werd de winstgevendheid bevestigd met een brutomarge van KUSD 3 803.
Het segment "corporate" omvat de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op
zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
Brutowinst per geografische locatie
2021 - KUSD
Omzet
Kostprijs van
verkopen
Andere
inkomsten
Aanpassingen
van de rle
waarde
Brutowinst
% van
totaal
Indonesië
215 361
-130 497
900
1 392
87 156
51,5
Papoea-Nieuw-Guinea
167 920
-91 298
0
1 209
77 831
46,0
Ivoorkust
31 444
-27 445
0
- 197
3 803
2,2
Europa
428
0
0
0
428
0,3
Totaal
415 153
-249 240
900
2 404
169 218
100,0
2020 - KUSD
Omzet
Kostprijs van
verkopen
Andere
inkomsten
Aanpassingen
van de rle
waarde
Brutowinst
% van
totaal
Indonesië
160 337
-119 228
444
- 421
41 132
66,0
Papoea-Nieuw-Guinea
89 279
-73 829
0
562
16 012
25,7
Ivoorkust
23 144
-19 346
0
592
4 390
7,0
Europa
822
0
0
0
822
1,3
Totaal
273 583
-212 403
444
733
62 357
100,0
De totale kostprijs van de verkopen kan onderverdeeld worden in de volgende categorin:
1. Plantagekosten - omvat alle kosten verbonden aan de werken op het veld om het basis landbouwkundig product te vervaardigen
(i.e. verse palmtrossen, latex, theebladen, bananen, horticultuur);
2. Verwerkingskosten - omvat alle kosten verbonden aan het verwerken van het landbouwkundig basisproduct tot de afgewerkte
landbouwgrondstoffen (i.e. palmolie, rubber, thee, ...);
3. Aankopen FFB/palmolie/latex omvatten alle aankoopkosten van derde partijen (omliggende boeren) of geassocieerde
ondernemingen en joint ventures;
4. Voorraadbewegingen omvat alle voorraadbewegingen alsook de wijzigingen in de reële waarde van de voorraad;
5. Aanpassingen van de rle waarde omvat de aanpassingen van de rle waarde van het biologisch actief van palmolie, bananen
en thee;
6. Verkoopkosten - omvat alle direct toewijsbare kosten aan de verkopen van het jaar (o.a. transportkosten, exporttaks/heffing op
palmolie, ...)
7. Algemene- en administratieve kosten - omvat alle kosten verbonden aan de overkoepelende organisatie (zoals algemeen
management, financieel departement, marketing, interne audit, duurzaamheid, enz.).
In KUSD
2021
2020
Plantagekosten
150 127
134 547
Verwerkingskosten
33 003
30 894
Aankopen FFB/palmolie/latex
60 143
26 297
Voorraadbewegingen
-20 333
-3 462
Aanpassingen van de rle waarde
2 404
733
Verkoopkosten
21 492
22 661
Kostprijs van de verkopen
246 835
211 670
Algemene en beheerskosten
36 891
31 573
Totale kostprijs van de verkopen en algemene en beheerskosten
283 726
243 243
De plantagekosten zijn lichtjes gestegen ten opzichte van vorig jaar door:
een algemene kostenstijging als gevolg van de inflatie;
de additionele mature hectaren in de Musi Rawas regio waardoor de plantage -en veldkosten nu jaarlijks stijgen;
hogere FFB producties in 2021.
24 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Het nettoresultaat van het theesegment vertegenwoordigt sinds 2021 uitsluitend de commissies die SIPEF ontvangt uit de verkoop
van theevolumes in de markt.
In de bananen- en horticultuuractiviteiten werd de winstgevendheid bevestigd met een brutomarge van KUSD 3 803.
Het segment "corporate" omvat de ontvangen management fees van niet-groepsondernemingen, aangerekende commissies op
zeevrachten en andere aangerekende commissies die buiten het verkoopcontract vallen.
Brutowinst per geografische locatie
2021 - KUSD Omzet
Kostprijs van
verkopen
Andere
inkomsten
Aanpassingen
van de reële
waarde
Brutowinst
% van
totaal
Indonesië
215 361
-130 497
900
1 392
87 156
51,5
Papoea-Nieuw-Guinea
167 920
-91 298
0
1 209
77 831
46,0
Ivoorkust
31 444
-27 445
0
- 197
3 803
2,2
Europa
428
0
0
0
428
0,3
Totaal
415 153
-249 240
900
2 404
169 218
100,0
2020 - KUSD Omzet
Kostprijs van
verkopen
Andere
inkomsten
Aanpassingen
van de reële
waarde
Brutowinst
% van
totaal
Indonesië
160 337
-119 228
444
- 421
41 132
66,0
Papoea-Nieuw-Guinea
89 279
-73 829
0
562
16 012
25,7
Ivoorkust
23 144
-19 346
0
592
4 390
7,0
Europa
822
0
0
0
822
1,3
Totaal
273 583
-212 403
444
733
62 357
100,0
De totale kostprijs van de verkopen kan onderverdeeld worden in de volgende categorieën:
1. Plantagekosten - omvat alle kosten verbonden aan de werken op het veld om het basis landbouwkundig product te vervaardigen
(i.e. verse palmtrossen, latex, theebladen, bananen, horticultuur);
2. Verwerkingskosten - omvat alle kosten verbonden aan het verwerken van het landbouwkundig basisproduct tot de afgewerkte
landbouwgrondstoffen (i.e. palmolie, rubber, thee, ...);
3. Aankopen FFB/palmolie/latex omvatten alle aankoopkosten van derde partijen (omliggende boeren) of geassocieerde
ondernemingen en joint ventures;
4. Voorraadbewegingen omvat alle voorraadbewegingen alsook de wijzigingen in de reële waarde van de voorraad;
5. Aanpassingen van de reële waarde omvat de aanpassingen van de reële waarde van het biologisch actief van palmolie, bananen
en thee;
6. Verkoopkosten - omvat alle direct toewijsbare kosten aan de verkopen van het jaar (o.a. transportkosten, exporttaks/heffing op
palmolie, ...)
7. Algemene- en administratieve kosten - omvat alle kosten verbonden aan de overkoepelende organisatie (zoals algemeen
management, financieel departement, marketing, interne audit, duurzaamheid, enz.).
In KUSD
2021
2020
Plantagekosten
150 127
134 547
Verwerkingskosten
33 003
30 894
Aankopen FFB/palmolie/latex
60 143
26 297
Voorraadbewegingen
-20 333
-3 462
Aanpassingen van de reële waarde
2 404
733
Verkoopkosten
21 492
22 661
Kostprijs van de verkopen
246 835
211 670
Algemene en beheerskosten
36 891
31 573
Totale kostprijs van de verkopen en algemene en beheerskosten
283 726
243 243
De plantagekosten zijn lichtjes gestegen ten opzichte van vorig jaar door:
een algemene kostenstijging als gevolg van de inflatie;
de additionele mature hectaren in de Musi Rawas regio waardoor de plantage -en veldkosten nu jaarlijks stijgen;
hogere FFB producties in 2021.
25
SIPEF Financiële staten 2021
De verwerkingskosten zijn licht gestegen in vergelijking met vorig jaar doordat een groter aantal FFB's werd verwerkt.
De aankopen van FFB / CPO / latex zijn met meer dan 125% gestegen ten opzichte van vorig jaar. De stijging is een gevolg van de
hogere CPO-prijzen in 2021, die resulteren in een hogere FFB-prijs, een toename van de aangekochte hoeveelheden in het kader
van de plasmawet en het herstel van de productie van kleine boeren in Papoea-Nieuw-Guinea, dat resulteerde in een grotere aanvoer
van FFB van derden.
De voorraadmutatie is voornamelijk gestegen door de gestegen voorraad palmproducten op het einde van het jaar, gecombineerd
met een gestegen waarde van de voorraad palmproducten door de hoge wereldmarktprijzen op het einde van het jaar.
De verkoopkosten zijn relatief stabiel gebleven ondanks de gestegen exporttaks en exportheffingen in Indonesië in 2021. Dit is te
wijten aan een stijging van de lokale verkopen van de Groep in Indonesië in vergelijking met 2020. Op deze lokale verkopen is geen
exportbelasting en -heffing van toepassing. In de praktijk wordt echter een vergelijkbaar bedrag onmiddellijk in mindering gebracht
op de verkoopprijs voor lokale Indonesische verkopen, wat resulteert in een vergelijkbare nettoverkoopprijs.
De totale afschrijving opgenomen in de plantage- en de verwerkingskosten bedragen KUSD 40 222. De afschrijvingskosten zijn voor
3.482 KUSD opgenomen in de "Algemene en administratieve kosten" en voor 4.912 KUSD in de "Overige bedrijfsopbrengsten/-
kosten". De afschrijvingen in de "overige bedrijfsopbrengsten/kosten" hebben voor ongeveer KUSD 4 229 betrekking op de versnelde
afschrijvingen van de oliepalmen in PT Dendymarker. In toelichting 20 worden de "overige bedrijfsopbrengsten/-kosten" meer in detail
voorgesteld.
De algemene en beheerskosten stegen tegenover vorig jaar, voornamelijk door de toegenomen bonusprovisie als gevolg van de
betere resultaten.
Omzet uitgesplitst naar locatie van de klant
In KUSD
2021
2020
Indonesië
205 284
133 264
Nederland
152 297
85 340
Frankrijk
9 408
14 839
Maleisië
8 460
1 377
Zwitserland
7 822
44
België / Belgique
6 360
4 009
Groot-Brittannië
5 677
2 459
Singapore
5 627
20 507
Verenigde Staten
3 726
4 001
Ivoorkust
3 602
2 273
Spanje
2 634
117
Ierland
1 671
2 003
China
1 557
1 065
Duitsland
928
877
Poland
485
26
Verenigde Arab. Emiraten
195
0
Afghanistan
116
824
Pakistan
111
914
Andere
93
88
Totaal
416 053
274 027
De omzet van de Groep wordt gerealiseerd tegenover een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product wordt ca 90%
van de omzet gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor bijkomende informatie verwijzen we naar toelichting 26 financiële
instrumenten.
Gesegmenteerde informatie geografisch
2021
In KUSD
Indonesië
PNG
Ivoorkust
Europa
Andere
Totaal
Immateriële vaste activa
0
0
0
348
0
348
Goodwill
104 782
0
0
0
0
104 782
Biologische activa
226 144
80 950
277
0
0
307 371
Andere materiële vaste activa
253 032
98 848
7 311
704
0
359 896
Vastgoedbeleggingen
0
0
0
0
0
0
Investeringen in geassocieerde deelnemingen
en joint ventures
- 749
0
0
0
4 347
3 598
Andere financiële activa
46
0
31
15
0
92
Vorderingen > 1 jaar
25 666
0
0
0
0
25 666
Uitgestelde belastingvorderingen
10 995
0
319
2 237
0
13 550
Totaal vaste activa
619 916
179 798
7 938
3 304
4 347
815 303
% van totaal
76,03%
22,05%
0,97%
0,41%
0,53%
100,00%
2020
In KUSD
Indonesië
PNG
Ivoorkust
Europa
Andere
Totaal
Immateriële vaste activa
0
0
0
473
0
473
Goodwill
104 782
0
0
0
0
104 782
Biologische activa
231 602
83 952
273
0
0
315 826
Andere materiële vaste activa
248 665
101 487
3 992
668
0
354 811
Vastgoedbeleggingen
0
0
0
0
0
0
Investeringen in geassocieerde deelnemingen
en joint ventures
- 282
0
0
0
4 912
4 630
Andere financiële activa
46
0
19
15
0
80
Vorderingen > 1 jaar
16 092
0
0
9
0
16 101
Uitgestelde belastingvorderingen
10 447
0
363
2 240
0
13 049
Totaal vaste activa
611 352
185 438
4 645
3 406
4 912
809 753
% van totaal
75,50%
22,90%
0,57%
0,42%
0,61%
100,00%
8. GOODWILL EN ANDERE IMMATERIELE VASTE ACTIVA
2021
2020
In KUSD
Goodwill
Immateriële
vaste activa
Goodwill
Immateriële
vaste activa
Bruto boekwaarde per 1 januari
104 782
787
104 782
1 078
Aanschaffingen
0
40
0
49
Verkopen en buitengebruikstellingen
0
- 60
0
- 340
Overboekingen
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
0
0
0
0
Bruto boekwaarde per 31 december
104 782
767
104 782
787
Geaccumuleerde afschrijvingen en
waardeverminderingen per 1 januari
0
- 314
0
- 561
Afschrijvingen
0
- 165
0
- 93
Verkopen en buitengebruikstellingen
0
60
0
340
Overboekingen
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
0
0
0
0
Geaccumuleerde afschrijvingen en
waardeverminderingen per 31 december
0
- 419
0
- 314
Netto boekwaarde per 1 januari
104 782
473
104 782
517
Netto boekwaarde per 31 december
104 782
348
104 782
473
26 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Gesegmenteerde informatie geografisch
2021
In KUSD
Indonesië
PNG
Ivoorkust
Europa
Andere
Totaal
Immateriële vaste activa
0
0
0
348
0
348
Goodwill
104 782
0
0
0
0
104 782
Biologische activa
226 144
80 950
277
0
0
307 371
Andere materiële vaste activa
253 032
98 848
7 311
704
0
359 896
Vastgoedbeleggingen
0
0
0
0
0
0
Investeringen in geassocieerde deelnemingen
en joint ventures
- 749
0
0
0
4 347
3 598
Andere financiële activa
46
0
31
15
0
92
Vorderingen > 1 jaar
25 666
0
0
0
0
25 666
Uitgestelde belastingvorderingen
10 995
0
319
2 237
0
13 550
Totaal vaste activa
619 916
179 798
7 938
3 304
4 347
815 303
% van totaal
76,03%
22,05%
0,97%
0,41%
0,53%
100,00%
2020
In KUSD
Indonesië
PNG
Ivoorkust
Europa
Andere
Totaal
Immateriële vaste activa
0
0
0
473
0
473
Goodwill
104 782
0
0
0
0
104 782
Biologische activa
231 602
83 952
273
0
0
315 826
Andere materiële vaste activa
248 665
101 487
3 992
668
0
354 811
Vastgoedbeleggingen
0
0
0
0
0
0
Investeringen in geassocieerde deelnemingen
en joint ventures
- 282
0
0
0
4 912
4 630
Andere financiële activa
46
0
19
15
0
80
Vorderingen > 1 jaar
16 092
0
0
9
0
16 101
Uitgestelde belastingvorderingen
10 447
0
363
2 240
0
13 049
Totaal vaste activa
611 352
185 438
4 645
3 406
4 912
809 753
% van totaal
75,50%
22,90%
0,57%
0,42%
0,61%
100,00%
8. GOODWILL EN ANDERE IMMATERIELE VASTE ACTIVA
2021
2020
In KUSD Goodwill
Immateriële
vaste activa
Goodwill
Immateriële
vaste activa
Bruto boekwaarde per 1 januari
104 782
787
104 782
1 078
Aanschaffingen
0
40
0
49
Verkopen en buitengebruikstellingen
0
- 60
0
- 340
Overboekingen
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
0
0
0
0
Bruto boekwaarde per 31 december
104 782
767
104 782
787
Geaccumuleerde afschrijvingen en
waardeverminderingen per 1 januari
0
- 314
0
- 561
Afschrijvingen
0
- 165
0
- 93
Verkopen en buitengebruikstellingen
0
60
0
340
Overboekingen
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
0
0
0
0
Geaccumuleerde afschrijvingen en
waardeverminderingen per 31 december
0
- 419
0
- 314
Netto boekwaarde per 1 januari
104 782
473
104 782
517
Netto boekwaarde per 31 december
104 782
348
104 782
473
27
SIPEF Financiële staten 2021
Goodwill impairment analyse
Goodwill is het positieve verschil tussen de overnameprijs van een dochteronderneming, geassocieerde onderneming of joint venture
en het aandeel van de Groep in de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen entiteit op datum
van overname. Volgens de standaard IFRS 3 - Bedrijfscombinaties, wordt goodwill niet afgeschreven, maar getoetst op bijzondere
waardevermindering.
Goodwill en immateriële vaste activa worden jaarlijks door het management getoetst of ze zijn blootgesteld aan een bijzondere
waardevermindering in overeenstemming met de waarderingsregels in toelichting 3 (ongeacht of er aanwijzingen bestaan voor een
bijzondere waardevermindering).
Om de noodzaak tot een bijzondere waardevermindering te kunnen beoordelen, wordt de goodwill toegewezen aan een kasstroom
genererende eenheid (KGE). Een kasstroom genererende eenheid is de kleinste identificeerbare groep van activa die een instroom
van kasmiddelen genereert die in ruime mate onafhankelijk is van de instroom van kasmiddelen van andere activa of groepen van
activa. Op elke balansdatum wordt voor deze kasstroom genererende eenheden een analyse uitgevoerd om te bepalen of de
boekwaarde van de goodwill volledig recupereerbaar is. Indien de realiseerbare waarde van de kasstroom generende eenheid op
een duurzame wijze lager ligt dan de boekwaarde, dan wordt er in de winst - en verliesrekening een bijzondere waardevermindering
opgenomen ten belope van dit verschil.
In het model van SIPEF wordt de kasstroom generende eenheid vergeleken met het totaal onderliggend actief gerelateerd aan het
palmoliesegment per 31 december 2021. Dit omvat de volgende posten:
Activa (in KUSD)*
2021
Biologische activa - dragende planten
305 432
Andere materiële vaste activa
350 219
Goodwill
104 782
Vlottende activa - vlottende passiva
13 438
Totaal
773 872
* Activa omvat enkel de entiteiten met palmolieactiviteiten
De SIPEF-groep heeft de ‘kasstroom genererende eenheid’ gedefinieerd als het operationele palmoliesegment. Het omvat alle
kasstromen van de palmolieactiviteiten van alle plantages in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea. De kasstromen die voortvloeien
uit de verkoop van rubber, thee en bananen worden hier niet mee opgenomen, gezien het feit dat de goodwill zuiver werd toegewezen
aan het volledige palmoliesegment.
De recupereerbare waarde van de kasstroom generende eenheden waaraan de goodwill werd toegewezen, werd bepaald aan de
hand van een berekening met een "discounted cash-flow-model" (DCF-model). Er werd vertrokken vanuit de operationele plannen
van de Groep die tien jaar vooruitkijken (t.e.m. 2031) en werden goedgekeurd door de Raad van Bestuur. De macro-economische
parameters zoals de palmolieprijs en inflatie worden in dit model als constant beschouwd voor ieder jaar. De constante palmolieprijs
die gebruikt wordt in het model (USD 755/ton) is de beste inschatting van het management van de palmolieprijs CIF Rotterdam op
lange termijn. De negatieve impact van de gewijzigde regelingen m.b.t. exportbelastingen en exportheffingen in Indonesië zijn
meegenomen in de toekomstige kasstromen.
De gemiddelde palmolieprijs die gebruikt werd in de goodwill impairment analyse voor 2021 bedroeg USD 755/ton, terwijl de spotprijs
USD 1 305/ton bedroeg op 31 december 2021.
In het model is de groei van de verkopen dezelfde als de normale verbetering van de productievolumes t.g.v. van de maturiteit van
de palmbomen van de verschillende dochterondernemingen. Eventuele verbetering van de toekomstige “EBITDA”-marges in het
model zijn een normaal gevolg van dezelfde verbetering van de productievolumes.
Het huidige model werd opgesteld met een gewogen gemiddelde kapitaalkost (na belastingen) van 8,01% en een gemiddelde
aanslagvoet van 25% - 30%. De terminale waarde in het "discounted cash-flow" model is gebaseerd op een perpetuele groei van 2%
conform het Gordon-groeimodel. We maken in het model gebruik van een sensitiviteitsanalyse voor verschillende palmolieprijzen en
verschillende gewogen gemiddelde kapitaalkosten (WACC):
Palmolieprijzen (CIF Rotterdam)
Scenario 1
705 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 2 (basis scenario)
755 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 3
805 USD/ton CIF Rotterdam
WACC
Scenario 1
7,19%
Scenario 2 (basis scenario)
8,19%
Scenario 3
9,19%
Samenvatting assumpties van 2021:
PO / WACC
7,19%
8,19%
9,19%
705 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 1
Scenario 4
Scenario 7
755 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 2
Scenario 5 (basis scenario)
Scenario 8
805 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 3
Scenario 6
Scenario 9
Samenvatting assumpties van 2020:
PO / WACC
7,01%
8,01%
9,01%
663 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 1
Scenario 4
Scenario 7
713 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 2
Scenario 5 (basis scenario)
Scenario 8
763 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 3
Scenario 6
Scenario 9
Voor de sensitiviteitsanalyse werd de prijs verhoogd en verlaagd met 50 USD/ton. De WACC werd verhoogd en verlaagd met één
procent. Hieronder wordt er een sensitiviteitsmatrix weergeven voor de totale verdisconteerde cashflow voor verschillende
palmolieprijzen en verschillende gemiddelde kapitaalkosten (WACC).
Matrix sensitiviteit
WACC/PO prijs (in KUSD)
7,19%
8,19%
9,19%
705 USD/ton CIF Rotterdam
931 010
751 748
623 023
755 USD/ton CIF Rotterdam
1 662 152
1 366 300
1 153 492
805 USD/ton CIF Rotterdam
2 046 183
1 689 049
1 432 036
Waarde onderliggende assets*
773 872
773 872
773 872
* het gaat hier om het onderliggende actief gerelateerd aan het PO segment
De headroom omvat het verschil tussen het totaal aan discounted cashflows en de waarde van het onderliggend actief:
Headroom (in KUSD)
7,19%
8,19%
9,19%
705 USD/ton CIF Rotterdam
157 138
- 22 124
- 150 850
755 USD/ton CIF Rotterdam
888 279
592 428
379 620
805 USD/ton CIF Rotterdam
1 272 311
915 177
658 163
Groen = basis scenario
We berekenden tevens ook de break-even palmolieprijs a.d.h.v. verschillende WACC's:
Break-even prijs
7,19%
8,19%
9,19%
USD/ton
633 $/ton
659 $/ton
684 $/ton
Het management is van mening dat de veronderstellingen gebruikt in de bedrijfswaardeberekening zoals hierboven beschreven, de
beste inschattingen geven van de toekomstige ontwikkeling. Uit de sensitiviteitsanalyse is gebleken dat de goodwill telkens volledig
recupereerbaar is in bijna elk scenario. Zodoende is het management van mening dat er geen indicatie is voor een eventuele
waardevermindering. Toekomstige verkoopprijzen blijven moeilijk te voorspellen over een lange periode en zullen nauwlettend
worden gemonitord in de toekomst.
28 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
WACC
Scenario 1
7,19%
Scenario 2 (basis scenario)
8,19%
Scenario 3
9,19%
Samenvatting assumpties van 2021:
PO / WACC
7,19%
8,19%
9,19%
705 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 1
Scenario 4
Scenario 7
755 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 2
Scenario 5 (basis scenario)
Scenario 8
805 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 3
Scenario 6
Scenario 9
Samenvatting assumpties van 2020:
PO / WACC
7,01%
8,01%
9,01%
663 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 1
Scenario 4
Scenario 7
713 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 2
Scenario 5 (basis scenario)
Scenario 8
763 USD/ton CIF Rotterdam
Scenario 3
Scenario 6
Scenario 9
Voor de sensitiviteitsanalyse werd de prijs verhoogd en verlaagd met 50 USD/ton. De WACC werd verhoogd en verlaagd met één
procent. Hieronder wordt er een sensitiviteitsmatrix weergeven voor de totale verdisconteerde cashflow voor verschillende
palmolieprijzen en verschillende gemiddelde kapitaalkosten (WACC).
Matrix sensitiviteit
WACC/PO prijs (in KUSD)
7,19%
8,19%
9,19%
705 USD/ton CIF Rotterdam
931 010
751 748
623 023
755 USD/ton CIF Rotterdam
1 662 152
1 366 300
1 153 492
805 USD/ton CIF Rotterdam
2 046 183
1 689 049
1 432 036
Waarde onderliggende assets*
773 872
773 872
773 872
* het gaat hier om het onderliggende actief gerelateerd aan het PO segment
De headroom omvat het verschil tussen het totaal aan discounted cashflows en de waarde van het onderliggend actief:
Headroom (in KUSD)
7,19%
8,19%
9,19%
705 USD/ton CIF Rotterdam
157 138
- 22 124
- 150 850
755 USD/ton CIF Rotterdam
888 279
592 428
379 620
805 USD/ton CIF Rotterdam
1 272 311
915 177
658 163
Groen = basis scenario
We berekenden tevens ook de break-even palmolieprijs a.d.h.v. verschillende WACC's:
Break-even prijs
7,19%
8,19%
9,19%
USD/ton
633 $/ton
659 $/ton
684 $/ton
Het management is van mening dat de veronderstellingen gebruikt in de bedrijfswaardeberekening zoals hierboven beschreven, de
beste inschattingen geven van de toekomstige ontwikkeling. Uit de sensitiviteitsanalyse is gebleken dat de goodwill telkens volledig
recupereerbaar is in bijna elk scenario. Zodoende is het management van mening dat er geen indicatie is voor een eventuele
waardevermindering. Toekomstige verkoopprijzen blijven moeilijk te voorspellen over een lange periode en zullen nauwlettend
worden gemonitord in de toekomst.
29
SIPEF Financiële staten 2021
9. BIOLOGISCHE ACTIVA - DRAGENDE PLANTEN
Bewegingstabel biologische activa - dragende planten
Op balansniveau kan de beweging in de biologische activa dragende planten als volgt samengevat worden:
In KUSD
2021
2020
Bruto boekwaarde per 1 januari
429 192
407 810
Wijzigingen in consolidatiekring
- 17 474
0
Aanschaffingen
27 396
26 971
Verkopen en buitengebruikstellingen
- 22 594
- 4 261
Overboekingen
80
- 1 454
Andere
0
0
Omrekeningsverschillen
- 114
128
Bruto boekwaarde per 31 december
416 487
429 192
Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 1 januari
- 113 365
- 101 467
Wijzigingen in consolidatiekring
4 924
0
Afschrijvingen
- 21 462
- 15 120
Verkopen en buitengebruikstellingen
20 694
3 326
Overboekingen
0
0
Andere
0
0
Omrekeningsverschillen
92
- 104
Geaccumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen per 31 december
- 109 116
- 113 365
Netto boekwaarde per 1 januari
315 827
306 343
Netto boekwaarde per 31 december
307 371
315 826
10. ANDERE MATERIELE VASTE ACTIVA
2021
In KUSD
Terreinen,
gebouwen en
infrastructuur
Installaties
en
machines
Rollend
materieel
Bureau,
meubilair
en
overige
In
aanbouw
Land-
rechten
Totaal
Leasing
Bruto boekwaarde per 1
januari
188 549
190 336
72 629
34 138
3 304
16 492
125 533
630 983
Wijzigingen in
consolidatiekring
- 7 491
- 6 134
- 1 322
- 834
0
- 1 131
- 197
- 17 109
Aanschaffingen
13 846
4 833
3 987
1 544
247
10 448
6 351
41 256
Verkopen en
buitengebruikstellingen
- 859
- 1 199
- 3 017
- 90
0
- 4 142
- 259
- 9 566
Overboekingen
7 722
237
505
186
0
- 8 729
0
- 80
Andere
- 12
12
0
0
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
- 922
- 231
- 160
- 78
0
- 144
- 17
- 1 550
Bruto boekwaarde per
31 december
200 834
187 855
72 622
34 867
3 551
12 794
131 411
643 933
Geaccumuleerde
afschrijvingen en
waardeverminderingen
per 1 januari
- 81 098
- 114 635
- 56 458
- 20 431
- 547
0
- 3 002
- 276 172
Wijzigingen in
consolidatiekring
5 988
5 392
1 193
541
0
0
181
13 295
Afschrijvingen
- 7 980
- 10 637
- 5 473
- 2 454
- 416
0
- 29
- 26 988
Verkopen en
buitengebruikstellingen
725
1 142
2 770
84
0
0
0
4 721
Overboekingen
1
0
0
0
0
0
0
1
Andere
0
0
0
0
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
713
196
112
68
0
0
16
1 105
Geaccumuleerde
afschrijvingen en
waardeverminderingen
per 31 december
- 81 651
- 118 542
- 57 856
- 22 192
- 963
0
- 2 834
- 284 038
Netto boekwaarde per 1
januari
107 451
75 701
16 171
13 707
2 757
16 492
122 531
354 810
Netto boekwaarde per 31
december
119 183
69 313
14 766
12 675
2 588
12 794
128 577
359 896
30 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
10. ANDERE MATERIELE VASTE ACTIVA
2021
In KUSD
Terreinen,
gebouwen en
infrastructuur
Installaties
en
machines
Rollend
materieel
Bureau,
meubilair
en
overige
In
aanbouw
Land-
rechten
Totaal
Leasing
Bruto boekwaarde per 1
januari
188 549
190 336
72 629
34 138
3 304
16 492
125 533
630 983
Wijzigingen in
consolidatiekring
- 7 491
- 6 134
- 1 322
- 834
0
- 1 131
- 197
- 17 109
Aanschaffingen
13 846
4 833
3 987
1 544
247
10 448
6 351
41 256
Verkopen en
buitengebruikstellingen
- 859
- 1 199
- 3 017
- 90
0
- 4 142
- 259
- 9 566
Overboekingen
7 722
237
505
186
0
- 8 729
0
- 80
Andere
- 12
12
0
0
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
- 922
- 231
- 160
- 78
0
- 144
- 17
- 1 550
Bruto boekwaarde per
31 december
200 834
187 855
72 622
34 867
3 551
12 794
131 411
643 933
Geaccumuleerde
afschrijvingen en
waardeverminderingen
per 1 januari
- 81 098
- 114 635
- 56 458
- 20 431
- 547
0
- 3 002
- 276 172
Wijzigingen in
consolidatiekring
5 988
5 392
1 193
541
0
0
181
13 295
Afschrijvingen
- 7 980
- 10 637
- 5 473
- 2 454
- 416
0
- 29
- 26 988
Verkopen en
buitengebruikstellingen
725
1 142
2 770
84
0
0
0
4 721
Overboekingen
1
0
0
0
0
0
0
1
Andere
0
0
0
0
0
0
0
0
Omrekeningsverschillen
713
196
112
68
0
0
16
1 105
Geaccumuleerde
afschrijvingen en
waardeverminderingen
per 31 december
- 81 651
- 118 542
- 57 856
- 22 192
- 963
0
- 2 834
- 284 038
Netto boekwaarde per 1
januari
107 451
75 701
16 171
13 707
2 757
16 492
122 531
354 810
Netto boekwaarde per 31
december
119 183
69 313
14 766
12 675
2 588
12 794
128 577
359 896
31
SIPEF Financiële staten 2021
2020
In KUSD
Terreinen,
gebouwen en
infrastructuur
Installaties
en
machines
Rollend
materieel
Bureau,
meubilair
en
overige
In
aanbouw
Land-
rechten
Totaal
Leasing
Bruto boekwaarde per 1
januari
180 654
186 614
69 811
32 711
3 253
16 696
122 422
612 163
Wijzigingen in
consolidatiekring
0
0
0
0
0
0
0
0
Aanschaffingen
6 675
2 990
4 009
668
122
5 655
5 586
25 705
Verkopen en
buitengebruikstellingen
- 778
- 1 065
- 1 716
- 322
0
- 3 514
0
- 7 395
Overboekingen
985
1 525
361
994
0
- 2 411
0
1 454
Andere
- 11
11
0
0
- 71
60
- 2 495
- 2 506
Omrekeningsverschillen
1 024
261
164
87
0
6
20
1 562
Bruto boekwaarde per
31 december
188 549
190 336
72 629
34 138
3 304
16 492
125 533
630 983
Geaccumuleerde
afschrijvingen en
waardeverminderingen
per 1 januari
- 73 094
- 104 561
- 52 061
- 17 584
- 358
0
- 5 434
- 253 092
Wijzigingen in
consolidatiekring
0
0
0
0
0
0
0
0
Afschrijvingen
- 7 767
- 10 884
- 5 768
- 2 953
- 386
0
- 45
- 27 804
Verkopen en
buitengebruikstellingen
628
1 029
1 495
180
0
0
0
3 332
Overboekingen
1
0
0
0
0
0
0
1
Andere
- 87
0
0
0
197
0
2 495
2 605
Omrekeningsverschillen
- 779
- 220
- 124
- 74
0
0
- 18
- 1 215
Geaccumuleerde
afschrijvingen en
waardeverminderingen
per 31 december
- 81 098
- 114 635
- 56 458
- 20 431
- 547
0
- 3 002
- 276 172
Netto boekwaarde per 1
januari
107 560
82 053
17 750
15 127
2 895
16 696
116 988
359 071
Netto boekwaarde per 31
december
107 451
75 701
16 171
13 707
2 757
16 492
122 531
354 811
De aanschaffingen omvatten, naast de gebruikelijke vervangingsinvesteringen, investeringen voor de verbetering van de logistiek en
infrastructuur van de plantages en de palmoliefabrieken.
Hieronder wordt een overzicht gegeven van de eigendomsrechten waarop de plantages van de SIPEF-groep gevestigd zijn:
Hectaren
Type
Vervaldatum
Gewas
PT Tolan Tiga Indonesia
6 042
Concessie
2023
Oliepalm
PT Tolan Tiga Indonesia
2 437
Concessie
2024
Oliepalm
PT Eastern Sumatra Indonesia
3 178
Concessie
2023
Oliepalm
PT Kerasaan Indonesia
2 362
Concessie
2023
Oliepalm
PT Bandar Sumatra Indonesia
1 413
Concessie
2024
Rubber
PT Melania Indonesia
5 140
Concessie
2023
Rubber en thee
PT Toton Usaha Mandiri
1 199
Concessie
2046
Oliepalm
PT Agro Muko
2 256
Concessie
2044
Oliepalm
PT Agro Muko
2 500
Concessie
2020*
Oliepalm
PT Agro Muko
315
Concessie
2031
Oliepalm
PT Agro Muko
1 410
Concessie
2028
Oliepalm
PT Agro Muko
2 903
Concessie
2028
Oliepalm
PT Agro Muko
5 150
Concessie
2044
Oliepalm
PT Agro Muko
2 287
Concessie
2044
Oliepalm
PT Agro Muko
2 185
Concessie
2022
Oliepalm
PT Agro Muko
1 515
Concessie
2022
Rubber
PT Agro Muko
2 100
Concessie
2022
Oliepalm
PT Agro Muko
232
Concessie
2056
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
4 397
Concessie
2048
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
2 071
Concessie
2048
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
679
Concessie
2049
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
462
Concessie
2049
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
155
Concessie
2049
Oliepalm
PT Dendymarker Indah Lestari
13 705
Concessie
2028
Oliepalm
PT Mukomuko Agro Sejahtera
1 705
Concessie
2053
Oliepalm
PT Mukomuko Agro Sejahtera (STGE)
1 770
Concessie
2024
Oliepalm
PT Timbang Deli Indonesia
972
Concessie
2023
Rubber en oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
128
Concessie
2075
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
2 967
Concessie
2076
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
17
Concessie
2077
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
6 460
Concessie
2082
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
2 900
Concessie
2101
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
170
Concessie
2102
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
695
Concessie
2106
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
18
Concessie
2113
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
246
Concessie
2117
Oliepalm
Plantations J. Eglin SA
1 021
Eigendom
nvt
Bananen en ananasbloemen
Plantations J. Eglin SA
743
Voorlopige concessie
nvt
Bananen en ananasbloemen
Totaal
85 905
PT Mukomuko Agro Sejahtera
623
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Mukomuko Agro Sejahtera (BKDE)
1 513
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Citra Sawit Mandiri
1 814
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Rawas Ulu
5 712
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Kati Lama
7 568
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Kati Lama
3 091
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
4 811
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
7 498
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
1 303
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
4 201
In onderhandeling
-
Oliepalm
Totaal
38 134
-
* Alle documentatie voor de vernieuwing van de landrechten die in 2020 vervallen, werd op tijd geleverd aan de relevante autoriteiten. De autoriteiten zijn bezig
met deze na te kijken en goed te keuren. Er is geen indicatie dat deze landrechten niet vernieuwd zullen worden.
Bovendien heeft ons filiaal Hargy Oil Palms Ltd een totaal van 4 116 Ha beplante arealen op onderverhuurd land ("subleased land").
32 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Hectaren
Type
Vervaldatum
Gewas
PT Tolan Tiga Indonesia
6 042
Concessie
2023
Oliepalm
PT Tolan Tiga Indonesia
2 437
Concessie
2024
Oliepalm
PT Eastern Sumatra Indonesia
3 178
Concessie
2023
Oliepalm
PT Kerasaan Indonesia
2 362
Concessie
2023
Oliepalm
PT Bandar Sumatra Indonesia
1 413
Concessie
2024
Rubber
PT Melania Indonesia
5 140
Concessie
2023
Rubber en thee
PT Toton Usaha Mandiri
1 199
Concessie
2046
Oliepalm
PT Agro Muko
2 256
Concessie
2044
Oliepalm
PT Agro Muko
2 500
Concessie
2020*
Oliepalm
PT Agro Muko
315
Concessie
2031
Oliepalm
PT Agro Muko
1 410
Concessie
2028
Oliepalm
PT Agro Muko
2 903
Concessie
2028
Oliepalm
PT Agro Muko
5 150
Concessie
2044
Oliepalm
PT Agro Muko
2 287
Concessie
2044
Oliepalm
PT Agro Muko
2 185
Concessie
2022
Oliepalm
PT Agro Muko
1 515
Concessie
2022
Rubber
PT Agro Muko
2 100
Concessie
2022
Oliepalm
PT Agro Muko
232
Concessie
2056
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
4 397
Concessie
2048
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
2 071
Concessie
2048
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
679
Concessie
2049
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
462
Concessie
2049
Oliepalm
PT Umbul Mas Wisea
155
Concessie
2049
Oliepalm
PT Dendymarker Indah Lestari
13 705
Concessie
2028
Oliepalm
PT Mukomuko Agro Sejahtera
1 705
Concessie
2053
Oliepalm
PT Mukomuko Agro Sejahtera (STGE)
1 770
Concessie
2024
Oliepalm
PT Timbang Deli Indonesia
972
Concessie
2023
Rubber en oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
128
Concessie
2075
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
2 967
Concessie
2076
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
17
Concessie
2077
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
6 460
Concessie
2082
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
2 900
Concessie
2101
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
170
Concessie
2102
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
695
Concessie
2106
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
18
Concessie
2113
Oliepalm
Hargy Oil Palms Limited
246
Concessie
2117
Oliepalm
Plantations J. Eglin SA
1 021
Eigendom
nvt
Bananen en ananasbloemen
Plantations J. Eglin SA
743
Voorlopige concessie
nvt
Bananen en ananasbloemen
Totaal
85 905
PT Mukomuko Agro Sejahtera
623
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Mukomuko Agro Sejahtera (BKDE)
1 513
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Citra Sawit Mandiri
1 814
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Rawas Ulu
5 712
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Kati Lama
7 568
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Kati Lama
3 091
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
4 811
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
7 498
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
1 303
In onderhandeling
-
Oliepalm
PT Agro Muara Rupit
4 201
In onderhandeling
-
Oliepalm
Totaal
38 134
-
* Alle documentatie voor de vernieuwing van de landrechten die in 2020 vervallen, werd op tijd geleverd aan de relevante autoriteiten. De autoriteiten zijn bezig
met deze na te kijken en goed te keuren. Er is geen indicatie dat deze landrechten niet vernieuwd zullen worden.
Bovendien heeft ons filiaal Hargy Oil Palms Ltd een totaal van 4 116 Ha beplante arealen op onderverhuurd land ("subleased land").
33
SIPEF Financiële staten 2021
11. VORDERINGEN OP LANGER DAN EEN JAAR
In KUSD
2021
2020
Vorderingen > 1 jaar
25 666
16 101
De vorderingen > 1 jaar bestaan per 31 december 2021 voornamelijk uit de vorderingen op plasmahouders.
In KUSD
2021
2020
Plasma vorderingen
25 666
16 092
Andere
0
9
Totaal
25 666
16 101
Plasmavorderingen vertegenwoordigen een lening die gegeven wordt aan de lokale boeren voor de totaal gecumuleerde kosten voor
de ontwikkeling van plasmaplantages die momenteel door de Groep worden gefinancierd. Wanneer de plasmaplantages matuur
worden, zijn de plasmaboeren verplicht hun oogsten aan de Groep te verkopen en zal een deel van de opbrengst worden gebruikt
om de leningen terug te betalen.
De plasmavorderingen zullen geleidelijk worden terugbetaald vanaf het moment dat de plasmahouders een ‘going concern’-plantage
worden waarbij de opbrengst van de FFB-verkoop gedeeltelijk gebruikt zal worden om de lening terug te betalen.
De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft vastgesteld dat dit geen materiële
impact heeft.
De terugbetaling van de plasmaleningen zal grotendeels worden bepaald door de plasma FFB productie en de wereldwijde
palmolieprijzen in de komende jaren en is ook afhankelijk van de voorwaarden van de plasmaregeling. Daarom is het niet mogelijk
het precieze tijdstip van terugbetaling te voorspellen. De Groep heeft momenteel een totale korte termijn plasmavordering van
KUSD 1 032 - inbegrepen in de lopende overige vorderingen - en een lange termijn plasmavordering van KUSD 25 666
12. VOORRADEN
Analyse van de voorraden:
In KUSD
2021
2020
Grond- en hulpstoffen
21 508
17 658
Gereed product
26 509
11 990
Totaal
48 017
29 648
De resterende voorraad grond- en hulpstoffen is gestegen met KUSD 1 169 in vergelijking met vorig jaar. Dit is voornamelijk te wijten
aan tijdsverschillen in aankopen.
De toename van het gereed product is het gevolg van een lichte stijging van de CPO/PK-voorraad per jaareinde en de hogere CPO-
prijzen die resulteren in een hogere voorraadwaarde.
13. BIOLOGISCHE ACTIVA
De totale biologische activa op het einde van het jaar kan als volgt worden weergegeven:
In KUSD
2021
2020
Biologische activa
9 168
6 763
De groeiende biologische productie van de palmolie wordt gedefinieerd als de olie die de palmvruchten bevatten. Wanneer de
palmvruchten olie bevatten, wordt dit duidelijk onderscheidbaar actief erkend en wordt de reële waarde geschat op basis van:
De geschatte hoeveelheid olie die beschikbaar is in de palmvruchten;
De verwachtte verkoopprijs van de palmolie op het moment van afsluiten;
De verwachtte kosten voor het oogsten en verwerken van de palmvruchten;
De verwachtte verkoopkosten (transport, export tax, ...).
Uit verschillende wetenschappelijke studies blijkt dat de olie in de palmvruchten zich exponentieel ontwikkelt op ongeveer 4 weken.
De geschatte hoeveelheid olie die beschikbaar is in de palmvruchten, wordt bijgevolg bepaald op basis van de oogst van de 4 weken
na het moment van afsluiten. Bij de berekening van de geschatte hoeveelheid olie daalt het gewogen belang van de oogst trapsgewijs
per week, om zo de hoeveelheid olie op het moment van afsluiten zo goed mogelijk te benaderen. De reële waarde van de biologische
Per 31 december 2021 bedraagt de totale biologische activa van de palmolie KUSD 6 306 t.o.v. KUSD 3 668 per 31 december 2020.
Impact van de geschatte hoeveelheid olie
-10%
Boekwaarde
+10%
Boekwaarde van de biologische activa palmolie
5 675
6 306
6 937
Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen)
- 631
631
De verwachtte verkoopprijs en de verwachtte kosten zijn de effectieve verkoopprijzen en kosten op het moment van afsluiten. De
resultaten van de wijziging van de rle waarde van de palmvruchten worden opgenomen onder de aanpassingen van de rle
waarde van de biologische activa’.
De biologische activa per eind december omvat ook de groeiende biologische productie bananen van ons filiaal Plantations J. Eglin
SA. De groeiende biologische productie van bananen wordt gedefinieerd als de bananentrossen die over 3 maanden zullen worden
geoogst, gewogen naar rato van elke resterende oogstmaand. Drie maanden vóór de oogst wordt een betrouwbare bloementelling
uitgevoerd, die wordt gebruikt om de geschatte groeiende biologische productie te bepalen. De nettoverkoopprijs om de groeiende
biologische productie te waarderen wordt bepaald als de huidige marktprijzen verminderd met de resterende kosten om de biologische
productie te verkopen. Het saldo per 31 december 2021 bedroeg KUSD 2 861 (2020 KUSD 3 058) en is gedaald als gevolg van de
minder gunstige productievooruitzichten in het eerste kwartaal in vergelijking met vorig jaar.
Impact van de geschatte hoeveelheid bananen
-10%
Boekwaarde
+10%
Boekwaarde van de biologische activa bananen
2 575
2 861
3 147
Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen)
- 286
286
14. OVERIGE VLOTTENDE VORDERINGEN EN OVERIGE SCHULDEN
De 'overige vorderingen' zijn relatief stabiel gebleven op KUSD 49 878 in 2021 ten opzichte van KUSD 49 146 in 2020. De overige
vorderingen bestaan voornamelijk uit btw-vorderingen in de verschillende dochterondernemingen, maar omvatten eveneens een
rekening-courant met Verdant Bioscience PTE Ltd (KUSD 8 588 in 2021 en KUSD 7 800 in 2020) en de vorderingen op lokale boeren
in Hargy Oil Palms Ltd. In 2020 bevatte deze rubriek ook een vordering van KUSD 6 929 ingevolge de verkoop van SIPEF-CI. Deze
vordering werd volledig ontvangen door de SIPEF-groep in de loop van 2021.
De resterende toename van de 'overige vorderingen' is te verklaren door een toename van de GST-vordering (btw-vordering) bij
Hargy Oil Palms Ltd (+ KUSD 1 952) evenals in onze Indonesische dochterondernemingen waarbij dit voornamelijk de aanhoudende
expansie (+ KUSD 2 002) in de Zuid-Sumatra Groep betreft. Daarnaast is er een stijging in PT Tolan Tiga van KUSD 5 211 met
betrekking tot de rekening courant met PT Melania, die niet langer volledig geëlimineerd is na de classificatie van PT Melania als een
joint venture aangehouden voor verkoop. De resterende toename bestaat uit verscheidene kleinere bedragen in de verschillende
filialen.
De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft vastgesteld dat dit geen materiële
impact heeft.
De 'overige schulden' (KUSD 11 519 in 2021 en KUSD 8 805 in 2020) hebben voornamelijk betrekking op sociale verplichtingen (te
betalen salarissen, voorzieningen voor vakantieloon en bonus) en zijn licht gestegen in vergelijking met vorig jaar door een stijging
van de bonus provisie volgend op de betere resultaten van de SIPEF-groep in 2021.
15. EIGEN VERMOGEN DEEL GROEP
Kapitaal en uitgiftepremies
Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming per 31 december 2021 bedraagt KUSD 44 734, verdeeld over 10 579 328 volstortte
gewone aandelen zonder nominale waarde.
2021
2020
Verschil
Aantal aandelen
10 579 328
10 579 328
0
In KUSD
2021
2020
Verschil
Kapitaal
44 734
44 734
0
Uitgiftepremie
107 970
107 970
0
Totaal
152 704
152 704
0
34 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Per 31 december 2021 bedraagt de totale biologische activa van de palmolie KUSD 6 306 t.o.v. KUSD 3 668 per 31 december 2020.
Impact van de geschatte hoeveelheid olie
-10%
Boekwaarde
+10%
Boekwaarde van de biologische activa palmolie
5 675
6 306
6 937
Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen)
- 631
631
De verwachtte verkoopprijs en de verwachtte kosten zijn de effectieve verkoopprijzen en kosten op het moment van afsluiten. De
resultaten van de wijziging van de reële waarde van de palmvruchten worden opgenomen onder de aanpassingen van de reële
waarde van de biologische activa’.
De biologische activa per eind december omvat ook de groeiende biologische productie bananen van ons filiaal Plantations J. Eglin
SA. De groeiende biologische productie van bananen wordt gedefinieerd als de bananentrossen die over 3 maanden zullen worden
geoogst, gewogen naar rato van elke resterende oogstmaand. Drie maanden vóór de oogst wordt een betrouwbare bloementelling
uitgevoerd, die wordt gebruikt om de geschatte groeiende biologische productie te bepalen. De nettoverkoopprijs om de groeiende
biologische productie te waarderen wordt bepaald als de huidige marktprijzen verminderd met de resterende kosten om de biologische
productie te verkopen. Het saldo per 31 december 2021 bedroeg KUSD 2 861 (2020 KUSD 3 058) en is gedaald als gevolg van de
minder gunstige productievooruitzichten in het eerste kwartaal in vergelijking met vorig jaar.
Impact van de geschatte hoeveelheid bananen
-10%
Boekwaarde
+10%
Boekwaarde van de biologische activa bananen
2 575
2 861
3 147
Bruto impact winst- en verliesrekening (voor belastingen)
- 286
286
14. OVERIGE VLOTTENDE VORDERINGEN EN OVERIGE SCHULDEN
De 'overige vorderingen' zijn relatief stabiel gebleven op KUSD 49 878 in 2021 ten opzichte van KUSD 49 146 in 2020. De overige
vorderingen bestaan voornamelijk uit btw-vorderingen in de verschillende dochterondernemingen, maar omvatten eveneens een
rekening-courant met Verdant Bioscience PTE Ltd (KUSD 8 588 in 2021 en KUSD 7 800 in 2020) en de vorderingen op lokale boeren
in Hargy Oil Palms Ltd. In 2020 bevatte deze rubriek ook een vordering van KUSD 6 929 ingevolge de verkoop van SIPEF-CI. Deze
vordering werd volledig ontvangen door de SIPEF-groep in de loop van 2021.
De resterende toename van de 'overige vorderingen' is te verklaren door een toename van de GST-vordering (btw-vordering) bij
Hargy Oil Palms Ltd (+ KUSD 1 952) evenals in onze Indonesische dochterondernemingen waarbij dit voornamelijk de aanhoudende
expansie (+ KUSD 2 002) in de Zuid-Sumatra Groep betreft. Daarnaast is er een stijging in PT Tolan Tiga van KUSD 5 211 met
betrekking tot de rekening courant met PT Melania, die niet langer volledig geëlimineerd is na de classificatie van PT Melania als een
joint venture aangehouden voor verkoop. De resterende toename bestaat uit verscheidene kleinere bedragen in de verschillende
filialen.
De Groep heeft het verwachte kredietverlies berekend in overeenstemming met IFRS 9 en heeft vastgesteld dat dit geen materiële
impact heeft.
De 'overige schulden' (KUSD 11 519 in 2021 en KUSD 8 805 in 2020) hebben voornamelijk betrekking op sociale verplichtingen (te
betalen salarissen, voorzieningen voor vakantieloon en bonus) en zijn licht gestegen in vergelijking met vorig jaar door een stijging
van de bonus provisie volgend op de betere resultaten van de SIPEF-groep in 2021.
15. EIGEN VERMOGEN DEEL GROEP
Kapitaal en uitgiftepremies
Het maatschappelijk kapitaal van de onderneming per 31 december 2021 bedraagt KUSD 44 734, verdeeld over 10 579 328 volstortte
gewone aandelen zonder nominale waarde.
2021
2020
Verschil
Aantal aandelen
10 579 328
10 579 328
0
In KUSD
2021
2020
Verschil
Kapitaal
44 734
44 734
0
Uitgiftepremie
107 970
107 970
0
Totaal
152 704
152 704
0
35
SIPEF Financiële staten 2021
2021
2020
2021
2020
KUSD
KUSD
KEUR
KEUR
Eigen aandelen beginsaldo
10 277
10 277
8 389
8 389
Inkoop eigen aandelen
1 244
0
1 101
0
Eigen aandelen - eindsaldo
11 521
10 277
9 490
8 389
Vanaf de start van het aandelen-inkoopprogramma op 22 september 2011 heeft SIPEF een totaal van 178 000 aandelen ingekocht
voor een bedrag van KEUR 9 490, ofwel 1,6825% van het totale aantal uitstaande aandelen, ter dekking van een aandelenoptieplan
voor het management.
Toegestaan kapitaal
De buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 heeft de raad van bestuur gemachtigd om het maatschappelijk kapitaal in
een of meer malen te verhogen voor een bedrag van KUSD 44 734 gedurende een periode van 5 jaar na de bekendmaking van haar
beslissing.
Aandeelhoudersstructuur
De volgende aandeelhoudersmeldingen werden aan de onderneming bekendgemaakt:
In onderling overleg
Aantal
aandelen
Datum*** Deler %
Ackermans & Van Haaren NV*
3 894 234
31/12/2021
10 579 328
36,810
Cabra NV**
1 001 032
31/12/2021
10 579 328
9,462
Cabra P**
100 000
31/12/2021
10 579 328
0,945
Cabra T**
100 000
31/12/2021
10 579 328
0,945
Cabra V**
100 000
31/12/2021
10 579 328
0,945
Theodora Bracht**
2 000
31/12/2021
10 579 328
0,019
Priscilla Bracht**
0
31/12/2021
10 579 328
0,000
Victoria Bracht**
0
31/12/2021
10 579 328
0,000
Totaal stemmen handelend in onderling overleg
5 197 266
49,126
*Inclusief 178 000 eigen aandelen
**Groep Bracht
*** Niet hetzelfde als de datum van melding
Omrekeningsverschillen
De omrekeningsverschillen bevatten alle verschillen die voortvloeien uit de omrekening van de jaarrekeningen van onze
dochterondernemingen waarvan de functionele valuta verschillend is van de presentatiemunteenheid van de Groep (USD). De
beweging ten opzichte van vorig jaar is voornamelijk het gevolg van de beweging van de USD ten opzichte van de EUR (KUSD -719)
en de wijziging in consolidatiekring ten gevolge van de verkoop van PT Melania (KUSD 1 091)
In KUSD
2021
2020
Beginsaldo per 1 januari
-11 038
-11 793
Mutatie, integrale consolidatie
- 719
755
Mutatie, wijziging in consolidatiekring
1 091
0
Eindsaldo per 31 december
-10 666
-11 038
Dividenden
Op 15 februari 2022 heeft de raad van bestuur de uitbetaling van een dividend van KEUR 21 159 (EUR 2,00 bruto per gewoon
aandeel) voorgesteld. Dit dividend is nog niet goedgekeurd door de algemene vergadering van aandeelhouders van SIPEF en werd
dusdanig niet verwerkt in de jaarrekening per 31 december 2021.
Kapitaalbeheer
De kapitaalstructuur van de Groep is gebaseerd op de financiële strategie zoals vastgesteld door de raad van bestuur. Deze strategie
bestaat samengevat uit een expansiepolitiek met het respecteren van een zeer beperkte schuldgraad. Het management legt jaarlijks
het financieringsplan ter goedkeuring voor aan de raad van bestuur.
Controleketen
1. Controleketen boven Ackermans & van Haaren NV
I. Ackermans & van Haaren NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Scaldis Invest NV, een vennootschap naar Belgisch
recht.
II. Scaldis Invest NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Belfimas NV, een vennootschap naar Belgisch recht.
III. Belfimas NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Celfloor SA, een vennootschap naar Luxemburgs recht.
IV. Celfloor SA wordt rechtstreeks gecontroleerd door Apodia International Holding BV, een vennootschap naar Nederlands
recht.
V. Apodia International Holding BV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Palamount SA, een vennootschap naar Luxemburgs
recht.
VI. Palamount SA wordt rechtstreeks gecontroleerd doorHet Torentje”, een stichting administratiekantoor opgericht naar
Nederlands recht.
VII. Stichting administratiekantoorHet Torentje” is de ultiem controlerende aandeelhouder.
2. Controleketen boven Cabra NV
Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht oefenen gezamenlijk de controle uit over Cabra NV.
3. Controleketen boven Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV
Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV worden rechtstreeks gecontroleerd door Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht.
4 Controleketen boven SIPEF
Ackermans & van Haaren NV en Bracht Groep oefenen gezamenlijk controle uit over SIPEF.
16. MINDERHEIDSBELANGEN
Volgens voorgaande Indonesische wetgeving mocht een buitenlandse investeerder maximaal 95% van de aandelen van een
plantagebedrijf bezitten. Hierdoor hebben alle Indonesische entiteiten minstens 5% minderheidsbelangen. De minderheidsbelangen
van onze Indonesische dochterondernemingen bestaan voornamelijk uit één Indonesisch pensioenfonds. Na een wetswijziging in
2020 mogen buitenlandse investeerders nu 100% van de aandelen van een plantageonderneming bezitten.
Hieronder worden de minderheidsbelangen per onderneming weergegeven, alsook hun deel in het eigen vermogen en de winst van
het boekjaar:
2021
2020
In KUSD
%
minderheids-
belangen
Aandeel in
het eigen
vermogen
Aandeel in
de winst
van het
boekjaar
%
minderheids-
belangen
Aandeel in
het eigen
vermogen
Aandeel in
de winst
van het
boekjaar
PT Tolan Tiga Indonesia
5,00
20 610
1 344
5,00
18 134
551
PT Eastern Sumatra Indonesia
9,75
6 105
509
9,75
5 600
418
PT Kerasaan Indonesia
45,85
6 004
1 774
45,85
5 704
1 296
PT Bandar Sumatra Indonesia
9,75
1 139
- 125
9,75
1 254
- 122
PT Melania Indonesia
2,75
235
- 3
9,75
2 648
- 258
PT Mukomuko Agro Sejahtera
14,26
- 343
20
14,26
- 362
15
PT Umbul Mas Wisesa
5,10
- 537
248
5,10
- 782
- 12
PT Citra Sawit Mandiri
5,10
- 201
63
5,10
- 263
- 5
PT Toton Usaha Mandiri
5,10
156
97
5,10
60
36
PT Agro Rawas Ulu
5,00
- 194
- 22
5,00
- 166
- 103
PT Agro Kati Lama
5,00
- 700
- 24
5,00
- 654
- 361
PT Agro Muara Rupit
5,10
- 264
- 126
5,10
- 134
- 131
PT Agro Muko
9,75
9 259
2 391
9,75
6 806
911
PT Dendymarker Indah Lestari
5,00
-2 358
- 425
5,00
-1 924
- 178
Jabelmalux SA
0,11
- 59
0
0,11
- 59
0
Totaal
38 854
5 722
35 862
2 055
Het aandeel van de minderheidsbelangen in de materiële vaste activa (inclusief de biologische activa - dragende planten) bedraagt
KUSD 35 091 in 2021 (2020: KUSD 35 980).
36 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Controleketen
1. Controleketen boven Ackermans & van Haaren NV
I. Ackermans & van Haaren NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Scaldis Invest NV, een vennootschap naar Belgisch
recht.
II. Scaldis Invest NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Belfimas NV, een vennootschap naar Belgisch recht.
III. Belfimas NV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Celfloor SA, een vennootschap naar Luxemburgs recht.
IV. Celfloor SA wordt rechtstreeks gecontroleerd door Apodia International Holding BV, een vennootschap naar Nederlands
recht.
V. Apodia International Holding BV wordt rechtstreeks gecontroleerd door Palamount SA, een vennootschap naar Luxemburgs
recht.
VI. Palamount SA wordt rechtstreeks gecontroleerd door “Het Torentje”, een stichting administratiekantoor opgericht naar
Nederlands recht.
VII. Stichting administratiekantoor “Het Torentje” is de ultiem controlerende aandeelhouder.
2. Controleketen boven Cabra NV
Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht oefenen gezamenlijk de controle uit over Cabra NV.
3. Controleketen boven Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV
Cabra P NV, Cabra T NV en Cabra V NV worden rechtstreeks gecontroleerd door Priscilla Bracht, Theodora Bracht en Victoria Bracht.
4 Controleketen boven SIPEF
Ackermans & van Haaren NV en Bracht Groep oefenen gezamenlijk controle uit over SIPEF.
16. MINDERHEIDSBELANGEN
Volgens voorgaande Indonesische wetgeving mocht een buitenlandse investeerder maximaal 95% van de aandelen van een
plantagebedrijf bezitten. Hierdoor hebben alle Indonesische entiteiten minstens 5% minderheidsbelangen. De minderheidsbelangen
van onze Indonesische dochterondernemingen bestaan voornamelijk uit één Indonesisch pensioenfonds. Na een wetswijziging in
2020 mogen buitenlandse investeerders nu 100% van de aandelen van een plantageonderneming bezitten.
Hieronder worden de minderheidsbelangen per onderneming weergegeven, alsook hun deel in het eigen vermogen en de winst van
het boekjaar:
2021
2020
In KUSD
%
minderheids-
belangen
Aandeel in
het eigen
vermogen
Aandeel in
de winst
van het
boekjaar
%
minderheids-
belangen
Aandeel in
het eigen
vermogen
Aandeel in
de winst
van het
boekjaar
PT Tolan Tiga Indonesia
5,00
20 610
1 344
5,00
18 134
551
PT Eastern Sumatra Indonesia
9,75
6 105
509
9,75
5 600
418
PT Kerasaan Indonesia
45,85
6 004
1 774
45,85
5 704
1 296
PT Bandar Sumatra Indonesia
9,75
1 139
- 125
9,75
1 254
- 122
PT Melania Indonesia
2,75
235
- 3
9,75
2 648
- 258
PT Mukomuko Agro Sejahtera
14,26
- 343
20
14,26
- 362
15
PT Umbul Mas Wisesa
5,10
- 537
248
5,10
- 782
- 12
PT Citra Sawit Mandiri
5,10
- 201
63
5,10
- 263
- 5
PT Toton Usaha Mandiri
5,10
156
97
5,10
60
36
PT Agro Rawas Ulu
5,00
- 194
- 22
5,00
- 166
- 103
PT Agro Kati Lama
5,00
- 700
- 24
5,00
- 654
- 361
PT Agro Muara Rupit
5,10
- 264
- 126
5,10
- 134
- 131
PT Agro Muko
9,75
9 259
2 391
9,75
6 806
911
PT Dendymarker Indah Lestari
5,00
-2 358
- 425
5,00
-1 924
- 178
Jabelmalux SA
0,11
- 59
0
0,11
- 59
0
Totaal
38 854
5 722
35 862
2 055
Het aandeel van de minderheidsbelangen in de materiële vaste activa (inclusief de biologische activa - dragende planten) bedraagt
KUSD 35 091 in 2021 (2020: KUSD 35 980).
37
SIPEF Financiële staten 2021
De bewegingen van het jaar kunnen als volgt samengevat worden:
In KUSD
2021
2020
Per einde vorig boekjaar
35 862
34 325
Winst van de periode toe te rekenen aan minderheidsbelangen
5 722
2 055
Toegezegd-pensioenregelingen - IAS 19R
2
- 95
Uitbetaalde dividenden
-2 306
- 200
Eigen vermogenstransacties met minderheidsaandeelhouders
0
- 223
Andere
- 426
0
Per einde boekjaar
38 854
35 862
De uitbetaalde dividenden aan minderheidsbelangen bestaan uit:
In KUSD
2021
2020
PT Kerasaan Indonesia
1 376
0
PT Melania Indonesia
930
0
PT Eastern Sumatra Indonesia
0
200
Totaal
2 306
200
De dividenden van PT Kerasaan en PT Melania werden toegekend en betaald in 2021.
Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen. De minderheden hebben geen rechten om de activa van de Groep
aan te wenden of de passiva van de dochterondernemingen af te lossen. De minderheidsbelangen hebben geen significante
beschermende rechten (“protective rights”). Er zijn geen beperkingen om activa te realiseren en verplichtingen van
dochterondernemingen af te wikkelen.
17. VOORZIENINGEN
In KUSD
2021
2020
Voorzieningen
1 125
1 354
De voorzieningen hebben geheel betrekking op een btw-geschil in Indonesië (KUSD 1 125). Gedurende 2021 werden er slecht een
zeer beperkt aantal rechtszaken beslecht. De timing van de afloop van het geschil is moeilijk in te schatten.
18. PENSIOENVERPLICHTINGEN
Toegezegde-pensioenregelingen
De voorziening voor pensioenen betreft in hoofdzaak de toegezegde-pensioenregelingen in Indonesië. Deze pensioenregelingen, die
voorzien in de uitkering van een kapitaal bij pensionering, zijn niet extern gefinancierd. Het totaal aantal werknemers dat aangesloten
is op deze pensioenregeling bedraagt 8 569. De pensioenregeling wordt uitbetaald op 55-jarige leeftijd, of na 30 jaar anciënniteit,
afhankelijk van welke het eerst wordt bereikt.
Aangezien de pensioenregeling wordt aangepast door de toekomstige loonsverhogingen en een actualiseringsvoet, wordt het
pensioenplan blootgesteld aan het risico van potentiële wijzigingen in de toekomstige loon verwachtingen van Indonesië, alsook het
risico van de inflatie en de intrestvoeten in Indonesië. Bovendien zijn de pensioenen betaalbaar in Indonesische Roepia. Hierdoor
wordt de pensioenregeling blootgesteld aan een wisselkoersrisico. We verwijzen naar toelichting 26 voor meer info met betrekking
tot het wisselkoersrisico van de Groep. Vermits de pensioenregeling niet extern gefinancierd wordt, is er geen risico op het lange
termijnbeleggingsrendement.
De volgende reconciliatie geeft de variatie van de totale pensioenvoorziening weer tussen 2020 en 2021:
In KUSD 2020
Pensioen-
kost
Betalingen
Wissel-
koers
Omrekenings-
verschil
Variatie
perimeter
Andere 2021
Indonesië
24 039
5 085
-1 688
- 214
0
-5 724
0
21 498
Ivoorkust
772
143
- 20
0
- 61
0
- 42
792
Totaal
24 810
5 228
-1 708
- 214
- 61
-5 724
- 42
22 290
De variatie van de perimeter heeft betrekking op de verkoop van PT Melania. De verkoop wordt in meer detail omschreven in
toelichting 30.
De volgende assumpties worden gebruikt voor de pensioenberekening van Indonesië:
2021
2020
Actualiseringsvoet
7,50%
7,50%
Toekomstige loonsverhoging
5,00%
5,00%
Verwachte pensioenleeftijd
55 jaar of 30 jaar
anciënniteit
55 jaar of 30 jaar
anciënniteit
De pensioenverplichtingen in Indonesië zijn als volgt gewijzigd:
In KUSD
2021
2020
Beginsaldo
24 039
22 408
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
3 060
2 260
Rentekosten
1 386
1 865
Betaalde vergoedingen
-1 688
-3 426
Actuariële winsten en verliezen
638
1 323
Wisselkoersresultaten
- 214
- 409
Variatie perimeter
-5 724
0
Andere
0
18
Eindsaldo
21 498
24 039
De actuariële winsten en verliezen bestaan uit de volgende componenten:
In KUSD
2021
2020
Ervaringsaanpassingen
638
1 312
Wijzigingen in assumpties
0
11
Totaal actuariële winsten en verliezen
638
264
De actuariële winsten en verliezen opgenomen in bovenstaande tabel, omvatten het grootste deel van de totale actuariële winsten
en verliezen in het geconsolideerde totaalresultaat (KUSD -1 329) Het resterende verschil (KUSD - 6) bestaat uit de actuariële winsten
en verliezen van de ondernemingen die werden opgenomen via de vermogensmutatiemethode (PT Timbang Deli).
De in de balans opgenomen verplichtingen bedragen:
In KUSD
2021
2020
Pensioenverplichtingen
21 498
24 039
De pensioenkost in Indonesië kan als volgt geanalyseerd worden:
In KUSD
2021
2020
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
3 060
2 260
Rentekosten
1 386
1 865
Pensioenkost
4 446
4 125
Actuariële winsten en verliezen geboekt via het totaalresultaat
638
1 323
Totale pensioenkost
5 085
5 448
Deze kosten zijn gerubriceerd in de posten kostprijs van verkopen en de algemene- en beheerskosten van de winst- en
verliesrekening.
De geschatte betalingen voor 2021 bedragen KUSD 2 061.
Sensitiviteit van de variatie van de actualiseringsvoet en toekomstige loonsverhoging
De waarden zoals opgenomen in de balans zijn gevoelig voor een verandering in actualiseringsvoet t.o.v. de gebruikte
actualiseringsvoet. Hetzelfde geldt voor een verandering in de werkelijke toekomstige loonsverhoging t.o.v. de gehanteerde
toekomstige loonsverhoging. Voor onze Indonesische filialen voerden we simulaties uit waarbij we beide parameters met 1%
verhoogden of verlaagden. Dit had volgende invloed op de huidige waarde van de pensioenvoorzieningen:
38 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
De variatie van de perimeter heeft betrekking op de verkoop van PT Melania. De verkoop wordt in meer detail omschreven in
toelichting 30.
De volgende assumpties worden gebruikt voor de pensioenberekening van Indonesië:
2021
2020
Actualiseringsvoet
7,50%
7,50%
Toekomstige loonsverhoging
5,00%
5,00%
Verwachte pensioenleeftijd
55 jaar of 30 jaar
anciënniteit
55 jaar of 30 jaar
anciënniteit
De pensioenverplichtingen in Indonesië zijn als volgt gewijzigd:
In KUSD
2021
2020
Beginsaldo
24 039
22 408
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
3 060
2 260
Rentekosten
1 386
1 865
Betaalde vergoedingen
-1 688
-3 426
Actuariële winsten en verliezen
638
1 323
Wisselkoersresultaten
- 214
- 409
Variatie perimeter
-5 724
0
Andere
0
18
Eindsaldo
21 498
24 039
De actuariële winsten en verliezen bestaan uit de volgende componenten:
In KUSD
2021
2020
Ervaringsaanpassingen
638
1 312
Wijzigingen in assumpties
0
11
Totaal actuariële winsten en verliezen
638
264
De actuariële winsten en verliezen opgenomen in bovenstaande tabel, omvatten het grootste deel van de totale actuariële winsten
en verliezen in het geconsolideerde totaalresultaat (KUSD -1 329) Het resterende verschil (KUSD - 6) bestaat uit de actuariële winsten
en verliezen van de ondernemingen die werden opgenomen via de vermogensmutatiemethode (PT Timbang Deli).
De in de balans opgenomen verplichtingen bedragen:
In KUSD
2021
2020
Pensioenverplichtingen
21 498
24 039
De pensioenkost in Indonesië kan als volgt geanalyseerd worden:
In KUSD
2021
2020
Aan het dienstjaar toegerekende pensioenkosten
3 060
2 260
Rentekosten
1 386
1 865
Pensioenkost
4 446
4 125
Actuariële winsten en verliezen geboekt via het totaalresultaat
638
1 323
Totale pensioenkost
5 085
5 448
Deze kosten zijn gerubriceerd in de posten kostprijs van verkopen en de algemene- en beheerskosten van de winst- en
verliesrekening.
De geschatte betalingen voor 2021 bedragen KUSD 2 061.
Sensitiviteit van de variatie van de actualiseringsvoet en toekomstige loonsverhoging
De waarden zoals opgenomen in de balans zijn gevoelig voor een verandering in actualiseringsvoet t.o.v. de gebruikte
actualiseringsvoet. Hetzelfde geldt voor een verandering in de werkelijke toekomstige loonsverhoging t.o.v. de gehanteerde
toekomstige loonsverhoging. Voor onze Indonesische filialen voerden we simulaties uit waarbij we beide parameters met 1%
verhoogden of verlaagden. Dit had volgende invloed op de huidige waarde van de pensioenvoorzieningen:
39
SIPEF Financiële staten 2021
Impact aanpassing actualiseringsvoet:
In KUSD
+1%
Boekwaarde
-1%
Pensioenvoorziening Indonesische filialen
19 578
21 498
23 693
Bruto impact totaalresultaat
1 921
-2 195
Impact aanpassing toekomstige loonsverhoging:
In KUSD
+1%
Boekwaarde
-1%
Pensioenvoorziening Indonesische filialen
23 821
21 498
19 440
Bruto impact totaalresultaat
-2 323
2 058
De verplichting voor personeelsbeloningen in Indonesië bestaat voor KUSD 21 498 uit de integraal geconsolideerde entiteiten.
Toegezegde-bijdragenregelingen
De Groep betaalt eveneens vaste bijdragen aan openbare of privé-verzekeringsplannen. Aangezien de Groep aangesproken kan
worden om bijkomende betalingen te verrichten in geval het gemiddelde rendement op de werkgeversbijdragen en op de
werknemersbijdragen niet wordt gehaald, dienen deze plannen volgens IAS 19 te worden beschouwd als “toegezegd-
pensioenregelingen”.
Naar aanleiding van een analyse van de plannen en het geringe verschil tussen het wettelijk minimum gegarandeerd rendement en
het rendement dat gegarandeerd wordt door de verzekeraar, heeft de Groep besloten dat het toepassen van de PUC een immateriële
impact zou hebben. Het totaal van de gecumuleerde reserves bedraagt per eind december 2021 KUSD 2 343 (2020: KUSD 2 353)
ten opzichte van het totale minimum gegarandeerd rendement dat per 31 december 2021 KUSD 1 753 (2020: KUSD 2 140) bedroeg.
De gestorte bijdragen in het kader van toegezegde-bijdragenregelingen bedragen KUSD 530 (KUSD 508 in 2020). SIPEF NV is niet
verantwoordelijk voor het minimum gegarandeerd rendement op de bijdragen voor de leden van het executief comité (KUSD 470).
19. NETTO FINANCIELE ACTIVA/(VERPLICHTINGEN)
De netto financiële activa/(verplichtingen) (Niet binnen GAAP gedefinieerde maatstaf) kunnen als volgt worden geanalyseerd:
In KUSD
2021
2020
Financiële verplichtingen < 1 jaar kredietinstellingen
-12 477
-86 128
Financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten)
-36 000
-54 000
Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar
-18 000
-18 000
Geldbeleggingen
38
0
Geldmiddelen en kasequivalenten
19 939
9 790
Leasing verplichting
-2 691
-2 828
Netto financiële activa/(verplichtingen)
-49 192
-151 165
Analyse netto financiële activa/(verplichtingen) 2021 per munt:
In KUSD
EUR
USD
Andere
Totaal
Korte termijn financiële verplichtingen
-12 477
-18 000
0
-30 477
Geldbeleggingen (onder leningen en vorderingen)
38
0
0
38
Geldmiddelen en kasequivalenten
751
18 628
559
19 939
Financiële verplichtingen > 1 jaar
0
-36 000
0
-36 000
Leasing verplichting
- 399
-2 292
0
-2 691
Totaal 2021
-12 088
-37 664
559
-49 192
Totaal 2020
-23 223
-128 798
855
-151 165
De korte termijn financiële verplichtingen in EUR betreffen commercial papers voor een totaal bedrag van KUSD 12 477. Deze schuld
werd volledig ingedekt aan een gemiddelde koers van 1 EUR = 1,1869 USD.
De financiële verplichtingen met een originele looptijd op meer dan één jaar omvatten de lening van 85,5 miljoen USD waarvan reeds
31,5 miljoen USD werd terugbetaald tussen 2019 en 2021. Het betreft een lange termijn lening die werd afgesloten bij een consortium
van banken met een hoge kredietwaardigheid. Het betreft een ongedekte lening met een looptijd van 5 jaar. De intrestvoet is
samengesteld als de USD 3M intrestvoet + een marge van 1,20% - 2,50%, afhankelijk van de schuld/EBITDA-ratio. De variabele
intrestvoet werd via een "Interest Rate Swap" ingedekt aan een vaste intrestvoet van 1,3933%.
Er dient opgemerkt te worden dat SIPEF gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om kapitaalaflossingen uit te stellen om de
impact van covid-19 het hoofd te bieden. Hierdoor werden de terugbetalingen van eind juni 2020 (KUSD 4 500) en september 2020
(KUSD 4 500) uitgesteld tot respectievelijk juni 2024 en september 2024.
Er is één financiële convenant van toepassing op deze lening waarbij de netto financiële schuldpositie nooit hoger mag zijn dan 2,5
keer de REBITDA van het boekjaar. Deze financiële convenant wordt één keer per half jaar getest. De EBITDA van de Groep bestaat
uit het bedrijfsresultaat + winst/verlies van de ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode +
afschrijvingen en bijkomende waardeverminderingen of -toenames op activa. De REBITDA bestaat uit dezelfde berekening, maar
exclusief de éénmalige, niet wederkerende effecten. De Groep heeft geen inbreuk op kredietlimieten of convenanten (indien van
toepassing) op haar kredietfaciliteiten per 31 December 2021. De financiële convenant ratio zal hetzelfde blijven op 2,50 per 30 juni
2022 en 31 december 2022. Als gevolg van de hoge volatiliteit van de palmolieprijzen en de impact hiervan op het resultaat en de
EBITDA van de Groep, wordt deze convenant continu opgevolgd. Het wordt niet verwacht dat deze convenant gebroken zal worden
in 2022.
Covenant ratio
2021
2020
Operationeel resultaat
139 416
30 778
Uitzonderlijke items
-11 640
0
Recurrent bedrijfsresultaat
127 776
30 778
Afschrijvingen en resultaat bij verkoop vaste activa
49 857
44 539
REBITDA
177 632
75 317
(-) resultaat minderheidsbelangen
-5 086
-2 055
REBITDA deel groep
172 546
73 262
Net Senior Leverage
0,29
2,06
Aansluiting van de netto financiële activa/(verplichtingen) met kasstroomoverzicht:
In KUSD
2021
2020
Netto financiële activa/(verplichtingen) begin periode
-151 165
-164 623
Daling leningen op lange termijn
18 078
9 228
Daling financiële verplichtingen op korte termijn
73 710
5 092
Netto beweging van geldmiddelen en kasequivalenten
10 186
- 863
Netto financiële activa/(verplichtingen) einde periode
-49 192
-151 165
Aansluiting van de totale financiële verplichtingen:
In KUSD
2021
2020
Financiële verplichting begin periode
160 956
175 276
Daling leningen op lange termijn
-17 941
-9 000
Daling financiële verplichtingen op korte termijn
-73 710
-5 111
Stijging leasing verplichtingen - non cash
466
340
Daling leasing verplichtingen - cash
- 603
- 549
Financiële verplichting einde periode
69 168
160 956
40 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Er dient opgemerkt te worden dat SIPEF gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om kapitaalaflossingen uit te stellen om de
impact van covid-19 het hoofd te bieden. Hierdoor werden de terugbetalingen van eind juni 2020 (KUSD 4 500) en september 2020
(KUSD 4 500) uitgesteld tot respectievelijk juni 2024 en september 2024.
Er is één financiële convenant van toepassing op deze lening waarbij de netto financiële schuldpositie nooit hoger mag zijn dan 2,5
keer de REBITDA van het boekjaar. Deze financiële convenant wordt één keer per half jaar getest. De EBITDA van de Groep bestaat
uit het bedrijfsresultaat + winst/verlies van de ondernemingen die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode +
afschrijvingen en bijkomende waardeverminderingen of -toenames op activa. De REBITDA bestaat uit dezelfde berekening, maar
exclusief de éénmalige, niet wederkerende effecten. De Groep heeft geen inbreuk op kredietlimieten of convenanten (indien van
toepassing) op haar kredietfaciliteiten per 31 December 2021. De financiële convenant ratio zal hetzelfde blijven op 2,50 per 30 juni
2022 en 31 december 2022. Als gevolg van de hoge volatiliteit van de palmolieprijzen en de impact hiervan op het resultaat en de
EBITDA van de Groep, wordt deze convenant continu opgevolgd. Het wordt niet verwacht dat deze convenant gebroken zal worden
in 2022.
Covenant ratio
2021
2020
Operationeel resultaat
139 416
30 778
Uitzonderlijke items
-11 640
0
Recurrent bedrijfsresultaat
127 776
30 778
Afschrijvingen en resultaat bij verkoop vaste activa
49 857
44 539
REBITDA
177 632
75 317
(-) resultaat minderheidsbelangen
-5 086
-2 055
REBITDA deel groep
172 546
73 262
Net Senior Leverage
0,29
2,06
Aansluiting van de netto financiële activa/(verplichtingen) met kasstroomoverzicht:
In KUSD
2021
2020
Netto financiële activa/(verplichtingen) begin periode
-151 165
-164 623
Daling leningen op lange termijn
18 078
9 228
Daling financiële verplichtingen op korte termijn
73 710
5 092
Netto beweging van geldmiddelen en kasequivalenten
10 186
- 863
Netto financiële activa/(verplichtingen) einde periode
-49 192
-151 165
Aansluiting van de totale financiële verplichtingen:
In KUSD
2021
2020
Financiële verplichting begin periode
160 956
175 276
Daling leningen op lange termijn
-17 941
-9 000
Daling financiële verplichtingen op korte termijn
-73 710
-5 111
Stijging leasing verplichtingen - non cash
466
340
Daling leasing verplichtingen - cash
- 603
- 549
Financiële verplichting einde periode
69 168
160 956
41
SIPEF Financiële staten 2021
20. OVERIGE BEDRIJFSOPBRENGSTEN / (KOSTEN)
De overige bedrijfsopbrengsten/(kosten) kunnen als volgt uitgesplitst worden:
2021
2020
In KUSD
Aandeelhou-
ders van de
moeder-
maatschappij
Minderheids-
belangen
Totaal
Aandeelhou-
ders van de
moeder-
maatschappij
Minderheids-
belangen
Totaal
BTW-geschil Indonesië
53
6
59
163
18
181
Versnelde afschrijving
immature rubber plantages
0 0 0
- 610 - 66 - 676
Versnelde afschrijving
oliepalmen PT Dendymarker
-4 018 - 211 -4 229 0 0 0
Meerwaarde verkoop PT
Melania
11 003 637 11 640 0 0 0
Andere
opbrengsten/(kosten)
- 291 - 90 - 381
604 - 114 489
Overige bedrijfs-
opbrengsten/(kosten)
6 748 341 7 088
157 - 162 - 6
De overige bedrijfsopbrengsten/kosten bestaan voornamelijk uit de versnelde afschrijvingen van de oliepalmen in PT Dendymarker
(KUSD -4 229) , een meerwaarde op de verkoop van PT Melania (KUSD 11 640) , de mutatie in de voorziening voor de Indonesische
BTW claim (KUSD 59), voorraadaanpassingen voor verouderde voorraden en magazijn verkopen aan kleine boeren in Papoe-Nieuw-
Guinea.
21. FINANCIEEL RESULTAAT
De financieringsopbrengsten betreffen de ontvangen interesten op lopende rekeningen met niet-geconsolideerde ondernemingen en
op tijdelijke kasoverschotten, alsook de opbrengst van de verdiscontering van de vorderingen > 1 jaar. De financieringskosten
betreffen de interesten op leningen op lange en korte termijn evenals bankkosten en overige financiële kosten.
In KUSD
2021
2020
Ontvangen interesten
727
644
Verdiscontering vorderingen > 1 jaar
748
1 368
Financiële kosten
-3 096
-5 103
Wisselresultaten
1 021
- 728
Financieel resultaat m.b.t. derivaten
-2 178
1 106
Financieel resultaat
-2 779
-2 713
22. AANDELENOPTIEPLANNEN
Jaar van aanbod Beginsaldo
Aantal
toegekende
opties
Aantal
uitgeoefende
opties
Aantal
vervallen
opties
Eindsaldo
2011
16 000
-16 000
0
2012
14 000
14 000
2013
16 000
16 000
2014
18 000
18 000
2015
18 000
18 000
2016
18 000
18 000
2017
18 000
18 000
2018
20 000
20 000
2019
20 000
20 000
2020
18 000
0
18 000
2021
0
18 000
18 000
Saldo
176 000
18 000
-16 000
0
178 000
Het aandelenoptieplan van SIPEF, dat in november 2011 werd goedgekeurd, beoogt de motivatie op lange termijn van de leden van
het executief comité en algemene directeuren van de buitenlandse filialen wiens activiteit essentieel is voor het succes van de Groep.
De opties geven recht op de verwerving van evenveel aandelen SIPEF.
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis
aangeboden en hebben een looptijd van 10 jaar.
IFRS 2 werd toegepast op de aandelenopties. De totale waarde van de uitstaande opties 2011 tot en met 2021 (gewaardeerd aan de
rle waarde op moment van toekenning), bedraagt KUSD 1 594 en is berekend aan de hand van een aangepast Black & Scholes
model, waarvan de voornaamste kenmerken:
Jaar toekenning
Beurskoers
(in EUR)
Dividend
rendement
Volatiliteit
Intrestvoet
Verwachte
levensduur
Black & Scholes
waarde (in EUR)
2012
58,50
2,50%
37,55
0,90%
5,00
15,07
2013
57,70
2,50%
29,69
1,36%
5,00
12,72
2014
47,68
2,50%
24,83
0,15%
5,00
5,34
2015
52,77
2,50%
22,29
0,07%
5,00
8,03
2016
60,49
3,00%
19,40
-0,37%
5,00
8,38
2017
62,80
3,00%
18,88
-0,12%
5,00
5,57
2018
48,80
3,00%
18,60
-0,03%
5,00
3,54
2019
54,80
3,00%
19,56
-0,32%
5,00
8,12
2020
43,20
3,00%
23,35
-0,66%
5,00
4,57
2021
56,90
3,00%
24,14
-0,33%
5,00
6,74
In 2021 werden 18 000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van EUR 58,31 per aandeel. De rle waarde bij
toekenning werd vastgelegd op KUSD 138 en wordt over de 'vesting'-periode van 3 jaar (2022-2024) in resultaat genomen. De totale
kost van de aandelenopties die werd opgenomen in de winst- en verliesrekening bedraagt KUSD 121 in 2021 (2020: KUSD 128).
Ter indekking van de uitstaande optieverplichtingen heeft SIPEF in totaal 178 000 aandelen in portefeuille.
Aantal aandelen
Gemiddelde
aankoopprijs (in
EUR)
Totale
aankoopprijs (in
KEUR)
Totale
aankoopprijs (in
KUSD)
Beginsaldo 31/12/2020
160 000
52,43
8 389
10 277
Inkoop eigen aandelen
34 000
57,06
1 940
2 194
Verkoop eigen aandelen
-16 000
52,44
- 839
- 950
Eindsaldo 31/12/2021
178 000
53,31
9 490
11 521
De buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 heeft de raad van bestuur gemachtigd om, indien nodig geacht, eigen
aandelen van SIPEF aan te kopen gedurende een periode van 5 jaar na bekendmaking van haar beslissing.
23. WINSTBELASTINGEN
De aansluiting tussen de belastinglasten en de toepasselijke lokale belastingtarieven wordt als volgt voorgesteld:
In KUSD
2021
2020
Resultaat voor belasting
136 637
28 065
Belastingen aan gangbare lokale belastingvoeten
-35 039
-6 545
Gemiddelde toepasselijke belastingtarief
-25,64%
-23,32%
Onbelaste meerwaarde op de verkoop van PT Melania
2 561
0
Permanente verschillen
-1 907
-1 915
Verliezen van het jaar waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd opgezet
- 178
-1 762
Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden werden
opgezet
-2 560
-2 401
Terugname van waardeverminderingen op uitgestelde belastingvorderingen die in het
verleden werden opgezet
2 432
1 034
Impact op de wijziging van het belasting-% in Indonesië op de uitgestelde
belastingvorderingen
0
685
Correcties met betrekking tot vorige boekjaren
-1 384
76
Belastinglast
-36 075
-10 828
Gemiddeld effectief belastingtarief
-26,40%
-38,58%
We ontvingen van de Indonesische tax autoriteiten de formele goedkeuring dat met ingang van boekjaar 2014 onze Indonesische
filialen de toestemming hebben om hun tax aangifte in USD neer te leggen. Van de tax autoriteiten in Papoea-Nieuw-Guinea kregen
42 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Het remuneratiecomité is belast met de opvolging van dit plan en met de selectie van de begunstigden. De opties worden gratis
aangeboden en hebben een looptijd van 10 jaar.
IFRS 2 werd toegepast op de aandelenopties. De totale waarde van de uitstaande opties 2011 tot en met 2021 (gewaardeerd aan de
reële waarde op moment van toekenning), bedraagt KUSD 1 594 en is berekend aan de hand van een aangepast Black & Scholes
model, waarvan de voornaamste kenmerken:
Jaar toekenning
Beurskoers
(in EUR)
Dividend
rendement
Volatiliteit Intrestvoet
Verwachte
levensduur
Black & Scholes
waarde (in EUR)
2012
58,50
2,50%
37,55
0,90%
5,00
15,07
2013
57,70
2,50%
29,69
1,36%
5,00
12,72
2014
47,68
2,50%
24,83
0,15%
5,00
5,34
2015
52,77
2,50%
22,29
0,07%
5,00
8,03
2016
60,49
3,00%
19,40
-0,37%
5,00
8,38
2017
62,80
3,00%
18,88
-0,12%
5,00
5,57
2018
48,80
3,00%
18,60
-0,03%
5,00
3,54
2019
54,80
3,00%
19,56
-0,32%
5,00
8,12
2020
43,20
3,00%
23,35
-0,66%
5,00
4,57
2021
56,90
3,00%
24,14
-0,33%
5,00
6,74
In 2021 werden 18 000 nieuwe aandelenopties toegekend met een uitoefenprijs van EUR 58,31 per aandeel. De reële waarde bij
toekenning werd vastgelegd op KUSD 138 en wordt over de 'vesting'-periode van 3 jaar (2022-2024) in resultaat genomen. De totale
kost van de aandelenopties die werd opgenomen in de winst- en verliesrekening bedraagt KUSD 121 in 2021 (2020: KUSD 128).
Ter indekking van de uitstaande optieverplichtingen heeft SIPEF in totaal 178 000 aandelen in portefeuille.
Aantal aandelen
Gemiddelde
aankoopprijs (in
EUR)
Totale
aankoopprijs (in
KEUR)
Totale
aankoopprijs (in
KUSD)
Beginsaldo 31/12/2020
160 000
52,43
8 389
10 277
Inkoop eigen aandelen
34 000
57,06
1 940
2 194
Verkoop eigen aandelen
-16 000
52,44
- 839
- 950
Eindsaldo 31/12/2021
178 000
53,31
9 490
11 521
De buitengewone algemene vergadering van 10 juni 2020 heeft de raad van bestuur gemachtigd om, indien nodig geacht, eigen
aandelen van SIPEF aan te kopen gedurende een periode van 5 jaar na bekendmaking van haar beslissing.
23. WINSTBELASTINGEN
De aansluiting tussen de belastinglasten en de toepasselijke lokale belastingtarieven wordt als volgt voorgesteld:
In KUSD
2021
2020
Resultaat voor belasting
136 637
28 065
Belastingen aan gangbare lokale belastingvoeten
-35 039
-6 545
Gemiddelde toepasselijke belastingtarief
-25,64%
-23,32%
Onbelaste meerwaarde op de verkoop van PT Melania
2 561
0
Permanente verschillen
-1 907
-1 915
Verliezen van het jaar waarvoor geen uitgestelde belastingvordering werd opgezet
- 178
-1 762
Waardevermindering op uitgestelde belastingvorderingen die in het verleden werden
opgezet
-2 560
-2 401
Terugname van waardeverminderingen op uitgestelde belastingvorderingen die in het
verleden werden opgezet
2 432
1 034
Impact op de wijziging van het belasting-% in Indonesië op de uitgestelde
belastingvorderingen
0
685
Correcties met betrekking tot vorige boekjaren
-1 384
76
Belastinglast
-36 075
-10 828
Gemiddeld effectief belastingtarief
-26,40%
-38,58%
We ontvingen van de Indonesische tax autoriteiten de formele goedkeuring dat met ingang van boekjaar 2014 onze Indonesische
filialen de toestemming hebben om hun tax aangifte in USD neer te leggen. Van de tax autoriteiten in Papoea-Nieuw-Guinea kregen
43
SIPEF Financiële staten 2021
we een toestemming om vanaf 2015 onze tax aangifte op basis van een USD-boekhouding te doen. Voor SIPEF NV en Jabelmalux
SA hebben we een gelijkaardige toestemming verkregen met effect vanaf boekjaar 2016.
De uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden per fiscale entiteit gesaldeerd. Dit leidt tot de volgende opsplitsing
naar uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen:
In KUSD
2021
2020
Uitgestelde belastingen actief
13 550
13 049
Uitgestelde belastingen passief
-46 950
-44 010
Netto uitgestelde belastingen
-33 400
-30 961
De bewegingen in de netto uitgestelde belastingen (vorderingen - verplichtingen) zijn:
In KUSD
2021
2020
Openingssaldo
-30 961
-31 714
Variatie (- kost) / (+ opbrengst) via de winst- en verliesrekening
-1 352
- 58
Tax impact IAS 19R via totaalresultaat
139
291
Tax impact hedge accounting via totaalresultaat
- 226
489
Variatie perimeter
- 973
0
Andere
- 27
31
Eindsaldo
-33 400
-30 961
De uitgestelde belastingen zijn het resultaat van:
In KUSD
2021
2020
Toevoeging/(gebruik) van fiscaal overgedragen verliezen
1 779
-2 585
Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - IAS 41 & voorraadherwaardering
-3 149
380
Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - vaste activa
-2 875
3 228
Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - pensioenvoorziening
561
- 528
Herkomst/(terugboeking) van tijdelijke verschillen - andere
2 332
- 553
Totaal
-1 352
- 58
De totale uitgestelde belastingvorderingen worden niet integraal opgenomen in de balans. Volgende indeling kan gemaakt worden
naar totale, niet-opgenomen en opgenomen uitgestelde belastingen:
2021
In KUSD
Totaal
Niet opgenomen
Opgenomen
Biologische activa
-1 716
0
-1 716
Materiële vaste activa, inclusief dragende planten
-44 446
0
-44 446
Voorraden
-5 721
0
-5 721
Pensioenvoorziening
4 730
0
4 730
Fiscale verliezen
15 074
4 848
10 226
Overige
3 527
0
3 527
Totaal
-28 552
4 848
-33 400
Het merendeel van de niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen per eind 2021 bevindt zich bij de maatschappijen van de
South Sumatra groep (KUSD 4 107) en bij de Tolan Tiga groep rubber activiteiten (KUSD 720). De uitgestelde belastingvorderingen
voor fiscale verliezen worden steeds opgezet en aangepast op basis van de meest recent beschikbare lange termijn businessplannen.
De totale fiscale verliezen (opgenomen en niet opgenomen) hebben de volgende maturiteit:
2021
In KUSD
Totaal
Niet opgenomen
Opgenomen
1 jaar
5 917
5 336
581
2 jaar
9 253
2 956
6 297
3 jaar
9 318
3 033
6 285
4 jaar
21 730
9 812
11 918
5 jaar
13 505
806
12 699
Onbeperkt
7 757
82
7 675
Totaal
67 480
22 025
45 455
In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea verrichtte de Groep, in overeenstemming met de lokale wetgeving, voorafbetalingen van
belastingen. Deze werden deels op basis van de resultaten van 2019 gedaan en deels op basis van de resultaten van 2020 die beide
lager waren dan de resultaten van 2021. De voorafbetalingen van belastingen van KUSD 9 962 lagen daarom in belangrijke mate
beneden de te betalen belasting van KUSD 34 722.
In KUSD
2021
2020
Terug te vorderen belastingen
1 469
11 766
Te betalen belastingen
-19 346
-4 687
Netto te vorderen/(te betalen) belastingen
-17 877
7 079
In KUSD
2021
2020
Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen begin periode
7 079
14 307
Variatie perimeter
- 211
0
Overboekingen
15
- 32
Te betalen belastingen
-34 722
-10 768
Betaalde belastingen
9 962
3 572
Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen einde periode
-17 877
7 079
De betaalde belastingen zoals weergegeven in het kasstroomoverzicht zijn samengesteld uit de volgende elementen:
In KUSD
2021
2020
Belastinglast
-36 075
-10 828
Uitgestelde belastingen
1 353
60
Actuele belastingen
-34 722
-10 768
Variatie vooruitbetaalde belastingen
10 101
3 021
Variatie te betalen belastingen
14 658
4 175
Betaalde belastingen
-9 962
-3 572
Er zijn geen materiële, niet-opgenomen onzekere belastingposities binnen de SIPEF-groep.
24. INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN JOINT VENTURES
De SIPEF-groep heeft de volgende belangen- en controlepercentages in de geassocieerde deelnemingen en joint ventures:
Entiteit
Locatie
Controle %
Belangen %
Verdant Bioscience Pte Ltd
Singapore / Republiek Singapore
38,00
38,00
PT Timbang Deli Indonesia
Medan / Indonesië
38,00
36,10
Een geassocieerde onderneming is een onderneming waarover de Groep een significante invloed heeft. Een joint venture is een
gemeenschappelijke regeling waarover twee of meer partijen gezamenlijke zeggenschap hebben en rechten hebben op het netto-
actief van de regeling. De Groep heeft geen joint ventures. De investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
bestaan uit PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Singapore Pte Ltd, beide actief in de tropische landbouw.
Verdant Bioscience Singapore Pte Ltd (VBS) is een nieuw opgerichte vennootschap gelegen in Singapore. Per 1 januari 2014 heeft
de Groep een belang van 38% in VBS. Deze vennootschap is een samenwerking tussen Ackermans & Van Haaren (42%), SIPEF
NV (38%), PT Dharma Satya Nusantara (10%) en Biosing Pte (10%) en heeft als doel om onderzoek en ontwikkeling te doen naar
hoge rendementszaden met het oog om deze te commercialiseren.
De Groep behoudt een deelname van 36,10% in PT Timbang Deli, een onderneming gelegen op het eiland Sumatra in Indonesië.
PT Timbang Deli is actief in het verbouwen van rubber. Naar aanleiding van deShare Swap agreement met Verdant
Bioscience Singapore Pte Ltd heeft de SIPEF-groep 95% van de totale aandelen van PT Timbang Deli ingebracht in Verdant
Bioscience Singapore Pte Ltd
Gedurende de eerste vier maanden van 2021 is PT Melania in de consolidatie opgenomen als joint venture voordat het werd
geclassificeerd als een actief aangehouden voor verkoop. Ondanks dat op 31 december 2021 de activa van PT Melania niet
opgenomen zijn in de "investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures", omvat het "aandeel in de resultaten van
geassocieerde deelnemingen en joint ventures" wel 4 maanden resultaten van PT Melania.
44 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
In Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea verrichtte de Groep, in overeenstemming met de lokale wetgeving, voorafbetalingen van
belastingen. Deze werden deels op basis van de resultaten van 2019 gedaan en deels op basis van de resultaten van 2020 die beide
lager waren dan de resultaten van 2021. De voorafbetalingen van belastingen van KUSD 9 962 lagen daarom in belangrijke mate
beneden de te betalen belasting van KUSD 34 722.
In KUSD
2021
2020
Terug te vorderen belastingen 1 469 11 766
Te betalen belastingen
-19 346
-4 687
Netto te vorderen/(te betalen) belastingen
-17 877
7 079
In KUSD
2021
2020
Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen begin periode 7 079 14 307
Variatie perimeter
- 211
0
Overboekingen
15
- 32
Te betalen belastingen
-34 722
-10 768
Betaalde belastingen
9 962
3 572
Netto terug te vorderen/(te betalen) belastingen einde periode
-17 877
7 079
De betaalde belastingen zoals weergegeven in het kasstroomoverzicht zijn samengesteld uit de volgende elementen:
In KUSD
2021
2020
Belastinglast
-36 075
-10 828
Uitgestelde belastingen
1 353
60
Actuele belastingen
-34 722
-10 768
Variatie vooruitbetaalde belastingen
10 101
3 021
Variatie te betalen belastingen
14 658
4 175
Betaalde belastingen
-9 962
-3 572
Er zijn geen materiële, niet-opgenomen onzekere belastingposities binnen de SIPEF-groep.
24. INVESTERINGEN IN GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN JOINT VENTURES
De SIPEF-groep heeft de volgende belangen- en controlepercentages in de geassocieerde deelnemingen en joint ventures:
Entiteit
Locatie
Controle %
Belangen %
Verdant Bioscience Pte Ltd
Singapore / Republiek Singapore
38,00
38,00
PT Timbang Deli Indonesia
Medan / Indonesië
38,00
36,10
Een geassocieerde onderneming is een onderneming waarover de Groep een significante invloed heeft. Een joint venture is een
‘gemeenschappelijke regeling’ waarover twee of meer partijen gezamenlijke zeggenschap hebben en rechten hebben op het netto-
actief van de regeling. De Groep heeft geen joint ventures. De investeringen in geassocieerde ondernemingen en joint ventures
bestaan uit PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Singapore Pte Ltd, beide actief in de tropische landbouw.
Verdant Bioscience Singapore Pte Ltd (VBS) is een nieuw opgerichte vennootschap gelegen in Singapore. Per 1 januari 2014 heeft
de Groep een belang van 38% in VBS. Deze vennootschap is een samenwerking tussen Ackermans & Van Haaren (42%), SIPEF
NV (38%), PT Dharma Satya Nusantara (10%) en Biosing Pte (10%) en heeft als doel om onderzoek en ontwikkeling te doen naar
hoge rendementszaden met het oog om deze te commercialiseren.
De Groep behoudt een deelname van 36,10% in PT Timbang Deli, een onderneming gelegen op het eiland Sumatra in Indonesië.
PT Timbang Deli is actief in het verbouwen van rubber. Naar aanleiding van de “Share Swap agreement” met Verdant
Bioscience Singapore Pte Ltd heeft de SIPEF-groep 95% van de totale aandelen van PT Timbang Deli ingebracht in Verdant
Bioscience Singapore Pte Ltd
Gedurende de eerste vier maanden van 2021 is PT Melania in de consolidatie opgenomen als joint venture voordat het werd
geclassificeerd als een actief aangehouden voor verkoop. Ondanks dat op 31 december 2021 de activa van PT Melania niet
opgenomen zijn in de "investeringen in geassocieerde deelnemingen en joint ventures", omvat het "aandeel in de resultaten van
geassocieerde deelnemingen en joint ventures" wel 4 maanden resultaten van PT Melania.
45
SIPEF Financiële staten 2021
De totale sectie van het actief "geassocieerde ondernemingen en joint ventures" kan als volgt samengevat worden:
In KUSD
2021
2020
Verdant Bioscience Pte Ltd
4 347
4 912
PT Timbang Deli Indonesia
- 749
- 282
Totaal
3 598
4 630
De totale sectie "Aandeel resultaat geassocieerde deelnemingen en joint ventures" kan als volgt worden samengevat:
In KUSD
2021
2020
Verdant Bioscience Pte Ltd
- 565
- 475
PT Timbang Deli Indonesia
- 467
- 584
PT Melania Indonesia
- 59
0
Totaal resultaat
-1 091
-1 059
Hieronder worden de verkorte financiële staten van de geassocieerde ondernemingen en joint ventures volgens IFRS en zijn voor
intercompany eliminaties en exclusief goodwill.
Verdant Bioscience Pte Ltd
PT Timbang Deli
In KUSD
2021
2020
2021
2020
Biologische activa
0
0
3 772
3 994
Overige vaste activa
23 876
23 701
6 727
7 125
Vlottende activa
14 077
13 846
1 276
1 008
Geldmiddelen en kasequivalenten
129
81
225
170
Totaal activa
38 083
37 627
12 000
12 297
Langlopende verplichtingen
- 14
- 14
1 271
1 309
Financiële schulden op lange termijn
0
0
0
0
Kortlopende verplichtingen
20 497
18 556
15 039
14 004
Financiële schulden op korte termijn
0
0
0
0
Eigen vermogen
17 599
19 084
-4 311
-3 016
Totaal EV en passiva
38 083
37 627
12 000
12 297
Hieronder worden de verkorte winst- en verliesrekeningen van de geassocieerde ondernemingen en joint ventures weergegeven.
Deze werden opgesteld volgens IFRS en zijn voor intercompany eliminaties en exclusief goodwill.
Verdant Bioscience Pte Ltd
PT Timbang Deli
In KUSD
2021
2020
2021
2020
Opname in de consolidatie:
38,00%
38,00%
36,10%
36,10%
Omzet
0
0
3 319
1 319
Afschrijvingen
10
8
920
955
Interestopbrengsten
33
47
3
3
Interestkosten
0
0
- 33
- 46
Netto resultaat
-1 486
-1 251
-1 295
-1 617
Gedeelte in de consolidatie
- 565
- 475
- 467
- 584
Totaal deel van de groep
- 565
- 475
- 467
- 584
Totaal deel derden
0
0
0
0
Totaal
- 565
- 475
- 467
- 584
Aansluiting geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Deze tabellen werden opgesteld op basis van de IFRS - cijfers zoals opgenomen in de consolidatie, volgens de waarderingsregels
van de SIPEF-groep, voor toewijzing van goodwill.
Verdant Bioscience Pte Ltd
PT Timbang Deli
In KUSD
2021
2020
2021
2020
Eigen vermogen zonder goodwill
17 599
19 085
-4 311
-3 016
Deel groep
6 687
7 252
-1 556
-1 089
Goodwill
0
0
807
807
Equity eliminatie PT Timbang Deli
-2 340
-2 340
0
0
Totaal deel groep
4 347
4 912
- 749
- 282
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Gedurende het jaar werden er geen dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures.
Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen naar de Groep.
25. VARIATIE BEDRIJFSKAPITAAL
In het verlengde van de toename van het bedrijfsresultaat steeg de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal van
KUSD 73 669 in 2020, naar KUSD 178 796 dit jaar.
De variatie in het bedrijfskapitaal van KUSD -8 523 betrof voornamelijk volgende elementen:
een stijging van de voorraden (KUSD -22 211) ten gevolge van hogere voorraadvolumes, voornamelijk van afgewerkte
producten, en een hogere eenheidskostprijs voor CPO;
een stijging van de handelsvorderingen (KUSD -4 614)
een stijging van de ontvangen voorschotten op lokale verkopen (KUSD 8 450);
een stijging van de overige schulden en van de overige kort termijnschulden, waaronder een verhoging van de bonusprovisie
ten gevolge van het verbeterde resultaat (KUSD 10 582).
De bovenvermelde aanwending van het bedrijfskapitaal betrof de gebruikelijke tijdelijke bewegingen.
26. FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan verschillende risico’s, waaronder de schommelingen in de
marktprijzen van de basisproducten, valuta-, rente-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Derivaten worden in beperkte mate gebruikt om het
risico voor de Groep verbonden aan de schommelingen van de wisselkoersen en de rente te verminderen.
Schommelingen in de marktprijzen van de basisproducten
Structureel risico
SIPEF-groep staat bloot aan structurele grondstoffenprijsrisico’s. Het risico heeft voornamelijk betrekking op palmolie/palmpitolie en
in mindere mate rubber. Een verandering van de palmolieprijs met USD 10 CIF per ton heeft een impact van ongeveer KUSD 3 147
(zonder rekening te houden met bijkomende effecten van de export tax in Indonesië) op het resultaat na belasting. Dit risico wordt
aanzien als een bedrijfsrisico.
Transactioneel risico
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risicos op verkochte goederen. Het transactioneel risico is het risico dat de prijs
van de grondstoffen aangekocht van derden schommelt tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met de klant en het
moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Dit risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico.
Valutarisico
De meerderheid van de dochterondernemingen hebben als functionele valuta de US-dollar. Het wisselkoersrisico waaraan de Groep
blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele risico’s, transactionele risico’s en omrekeningsrisico’s:
Structurele risicos
Het grootste deel van de opbrengsten worden gerealiseerd in USD, terwijl alle activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden
(specifiek in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Ivoorkust en Europa). Elke wijziging in de USD ten opzichte van de lokale valuta
wisselkoers heeft een aanzienlijke invloed op de bedrijfsresultaten van de onderneming. Het merendeel van dit structurele risico wordt
aanzien als een bedrijfsrisico.
46 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Aansluiting geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Deze tabellen werden opgesteld op basis van de IFRS - cijfers zoals opgenomen in de consolidatie, volgens de waarderingsregels
van de SIPEF-groep, voor toewijzing van goodwill.
Verdant Bioscience Pte Ltd
PT Timbang Deli
In KUSD
2021
2020
2021
2020
Eigen vermogen zonder goodwill
17 599
19 085
-4 311
-3 016
Deel groep
6 687
7 252
-1 556
-1 089
Goodwill
0
0
807
807
Equity eliminatie PT Timbang Deli
-2 340
-2 340
0
0
Totaal deel groep
4 347
4 912
- 749
- 282
Dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures
Gedurende het jaar werden er geen dividenden ontvangen van geassocieerde ondernemingen en joint ventures.
Er zijn geen beperkingen op de overdrachten van geldfondsen naar de Groep.
25. VARIATIE BEDRIJFSKAPITAAL
In het verlengde van de toename van het bedrijfsresultaat steeg de kasstroom uit bedrijfsactiviteiten voor variatie bedrijfskapitaal van
KUSD 73 669 in 2020, naar KUSD 178 796 dit jaar.
De variatie in het bedrijfskapitaal van KUSD -8 523 betrof voornamelijk volgende elementen:
een stijging van de voorraden (KUSD -22 211) ten gevolge van hogere voorraadvolumes, voornamelijk van afgewerkte
producten, en een hogere eenheidskostprijs voor CPO;
een stijging van de handelsvorderingen (KUSD -4 614)
een stijging van de ontvangen voorschotten op lokale verkopen (KUSD 8 450);
een stijging van de overige schulden en van de overige kort termijnschulden, waaronder een verhoging van de bonusprovisie
ten gevolge van het verbeterde resultaat (KUSD 10 582).
De bovenvermelde aanwending van het bedrijfskapitaal betrof de gebruikelijke tijdelijke bewegingen.
26. FINANCIËLE INSTRUMENTEN
Bij de uitoefening van de bedrijfsactiviteit wordt de Groep blootgesteld aan verschillende risico’s, waaronder de schommelingen in de
marktprijzen van de basisproducten, valuta-, rente-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Derivaten worden in beperkte mate gebruikt om het
risico voor de Groep verbonden aan de schommelingen van de wisselkoersen en de rente te verminderen.
Schommelingen in de marktprijzen van de basisproducten
Structureel risico
SIPEF-groep staat bloot aan structurele grondstoffenprijsrisico’s. Het risico heeft voornamelijk betrekking op palmolie/palmpitolie en
in mindere mate rubber. Een verandering van de palmolieprijs met USD 10 CIF per ton heeft een impact van ongeveer KUSD 3 147
(zonder rekening te houden met bijkomende effecten van de export tax in Indonesië) op het resultaat na belasting. Dit risico wordt
aanzien als een bedrijfsrisico.
Transactioneel risico
De Groep wordt geconfronteerd met transactionele risico’s op verkochte goederen. Het transactioneel risico is het risico dat de prijs
van de grondstoffen aangekocht van derden schommelt tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met de klant en het
moment waarop de transactie afgewikkeld wordt. Dit risico wordt aanzien als een bedrijfsrisico.
Valutarisico
De meerderheid van de dochterondernemingen hebben als functionele valuta de US-dollar. Het wisselkoersrisico waaraan de Groep
blootgesteld is, kan opgesplitst worden in drie types: structurele risico’s, transactionele risico’s en omrekeningsrisico’s:
Structurele risico’s
Het grootste deel van de opbrengsten worden gerealiseerd in USD, terwijl alle activiteiten zich buiten de USD-zone bevinden
(specifiek in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Ivoorkust en Europa). Elke wijziging in de USD ten opzichte van de lokale valuta
wisselkoers heeft een aanzienlijke invloed op de bedrijfsresultaten van de onderneming. Het merendeel van dit structurele risico wordt
aanzien als een bedrijfsrisico.
47
SIPEF Financiële staten 2021
Transactionele risico’s
De Groep is ook onderhevig aan transactionele risico’s met betrekking tot de valuta’s, namelijk het risico dat wisselkoersen
schommelen tussen het moment waarop de prijs wordt bepaald met een klant, leverancier of financiële instelling en het moment
waarop de transactie afgewikkeld wordt. Zulke risico’s worden, met uitzondering van een natuurlijke indekking, niet ingedekt gezien
de relatief korte looptijd van de meeste verplichtingen en vorderingen.
De verplichtingen voor personeelsbeloningen na uitdiensttreding in Indonesië zijn echter significante lange termijnschulden die
volledig betaalbaar zijn in IDR. Een devaluatie of revaluatie van 10% van de IDR ten opzichte van de USD heeft de volgende invloed
op de winst- en verliesrekening:
In KUSD
IDR Dev 10%
Boekwaarde
IDR Rev 10%
Verplichtingen voor personeelsbeloningen na uitdiensttreding in Indonesië
19 777
21 755
24 172
Bruto impact winst- en verliesrekening
1 978
-2 417
De verplichting voor personeelsbeloningen in Indonesië bestaat voor KUSD 21 498 uit de integraal geconsolideerde entiteiten en
voor KUSD 257 uit de entiteiten die worden opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode (PT Timbang Deli).
De lange termijn vorderingen op de Indonesische plasmahouders zijn de belangrijkste lange termijn activa die volledig betaalbaar zijn
in IDR. Een devaluatie of herwaardering van 10% van de IDR ten opzichte van de USD heeft het volgende effect op de
resultatenrekening:
In KUSD
IDR Dev 10%
Boekwaarde
IDR Rev 10%
Plasma vorderingen
23 333
25 666
28 518
Bruto impact winst- en verliesrekening
-2 333
2 852
Op 15 februari 2022 heeft de raad van bestuur de uitbetaling van een dividend van KEUR 21 159 (EUR 2,00 bruto per gewoon
aandeel) voorgesteld. In lijn met het liquiditeits- en valutabeleid, om het valutarisico op een mogelijk betaling van het dividend in te
dekken werd dit bedrag ingedekt met 3 valutatermijncontracten voor de verkoop van KUSD 25 191 voor KEUR 21 600 (gemiddelde
koers van 1,1662) voor jaareinde:
Sensitiviteitsanalyse:
Voor wat de indekking van het dividend betreft voor jaareinde heeft een devaluatie of revaluatie van 10% van de EUR ten opzichte
van de USD aan slotkoers de volgende invloed op de winst- en verliesrekening:
In KUSD
EUR Dev 10%
Slotkoers
EUR Rev 10%
Dividend
22 274
24 501
27 223
Bruto impact winst- en verliesrekening
-2 227
2 722
Omrekeningsrisico's
De SIPEF-groep is een internationaal bedrijf met vestigingen die niet in USD rapporteren. Als dergelijke resultaten geconsolideerd
worden in de rekeningen van de Groep, staat het omgerekende bedrag bloot aan waarde schommelingen van de lokale valuta’s ten
opzichte van de USD. SIPEF-groep dekt dit risico niet in (zie waarderingsregels).
Gezien vanaf 1 januari 2007 de functionele valuta van het merendeel van de activiteiten dezelfde is als de rapporteringsmunt werd
dit risico grotendeels beperkt.
Renterisico
De blootstelling van de Groep aan rentevoetschommelingen houdt verband met de financiële verplichtingen van de Groep. Eind
december 2021 bedroegen de netto financiële activa/(verplichtingen) KUSD -49 192 (2020: KUSD 151 165), waarvan KUSD
30 961 korte termijn financiële verplichtingen (2020: KUSD 104 671) en KUSD 19 977 netto korte termijnbeleggingen en
kasequivalenten (2020: KUSD 9 791).
De financiële verplichtingen > 1 jaar (incl. derivaten) bedragen KUSD 38 207 (2020: KUSD 56 285).
Aangezien alle schulden op korte termijn aan variabele intrestvoeten onderworpen zijn, zijn wij van mening dat een wijziging van
0,5% op de intrestvoet geen materiële impact zal hebben.
Gezien de schuldfinanciering op lange termijn voornamelijk is gebaseerd op een variabele rentevoet, bestaat het risico dat bij een
stijging van de rentevoet de financieringskosten oplopen. Dit renterisico wordt ingedekt aan de hand van een interest rate swap (IRS).
Deze renteswap heeft als doel de volatiliteit (en zodoende het renterisico) zoveel mogelijk in te perken.
De beschikbare financiële middelen worden op korte termijn belegd onder de vorm van termijndeposito's.
Kredietrisico
Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen niet nakomt waardoor er voor de andere partij
een verlies kan ontstaan. Dit kredietrisico kan opgesplitst worden in een commercieel en financieel kredietrisico. Aangaande het
commerciële kredietrisico heeft het management een kredietpolitiek uitgewerkt en de blootstelling aan dit kredietrisico wordt continu
opgevolgd.
In de praktijk wordt er een onderscheid gemaakt tussen:
In KUSD
2021
2020
Vorderingen uit de verkopen van palmolie, rubber en thee
30 609
26 315
Vorderingen uit de verkopen van bananen en planten
1 673
1 416
Totaal
32 282
27 731
Het kredietrisico bij de eerste categorie is eerder beperkt gezien deze verkopen voor een groot deel onmiddellijk betaald worden
tegen afgifte van de eigendomsdocumenten. Daarnaast betreft het een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product
wordt ca 90% van de omzet gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor palmolie zijn er twee klanten die elks afzonderlijk meer dan
30% van de omzet vertegenwoordigen. Voor thee zijn er twee klanten die meer dan 30% van de totale omzet vertegenwoordigen.
Voor rubber zijn er twee klanten die meer dan 30% van de omzet vertegenwoordigen. In tegenstelling tot de eerste categorie is het
kredietrisico van de vorderingen uit de verkopen van bananen en horticultuur groter.
Voor beide categorin bestaat er een wekelijkse opvolging van de openstaande saldi en een actief aanmaningsbeleid.
Waardeverminderingen worden opgenomen als volledige of gedeeltelijke inning onwaarschijnlijk is geworden. Elementen die bij deze
beoordeling in aanmerking worden genomen zijn voornamelijk de mate van betalingsachterstand en kredietwaardigheid van de klant.
De vorderingen uit de verkoop van bananen en horticultuur hebben de volgende vervaldagstructuur:
In KUSD
2021
2020
Niet vervallen
941
812
Vervallen < 30 dagen
523
604
Vervallen tussen 30 en 60 dagen
180
0
Vervallen tussen 60 en 90 dagen
0
0
Vervallen > 90 dagen
29
0
Totaal
1 673
1 416
In 2021 en 2020 werden er geen materiële waardeverminderingen op vorderingen in de resultatenrekening opgenomen.
De Groep paste de vereenvoudigde versie van IFRS 9 toe voor het meten van de verwachte kredietverliezen waarbij een bedrag
wordt bepaald dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. De Groep heeft de impact van IFRS 9
geanalyseerd en geconcludeerd dat er geen materiële impact is op de huidige provisie. De Groep heeft ook een inschatting gemaakt
of het historisch patroon van wanbetalingen in de toekomst materieel zou veranderen en verwacht geen significante impact.
Liquiditeitsrisico
Een materieel en aanhoudend tekort in onze kasstromen zou onze kredietwaardigheid en het vertrouwen van investeerders kunnen
schaden en zou het vermogen van de Groep om kapitaal aan te trekken kunnen beperken. De operationele kasstroom biedt de
middelen om de financiële verplichtingen te financieren en de aandeelhouderswaarde te verbeteren. De Groep beheerst de
liquiditeitsrisico's door middel van korte termijn- en lange termijnschattingen van toekomstige kasstromen. SIPEF-groep houdt
toegang tot de kapitaalmarkten door middel van kort- en langlopende schuldprogramma's.
48 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Kredietrisico
Het kredietrisico is het risico dat één van de contracterende partijen zijn verplichtingen niet nakomt waardoor er voor de andere partij
een verlies kan ontstaan. Dit kredietrisico kan opgesplitst worden in een commercieel en financieel kredietrisico. Aangaande het
commerciële kredietrisico heeft het management een kredietpolitiek uitgewerkt en de blootstelling aan dit kredietrisico wordt continu
opgevolgd.
In de praktijk wordt er een onderscheid gemaakt tussen:
In KUSD
2021
2020
Vorderingen uit de verkopen van palmolie, rubber en thee
30 609
26 315
Vorderingen uit de verkopen van bananen en planten
1 673
1 416
Totaal
32 282
27 731
Het kredietrisico bij de eerste categorie is eerder beperkt gezien deze verkopen voor een groot deel onmiddellijk betaald worden
tegen afgifte van de eigendomsdocumenten. Daarnaast betreft het een beperkt aantal hoog aangeschreven klanten: per product
wordt ca 90% van de omzet gerealiseerd door maximaal 10 klanten. Voor palmolie zijn er twee klanten die elks afzonderlijk meer dan
30% van de omzet vertegenwoordigen. Voor thee zijn er twee klanten die meer dan 30% van de totale omzet vertegenwoordigen.
Voor rubber zijn er twee klanten die meer dan 30% van de omzet vertegenwoordigen. In tegenstelling tot de eerste categorie is het
kredietrisico van de vorderingen uit de verkopen van bananen en horticultuur groter.
Voor beide categorieën bestaat er een wekelijkse opvolging van de openstaande saldi en een actief aanmaningsbeleid.
Waardeverminderingen worden opgenomen als volledige of gedeeltelijke inning onwaarschijnlijk is geworden. Elementen die bij deze
beoordeling in aanmerking worden genomen zijn voornamelijk de mate van betalingsachterstand en kredietwaardigheid van de klant.
De vorderingen uit de verkoop van bananen en horticultuur hebben de volgende vervaldagstructuur:
In KUSD
2021
2020
Niet vervallen
941
812
Vervallen < 30 dagen
523
604
Vervallen tussen 30 en 60 dagen
180
0
Vervallen tussen 60 en 90 dagen
0
0
Vervallen > 90 dagen
29
0
Totaal
1 673
1 416
In 2021 en 2020 werden er geen materiële waardeverminderingen op vorderingen in de resultatenrekening opgenomen.
De Groep paste de vereenvoudigde versie van IFRS 9 toe voor het meten van de verwachte kredietverliezen waarbij een bedrag
wordt bepaald dat gelijk is aan de tijdens de looptijd te verwachten kredietverliezen. De Groep heeft de impact van IFRS 9
geanalyseerd en geconcludeerd dat er geen materiële impact is op de huidige provisie. De Groep heeft ook een inschatting gemaakt
of het historisch patroon van wanbetalingen in de toekomst materieel zou veranderen en verwacht geen significante impact.
Liquiditeitsrisico
Een materieel en aanhoudend tekort in onze kasstromen zou onze kredietwaardigheid en het vertrouwen van investeerders kunnen
schaden en zou het vermogen van de Groep om kapitaal aan te trekken kunnen beperken. De operationele kasstroom biedt de
middelen om de financiële verplichtingen te financieren en de aandeelhouderswaarde te verbeteren. De Groep beheerst de
liquiditeitsrisico's door middel van korte termijn- en lange termijnschattingen van toekomstige kasstromen. SIPEF-groep houdt
toegang tot de kapitaalmarkten door middel van kort- en langlopende schuldprogramma's.
49
SIPEF Financiële staten 2021
De volgende tabel geeft de contractueel overeengekomen (niet-verdisconteerde) kasstromen voortvloeiend uit schulden op
balansdatum:
2021 - In KUSD
Boek-
waarde
Contractuele
kasstromen
Minder
dan 1 jaar
1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar
Meer
dan 5
jaar
Financiële verplichtingen > 1 jaar
(incl. derivaten)
36 000
-37 239
- 618
-18 510
-18 111
0
0
Leasing verplichtingen > 1 jaar
2 207
-4 250
- 177
- 489
- 464
- 449
-2 671
Voorschotten > 1 jaar
4 830
-4 830
0
-4 830
0
0
0
Handelsschulden en overige te
betalen posten < 1 jaar
Handelsschulden
23 605
-23 605
-23 605
0
0
0
0
Ontvangen voorschotten
11 934
-11 934
-11 934
0
0
0
0
Financiële verplichtingen < 1 jaar
Kortlopend gedeelte van te
betalen posten > 1 jaar
18 000
-18 471
-18 471
0
0
0
0
Financiële verplichtingen
12 477
-12 597
-12 597
0
0
0
0
Leasing verplichtingen < 1 jaar
484
- 523
- 523
Derivaten
2 066
-2 066
-2 066
0
0
0
0
Andere kortlopende verplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
Totaal verplichtingen
111 604
-115 516
-69 992
-23 829
-18 575
- 449
-2 671
2020 - In KUSD
Boek-
waarde
Contractuele
kasstromen
Minder
dan 1 jaar
1-2 jaar 2-3 jaar 3-4 jaar
Meer
dan 5
jaar
Financiële verplichtingen > 1 jaar
(incl. derivaten)
54 000
-58 053
-1 664
-19 480
-18 737
-18 173
0
Leasing verplichtingen > 1 jaar
2 285
-4 553
- 180
- 488
- 438
- 414
-3 033
Voorschotten > 1 jaar
0
0
0
0
0
0
0
Handelsschulden en overige te
betalen posten < 1 jaar
Handelsschulden
21 384
-21 384
-21 384
0
0
0
0
Ontvangen voorschotten
1 071
-1 071
-1 071
0
0
0
0
Financiële verplichtingen < 1 jaar
Kortlopend gedeelte van te
betalen posten > 1 jaar
18 000
-18 701
-18 701
0
0
0
0
Financiële verplichtingen
86 128
-86 254
-86 254
0
0
0
0
Leasing verplichtingen < 1 jaar
543
- 589
- 589
Derivaten
793
- 793
- 793
0
0
0
0
Andere kortlopende verplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
Totaal verplichtingen
181 375
-186 255
-129 866
-19 479
-18 737
-18 173
0
Teneinde het financiële kredietrisico te beperken heeft SIPEF haar belangrijkste activiteiten bij een beperkte groep banken met een
hoge kredietwaardigheid ondergebracht. De huidige maximale beschikbare kredietlijnen bedragen KUSD 178 686 (2020: KUSD
206 328). In 2021 waren er zoals voorgaande jaren geen inbreuken op de voorwaarden vermeld in de kredietovereenkomsten noch
tekortkomingen in de aflossingen. Er dient opgemerkt te worden dat SIPEF gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om
kapitaalaflossingen uit te stellen om de impact van covid-19 het hoofd te bieden. Hierdoor werden de terugbetalingen van eind juni
2020 (KUSD 4 500) en september 2020 (KUSD 4 500) uitgesteld tot respectievelijk juni 2024 en september 2024.
Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde op de balans
Binnen de Groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële
instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële
instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken.
Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen
in de balans aan hun rle waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten
deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De rle waarden van deze derivaten zijn:
In KUSD
2021
2020
Renteswaps
- 797
-1 703
Termijnwisselverrichtingen
-1 269
910
Rle waarde (+ = actief; - = verplichting)
-2 066
- 793
Overeenkomstig IFRS 13 werden de financiële instrumenten gegroepeerd in 3 niveaus volgens de mate waarin de rle waarde
vastgesteld kan worden:
Niveau 1 inputs zijn genoteerde (niet bijgestelde) prijzen op actieve markten voor identieke activa en passiva waar de entiteit
toegang tot heeft op de waarderingsdatum;
Niveau 2 inputs zijn afgeleid van andere elementen dan de genoteerde prijzen op niveau 1 die vast te stellen zijn voor activa
en passiva, ofwel direct, ofwel indirect; en
Niveau 3 inputs zijn niet-waarneembare inputs voor een actief of passief.
De rle waarde van de termijnwisselverrichting en intrest rate swap (IRS) berekend op basis van de slotkoers per 31 december
2021 werd eveneens ondergebracht in niveau 2. Het notioneel bedrag van de termijnwisselcontracten bedraagt KUSD 13 056.
De toekomstige wisselkoerscontracten werden niet gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. Bijgevolg worden alle
veranderingen van de rle waarde opgenomen in het financieel resultaat. De Groep heeft deintrest rate swaps” IRS) wel
gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. De voorwaarden van de IRS en de afgedekte schuld komen 100% overeen. Daarom is
er geen effectiviteitstest vereist op basis van een verhouding tussen de veranderingen in de rle waarde van het
afdekkingsinstrument en die van de afgedekte schuld. Een IRS met identieke contractuele voorwaarden zou een beperkte inefficiëntie
hebben.
Het notioneel bedrag van de IRS bedraagt KUSD 54 000. De boekwaarde van de IRS werd opgenomen onder de derivaten (schulden)
voor een bedrag van KUSD -797, de uitgestelde belastingvorderingen voor een bedrag van KUSD 199 en het totaalresultaat in het
eigen vermogen voor een bedrag van KUSD -598.
Financiële instrumenten per categorie
De volgende tabel geeft de financiële instrumenten per categorie weer per eind 2021 en eind 2020.
50 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Financiële instrumenten gewaardeerd aan reële waarde op de balans
Binnen de Groep kan gebruik worden gemaakt van financiële instrumenten voor risicobeheersing. Het betreft dan met name financiële
instrumenten die het risico van wijzigende interestvoeten of wisselkoersen beheersen. De tegenpartijen van deze financiële
instrumenten zijn uitsluitend vooraanstaande banken.
Afgeleide instrumenten worden initieel gewaardeerd tegen kostprijs. Na de initiële erkenning worden deze instrumenten opgenomen
in de balans aan hun reële waarde, waarbij de wijzigingen in de reële waarde in resultaat worden geboekt tenzij deze instrumenten
deel uitmaken van indekkingsverrichtingen.
De reële waarden van deze derivaten zijn:
In KUSD
2021
2020
Renteswaps
- 797
-1 703
Termijnwisselverrichtingen
-1 269
910
Reële waarde (+ = actief; - = verplichting)
-2 066
- 793
Overeenkomstig IFRS 13 werden de financiële instrumenten gegroepeerd in 3 niveaus volgens de mate waarin de reële waarde
vastgesteld kan worden:
Niveau 1 inputs zijn genoteerde (niet bijgestelde) prijzen op actieve markten voor identieke activa en passiva waar de entiteit
toegang tot heeft op de waarderingsdatum;
Niveau 2 inputs zijn afgeleid van andere elementen dan de genoteerde prijzen op niveau 1 die vast te stellen zijn voor activa
en passiva, ofwel direct, ofwel indirect; en
Niveau 3 inputs zijn niet-waarneembare inputs voor een actief of passief.
De reële waarde van de termijnwisselverrichting en intrest rate swap (“IRS”) berekend op basis van de slotkoers per 31 december
2021 werd eveneens ondergebracht in niveau 2. Het notioneel bedrag van de termijnwisselcontracten bedraagt KUSD 13 056.
De toekomstige wisselkoerscontracten werden niet gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. Bijgevolg worden alle
veranderingen van de reële waarde opgenomen in het financieel resultaat. De Groep heeft de “intrest rate swaps” IRS) wel
gedocumenteerd als in een afdekkingsrelatie. De voorwaarden van de IRS en de afgedekte schuld komen 100% overeen. Daarom is
er geen effectiviteitstest vereist op basis van een verhouding tussen de veranderingen in de reële waarde van het
afdekkingsinstrument en die van de afgedekte schuld. Een IRS met identieke contractuele voorwaarden zou een beperkte inefficiëntie
hebben.
Het notioneel bedrag van de IRS bedraagt KUSD 54 000. De boekwaarde van de IRS werd opgenomen onder de derivaten (schulden)
voor een bedrag van KUSD -797, de uitgestelde belastingvorderingen voor een bedrag van KUSD 199 en het totaalresultaat in het
eigen vermogen voor een bedrag van KUSD -598.
Financiële instrumenten per categorie
De volgende tabel geeft de financiële instrumenten per categorie weer per eind 2021 en eind 2020.
51
SIPEF Financiële staten 2021
2021 - In KUSD Boekwaarde IFRS 9 categorie
Reële
waarde
Hiërarchie
van de
reële
waarde
Financiële activa
Andere financiële activa
92
AKP
92
Niveau 2
Vorderingen > 1 jaar
Overige vorderingen
25 666
AKP
25 666
Niveau 2
Totaal financiële vaste activa
25 758
25 758
Handelsvorderingen en overige vorderingen
Handelsvorderingen
32 282
AKP
32 282
Niveau 2
Overige vorderingen
49 878
AKP
49 878
Niveau 2
Investeringen
Andere investeringen en beleggingen
38
AKP
38
Niveau 2
Geldmiddelen en kasequivalenten
19 939
AKP
19 939
Niveau 2
Derivaten
0
FVTPL
0
Niveau 2
Derivaten
0
Hedge accounting
0
Niveau 2
Totaal financiële vlottende activa
102 137
102 137
Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar
0
AKP
0
Niveau 2
Financiële verplichtingen > 1 jaar
36 000
AKP
36 000
Niveau 2
Lease verplichtingen > 1 jaar
2 207
AKP
2 207
Niveau 2
Voorschotten > 1 jaar
4 830
AKP
4 830
Niveau 2
Totaal langlopende financiële verplichtingen
43 037
43 037
Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar
Handelsschulden
23 605
AKP
23 605
Niveau 2
Overige schulden
11 519
AKP
11 519
Niveau 2
Ontvangen voorschotten
11 934
AKP
11 934
Niveau 2
Financiële verplichtingen < 1 jaar
0
0
Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar
18 000
AKP
18 000
Niveau 2
Financiële verplichtingen
12 477
AKP
12 477
Niveau 2
Lease verplichtingen > 1 jaar
484
AKP
484
Niveau 2
Derivaten
1 269
FVTPL
1 269
Niveau 2
Derivaten
797
Hedge accounting
797
Niveau 2
Totaal kortlopende financiële verplichtingen
80 085
80 085
2020 - In KUSD
Boekwaarde
IFRS 9 categorie
Rle
waarde
Hiërarchie
van de
rle
waarde
Financiële activa
Andere financiële activa
80
AKP
80
Niveau 2
Vorderingen > 1 jaar
Overige vorderingen
16 101
AKP
16 101
Niveau 2
Totaal financiële vaste activa
16 180
16 180
Handelsvorderingen en overige vorderingen
Handelsvorderingen
27 731
AKP
27 731
Niveau 2
Overige vorderingen
49 146
AKP
49 146
Niveau 2
Investeringen
0
Andere investeringen en beleggingen
0
AKP
0
Niveau 2
Geldmiddelen en kasequivalenten
9 790
AKP
9 790
Niveau 2
Derivaten
0
FVTPL
0
Niveau 2
Derivaten
0
Hedge accounting
0
Niveau 2
Totaal financiële vlottende activa
86 668
86 668
Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar
0
AKP
0
Niveau 2
Financiële verplichtingen > 1 jaar
54 000
AKP
54 000
Niveau 2
Lease verplichtingen > 1 jaar
2 285
AKP
2 285
Niveau 2
Totaal langlopende financiële verplichtingen
56 285
56 285
Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar
Handelsschulden
21 384
AKP
21 384
Niveau 2
Overige schulden
8 805
AKP
8 805
Niveau 2
Ontvangen voorschotten
1 071
AKP
1 071
Niveau 2
Financiële verplichtingen < 1 jaar
Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar
18 000
AKP
18 000
Niveau 2
Financiële verplichtingen
86 128
AKP
86 128
Niveau 2
Lease verplichtingen > 1 jaar
543
AKP
543
Niveau 2
Derivaten
- 910
FVTPL
- 910
Niveau 2
Derivaten
1 703
Hedge accounting
1 703
Niveau 2
Totaal kortlopende financiële verplichtingen
136 724
136 724
27. Leasing
De Groep huurt kantoorruimte, landrechten en voertuigen in het kader van een aantal leasing-overeenkomsten met een leaseperiode
van één jaar of meer. De huur van de kantoorgebouwen betreft de maandelijkse huurbetalingen voor de kantoren in Indonesië. De
huur van de kantoren en bijhorende parking in België is niet mee opgenomen als lease aangezien deze onder de uitzondering van
korte-termijn leasing vallen. Voor de grondrechten in PNG, betreft het voorwerp van de huurovereenkomst het vruchtgebruik van land
waarvoor een vaste jaarlijkse vergoeding wordt betaald. De resterende landrechten in PNG hebben een duur van 99 jaar waarvoor
geen huurbedrag wordt betaald. Deze landrechten worden afgeschreven over een periode van 25 jaar in lijn met de levensduur van
een oliepalm. De voertuigen betreffen een beperkt aantal autoleaseovereenkomsten binnen de Groep.
52 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
2020 - In KUSD Boekwaarde IFRS 9 categorie
Reële
waarde
Hiërarchie
van de
reële
waarde
Financiële activa
Andere financiële activa
80
AKP
80
Niveau 2
Vorderingen > 1 jaar
Overige vorderingen
16 101
AKP
16 101
Niveau 2
Totaal financiële vaste activa
16 180
16 180
Handelsvorderingen en overige vorderingen
Handelsvorderingen
27 731
AKP
27 731
Niveau 2
Overige vorderingen
49 146
AKP
49 146
Niveau 2
Investeringen
0
Andere investeringen en beleggingen
0
AKP
0
Niveau 2
Geldmiddelen en kasequivalenten
9 790
AKP
9 790
Niveau 2
Derivaten
0
FVTPL
0
Niveau 2
Derivaten
0
Hedge accounting
0
Niveau 2
Totaal financiële vlottende activa
86 668
86 668
Handelsschulden en overige te betalen posten > 1 jaar
0
AKP
0
Niveau 2
Financiële verplichtingen > 1 jaar
54 000
AKP
54 000
Niveau 2
Lease verplichtingen > 1 jaar
2 285
AKP
2 285
Niveau 2
Totaal langlopende financiële verplichtingen
56 285
56 285
Handelsschulden en overige te betalen posten < 1 jaar
Handelsschulden
21 384
AKP
21 384
Niveau 2
Overige schulden
8 805
AKP
8 805
Niveau 2
Ontvangen voorschotten
1 071
AKP
1 071
Niveau 2
Financiële verplichtingen < 1 jaar
Kortlopend gedeelte van te betalen posten > 1 jaar
18 000
AKP
18 000
Niveau 2
Financiële verplichtingen
86 128
AKP
86 128
Niveau 2
Lease verplichtingen > 1 jaar
543
AKP
543
Niveau 2
Derivaten
- 910
FVTPL
- 910
Niveau 2
Derivaten
1 703
Hedge accounting
1 703
Niveau 2
Totaal kortlopende financiële verplichtingen
136 724
136 724
27. Leasing
De Groep huurt kantoorruimte, landrechten en voertuigen in het kader van een aantal leasing-overeenkomsten met een leaseperiode
van één jaar of meer. De huur van de kantoorgebouwen betreft de maandelijkse huurbetalingen voor de kantoren in Indonesië. De
huur van de kantoren en bijhorende parking in België is niet mee opgenomen als lease aangezien deze onder de uitzondering van
korte-termijn leasing vallen. Voor de grondrechten in PNG, betreft het voorwerp van de huurovereenkomst het vruchtgebruik van land
waarvoor een vaste jaarlijkse vergoeding wordt betaald. De resterende landrechten in PNG hebben een duur van 99 jaar waarvoor
geen huurbedrag wordt betaald. Deze landrechten worden afgeschreven over een periode van 25 jaar in lijn met de levensduur van
een oliepalm. De voertuigen betreffen een beperkt aantal autoleaseovereenkomsten binnen de Groep.
53
SIPEF Financiële staten 2021
De toekomstige leaseverplichtingen onder deze (niet-opzegbare) leases zijn als volgt verschuldigd:
In KUSD
2021
2020
Kortlopende leasing verplichtingen
484
543
Langlopende leasing verplichtingen
2 207
2 285
Leasing verplichtingen opgenomen per 31 december
2 691
2 828
De beweging van het jaar van de leaseverplichting kan worden samengevat als volgt:
In KUSD
2021
2020
Leasing verplichtingen op 1 januari
2 828
3 037
Aanschaffingen
246
129
Financiële kosten/(opbrengsten)
220
237
Terugbetalingen
- 604
- 549
Wisselkoersresultaat
1
- 26
Leasing verplichtingen opgenomen per 31 december
2 691
2 828
Het gebruiksrecht actief kan als volgt worden ingedeeld:
Beweging van het jaar (in KUSD)
2021
2020
Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 1 januari
2.757
2 895
Aanschaffingen
246
122
Afschrijvingen
-417
- 387
Andere
0
127
Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende activa per 31 december
2 587
2 757
Landrechten Huur gebouw Bedrijfswagens Totaal
Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende
activa per 31 december 2020
958 1 493 306 2 757
Totaal met een gebruiksrecht overeenstemmende
activa per 31 december 2021
893 1 281 413 2 587
De totale afschrijving voor de gebruiksrecht activa tot 31 december 2021 bedraagt KUSD 417 en de financiële kosten KUSD 216.
Van de afschrijvingen werden KUSD 47 opgenomen in de kostprijs van de verkopen van het palmsegment van Hargy Oil Palms Ltd.
en KUSD 340 in de "algemene- en beheerskosten".
28. VERBINTENISSEN EN BUITEN BALANS RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Waarborgen
Er werden in 2021 geen waarborgen gesteld door derden voor rekening van de onderneming. Er werd wel één waarborg gesteld aan
een derde partij voor rekening van één van de dochterondernemingen in 2021. De waarborg is afgegeven als onderdeel van de
aandelenkoopovereenkomst van Verdant Bioscience Singapore Pte Ltd. voor een totaalbedrag van KUSD 6 165 om de uitstaande
verplichting te dekken die Verdant Bioscience Singapore Pte. Ltd. heeft aan zijn vorige aandeelhouder Sime Darby Berhad. Deze
verplichting is verschuldigd in twee gelijke jaarlijkse termijnen tussen mei 2022 en mei 2023.
In verband met dezelfde aandelenkoopovereenkomst heeft Verdant Bioscience Singapore Pte. Ltd. een bankgarantie ontvangen voor
een totaalbedrag van KUSD 1 185 van de nieuwe aandeelhouder PT Dharma Satya Nusantara die gebruikt zal worden om een lening
te verstrekken aan Verdant Bioscience Singapore Pte. Ltd. om een deel (10/52) van de bovenstaande uitstaande verplichting terug
te betalen.
Belangrijke hangende geschillen
Nihil
Termijnverkopen
De verplichtingen voor het leveren van goederen (palmproducten, rubber, thee, bananen en horticultuur) na jaareinde kaderen binnen
de normale verkoopstermijn van ongeveer 3 maanden vóór effectieve leveringsdatum. Deze worden als dusdanig niet aanzien als
termijnverkopen.
29. INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN
Transacties met bestuurders en leden van het executief comité
Management met sleutelposities is gedefinieerd als de raad van bestuur en het executief comité van de Groep. Onderstaande tabel
geeft een samenvatting van de vergoedingen:
In KUSD
2021
2020
Bestuurdersvergoedingen
423
411
Vaste vergoeding
2 213
1 686
Variabele vergoeding
321
0
Groepsverzekering
465
456
Andere
126
79
Marktwaarde verworven aandelenopties (op verwervingsdatum)
88
0
Totaal
3 637
2 632
De bedragen worden uitbetaald in EUR. Het uitbetaalde bedrag in 2021 is KEUR 3 084 (2020: KEUR 2 297). De stijging met 787
KEUR is het gevolg van een hogere variabele vergoeding betaald in 2021 in vergelijking met 2020 en een bijkomend lid in het
directiecomité.
Vanaf boekjaar 2007 worden er vaste vergoedingen betaald aan de leden van de raad van bestuur, het auditcomité en het
remuneratiecomité.
In het kader van de informatieverschaffing over verbonden partijen zijn de relaties immaterieel, met uitzondering van een sinds 1985
bestaande huurovereenkomst tussen Cabra NV en SIPEF aangaande de kantoren en de bijhorende parkings te Kasteel Calesberg
te Schoten. De jaarlijkse geïndexeerde huurprijs bedraagt KUSD 208 (2020 KUSD 196) en er wordt tevens KUSD 84 (2020 KUSD
80) gefactureerd voor deelname in de onderhoudskosten van gebouwen, parkings en park.
De relaties tussen SIPEF en de leden van de raad van bestuur en de leden van het executief comité worden verder beschreven in
de sectie corporate governance verklaring van dit verslag.
Transacties met andere partijen
Transacties met verwante partijen betreffen voornamelijk handelstransacties en zijn gebaseerd op hetat arms length” principe. De
kosten en opbrengsten met betrekking tot deze transacties zijn immaterieel in het kader van de geconsolideerde jaarrekening.
Transacties met groepsondernemingen
Balansposities en transacties binnen de Groep en de dochterondernemingen worden geëlimineerd in de consolidatie en worden niet
verder opgenomen in deze toelichtingen. Transacties tussen de Groep en andere verbonden ondernemingen worden hieronder verder
toegelicht.
De volgende tabel geeft de totalen van de transacties weer die gedurende het boekjaar hebben plaatsgevonden tussen de Groep en
de joint ventures PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Singapore Pte Ltd aan 100%:
Verdant Bioscience Pte Ltd
PT Timbang Deli
2021
2020
2021
2020
Totaal verkopen gedurende het boekjaar
0
0
0
0
Totaal aankopen gedurende het boekjaar
0
0
2 265
1 318
Totale vordering per 31 december 2021
8 330
7 800
14
56
Totale schulden per 31 december 2021
300
300
263
408
30. Bedrijfscombinaties, verwervingen en afstotingen
Verkoop van PT Melania
SIPEF heeft een verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend met Shamrock Group (SG) over de verkoop van 100% van het
aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. SG is een Indonesische groep die verschillende
rubberplantages en fabrieken beheert, en gespecialiseerd is in de productie en verkoop van latex handschoenen. SIPEF controleert
95% van PT Melania via haar Indonesische 95%-dochter, PT Tolan Tiga, terwijl de resterende 5% in handen is van een Indonesisch
pensioenfonds.
Ter herinnering: PT Melania bezit de helft van de Indonesische rubberactiviteiten van de Groep in Sumatra en de volledige
theeactiviteiten in Java. In eerste instantie werd 40% van de aandelen verkocht voor een betaling van 19 miljoen USD. Na deze
eerste fase zal de SG het beheer van de rubberactiviteiten overnemen. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55%
in het bezit van SIPEF) zal uiterlijk in 2024 worden overgedragen voor USD 17 miljoen, na de hernieuwing van de permanente
54 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
29. INFORMATIEVERSCHAFFING OVER VERBONDEN PARTIJEN
Transacties met bestuurders en leden van het executief comité
Management met sleutelposities is gedefinieerd als de raad van bestuur en het executief comité van de Groep. Onderstaande tabel
geeft een samenvatting van de vergoedingen:
In KUSD
2021
2020
Bestuurdersvergoedingen
423
411
Vaste vergoeding
2 213
1 686
Variabele vergoeding
321
0
Groepsverzekering
465
456
Andere
126
79
Marktwaarde verworven aandelenopties (op verwervingsdatum)
88
0
Totaal
3 637
2 632
De bedragen worden uitbetaald in EUR. Het uitbetaalde bedrag in 2021 is KEUR 3 084 (2020: KEUR 2 297). De stijging met 787
KEUR is het gevolg van een hogere variabele vergoeding betaald in 2021 in vergelijking met 2020 en een bijkomend lid in het
directiecomité.
Vanaf boekjaar 2007 worden er vaste vergoedingen betaald aan de leden van de raad van bestuur, het auditcomité en het
remuneratiecomité.
In het kader van de informatieverschaffing over verbonden partijen zijn de relaties immaterieel, met uitzondering van een sinds 1985
bestaande huurovereenkomst tussen Cabra NV en SIPEF aangaande de kantoren en de bijhorende parkings te Kasteel Calesberg
te Schoten. De jaarlijkse geïndexeerde huurprijs bedraagt KUSD 208 (2020 KUSD 196) en er wordt tevens KUSD 84 (2020 KUSD
80) gefactureerd voor deelname in de onderhoudskosten van gebouwen, parkings en park.
De relaties tussen SIPEF en de leden van de raad van bestuur en de leden van het executief comité worden verder beschreven in
de sectie corporate governance verklaring van dit verslag.
Transacties met andere partijen
Transacties met verwante partijen betreffen voornamelijk handelstransacties en zijn gebaseerd op het “at arm’s length” principe. De
kosten en opbrengsten met betrekking tot deze transacties zijn immaterieel in het kader van de geconsolideerde jaarrekening.
Transacties met groepsondernemingen
Balansposities en transacties binnen de Groep en de dochterondernemingen worden geëlimineerd in de consolidatie en worden niet
verder opgenomen in deze toelichtingen. Transacties tussen de Groep en andere verbonden ondernemingen worden hieronder verder
toegelicht.
De volgende tabel geeft de totalen van de transacties weer die gedurende het boekjaar hebben plaatsgevonden tussen de Groep en
de joint ventures PT Timbang Deli en Verdant Bioscience Singapore Pte Ltd aan 100%:
Verdant Bioscience Pte Ltd
PT Timbang Deli
2021
2020
2021
2020
Totaal verkopen gedurende het boekjaar
0
0
0
0
Totaal aankopen gedurende het boekjaar
0
0
2 265
1 318
Totale vordering per 31 december 2021
8 330
7 800
14
56
Totale schulden per 31 december 2021
300
300
263
408
30. Bedrijfscombinaties, verwervingen en afstotingen
Verkoop van PT Melania
SIPEF heeft een verkoop- en aankoopovereenkomst ondertekend met Shamrock Group (SG) over de verkoop van 100% van het
aandelenkapitaal van haar Indonesische dochteronderneming, PT Melania. SG is een Indonesische groep die verschillende
rubberplantages en fabrieken beheert, en gespecialiseerd is in de productie en verkoop van latex handschoenen. SIPEF controleert
95% van PT Melania via haar Indonesische 95%-dochter, PT Tolan Tiga, terwijl de resterende 5% in handen is van een Indonesisch
pensioenfonds.
Ter herinnering: PT Melania bezit de helft van de Indonesische rubberactiviteiten van de Groep in Sumatra en de volledige
theeactiviteiten in Java. In eerste instantie werd 40% van de aandelen verkocht voor een betaling van 19 miljoen USD. Na deze
eerste fase zal de SG het beheer van de rubberactiviteiten overnemen. De tweede tranche van 60% van de aandelen (waarvan 55%
in het bezit van SIPEF) zal uiterlijk in 2024 worden overgedragen voor USD 17 miljoen, na de hernieuwing van de permanente
55
SIPEF Financiële staten 2021
concessierechten (HGU) voor het geheel van de rubber- en theeactiviteiten. De brutotransactieprijs voor 100% van de aandelen
bedraagt USD 36 miljoen.
De uiteindelijke nettoverkoopprijs en de eventuele meerwaarde op de verkoop van PT Melania zullen grotendeels afhangen van de
timing en de kosten voor de vernieuwing van de permanente concessierechten (HGU) en van de vergoeding voor de opgebouwde
sociale rechten van het personeel, dat vermoedelijk vrijwel geheel zal worden overgenomen. De winst op de verkoop van PT Melania
kan in de toekomst worden aangepast, afhankelijk van de herziening van de schatting van deze kosten in de toekomst.
SIPEF heeft een zo goed mogelijke schatting gemaakt van de kosten verbonden aan de verkoop van PT Melania. Hieronder vindt u
de berekening van de nettoverkoopprijs:
In KUSD
Verkoopprijs
Totaal te ontvangen bedrag
36 000
Geschatte kosten verbonden aan de verkoop
-11 418
Netto verkoopprijs (100% van de aandelen)
24 582
Netto verkoopprijs voor 95%
23 353
Waarvan
40% van de aandelen
9 833
55% van de aandelen
13 520
Bij de ondertekening van de verkoop- en aankoopovereenkomst heeft SIPEF de volledige controle over PT Melania verloren. Bijgevolg
werd PT Melania op 30 april 2021 geboekt als een joint-venture aangehouden voor verkoop. De activa en passiva van PT Melania
werden gewaardeerd tegen reële waarde, gelijk aan de nettoverkoopprijs van KUSD 23 353.
De resultaten van PT Melania zijn opgenomen in het aandeel in de resultaten van geassocieerde deelnemingen en joint ventures
voor de eerste vier maanden van 2021. Vanaf 30 april 2021 worden de resultaten van PT Melania niet meer opgenomen in de
geconsolideerde winst en verlies van de SIPEF-groep aangezien PT Melania geclassificeerd is als een joint venture aangehouden
voor verkoop.
De classificatie als een voor verkoop aangehouden joint venture, met inbegrip van de daaropvolgende herwaardering tegen reële
waarde, en de verkoop van 40% van de aandelen van PT Melania heeft de volgende impact op de balans en de resultatenrekening
van de SIPEF-groep:
In KUSD 30/04/2021
Verkoop
van 40%
Betalingen
in 2021
Totale
impact
Activa
Vaste activa
-17 319
-17 319
Activa aangehouden voor verkoop
23 353
-9 833
0
13 520
Vlottende activa
- 170
- 170
Geldmiddelen en kasequivalenten
- 1
19 000
-1 922
17 077
Totaal activa
5 864
9 167
-1 922
13 109
Passiva
Omrekeningsverschillen
1 091
1 091
Minderheidsbelangen
- 559
- 559
Langlopende verplichtingen
-5 833
-5 833
Langlopende verplichtingen - ontvangen voorschotten > 1 jaar
0
4 830
0
4 830
kortlopende verplichtingen - ontvangen voorschotten < 1 jaar
0
4 337
-1 922
2 415
Kortlopende verplichtingen
- 475
- 475
Totaal passiva
-5 776
9 167
-1 922
1 469
Winst- en verliesrekeningen
Overige bedrijfsopbrengsten / (kosten)
11 640
11 640
Waarvan:
Aandeelhouders van de moedermaatschappij
11 003
11 003
Minderheidsbelangen
637
637
Totaal
11 640
0
0
11 640
Bij de classificatie van de joint venture als aangehouden voor verkoop wordt een meerwaarde van KUSD 11 640 gerealiseerd, zijnde
het verschil tussen de nettoverkoopprijs voor 95% van de aandelen (KUSD 23 353) en de waarde van de netto-activa van PT Melania
in de geconsolideerde jaarrekening van de SIPEF-groep (KUSD 11 713).
De verkoop van 40% van de aandelen van PT Melania voor KUSD 19 000 werd geboekt als verkoop van 40% van de waarde van de
activa bestemd voor verkoop (KUSD 9 833) en als ontvangen voorschot (KUSD 9 167). Sinds de overdracht van de aandelen was er
reeds een vermindering voor de betaalde bedragen voor de hernieuwing van de concessierechten, pensioenuitkeringen en de
financiering van de theeactiviteiten (KUSD 1 922). Van het totaal resterende voorschot van KUSD 7 245 wordt verwacht dat KUSD 2
415 gebruikt zal worden binnen het jaar en KUSD 4 830 gebruikt zal worden na meer dan één jaar.
Het totaal aan ontvangen geldmiddelen (KUSD 17 077) is opgenomen in de kasstroom als onderdeel van de verkopen financiële
activa (KUSD 24 708). Het resterende bedrag van de opbrengst van de verkoop van financiële activa (KUSD 7 631) heeft betrekking
op de laatste betaling die werd ontvangen voor de verkoop van de aandelen van Sipef-CI.
31. WINST PER AANDEEL (GEWONE EN VERWATERDE)
Van voortgezette activiteiten
2021
2020
Basisberekening gewone winst per aandeel
Gewone winst per aandeel - basisberekening (USD)
9,00
1,36
De gewone winst per aandeel werd als volgt berekend:
Teller: Netto resultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders (KUSD)
93 749
14 122
Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen
10 418 431
10 419 328
Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen werd als volgt berekend:
Aantal uitstaande gewone aandelen op 1 januari
10 419 328
10 419 328
Effect van uitgegeven aandelen / terugkoop van eigen aandelen
- 897
0
Effect van de kapitaalverhoging
0
0
Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december
10 418 431
10 419 328
Verwaterde winst per aandeel
Verwaterde winst per aandeel - basisberekening (USD)
8,99
1,36
De verwaterde winst per aandeel werd als volgt berekend:
Teller: Netto resultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders (KUSD)
93 749
14 122
Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen
10 422 490
10 420 091
Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen werd als volgt berekend:
Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december
10 418 431
10 419 328
Effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden
4 059
763
Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen op 31 december
10 422 490
10 420 091
32. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
De oorlog tussen Rusland en Oekrne die op 24 februari 2022 begon, veranderde het geopolitieke landschap radicaal. Deze oorlog
heeft een enorm effect op (agrarische) grondstoffen. Oekrne is 's werelds grootste producent van zonnebloempitten en tevens de
grootste exporteur van zonnebloemolie. Het zou dit seizoen ook de derde plaats innemen voor de uitvoer van raapzaad en tarwe. De
havens zijn gesloten en er worden nauwelijks producten uitgevoerd. Als gevolg daarvan zijn veel prijzen van basisvoedingsmiddelen
sterk gestegen, wat de inflatie van de voedselprijs verder heeft aangewakkerd.
Normaal begint het plantseizoen voor de nieuwe gewassen eind maart tot begin april. Dit zal echter sterk worden beïnvloed zolang
de oorlog voortduurt. De duur van deze oorlog zal bepalend zijn voor de gevolgen op korte en middellange termijn voor de agrarische
grondstoffen. Het is echter vrijwel zeker dat er voorlopig tekorten zullen zijn. De agrarische grondstoffenprijzen zullen in de nabije
toekomst hoog blijven.
In het licht van deze oorlog bevestigt de Groep dat zij geen activiteiten heeft met partijen in Oekrne, Rusland of Belarus, noch dat
er op 31 december 2021 activa te ontvangen zijn die betrekking hebben op deze regio's. De Groep doet geen zaken met partijen die
op de datum van publicatie op de sanctielijst staan.
33. PRESTATIES GELEVERD DOOR DE AUDITOR EN GERELATEERDE VERGOEDINGEN
De auditor van de SIPEF-groep is EY Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Wim Van Gasse en Christoph Oris. De
auditvergoeding voor het jaarverslag van SIPEF wordt goedgekeurd door de algemene vergadering na het nazicht en goedkeuring
door het auditcomité en de raad van bestuur. Deze vergoeding bedraagt KUSD 118 (tegenover KUSD 95 vorig jaar voor Deloitte).
Voor de ganse Groep werd er in 2021 door EY voor KUSD 577 diensten geleverd (tegenover KUSD 419 vorig jaar voor Deloitte),
waarvan KUSD 0 (2020: KUSD 20 voor Deloitte) voor niet-auditdiensten.
56 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Bij de classificatie van de joint venture als aangehouden voor verkoop wordt een meerwaarde van KUSD 11 640 gerealiseerd, zijnde
het verschil tussen de nettoverkoopprijs voor 95% van de aandelen (KUSD 23 353) en de waarde van de netto-activa van PT Melania
in de geconsolideerde jaarrekening van de SIPEF-groep (KUSD 11 713).
De verkoop van 40% van de aandelen van PT Melania voor KUSD 19 000 werd geboekt als verkoop van 40% van de waarde van de
activa bestemd voor verkoop (KUSD 9 833) en als ontvangen voorschot (KUSD 9 167). Sinds de overdracht van de aandelen was er
reeds een vermindering voor de betaalde bedragen voor de hernieuwing van de concessierechten, pensioenuitkeringen en de
financiering van de theeactiviteiten (KUSD 1 922). Van het totaal resterende voorschot van KUSD 7 245 wordt verwacht dat KUSD 2
415 gebruikt zal worden binnen het jaar en KUSD 4 830 gebruikt zal worden na meer dan één jaar.
Het totaal aan ontvangen geldmiddelen (KUSD 17 077) is opgenomen in de kasstroom als onderdeel van de verkopen financiële
activa (KUSD 24 708). Het resterende bedrag van de opbrengst van de verkoop van financiële activa (KUSD 7 631) heeft betrekking
op de laatste betaling die werd ontvangen voor de verkoop van de aandelen van Sipef-CI.
31. WINST PER AANDEEL (GEWONE EN VERWATERDE)
Van voortgezette activiteiten
2021
2020
Basisberekening gewone winst per aandeel
Gewone winst per aandeel - basisberekening (USD)
9,00
1,36
De gewone winst per aandeel werd als volgt berekend:
Teller: Netto resultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders (KUSD)
93 749
14 122
Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen
10 418 431
10 419 328
Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen werd als volgt berekend:
Aantal uitstaande gewone aandelen op 1 januari
10 419 328
10 419 328
Effect van uitgegeven aandelen / terugkoop van eigen aandelen
- 897
0
Effect van de kapitaalverhoging
0
0
Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december
10 418 431
10 419 328
Verwaterde winst per aandeel
Verwaterde winst per aandeel - basisberekening (USD)
8,99
1,36
De verwaterde winst per aandeel werd als volgt berekend:
Teller: Netto resultaat van de periode toe te rekenen aan de gewone aandeelhouders (KUSD)
93 749
14 122
Noemer: Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen
10 422 490
10 420 091
Het gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen werd als volgt berekend:
Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande aandelen op 31 december
10 418 431
10 419 328
Effect van potentiële gewone aandelen die tot verwatering zullen leiden
4 059
763
Gewogen gemiddelde aantal gewone uitstaande verwaterde aandelen op 31 december
10 422 490
10 420 091
32. GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM
De oorlog tussen Rusland en Oekraïne die op 24 februari 2022 begon, veranderde het geopolitieke landschap radicaal. Deze oorlog
heeft een enorm effect op (agrarische) grondstoffen. Oekraïne is 's werelds grootste producent van zonnebloempitten en tevens de
grootste exporteur van zonnebloemolie. Het zou dit seizoen ook de derde plaats innemen voor de uitvoer van raapzaad en tarwe. De
havens zijn gesloten en er worden nauwelijks producten uitgevoerd. Als gevolg daarvan zijn veel prijzen van basisvoedingsmiddelen
sterk gestegen, wat de inflatie van de voedselprijs verder heeft aangewakkerd.
Normaal begint het plantseizoen voor de nieuwe gewassen eind maart tot begin april. Dit zal echter sterk worden beïnvloed zolang
de oorlog voortduurt. De duur van deze oorlog zal bepalend zijn voor de gevolgen op korte en middellange termijn voor de agrarische
grondstoffen. Het is echter vrijwel zeker dat er voorlopig tekorten zullen zijn. De agrarische grondstoffenprijzen zullen in de nabije
toekomst hoog blijven.
In het licht van deze oorlog bevestigt de Groep dat zij geen activiteiten heeft met partijen in Oekraïne, Rusland of Belarus, noch dat
er op 31 december 2021 activa te ontvangen zijn die betrekking hebben op deze regio's. De Groep doet geen zaken met partijen die
op de datum van publicatie op de sanctielijst staan.
33. PRESTATIES GELEVERD DOOR DE AUDITOR EN GERELATEERDE VERGOEDINGEN
De auditor van de SIPEF-groep is EY Bedrijfsrevisoren BV vertegenwoordigd door Wim Van Gasse en Christoph Oris. De
auditvergoeding voor het jaarverslag van SIPEF wordt goedgekeurd door de algemene vergadering na het nazicht en goedkeuring
door het auditcomité en de raad van bestuur. Deze vergoeding bedraagt KUSD 118 (tegenover KUSD 95 vorig jaar voor Deloitte).
Voor de ganse Groep werd er in 2021 door EY voor KUSD 577 diensten geleverd (tegenover KUSD 419 vorig jaar voor Deloitte),
waarvan KUSD 0 (2020: KUSD 20 voor Deloitte) voor niet-auditdiensten.
57
SIPEF Financiële staten 2021
34. Covid-19
SIPEF heeft haar uitgebreid programma voortgezet om haar werknemers en hun naaste familieleden gratis te vaccineren tegen covid-
19. In Indonesië, waar ongeveer 47% van de nationale bevolking volledig gevaccineerd werd, boekte SIPEF de meeste vooruitgang:
92% van de SIPEF-werknemers en van de van hen afhankelijke personen, werd in november 2021 dubbel gevaccineerd tegen covid-
19. In 2022 zal een boosterprogramma van start gaan.
In Ivoorkust werd 45% van de werknemers dubbel gevaccineerd en kreeg 15% een enkele dosis. Door de beperkte beschikbaarheid
van vaccins kon het programma niet verdergezet worden. Hierdoor bleef het aantal gevaccineerde werknemers in het laatste kwartaal
van 2021 onveranderd. Nochtans, met slechts 8,2% van de nationale bevolking die volledig gevaccineerd is in Ivoorkust, gelooft
SIPEF dat haar programma een positieve bijdrage heeft geleverd. De Groep zal zijn programma in 2022 voortzetten, wanneer er
meer vaccins beschikbaar zullen zijn.
In Papoea-Nieuw-Guinea heeft SIPEF zich geconcentreerd op het verstrekken van duidelijke informatie en het opzetten van
ondersteunende beleidsmaatregelen. Er zal meer tijd nodig zijn om het vertrouwen in het vaccin te laten groeien en zo de
vaccinatiegraad, die momenteel onder de vooropgestelde 10% ligt, te verhogen. Dit gebrek aan vertrouwen kan ook gedeeltelijk de
lage vaccinatiegraad op nationaal niveau verklaren: in december 2021 was slechts 2,5% van het land volledig gevaccineerd.
58 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Besloten vennootschap
Société à
responsabilité limitée
RPR Brussel
- RPM Bruxelles - BTW-TVA BE0446.334.711-IBAN N° BE71 2100 9059 0069
*handelend in naam van een vennootschap:/agissant au nom d'une société
A member firm of Ernst & Young Global Limited
EY Bedrijfsrevisoren
EY Réviseurs dEntreprises
Borsbeeksebrug 26
B - 2600 Antwerpen (Berchem)
Tel: +32 (0) 3 270 12 00
ey.com
Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021
Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons
mandaat van commissaris van SIPEF NV (de “Vennootschap) en van de dochterondernemingen (samen
de “Groep”). Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde balans op 31 december 2021, de
geconsolideerde winst- en verliesrekening, overzicht van het geconsolideerd totaalresultaat, het
mutatieoverzicht van het geconsolideerd eigen vermogen en het geconsolideerde kasstroomoverzicht
van het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 en over de toelichting (alle stukken gezamenlijk de
Geconsolideerde Jaarrekening) en omvat tevens ons verslag betreffende overige door wet- en
regelgeving gestelde eisen. Deze verslagen zijn één en ondeelbaar.
Wij werden als commissaris benoemd door de algemene vergadering op 9 juni 2021, overeenkomstig
het voorstel van het bestuursorgaan uitgebracht op aanbeveling van het auditcomité. Ons mandaat
loopt af op de datum van de algemene vergadering die zal beraadslagen over de Geconsolideerde
Jaarrekening afgesloten op 31 december 2023. We hebben de wettelijke controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening van de Groep voor één boekjaar uitgevoerd.
Verslag over de controle van de Geconsolideerde Jaarrekening
Oordeel zonder voorbehoud
Wij hebben de wettelijke controle uitgevoerd van
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV,
die de geconsolideerde balans op
31 december 2021 omvat, alsook de
geconsolideerde winst- en verliesrekening,
overzicht van het geconsolideerd totaalresultaat,
het mutatieoverzicht van het geconsolideerd
eigen vermogen en het geconsolideerde
kasstroomoverzicht over het boekjaar afgesloten
op die datum en de toelichting, met een
geconsolideerd balanstotaal van USD 991.765
duizend en waarvan de geconsolideerde
resultatenrekening afsluit met een winst van het
boekjaar van USD 99.471 duizend.
Naar ons oordeel geeft de Geconsolideerde
Jaarrekening een getrouw beeld van het
geconsolideerde eigen vermogen en van de
geconsolideerde financiële positie van de Groep
op 31 december 2021, alsook van de
geconsolideerde resultaten en de geconsolideerde
kasstromen voor het boekjaar dat op die datum is
afgesloten, in overeenstemming met de
International Financial Reporting Standards zoals
goedgekeurd door de Europese Unie (“IFRS”) en
met de in België van toepassing zijnde wettelijke
en reglementaire voorschriften.
Basis voor ons oordeel zonder voorbehoud
We hebben onze controle uitgevoerd in
overeenstemming met de International Standards
on Auditing (ISAs”). Onze verantwoordelijkheden
uit hoofde van die standaarden zijn nader
beschreven in het gedeelte “Onze
verantwoordelijkheden voor de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekeningvan ons verslag.
Wij hebben alle deontologische vereisten die
relevant zijn voor de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening in Belg
nageleefd, met inbegrip van deze met betrekking
tot de onafhankelijkheid.
Wij hebben van het bestuursorgaan en van de
aangestelden van de Vennootschap de voor onze
controle vereiste ophelderingen en inlichtingen
verkregen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen
controle-informatie voldoende en geschikt is als
basis voor ons oordeel.
Overige aangelegenheid
De jaarrekening van de vennootschap voor het
boekjaar afgesloten op 31 december 2020 werd
door een andere commissaris gecontroleerd die
op 19 april 2021 een oordeel zonder voorbehoud
over deze jaarrekening tot uitdrukking heeft
gebracht.
Verslag van de commissaris inzake de geconsolideerde jaarrekening
59
SIPEF Financiële staten 2021
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
2
Kernpunten van de controle
De kernpunten van onze controle betreffen die
aangelegenheden die volgens ons professioneel
oordeel het meest significant waren bij onze
controle van de Geconsolideerde Jaarrekening
van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de
context van onze controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en
bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en
derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel
over deze aangelegenheden.
Toetsing van bijzondere waardevermindering op
goodwill
Beschrijving van het kernpunt
Op 31 december 2021 bedroeg de boekwaarde
van de goodwill, die betrekking heeft op het palm
olie segment in Indonesië en Papua New Guinea,
USD 104.782 (000). De goodwill moet minstens
op jaarlijkse basis getoetst worden op bijzondere
waardevermindering. Het bepalen van de
realiseerbare waarde van deze goodwill is
onderhevig aan een inschatting van het
management bij het identificeren en vervolgens
waarderen van de kasstroom genererende
eenheden (CGUs).
Zoals vermeld in toelichting 8 Goodwill en
andere immateriële vaste activa van de
geconsolideerde jaarrekening, werd de
realiseerbare waarde bepaald door gebruik te
maken van een discounted cash flow model om de
waarde in gebruik te bepalen. Het cash flow
model schat de relevante kasstromen die naar
verwachting in de toekomst zullen worden
gegenereerd, en verdisconteerd tot de contante
waarde met behulp van een verdisconteringsvoet
die de gewogen gemiddelde kapitaalkost
benadert. Deze inschatting vereist dat het
management gebruik maakt van een aantal
variabelen en marktomstandigheden, zoals
toekomstige prijzen en groeipercentages
betreffende het volume, de timing van
toekomstige operationele uitgaven en de
discontovoet en lange termijn groeipercentages.
Als gevolg hiervan is de bepaling van de waarde in
gebruik subjectief van aard vanwege de
inschattingen die het management moet maken
over de toekomstige prestaties van het
palmoliesegment. De kernveronderstellingen die
worden gebruikt bij het bepalen van de geschatte
waarde in gebruik zijn de verwachte lange termijn
prijzen voor ruwe palmolie en de gewogen
gemiddelde kapitaalkosten.
Wijzigingen in bepaalde veronderstellingen die in
het model worden gebruikt, kunnen leiden tot
significante wijzigingen in de beoordeling van de
realiseerbare waarde. Deze aangelegenheid wordt
beschouwd als een kernpunt van de controle
vanwege de mate van oordeelvorming die vereist
is voor deze schattingen.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
Wij hebben inzicht verkregen in de interne
beheersingsprocessen rond de goodwill
impairment oefening, meer specifiek het
managementbeoordelingsproces van het
discounted cash flow model en de goedkeuring
van de raad van bestuur van het onderliggende
businessplan;
We hebben de bepaling van de CGU’s
beoordeeld op basis van ons begrip van de aard
van de Vennootschap en hun activiteiten, en
beoordeeld of dit consistent is met de interne
rapportering van de vennootschap;
We hebben de geschiktheid van het
gebruikte cash flow model bij het bepalen van de
bedrijfswaarde en de CGUs geëvalueerd, evenals
het beoordelen van de gebruikte gewogen
kapitaalkostenpercentage;
We hebben de kasstroomprognoses
vergeleken met goedgekeurde budgetten en
andere relevante markt- en economische
informatie, alsook de onderliggende berekeningen
getest;
We hebben de belangrijkste
veronderstellingen van het management
geëvalueerd die zijn gebruikt in de berekeningen
voor de bijzondere waardeverminderingen;
Wij hebben de door het management
gemaakte analyse beoordeeld op sensitiviteit van
de bedrijfswaarde voor wijzigingen in de
gehanteerde aannames binnen het model;
We hebben onafhankelijke
sensitiviteitsanalyses uitgevoerd rond de
belangrijkste veronderstellingen die worden
gebruikt in het discounted cashflow model, we
hebben de robuustheid van het
60 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
2
Kernpunten van de controle
De kernpunten van onze controle betreffen die
aangelegenheden die volgens ons professioneel
oordeel het meest significant waren bij onze
controle van de Geconsolideerde Jaarrekening
van de huidige verslagperiode.
Deze aangelegenheden werden behandeld in de
context van onze controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening als een geheel en
bij het vormen van ons oordeel hieromtrent en
derhalve formuleren wij geen afzonderlijk oordeel
over deze aangelegenheden.
Toetsing van bijzondere waardevermindering op
goodwill
Beschrijving van het kernpunt
Op 31 december 2021 bedroeg de boekwaarde
van de goodwill, die betrekking heeft op het palm
olie segment in Indonesië en Papua New Guinea,
USD 104.782 (000). De goodwill moet minstens
op jaarlijkse basis getoetst worden op bijzondere
waardevermindering. Het bepalen van de
realiseerbare waarde van deze goodwill is
onderhevig aan een inschatting van het
management bij het identificeren en vervolgens
waarderen van de kasstroom genererende
eenheden (CGUs).
Zoals vermeld in toelichting 8 Goodwill en
andere immateriële vaste activa van de
geconsolideerde jaarrekening, werd de
realiseerbare waarde bepaald door gebruik te
maken van een discounted cash flow model om de
waarde in gebruik te bepalen. Het cash flow
model schat de relevante kasstromen die naar
verwachting in de toekomst zullen worden
gegenereerd, en verdisconteerd tot de contante
waarde met behulp van een verdisconteringsvoet
die de gewogen gemiddelde kapitaalkost
benadert. Deze inschatting vereist dat het
management gebruik maakt van een aantal
variabelen en marktomstandigheden, zoals
toekomstige prijzen en groeipercentages
betreffende het volume, de timing van
toekomstige operationele uitgaven en de
discontovoet en lange termijn groeipercentages.
Als gevolg hiervan is de bepaling van de waarde in
gebruik subjectief van aard vanwege de
inschattingen die het management moet maken
over de toekomstige prestaties van het
palmoliesegment. De kernveronderstellingen die
worden gebruikt bij het bepalen van de geschatte
waarde in gebruik zijn de verwachte lange termijn
prijzen voor ruwe palmolie en de gewogen
gemiddelde kapitaalkosten.
Wijzigingen in bepaalde veronderstellingen die in
het model worden gebruikt, kunnen leiden tot
significante wijzigingen in de beoordeling van de
realiseerbare waarde. Deze aangelegenheid wordt
beschouwd als een kernpunt van de controle
vanwege de mate van oordeelvorming die vereist
is voor deze schattingen.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
Wij hebben inzicht verkregen in de interne
beheersingsprocessen rond de goodwill
impairment oefening, meer specifiek het
managementbeoordelingsproces van het
discounted cash flow model en de goedkeuring
van de raad van bestuur van het onderliggende
businessplan;
We hebben de bepaling van de CGU’s
beoordeeld op basis van ons begrip van de aard
van de Vennootschap en hun activiteiten, en
beoordeeld of dit consistent is met de interne
rapportering van de vennootschap;
We hebben de geschiktheid van het
gebruikte cash flow model bij het bepalen van de
bedrijfswaarde en de CGUs geëvalueerd, evenals
het beoordelen van de gebruikte gewogen
kapitaalkostenpercentage;
We hebben de kasstroomprognoses
vergeleken met goedgekeurde budgetten en
andere relevante markt- en economische
informatie, alsook de onderliggende berekeningen
getest;
We hebben de belangrijkste
veronderstellingen van het management
geëvalueerd die zijn gebruikt in de berekeningen
voor de bijzondere waardeverminderingen;
Wij hebben de door het management
gemaakte analyse beoordeeld op sensitiviteit van
de bedrijfswaarde voor wijzigingen in de
gehanteerde aannames binnen het model;
We hebben onafhankelijke
sensitiviteitsanalyses uitgevoerd rond de
belangrijkste veronderstellingen die worden
gebruikt in het discounted cashflow model, we
hebben de robuustheid van het
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
3
budgetteringsproces door het management
beoordeeld en we hebben geverifieerd of de
toekomstige kasstromen werden gebaseerd op het
door de raad van bestuur goedgekeurde
businessplan;
We hebben de geschiktheid van de
toelichtingen in toelichting 8 Goodwill en andere
immateriële vaste activa van de Geconsolideerde
Jaarrekening beoordeeld met betrekking tot deze
belangrijke veronderstellingen.
Realiseerbare waarde van de uitgestelde
belastingvorderingen
Beschrijving van het kernpunt
De uitgestelde belastingvorderingen die
betrekking hebben op niet-gerealiseerde
overgedragen fiscale verliezen en opgenomen zijn
in de balans per 31 december 2021 bedragen
USD 10.226 duizend. De erkenning van deze
uitgestelde belastingvorderingen vereist een
significant niveau van oordeelsvorming door de
Raad van bestuur op gebied van de kwantificering,
waarschijnlijkheid en haalbaarheid van
toekomstige belastbare winsten waarmee ze
kunnen worden verrekend en toekomstige
tegenboekingen van bestaande tijdelijke
belastbare verschillen.
Vanwege dit oordeel dat door de Raad van
Bestuur is vereist bij het interpreteren van de
criteria uiteengezet in de geldende lokale
belastingwetgeving, en het risico dat kan
voortvloeien uit een andere interpretatie van deze
wetgeving, evenals de onzekerheid die gepaard
gaat met het recupereren van de bedragen die zijn
opgenomen als uitgestelde belastingvorderingen
en de verwachte recuperatieperiode, beschouwen
wij dit als een kernpunt van onze controle. We
verwijzen ook naar de informatie in (toelichting 23
- Winstbelastingen) de Geconsolideerde
Jaarrekening.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
Wij hebben inzicht verkregen in de interne
controles die samenhangen met het proces van
het inschatten van de realiseerbaarheid van de
uitgestelde belastingvorderingen;
We hebben de redelijkheid van de criteria en
de belangrijkste veronderstellingen beoordeeld
die het management in overweging heeft
genomen bij het schatten van de toekomstige
belastbare winst die nodig is ter compensatie;
We hebben lokale belastingexperts in
Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea betrokken om
inzicht te krijgen op de mogelijke impact van
lokale belastingregels op de criteria die door het
management worden gebruikt om de
terugvorderbaarheid van de uitgestelde
belastingvorderingen te bepalen;
We hebben de winst- en verliesprognoses
die als basis zijn gebruikt voor het opnemen van
fiscale verliezen vergeleken met de werkelijk
behaalde resultaten en hebben de redelijkheid van
de tijdsperiode beoordeeld waarin het
management verwacht deze activa te
compenseren;
We hebben gecontroleerd of de winst- en
verliesprognoses die als basis dienen voor de
verwerking van fiscale verliezen overeenkomen
met de goedgekeurde begrotingen;
We hebben beoordeeld of de informatie
vermeld in (toelichting 23 Winstbelastingen) de
Geconsolideerde Jaarrekening over de
realiseerbaarheid van de bovengenoemde
uitgestelde belastingvorderingen - voldoet aan de
vereisten van het toepasselijke stelsel voor
financiële verslaggeving.
Winst op verkooptransactie van PT Melania
Beschrijving van het kernpunt
Zoals vermeld in toelichting 30 van de
Geconsolideerde Jaarrekening, wordt PT Melania
gedeconsolideerd als gevolg van het verlies van de
controle per eind april 2021, toen SIPEF en de
Shamrock Group een voorwaardelijke verkoop- en
aankoopovereenkomst aangingen voor de
aandelen van PT Melania .
Als gevolg hiervan wordt PT Melania sinds 30 april
2021 verantwoord als een joint venture
aangehouden voor verkoop. De activa en passiva
van PT Melania zijn gewaardeerd tegen reële
waarde, gelijk aan de netto verkoopprijs van USD
23 353 duizend, waarvan 55% nog steeds in de
balans wordt behouden als activa aangehouden
voor verkoopper 31 december 2021 zijnde
13.520 duizend USD.
De verkoop- en aankoopovereenkomst omvat een
aantal belangrijke voorwaarden met betrekking
61
SIPEF Financiële staten 2021
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
4
tot toekomstige uitgaven die nog door SIPEF
moeten worden gedekt om te voldoen aan de
opschortende voorwaarden. Het management
moest belangrijke beoordelingen en schattingen
maken om de verwachte toekomstige kosten te
bepalen die zijn opgenomen in de waardering van
de reële waarde van de activa aangehouden voor
verkoop. De uiteindelijke netto verkoopprijs en
eventuele meerwaarde op de verkoop van PT
Melania hangen grotendeels af van de kosten en
timing van de vernieuwing van de permanente
landrechten en van de vergoeding voor de
opgebouwde sociale rechten van het
tewerkgestelde personeel. De winst op de verkoop
van PT Melania moet na 31 december 2021 en in
de toekomst mogelijks worden aangepast,
afhankelijk van de herziening van de schatting van
deze toekomstige kosten.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
We hebben de verkoopovereenkomst
gelezen om inzicht te krijgen in de belangrijkste
voorwaarden van de transactie;
We hebben geëvalueerd of de transactie op
de juiste manier boekhoudkundig verwerkt is
(opname van de winst, presentatie als
aangehouden voor verkoopop jaareinde);
We beoordeelden de schatting en
berekening van de netto verkoopprijs en de
significante beoordelingen en schattingen
gemaakt door het management bij de evaluatie
van bepaalde belangrijke voorwaarden, zoals
bepaalde kosten die nog door SIPEF moeten
worden gedekt om aan de opschortende
voorwaarden te voldoen;
Wij hebben de geschiktheid beoordeeld van
de financiële informatie vermeld in toelichting 30
bij de Geconsolideerde Jaarrekening betreffende
deze transactie.
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan voor het opstellen van de
Geconsolideerde Jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die een getrouw beeld geeft in overeenstemming
met IFRS en met de in België van toepassing
zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften,
alsook voor een systeem van interne beheersing
die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die geen afwijking van materieel belang bevat die
het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de
Geconsolideerde Jaarrekening is het
bestuursorgaan verantwoordelijk voor het
inschatten van de mogelijkheid van de
Vennootschap om haar continuïteit te handhaven,
het toelichten, indien van toepassing, van
aangelegenheden die met continuïteit verband
houden en het gebruiken van de
continuïteitsveronderstelling tenzij het
bestuursorgaan het voornemen heeft om de
Vennootschap te vereffenen of om de
bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen
realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze verantwoordelijkheden voor de
controle over de Geconsolideerde
Jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid over de vraag of de
Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen
afwijking van materieel belang bevat die het
gevolg is van fraude of van fouten en het
uitbrengen van een commissarisverslag waarin
ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van
zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar
is geen garantie dat een controle die
overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een
afwijking van materieel belang ontdekt wanneer
die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als
gevolg van fraude of fouten en worden als van
materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs
kan worden verwacht dat zij, individueel of
gezamenlijk, de economische beslissingen
genomen door gebruikers op basis van de
Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het
wettelijk, reglementair en normatief kader dat
van toepassing is op de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De
wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent
de toekomstige levensvatbaarheid van de
Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de
efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het
bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de
Vennootschap en van de Groep ter hand heeft
genomen of zal nemen. Onze
verantwoordelijkheden inzake de door het
bestuursorgaan gehanteerde
62 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
4
tot toekomstige uitgaven die nog door SIPEF
moeten worden gedekt om te voldoen aan de
opschortende voorwaarden. Het management
moest belangrijke beoordelingen en schattingen
maken om de verwachte toekomstige kosten te
bepalen die zijn opgenomen in de waardering van
de reële waarde van de activa aangehouden voor
verkoop. De uiteindelijke netto verkoopprijs en
eventuele meerwaarde op de verkoop van PT
Melania hangen grotendeels af van de kosten en
timing van de vernieuwing van de permanente
landrechten en van de vergoeding voor de
opgebouwde sociale rechten van het
tewerkgestelde personeel. De winst op de verkoop
van PT Melania moet na 31 december 2021 en in
de toekomst mogelijks worden aangepast,
afhankelijk van de herziening van de schatting van
deze toekomstige kosten.
Samenvatting van de uitgevoerde procedures
We hebben de verkoopovereenkomst
gelezen om inzicht te krijgen in de belangrijkste
voorwaarden van de transactie;
We hebben geëvalueerd of de transactie op
de juiste manier boekhoudkundig verwerkt is
(opname van de winst, presentatie als
aangehouden voor verkoop op jaareinde);
We beoordeelden de schatting en
berekening van de netto verkoopprijs en de
significante beoordelingen en schattingen
gemaakt door het management bij de evaluatie
van bepaalde belangrijke voorwaarden, zoals
bepaalde kosten die nog door SIPEF moeten
worden gedekt om aan de opschortende
voorwaarden te voldoen;
Wij hebben de geschiktheid beoordeeld van
de financiële informatie vermeld in toelichting 30
bij de Geconsolideerde Jaarrekening betreffende
deze transactie.
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan voor het opstellen van de
Geconsolideerde Jaarrekening
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die een getrouw beeld geeft in overeenstemming
met IFRS en met de in België van toepassing
zijnde wettelijke en reglementaire voorschriften,
alsook voor een systeem van interne beheersing
die het bestuursorgaan noodzakelijk acht voor het
opstellen van de Geconsolideerde Jaarrekening
die geen afwijking van materieel belang bevat die
het gevolg is van fraude of van fouten.
In het kader van de opstelling van de
Geconsolideerde Jaarrekening is het
bestuursorgaan verantwoordelijk voor het
inschatten van de mogelijkheid van de
Vennootschap om haar continuïteit te handhaven,
het toelichten, indien van toepassing, van
aangelegenheden die met continuïteit verband
houden en het gebruiken van de
continuïteitsveronderstelling tenzij het
bestuursorgaan het voornemen heeft om de
Vennootschap te vereffenen of om de
bedrijfsactiviteiten stop te zetten of geen
realistisch alternatief heeft dan dit te doen.
Onze verantwoordelijkheden voor de
controle over de Geconsolideerde
Jaarrekening
Onze doelstellingen zijn het verkrijgen van een
redelijke mate van zekerheid over de vraag of de
Geconsolideerde Jaarrekening als geheel geen
afwijking van materieel belang bevat die het
gevolg is van fraude of van fouten en het
uitbrengen van een commissarisverslag waarin
ons oordeel is opgenomen. Een redelijke mate van
zekerheid is een hoog niveau van zekerheid, maar
is geen garantie dat een controle die
overeenkomstig de ISAs is uitgevoerd altijd een
afwijking van materieel belang ontdekt wanneer
die bestaat. Afwijkingen kunnen zich voordoen als
gevolg van fraude of fouten en worden als van
materieel belang beschouwd indien redelijkerwijs
kan worden verwacht dat zij, individueel of
gezamenlijk, de economische beslissingen
genomen door gebruikers op basis van de
Geconsolideerde Jaarrekening, beïnvloeden.
Bij de uitvoering van onze controle leven wij het
wettelijk, reglementair en normatief kader dat
van toepassing is op de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening in België na. De
wettelijke controle biedt geen zekerheid omtrent
de toekomstige levensvatbaarheid van de
Vennootschap en van de Groep, noch omtrent de
efficiëntie of de doeltreffendheid waarmee het
bestuursorgaan de bedrijfsvoering van de
Vennootschap en van de Groep ter hand heeft
genomen of zal nemen. Onze
verantwoordelijkheden inzake de door het
bestuursorgaan gehanteerde
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
5
continuïteitsveronderstelling staan hieronder
beschreven.
Als deel van een controle uitgevoerd
overeenkomstig de ISAs, passen wij professionele
oordeelsvorming toe en handhaven wij een
professioneel-kritische instelling gedurende de
controle. We voeren tevens de volgende
werkzaamheden uit:
het identificeren en inschatten van de risico’s
dat de Geconsolideerde Jaarrekening een
afwijking van materieel belang bevat die het
gevolg is van fraude of fouten, het bepalen en
uitvoeren van controlewerkzaamheden die op
deze risico’s inspelen en het verkrijgen van
controle-informatie die voldoende en geschikt
is als basis voor ons oordeel. Het risico van
het niet detecteren van een van materieel
belang zijnde afwijking is groter indien die
afwijking het gevolg is van fraude dan indien
zij het gevolg is van fouten, omdat bij fraude
sprake kan zijn van samenspanning, valsheid
in geschrifte, het opzettelijk nalaten om
transacties vast te leggen, het opzettelijk
verkeerd voorstellen van zaken of het
doorbreken van het systeem van interne
beheersing;
het verkrijgen van inzicht in het systeem van
interne beheersing dat relevant is voor de
controle, met als doel
controlewerkzaamheden op te zetten die in de
gegeven omstandigheden geschikt zijn maar
die niet zijn gericht op het geven van een
oordeel over de effectiviteit van het systeem
van interne beheersing van de Vennootschap
en van de Groep;
het evalueren van de geschiktheid van de
gehanteerde grondslagen voor financiële
verslaggeving en het evalueren van de
redelijkheid van de door het bestuursorgaan
gemaakte schattingen en van de daarop
betrekking hebbende toelichtingen;
het concluderen van de aanvaardbaarheid van
de door het bestuursorgaan gehanteerde
continuïteitsveronderstelling, en op basis van
de verkregen controle-informatie,
concluderen of er een onzekerheid van
materieel belang bestaat met betrekking tot
gebeurtenissen of omstandigheden die
significante twijfel kunnen doen ontstaan over
de mogelijkheid van de Vennootschap en de
Groep om de continuïteit te handhaven. Als
we besluiten dat er sprake is van een
onzekerheid van materieel belang, zijn wij
ertoe gehouden om de aandacht in ons
commissarisverslag te vestigen op de daarop
betrekking hebbende toelichtingen in de
Geconsolideerde Jaarrekening of, indien deze
toelichtingen inadequaat zijn, om ons oordeel
aan te passen. Onze conclusies zijn gebaseerd
op de controle-informatie die verkregen is tot
op de datum van ons commissarisverslag.
Toekomstige gebeurtenissen of
omstandigheden kunnen er echter toe leiden
dat de continuïteit van de Vennootschap of
van de Groep niet langer gehandhaafd kan
worden;
het evalueren van de algehele presentatie,
structuur en inhoud van de Geconsolideerde
Jaarrekening, en of deze Geconsolideerde
Jaarrekening de onderliggende transacties en
gebeurtenissen weergeeft op een wijze die
leidt tot een getrouw beeld.
Wij communiceren met het auditcomité binnen het
bestuursorgaan, onder andere over de geplande
reikwijdte en timing van de controle en over de
significante controlebevindingen, waaronder
eventuele significante tekortkomingen in de
interne beheersing die we identificeren gedurende
onze controle.
Omdat we de eindverantwoordelijkheid voor ons
oordeel dragen, zijn we ook verantwoordelijk voor
het organiseren, het toezicht en het uitvoeren van
de controle van de dochterondernemingen van de
Groep. In die zin hebben wij de aard en omvang
van de controleprocedures voor deze entiteiten
van de Groep bepaald.
We verstrekken aan het auditcomité binnen het
bestuursorgaan een verklaring dat we de
relevante deontologische vereisten inzake
onafhankelijkheid naleven en we melden hierin
alle relaties en andere aangelegenheden die
redelijkerwijs onze onafhankelijkheid zouden
kunnen beïnvloeden, alsook, voor zover van
toepassing, de bijbehorende maatregelen die we
getroffen hebben om onze onafhankelijkheid te
waarborgen.
Aan de hand van de aangelegenheden die met het
auditcomité binnen het bestuursorgaan besproken
63
SIPEF Financiële staten 2021
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
6
worden, bepalen we de aangelegenheden die het
meest significant waren bij de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige
periode en die daarom de kernpunten van onze
controle uitmaken. We beschrijven deze
aangelegenheden in ons verslag, tenzij het
openbaar maken van deze aangelegenheden is
verboden door wet- of regelgeving.
Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen en de inhoud van het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening en de verklaring
van niet-financiële informatie gehecht aan dit
jaarverslag.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig
de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in
België van toepassing zijnde ISAs, is het onze
verantwoordelijkheid om, in alle van materieel
belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van
niet-financiële informatie gehecht aan dit
jaarverslag te verifiëren, alsook verslag over
deze aangelegenheden uit te brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke
werkzaamheden op het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde
Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds,
en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel
3:32 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens
verantwoordelijk voor het overwegen, op basis
van de kennis verkregen in de controle, of het
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening een afwijking van materieel belang
bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of
anderszins misleidend is. In het licht van de
werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd,
hebben wij geen afwijking van materieel belang te
melden.
De niet-financiële informatie zoals vereist op
grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen, werd
opgenomen in het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft
zich bij het opstellen van deze niet-financle
informatie gebaseerd op GRI. Wij spreken ons
evenwel niet uit over de vraag of deze niet-
financiële informatie in alle van materieel belang
zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming
met het vermelde internationaal erkende
referentiemodel.
Vermeldingen betreffende de
onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk
hebben geen opdrachten verricht die
onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van
de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de
loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven
tegenover de Vennootschap.
Er werden geen bijkomende opdrachten die
verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel
3:65 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen en waarvoor honoraria verschuldigd
zijn, verricht.
Europees uniform elektronisch formaat
(“ESEF”)
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de
controle van de overeenstemming van de
financiële overzichten met het Europees uniform
elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle
uitgevoerd van de overeenstemming van het
ESEF-formaat met de technische
reguleringsnormen vastgelegd door de Europese
Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17
december 2018 (hierna: “Gedelegeerde
Verordening”).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen, in overeenstemming met de ESEF-
vereisten, van de geconsolideerde financiële
64 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
6
worden, bepalen we de aangelegenheden die het
meest significant waren bij de controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening over de huidige
periode en die daarom de kernpunten van onze
controle uitmaken. We beschrijven deze
aangelegenheden in ons verslag, tenzij het
openbaar maken van deze aangelegenheden is
verboden door wet- of regelgeving.
Verslag betreffende de overige door wet- en regelgeving gestelde eisen
Verantwoordelijkheden van het
bestuursorgaan
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen en de inhoud van het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening en de verklaring
van niet-financiële informatie gehecht aan dit
jaarverslag.
Verantwoordelijkheden van de commissaris
In het kader van ons mandaat en overeenkomstig
de Belgische bijkomende norm (Herzien) bij de in
België van toepassing zijnde ISAs, is het onze
verantwoordelijkheid om, in alle van materieel
belang zijnde opzichten, het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, de verklaring van
niet-financiële informatie gehecht aan dit
jaarverslag te verifiëren, alsook verslag over
deze aangelegenheden uit te brengen.
Aspecten betreffende het jaarverslag over
de Geconsolideerde Jaarrekening
Naar ons oordeel, na het uitvoeren van specifieke
werkzaamheden op het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening, stemt dit
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening overeen met de Geconsolideerde
Jaarrekening voor hetzelfde boekjaar, enerzijds,
en is dit jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening opgesteld overeenkomstig artikel
3:32 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen, anderzijds.
In de context van onze controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening zijn wij tevens
verantwoordelijk voor het overwegen, op basis
van de kennis verkregen in de controle, of het
jaarverslag over de Geconsolideerde
Jaarrekening een afwijking van materieel belang
bevat, hetzij informatie die onjuist vermeld is of
anderszins misleidend is. In het licht van de
werkzaamheden die wij hebben uitgevoerd,
hebben wij geen afwijking van materieel belang te
melden.
De niet-financiële informatie zoals vereist op
grond van artikel 3:32, § 2 van het Wetboek van
vennootschappen en verenigingen, werd
opgenomen in het jaarverslag over de
Geconsolideerde Jaarrekening. De Groep heeft
zich bij het opstellen van deze niet-financle
informatie gebaseerd op GRI. Wij spreken ons
evenwel niet uit over de vraag of deze niet-
financiële informatie in alle van materieel belang
zijnde opzichten is opgesteld in overeenstemming
met het vermelde internationaal erkende
referentiemodel.
Vermeldingen betreffende de
onafhankelijkheid
Ons bedrijfsrevisorenkantoor en ons netwerk
hebben geen opdrachten verricht die
onverenigbaar zijn met de wettelijke controle van
de Geconsolideerde Jaarrekening en zijn in de
loop van ons mandaat onafhankelijk gebleven
tegenover de Vennootschap.
Er werden geen bijkomende opdrachten die
verenigbaar zijn met de wettelijke controle van de
Geconsolideerde Jaarrekening bedoeld in artikel
3:65 van het Wetboek van vennootschappen en
verenigingen en waarvoor honoraria verschuldigd
zijn, verricht.
Europees uniform elektronisch formaat
(“ESEF”)
Wij hebben, overeenkomstig de norm inzake de
controle van de overeenstemming van de
financiële overzichten met het Europees uniform
elektronisch formaat (hierna “ESEF”), de controle
uitgevoerd van de overeenstemming van het
ESEF-formaat met de technische
reguleringsnormen vastgelegd door de Europese
Gedelegeerde Verordening nr. 2019/815 van 17
december 2018 (hierna: “Gedelegeerde
Verordening”).
Het bestuursorgaan is verantwoordelijk voor het
opstellen, in overeenstemming met de ESEF-
vereisten, van de geconsolideerde financiële
Verslag van de commissaris van 27 april 2022 over
de Geconsolideerde Jaarrekening van SIPEF NV
over het boekjaar afgesloten op 31 december 2021 (vervolg)
7
overzichten in de vorm van een elektronisch
bestand in ESEF-formaat (hierna “de digitale
geconsolideerde financiële overzichten”)
opgenomen in het jaarlijks financieel verslag
beschikbaar op het portaal van de FSMA
(https://www.fsma.be/nl/data-portal).
Het is onze verantwoordelijkheid voldoende en
geschikte onderbouwende informatie te
verkrijgen om te concluderen dat het formaat en
de markeertaal van de digitale geconsolideerde
financiële overzichten in alle van materieel belang
zijnde opzichten voldoen aan de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Op basis van de door ons uitgevoerde
werkzaamheden zijn wij van oordeel dat het
formaat en de markering van informatie in de
digitale geconsolideerde financiële overzichten
van SIPEF NV per 31 december 2021 opgenomen
in het jaarlijks financieel verslag beschikbaar op
het portaal van de FSMA
(https://www.fsma.be/nl/data-portal) in alle van
materieel belang zijnde opzichten in
overeenstemming zijn met de ESEF-vereisten
krachtens de Gedelegeerde Verordening.
Andere vermeldingen
Huidig verslag is consistent met onze
aanvullende verklaring aan het auditcomi
bedoeld in artikel 11 van de verordening (EU)
nr. 537/2014.
Antwerpen, 27 april 2022
EY Bedrijfsrevisoren BV
Commissaris
Vertegenwoordigd door
Christoph Oris * Wim Van Gasse*
Partner Partner
* Handelend in naam van een BV
22CO0091
65
SIPEF Financiële staten 2021
Beknopte jaarrekening van de moedermaatschappij
De jaarrekening van SIPEF wordt hierna volgens een beknopt schema voorgesteld. Overeenkomstig het Wetboek van
Vennootschappen zullen de jaarrekening van SIPEF evenals het jaarverslag en het verslag van de commissaris, bij de Nationale
Bank van België neergelegd worden.
Deze verslagen kunnen op aanvraag verkregen worden bij:
SIPEF, Calesbergdreef 5, B-2900 Schoten.
Alleen de geconsolideerde jaarrekening vervat in de voorafgaande bladzijden geven een correct en betrouwbaar beeld van de
financiële situatie en de prestaties van de SIPEF-groep.
Het statutair verslag van de commissaris bevat een oordeel zonder voorbehoud en verklaart dat de niet-geconsolideerde jaarrekening
van SIPEF NV een getrouw beeld geeft van het vermogen en van de financiële toestand van de vennootschap per 31 december
2021, en van haar resultaten over het boekjaar dat op die datum is afgesloten, overeenkomstig de Belgische boekhoudwetgeving.
Het balanstotaal van de vennootschap per 31 december 2021 bedraagt KUSD 398 951 tegenover KUSD 464 111 het jaar voordien.
De 'financiële activa - vorderingen op verbonden ondernemingen' daalden met KUSD -101 700, en tegelijk stegen de 'vorderingen op
ten hoogste één jaar' met KUSD 34 075. De "vorderingen op verbonden ondernemingen" zijn voornamelijk gedaald door de
overboeking van KUSD 121 752 naar de "vorderingen op ten hoogste één jaar". Dit wordt gecompenseerd door een bijkomende
financiering van KUSD 20 051 aan SIPEF ‘s Indonesische dochterondernemingen voor uitbreidingen. De vorderingen op ten hoogste
één jaar stegen slechts met KUSD 34 075 omwille van de terugbetalingen door de dochterondernemingen van SIPEF ingevolge hun
gestegen resultaat en cash flow.
Aan de passiefzijde heeft de daling van de crediteuren (zowel op lange als op korte termijn) te maken met de terugbetaling van zowel
lange als korte termijn financiële leningen ingevolge de door SIPEF ontvangen cash van de terugbetalingen van haar
dochterondernemingen.
Het eigen vermogen van SIPEF voor winstverdeling bedraagt KUSD 295 218, wat overeenstemt met USD 27,91 per aandeel.
De enkelvoudige resultaten van SIPEF worden in belangrijke mate bepaald door dividenden en meer-/minwaarden. Aangezien SIPEF
niet alle deelnemingen van de Groep rechtstreeks aanhoudt, is het geconsolideerde resultaat van de Groep een juistere
weerspiegeling van de onderliggende economische ontwikkeling.
De enkelvoudige winst van het boekjaar 2021 bedraagt KUSD 34 749 tegenover een winst van KUSD 2 222 in het vorige boekjaar.
Op 15 februari 2022 heeft de raad van bestuur de uitbetaling van KEUR 21 159 (EUR 2,00 bruto per gewoon aandeel) voorgesteld.
Na inhouding van de roerende voorheffing (30%) bedraagt het netto-dividend EUR 1,40 per aandeel. Aangezien de eigen aandelen
niet dividendgerechtigd zijn overeenkomstig artikel 7:217 §3 WVV, hangt het totaalbedrag van de dividenden af van het aantal eigen
aandelen voor rekening van SIPEF, op 10 juni 2021 om 23u59 CET (met name de dag voor de ex-date). De raad van bestuur stelt
voor om te worden gemachtigd om in functie hiervan het finale totaalbedrag van de dividenden (en de daaruit voortvloeiende wijziging)
in de enkelvoudige jaarrekening in te vullen. Het maximale voorgestelde totaalbedrag bedraagt KEUR 21 159. Indien de gewone
algemene vergadering dit dividendvoorstel goedkeurt, zal het dividend betaalbaar worden gesteld vanaf 6 juli 2022.
Rekening houdend met het aantal aangehouden eigen aandelen op datum van het opstellen van het jaarverslag, stelt de raad van
bestuur voor het resultaat (in KUSD) als volgt te bestemmen:
Overgedragen winst van het vorige boekjaar: KUSD 92 445
Winst van het boekjaar: KUSD 34 749
Totaal te bestemmen: KUSD 127 194
Toevoeging aan de wettelijke reserve: KUSD 0
Toevoeging aan de overige reserves: KUSD -477
Vergoeding van het kapitaal: KUSD -23 596
Over te dragen winst: KUSD 103 121
66 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Beknopte balans
(na winstverdeling)
In KUSD
2021
2020
Activa
Vaste activa
279 081
387 529
Oprichtingskosten
0
0
Immateriële vaste activa
348
473
Materiële vaste activa
291
362
Financiële vaste activa
278 442
386 694
Vlottende activa
119 870
76 582
Vorderingen op meer dan één jaar
0
9
Voorraden en bestellingen in uitvoering
618
411
Vorderingen op ten hoogste één jaar
98 184
64 109
Geldbeleggingen
10 802
8 477
Liquide middelen
9 931
3 223
Overlopende rekeningen
334
353
Totaal activa
398 951
464 111
Passiva
Eigen vermogen
271 621
260 469
Kapitaal
44 734
44 734
Uitgiftepremies
107 970
107 970
Reserves
15 796
15 320
Overgedragen winst/ (verlies)
103 121
92 445
Voorzieningen en uitgestelde belastingen
0
0
Voorzieningen voor risico's en kosten
0
0
Schulden
127 330
203 642
Schulden op meer dan één jaar
36 000
54 000
Schulden op ten hoogste één jaar
91 330
149 608
Overlopende rekeningen
0
35
Totaal passiva
398 951
464 111
67
SIPEF Financiële staten 2021
Beknopte resultatenrekening
In KUSD
2021
2020
Bedrijfsopbrengsten
221 962
150 279
Bedrijfskosten
- 219 388
- 149 026
Bedrijfsresultaat
2 575
1 253
Financiële opbrengsten
33 958
6 363
Financiële kosten
- 963
- 5 081
Financieel resultaat
32 995
1 282
Resultaat van het boekjaar voor belasting
35 570
2 535
Belastingen op het resultaat
- 820
- 313
Resultaat van het boekjaar
34 749
2 222
Resultaatverwerking
In KUSD
2021
2020
Te bestemmen winst/(verlies)
127 194
97 797
Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar
34 749
2 222
Overgedragen winst/(verlies) van het vorige boekjaar
92 445
95 575
Resultaatverwerking
127 194
97 797
Toevoeging aan de wettelijke reserve
0
0
Toevoeging aan de overige reserves
477
879
Over te dragen resultaat
103 121
92 445
Dividend
23 596
4 472
Vergoeding aan bestuurders
0
0
68 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
ESEF informatie
ESEF INFORMATIE
Homepage van de rapporterende entiteit
www.sipef.com
LEI code van de rapporterende entiteit 549300NN3PC8KDD43S24
Naam van de rapporterende entiteit of andere methode van identificatie
SIPEF
Vestigingsplaats van de entiteit
België
Rechtsvorm van de entiteit
Naamloze vennootschap
Land van vestiging
België
Adres van de statutaire zetel van de entiteit
Calesbergdreef 5, 2900 Schoten, Belgium
Hoofdzakelijk plaats van activiteiten
Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust
Beschrijving van de aard van de activiteiten en hoofdactiviteiten van de entiteit
Tropische agricultuur
Naam van de moederentiteit
SIPEF
Naam van de hoofdmoedermaatschappij van de groep
SIPEF
Verklaring van veranderingen in de naam van de verslaggevende entiteit
of andere identificatiemiddelen sinds het einde van de vorige verslagperiode
Geen wijziging in de naam van
de verslaggevende entiteit
Levensduur van entiteit met beperkte levensduur
Periode waarop de financiële staten betrekking hebben
72 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
DEEL 3 - DUURZAAMHEIDSVERSLAG
Jaarverslag
2021
Inhoud
Over dit verslag ..................................................2
Boodschap van de gedelegeerd bestuurder........................ 4
Over SIPEF....................................................... 8
Duurzaamheidsaanpak
.......................................... 13
Doels
tellingen en verwezenlijkingen ............................32
Verantwoordelijke productie en verwerking ....................38
-- Productiviteit en kw
aliteit ...........................
40
-- V
ooruitgang inzake duurzaamheidscertificering .....47
-- Klimaatv
erandering .................................
50
-- Geen ontbossing .....................................56
-- V
eengronden
.......................................
.
66
-- Biodiv
ersiteit en natuurbehoud .....................67
-- Bes
te beheerpraktijken ..............................72
-- Respect van mensenen arbeidsrechten
..............
80
-- Respecteren van de rechten van de g
emeenschap ....
90
-- Ontwikk
eling van de gemeenschap ..................93
Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren.......
96
-- Samen
werking met lokale boeren ....................98
-- Certificering van lokale boeren
.....................
105
-- Risicobeheer in SIPEF
s bevoorradingsbasis ........
106
V
erantwoordelijk ondernemen en transparantie ...............
108
-- Corporate governance ..............................110
-- Anti-omk
oping en anti-corruptie ....................
111
-- EU
-taxonomie: Geconsolideerde
-- informatiev
erschang krachtens Art. 8 van de
-- T
axonomieverordening ............................. 114
Annex .......................................................... 118
Verantwoordelijke personen
...................................14
3
Voor meer inlichtingen .........................................144
1
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021
Over dit
verslag
SIPEF publiceert een Jaarverslag dat bestaat
uit drie delen: een Bedrijfsverslag (deel 1), de
Financiële Staten (deel 2) en een Duurzaam-
heidsverslag (deel 3). Het Duurzaam-heidsverslag
focust op de ecologische, sociale en governan-
ce prestaties van de Groep, met inbegrip van de
duurzaamheidsverbintenissen, vooruitgang en
volgende stappen van SIPEF.
Reikwijdte van het verslag
Het Duurzaamheidsverslag 2021 van SIPEF
behandelt de informatie en gegevens over de
duurzaamheidsprestaties van de Groep tijdens
het boekjaar van 1 januari tot 31 december 2021.
Het verslag bestrijkt alle operationele en beheers-
activiteiten binnen de Groep: oliepalm-, bana-
nen-, thee- en rubberactiviteiten in Indonesië,
Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust.
1
De hoofd-
focus van het verslag ligt op de kernactiviteit van
de Groep: palmolieproductie en andere palm-
producten. Een ander belangrijk aandachts-
punt is de tweede activiteit van SIPEF, haar
bananenproductie.
SIPEF is een Belgische vennootschap die zich richt op de productie van traceerbare,
duurzame en kwaliteitsvolle landbouwproducten. Duurzaamheid staat centraal in het
businessmodel van SIPEF en de Groep heeft zich top-down verbonden tot een positieve
bijdrage van haar activiteiten aan het milieu, de maatschappij en de lokale economieën.
1 Enkel de horticultuuractiviteiten van SIPEF worden niet behandeld, omdat ze minder dan 1% van de inkomsten van de Groep
vertegenwoordigen.
In 2021 zette SIPEF een transitie in om uit de pro-
ductie van thee en rubber te stappen. Dat wordt
weerspiegeld in de reikwijdte van dit verslag, dat
minder informatie en prestatiegegevens over de
thee- en rubberactiviteiten van SIPEF omvat.
Meer informatie over deze transitie is beschikbaar
in het Jaarverslag deel 1 (Bedrijfsverslag).
Kader van het verslag en inhoud
Het verslag is opgesteld met inachtneming van
de GRI-normen. Om in overeenstemming te blij-
ven met de normen en met de recentste voor de
SIPEF-groep gehouden materialiteitsbeoordeling
(zie pagina 15 voor nadere details) zijn de infor-
matie en prestatiegegevens die worden behan-
deld, ten opzichte van de vorige jaren, uitgebreid.
Het rapport schetst ook de bijdragen van de Groep
tot de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van
de Verenigde Naties (“United Nations Sustainable
Development Goals” – SDG’s, zie pagina’s 30 en
122).
Binnen het bredere kader van SIPEF's Jaarverslag
2021, bevat dit rapport (deel 3) de niet-financiële
informatie zoals vereist door de EU-Richtlijn
2 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
2 Europese Commissie. (Retrieved February 2022). EU taxonomy for sustainable activities. https://ec.europa.eu/info/business-economy-euro/
banking-and-finance/sustainable-finance/eu-taxonomy-sustainable-activities_en
voor Niet-financiële Verslaggeving, die in 2017
in Belgisch recht werd omgezet.
In overeenstemming met de vereisten van
de Taxonomieverordening van de Europese
Commissie
2
heeft SIPEF beoordeeld of haar eco-
nomische activiteiten voor de rapporteringspe-
riode 2021 ('Klimaatveranderingsmitigatie' en
'Klimaatveranderingsaanpassing') in aanmerking
komen voor de toepassing van de Taxonomie.
Nadere details over de EU-taxonomie en de eva-
luatieresultaten worden vermeld op pagina 114.
Staving door derden
SIPEF heeft geen beroep gedaan op derden om
de inhoud van dit rapport te staven. Een groot
deel van de informatie en gegevens betreen-
de de milieugerelateerde en maatschappelijke
prestaties van de Groep is echter gecontroleerd
via certificeringsaudits die zijn uitgevoerd in
het kader van normen zoals de “Roundtable on
Sustainable Palm Oil” (RSPO) en de “Rainforest
Alliance”. De Groep werkt naar een externe sta-
ving van toekomstige Duurzaamheidsverslagen
toe.
Dit is het zesde Duurzaamheidsverslag dat de
Groep sinds 2014 heeft uitgegeven. Het laatste
verslag werd gepubliceerd als deel 3 van SIPEF's
Jaarverslag 2020.
De Jaarverslagen van SIPEF worden ter beschik-
king gesteld op de bedrijfswebsite: www.sipef.
com/hq/investors/annual-reports/
3
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Over dit verslag
Boodschap van
de gedelegeerd
bestuurder
Beste collega's, partners en stakeholders,
Ik heb het genoegen u het Duurzaamheidsverslag
van SIPEF voor het boekjaar 2021 voor te stellen,
dat een overzicht geeft van de vooruitgang die
de Groep in 2021 heeft geboekt. Als ik terugblik
op het traject dat SIPEF heeft afgelegd op het
niveau van duurzaamheid sinds het vorige ver-
slag, komt het doel van de Vennootschap me voor
ogen: waarde creëren voor alle stakeholders en
de voorkeursleverancier zijn van traceerbare,
duurzame, kwaliteitsvolle agrarische producten.
Het is dit doel dat SIPEF leidt op haar weg tussen
competitief en winstgevend blijven en het pad
eent voor meer economische, ecologische en
sociale welvaart. Het is ook wat de beslissingen en
handelingen van de Groep aanstuurt in een wereld
die nog steeds voor grote uitdagingen staat.
In 2021 was één van de grootste uitdagingen voor
ons allen de aanhoudende covid-19-pandemie. De
Groep zette zijn uitgebreide programma voort
om de covid-19-vaccinatie gratis aan te bieden
aan al zijn werknemers en hun gezinsleden. In
elke onderneming werden aanzienlijke midde-
len ingezet om de risico's te beperken, zoals de
ontwikkeling van standaard operationele proce-
dures (SOP’s) om ervoor te zorgen dat zowel de
werknemers als de omliggende gemeenschappen
werden beschermd. Deze maatregelen hebben ook
bijgedragen tot de continuïteit van de activitei-
ten, onder meer voor de vele lokale boeren in de
toeleveringsketen van de Groep, die een inkomen
voor hun producten bleven ontvangen.
Wanneer ik stilsta bij deze en andere uitdagin-
gen - van klimaatverandering tot de behoefte
aan meer transparantie in de wereldwijde toe-
leveringsketens - ben ik ervan overtuigd dat de
palmolie-industrie een belangrijke rol te spelen
heeft in de wereldwijde duurzaamheidsagenda.
Er wordt voorspeld dat de vraag naar plantaardige
oliën de komende jaren aanzienlijk zal toenemen.
Gecertificeerde duurzame palmolie is de beste
keuze om aan die vraag te voldoen en tegelijk de
druk op het land te verminderen en duurzame
middelen van bestaan te creëren. Oliepalm beslaat
slechts 9% van het land dat wordt gebruikt voor
de teelt van plantaardige oliegewassen, maar pro-
duceert 36% van het mondiale aanbod van plant-
aardige olie. Per hectare kan het twee tot acht
keer meer olie opleveren dan gewassen zoals zon-
nebloemen, koolzaad, soja of maïs. Innovatieve
agrarische praktijken kunnen tot een nog hoge-
re productiviteit leiden. Bovendien voorziet de
palmolie-industrie in het levensonderhoud van
miljoenen mensen en draagt bij tot de ontwikke-
ling van landelijke gebieden waar palmolie wordt
geproduceerd. SIPEF is een stroomopwaartse
speler die gericht is op gecontroleerde, duurzame
groei en ik ben trots op haar inzet voor de pro-
ductie van duurzame palmolie en haar bijdrage
tot een duurzamere wereld.
4
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF is al tientallen jaren bezig met het ont-
wikkelen en duurzaam laten groeien van haar
activiteiten, het omarmen van technologische
verandering en innovatie en het focussen op
een transparante en duurzame waardeketen op
lange termijn. Voortbouwend op deze ervaring
heeft het bedrijf in 2021 grote stappen voor-
waarts gezet in zijn duurzaamheidsactiviteiten.
Aangezien SIPEF waarde en rendement cre-
eert voor haar aandeelhouders, heeft ze zich tot
doel gesteld om bij te dragen tot de Duurzame
Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde
Naties (SDG’s) en positieve impacts te stimu-
leren die afgestemd zijn op SIPEF's doel en de
verwachtingen van de klanten. Het materiali-
teitsbeoordelingsproces van de Groep werd aan-
zienlijk versterkt en uitgebreid met een nieu-
we component, om de betrokkenheid van de
SIPEF werd door Forest
500 op de vierde plaats
van de 350 bedrijven
gerangschikt en door de
“Sustainability Policy
Transparency Toolkit" op
de negende plaats van de
100 palmoliebedrijven.
5
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Boodschap van de gedelegeerd bestuurder
stakeholders te versterken en het af te stemmen
op de evoluerende prioriteiten van het brede-
re bedrijf en multi-stakeholderlandschap. Dit
resulteerde in een volledige herziening van de
materiële duurzaamheidsonderwerpen van de
Groep. 2022 wordt een belangrijk jaar voor eva-
luatie en reflectie, vooral met betrekking tot het
beleidskader van de Groep, de duurzaamheids-
strategie en de afstemming op de vereisten inzake
milieu, maatschappij en deugdelijk bestuur en op
de grotere verwachtingen van de stakeholders.
Ik was verheugd dat de verwezenlijkingen van
SIPEF in 2021 eens te meer erkend werden door
verscheidene vooraanstaande benchmarkingor-
ganisaties. De Groep werd door Forest 500 op de
vierde plaats van de 350 bedrijven gerangschikt
en door de “Sustainability Policy Transparency
Toolkit” (SPOTT) op de negende plaats van de 100
palmoliebedrijven. SIPEF heeft ook haar toon-
aangevende engagement voor duurzaamheids-
certificering in de sector behouden, met 100%
naleving van de RSPO-criteria voor palmolie en
100% “Rainforest Alliance”-certificering voor
bananen.
Traceerbaarheid is een fundamenteel principe
van duurzaamheid. Ook in 2021 was dit één van
de sterkste punten van SIPEF. Alle grondstoen
zijn volledig traceerbaar tot aan hun productielo-
catie, of het nu een door SIPEF beheerde estate
betreft of een perceel van een lokale boer-leveran-
cier. In 2021 werd de interactieve cartografische
toepassing van de Groep, Geo SIPEF, bijgewerkt
met nieuwe functies. Gebruikers kunnen alle
SIPEF-palmoliefabrieken, pitpletterijen, rubber-
en theefabrieken en hun respectieve toeleverings-
bases lokaliseren, en nu ook lagen inschakelen die
landconversie en brandhaarden tonen.
Verantwoorde productie en verwerking
Voor SIPEF begint duurzaamheid met verant-
woorde productie en verwerking op haar eigen
plantages. Beleid en “Best Management Practices”
(BMP’s) worden geïmplementeerd voor een uit-
gebreide verzameling van onderwerpen: onder
meer, van mensenrechten, arbeidsnormen,
gezondheid en veiligheid, en gemeenschaps-
rechten tot het voorkomen van ontbossing,
bescherming van biodiversiteit, en regeneratieve
praktijken.
Vermindering van de uitstoot van broeikasgassen
(GHG) is een topprioriteit. In 2021 lag de nadruk
op het vaststellen van een uniforme methode op
basis van ISO 14064 om de voetafdruk van de
Groep te meten, als basis voor een mitigatiestrate-
gie die in 2022 moet worden vastgesteld. Er werd
verdergebouwd op verscheidene jaren meting van
de historische broeikasgasemissies van SIPEF's
RSPO-gecertificeerde oliepalmplantages met
behulp van de RSPO GHG-calculator. Er zijn al
heel wat initiatieven genomen om de voetafdruk
van de Groep te verkleinen, bijvoorbeeld door
maatregelen te treen om het methaangas op te
vangen dat vrijkomt bij het afval van de palmolie-
productie, en door initiatieven te ontwikkelen
om afval om te zetten in rendabele industriële
biomassa. Natuurbehoud is een ander aandachts-
punt, met onder meer een project om meer dan
12000 hectare bos te beschermen aan de rand van
het Kerinci Seblat National Park in Indonesië.
SIPEF heeft ook haar
toonaangevende engagement voor
duurzaamheidscertificering in de
sector behouden, met 100% naleving
van de RSPO-criteria voor palmolie
en 100% “Rainforest Alliance”-
certificering voor bananen.
6 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Agricultuur is een mensgerichte business. SIPEF
focust op het waarderen van haar werknemers
wereldwijd, door hun levensonderhoud te onder-
steunen, hun welzijn te vrijwaren en arbeids- en
mensenrechtenpraktijken te versterken. In 2021
werkte de Groep samen met een onaankelijke
externe consultant, LINKS, om zijn sociaal kader
en zijn personeelsbeleid en de uitvoering ervan te
herzien. SIPEF wil er ook voor zorgen dat lokale
gemeenschappen voordeel halen uit haar acti-
viteiten. Naast werkgelegenheid, heeft SIPEF
scholen opgericht en wegen, gezondheidscentra,
bruggen en gebedshuizen gebouwd.
Verantwoorde bevoorrading en
productie door lokale boeren
Lokale boeren produceren ongeveer 40% van de
palmolie in de wereld. SIPEF werkt samen met
meer dan 10 000 lokale boeren wereldwijd. De
Groep voert verschillende programma's uit met
de nadruk op het verbeteren van de levensom-
standigheden door een grotere opbrengst, een
betere productiekwaliteit en toegang tot interna-
tionale markten, alsook op het verminderen van
de impact van de productie op natuurlijke eco-
systemen. Een belangrijk aandachtspunt in 2021
was lokale boeren blijven ondersteunen bij het
behalen en behouden van de RSPO-certificering.
Verantwoordelijk ondernemen
en transparantie
SIPEF beschikt over een stevige corporate gover-
nance-structuur en heeft deze in 2021 verder
versterkt. Het beleid en regelgevingskader voor
bedrijfsbestuur, transparantie en duurzaamheid
bleef ook in 2021 evolueren. Zo waren er bijvoor
-
beeld de verplichte due diligence-regels voor de
invoer van producten met inbegrip van palmolie
Vermindering van de uitstoot van
broeikasgassen (GHG) is een
topprioriteit. In 2021 lag de nadruk
op het vaststellen van een uniforme
methode op basis van ISO 14064
om de voetafdruk van de Groep te
meten, als uitgangspunt voor een
mitigatiestrategie die in 2022 moet
worden vastgelegd.
in de Europese Unie (EU). Of nog, de invoering
van rapporteringsvereisten in het kader van de
EU-taxonomie voor duurzame activiteiten. SIPEF
verwelkomt deze inspanningen om duurzaamheid
verder in de mainstream te brengen. Ze streeft
ernaar te anticiperen op en aan te sluiten bij alle
vereisten, zowel wereldwijd als binnen de EU.
De wereld staat nog steeds voor grote uitdagingen
in 2022 en daarna. Ik vind het echter - bemoe-
digend dat de aandacht voor klimaatactie, men-
senrechten en natuurvriendelijke oplossingen
toeneemt. Duurzaamheid is een traject en alle
bedrijven moeten zich voortdurend aanpassen
om ervoor te zorgen dat hun waarden, doelstel-
lingen en strategieën zich blijven richten op de
wezenlijke gevolgen van hun activiteiten. Hoewel
de sterktes van ons bedrijf en onze geschiedenis
van het succesvol aanpakken van complexe pro-
blemen ons vertrouwen geven, kunnen we het niet
alleen. Samen staan we echt sterker en ik wil alle
werknemers, gemeenschappen en partners van
SIPEF bedanken voor hun medewerking. Ik nodig
u uit om ons volledige verslag te lezen om meer
te weten te komen over wat we samen hebben
bereikt - en nog hopen te bereiken.
7
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Boodschap van de gedelegeerd bestuurder
92%
5%
2%
82%
1%
17%
1%
**
**
**
**
Palmolie: 384 178 ton
Bananen: 32 200 ton
Rubber: 3 827 ton*
Thee: 965 ton*
Indonesië: 65 512 ha
Papoea-Nieuw-Guinea: 13 605 ha
Ivoorkust: 825 ha
79 942 ha
Totaal beplante
hectaren
Over SIPEF
OMVANG VAN DE SIPEFACTIVITEITEN
* Met inbegrip van slechts vier maanden van de rubber- en theeproductie van PT Melania
** Van de omzet van de SIPEF-groep
8
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF is een Belgische agro-industriële naamloze
vennootschap, genoteerd aan Euronext Brussels.
Ze oefent agro-industriële activiteiten uit, in
hoofdzaak productie van duurzame oliepalm-
producten, zoals verse vruchtentrossen (“Fresh
Fruit Bunches”- FFB), ruwe palmolie (“Crude
Palm Oil”- CPO), palmpitten (“Palm Kernels”-
PK) en ruwe palmpitolie (“Crude Palm Kernel
Oil”- CPKO). De Groep produceert ook duurzame
bananen, natuurrubber, thee en is actief in de
horticultuur.
SIPEF heeft een multinationaal personeelsbe-
stand van 21 233 medewerkers (voltijds equiva-
lent- VTE), waarvan het merendeel tewerkgesteld
is of gecontracteerd wordt via de dochteronderne-
mingen van SIPEF. De Groep beheert een totale
productieoppervlakte van 79 942 eigen hectare,
verspreid over haar wereldwijde activiteiten.
De palmolieproducten zijn de voornaamste activi-
teit van SIPEF en vertegenwoordigen 92% van de
totale omzet van de Groep. De bananenproductie
is de tweede grootste activiteit, goed voor 5% van
de totale omzet.
SIPEF’s bedrijfsstrategie is gestoeld op een
beheerste groei als toeleveringsbedrijf en een
cruciaal onderdeel van haar missie is de voorkeur-
leverancier te zijn voor traceerbare en duurzame
landbouwproducten van hoge kwaliteit.
Europa
Verenigd Koninkrijk
Indonesië
West-Afrika
Afzetmarkten:
De activiteiten van SIPEF vinden vooral plaats in Indonesië,
Papoea-Nieuw-Guinea, Ivoorkust, terwijl het Hoofdkantoor
van de Groep in Schoten, België is gevestigd. Sinds 2021 is
SIPEF ook actief in Singapore via SIPEF Singapore Pte Ltd.
Indonesië
Papoea-Nieuw-Guinea
Ivoorkust
Wereldwijde activiteiten:
Indonesië
30
Oliepalm-
plantages
6
Palmolie-
extractie-
fabrieken
6
Oliepalm-
plantages
3
Palmolie-
extractie-
fabrieken
2
Palmpit-
pletterijen
(geïntegreerd in
extractiefabriek)
Papoea-Nieuw-Guinea
3
Rubber
estates
3
Rubber-
fabrieken
1
Thee-
plantage
1
Thee-
fabriek
Ivoorkust
5
Bananen
estates
7
Verpakkingsstations
voor bananen
MONDIALE AANWEZIGHEID
: SIPEF’s dochteronderneming Plantations J. Eglin beheert
ook productiezones voor ananasbloemen, lotusbloemen en siergroen
(Dracaena) op haar bananenplantages in Azaguié. Deze producten
worden in een apart verpakkingsstation voor export verpakt.
9
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Over SIPEF
Activiteiten en
waardeketens
SIPEF zet zich in voor duurzame agricultuur en
verkoopt bijna al haar producten in fysieke en
traceerbare duurzame bevoorradingsketens.
In de volgende sectie wordt een overzicht gege
-
ven van haar activiteiten en werkzaamheden in
verband met elk basisproduct dat zij produceert.
Een volledig overzicht van de activiteiten, het
bedrijfsmodel en de financiële prestaties van de
Groep in 2021 is te vinden in het Jaarverslag, deel
1 (Bedrijfsverslag) en deel 2 (Financiële Staten).
Palmproducten
De Groep beheert meer dan 77 000 hectare in
haar 36 oliepalmestates, naast 21 010 hectare
plantages van lokale boeren. Het totale beplante
areaal omvat 98 173 hectare.
Via haar dochteronderneming PT Tolan Tiga
Indonesië produceert SIPEF palmolie en palmpit-
ten in zes fabrieken in Noord-Sumatra, Bengkulu,
en Zuid-Sumatra. Deze fabrieken verwerken verse
vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB)
van 30 van de eigen estates van de vennootschap
en 2 278 lokale boeren.
De dochteronderneming van de Groep in Papoea-
Nieuw-Guinea, Hargy Oil Palms Ltd (HOPL), pro-
duceert palmolie en palmpitolie via drie fabrieken
en twee bedrijven die palmpitten pletten in New
Britain. Iets meer dan 60% van HOPL’s bevoorra-
dingsbasis bestaat uit FFB van de eigen plantages,
terwijl 39% aomstig is van de oogst van de 3 635
geassocieerde lokale boeren die samenwerken
met de vennootschap.
SIPEF’s palmproducten worden ofwel ver-
kocht aan ranaderijen op de Europese markt
of aan raffinaderijen in Indonesië, die vooral
naar Europa exporteren. Duurzaamheid is een
77 163 ha
Totaal beplante oppervlakte
(eigen plantages)
FFB
1 658 840 ton
1 385 858 ton
geproduceerd door
SIPEF's eigen plantages
CPO / PK / CPKO
442 372 ton
384 178 ton CPO
45 943 ton PK
12 251 ton CPKO
12 982 ha
Immatuur beplante
oppervlakte
64 181 ha
Matuur beplante
oppervlakte
Productievolumes 2021
Lokale boeren
16,5%
Eigen plantages
83,5%
PK
10,4%
CPKO
2,8%
CPO
86,8%
PALMPRODUCTIE 2021
10
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF
werknemers
Verscheping
(Traders)
Opslag van palmolie,
ook in tanks
in de haven
Kleinhandel
Consumenten
Biobrandstof Cosmetica-
industrie
Scheikundige
industrie
Reinigingsmiddelen-
industrie
Voedings-
industrie
Distributiekanalen
Extractie-
fabriek
SIPEF-plantages
& plantages
lokale boeren
Hoogwaardige, volledig traceerbare, gecertificeerde palmproducten
SIPEF-klanten: ranaderijen
OVERZICHT VAN DE PALMOLIEWAARDEKETEN
11
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Over SIPEF
belangrijke factor voor de klanten van SIPEF, die
volledig traceerbare en gecertificeerde palmpro
-
ducten willen kopen.
Bananen
SIPEF’s dochteronderneming Plantations J. Eglin
SA is een belangrijke speler in de bananenpro-
ductie in Ivoorkust, het grootste productie- en
exportland voor bananen van Afrika. Per 31
december 2021 beheert de vennootschap een are-
aal van 1 764 hectare, gelegen binnen een straal
van 120 km rond Abidjan.
In 2021 breidde de vennootschap haar activitei-
ten uit met twee extra bananenestates en drie
verpakkingsstations. Deze uitbreiding was het
gevolg van de overname van de activa van de
Wanita-bananenplantage in Ivoorkust door de
vennootschap. Plantations J. Eglin beheert nu
in totaal vijf estates, die uitgerust zijn met zeven
verpakkingsstations.
Plantations J. Eglin produceert jaarlijks cir-
ca 32000 ton groene bananen op een beplant
areaal
van bijna 800 hectare en exporteert
794 ha
Totaal beplante oppervlakte
32 200 ton
groene bananen
haar bananen vooral naar de Europese markt.
Dankzij deze nieuwe overname zal de productie
over een termijn van drie jaar naar verwachting
met bijna 80% toenemen tot ongeveer 57 000 ton
exportbananen.
Rubber en thee
Per 31 december 2021 bezit SIPEF drie rubbe-
restates in Indonesië, naast drie rubberfabrieken
waar drie verschillende rubbersoorten worden
geproduceerd. SIPEF beheert ook de productie en
verkoop van hoogkwalitatieve zwarte “Cut, Tear
and Curl” (CTC) thee in één estate op West-Java
in Indonesië, waar de oogst nog steeds voorna-
melijk met de hand wordt geplukt door ervaren
plukkers.
In 2020 kondigde SIPEF haar voornemen aan
om zich terug te trekken uit rubber door twee
van haar rubberplantages te converteren naar
oliepalmen. De omzetting zal plaatsvinden vol-
gens de “New Planting Procedure” (NPP) van de
RSPO om zeker te stellen dat de herontwikkeling
niet gepaard gaat met ontbossing en dat de lokale
gemeenschappen vrije, voorafgaande en geïnfor-
meerde toestemming (“Free, Prior and Informed
Consent” - FPIC) hebben gegeven.
In 2021 was PT Melania, die alle theeactiviteiten
en de helft van de rubberactiviteiten van SIPEF
voor haar rekening neemt, het voorwerp van een
voorwaardelijke verkoop aan Shamrock Group,
een Indonesisch bedrijf dat diverse rubberplan-
tages en -fabrieken bezit en runt. De rubberac-
tiviteiten van PT Melania worden sinds 30 april
2021 dan ook beheerd door Shamrock Group. De
theeactiviteiten blijven onder beheer van SIPEF
tot de verkoop volledig rond is.
Een uitgebreid overzicht en een uiteenzetting van
de wijzigingen in de activiteiten is beschikbaar in
het Jaarverslag deel 1 (Bedrijfsverslag).
BANANENPRODUCTIE IN 2021
12 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Duurzaamheids-
aanpak
Duurzaamheid staat centraal in het businessmo-
del van SIPEF en de Groep heeft zich top-down
verbonden tot een positieve bijdrage van zijn
bedrijfsactiviteiten aan het milieu, de maatschap-
pij en de lokale economieën. Dat betekent dat de
plantages en de activiteiten op een milieuvrien-
delijke en maatschappelijk verantwoorde wijze
worden beheerd en er werkgelegenheid en ont-
wikkelingskansen in de rurale en afgelegen gebie-
den waar de Groep actief is, worden gecreëerd.
SIPEF’s duurzaamheidsaanpak omvat de volgen-
de principes en benaderingen:
Integratie van de
drie duurzaamheidspij-
lers: milieu, maatschappij en economie
Opstellen van een krachtig duurzaam-
heidsbeleid en duurzaamheids-
verbintenissen
Strev
en naar de beste duurzaamheidsnor-
men en landbouwpraktijken
Zorg
en voor traceerbaarheid tot aan de
productielocatie
Zorg
en voor optimale productiviteit en
duurzaam landgebruik
In
vesteren in innovatie en voortdurende
verbetering
Goede corporate governance, samenwer-
king met belangrijke stakeholders en
transparante rapportage
13
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
De drie steunpijlers
van duurzaamheid
SIPEF’s overkoepelende duurzaamheidsaanpak
is opgebouwd rond de drie duurzaamheidspijlers:
milieu, maatschappij en economie. Deze pijlers
liggen aan de basis van de kernwaarden van de
Groep: zich inzetten voor milieubeheer, een goede
werkgever en buur zijn en een winstgevend en
verantwoordelijk bedrijf leiden.
In deze aanpak staat SIPEFs overkoepelende
doestelling om waarde te creëren centraal.
Deze benadering wordt verder bepaald door de
verschillende niveaus van SIPEF's bedrijfsac-
tiviteiten: “verantwoordelijke productie en
verwerking” (SIPEF's eigen plantages en acti-
viteiten), “verantwoordelijke bevoorrading
en productie door lokale boeren” (SIPEF's
engagement met leveranciers), en “verantwoord
ondernemen en transparantie” (SIPEF als
bedrijfsentiteit).
De mate waarin bepaalde kwesties worden aan-
gekaart, en het beleid en de maatregelen om deze
te beheren, hangen af van de vraag of de duur-
zaamheidsrisico's zich voordoen in SIPEF's eigen
activiteiten, in haar bevoorradingsketen of voor
SIPEF als onderneming.
De aanpak van de Groep wordt ook aangestuurd
door het besef dat de ecologische, sociale en eco-
nomische aangelegenheden die van belang zijn
voor zijn activiteiten en toevoerketen onlosma-
kelijk met elkaar verbonden zijn. SIPEF heeft
oog voor de verbanden tussen deze kwesties en
beheert haar activiteiten dienovereenkomstig.
Ecologisch
Maatschappelijk
Zich inzetten
voor milieubeheer
Economisch &
governance
Winstgevend
en verantwoord
zaken doen
Een goede
werkgever
en buur zijn
WAARDE
CREËREN
SIPEF’S DUURZAAMHEIDSAANPAK
14 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Materiële onderwerpen
geïdentificeerd in 2021
SIPEF heeft het GRI-materialiteitsprincipe
gevolgd om ervoor te zorgen dat de duurzaam-
heidsaanpak en -rapportering van de Groep
de milieu-, maatschappelijke, economische
en governance-onderwerpen blijft aanpak
-
ken die het belangrijkst zijn voor haar acti-
viteiten en stakeholders
. In de loop van 2021
heeft SIPEF haar materiële onderwerpen her-
zien en verbeteringen aangebracht aan haar
materialiteitsbeoordelingsproces.
Op basis van de beoordeling werden 22 materiële
onderwerpen geïdentificeerd. De twaalf prio-
ritaire onderwerpen waren diegene die zowel
door SIPEF als door haar externe stakeholders
het hoogst werden gerangschikt, alsook diege-
ne die als kritisch werden beschouwd voor de
duurzaamheidsstrategie van de Groep. De overi-
ge tien onderwerpen werden geclassificeerd als
belangrijke onderwerpen. Dit zijn voornamelijk
opkomende thema's die door de stakeholders als
belangrijk worden beschouwd en die in de toe-
komst meer van nabij zullen worden opgevolgd,
of domeinen waarvoor SIPEF reeds over een goed
managementsysteem beschikt.
De duurzaamheidsrapportering en de KPI's van
SIPEF werden in 2021 afgestemd op de nieuwe
selectie van materiële onderwerpen. Op de vol-
gende pagina vindt u een overzicht van de defi-
nitieve onderwerpen, in kaart gebracht op basis
van de drie pijlers, het prioriteitsniveau en de
verschillende niveaus van SIPEF's business.
De aanpak van de Groep met betrekking tot het
beheer van de risico's en eecten verbonden aan
elk van de onderwerpen die zij als materieel heeft
geïdentificeerd, worden beschreven in de hoofd-
stukken over de duurzaamheidsprestaties van dit
verslag: Verantwoorde productie en verwerking
(pagina's 38-95), Verantwoorde bevoorrading en
productie door lokale boeren (pagina's 96-107),
en Verantwoord ondernemen en transparantie
(pagina's 108-117).
Een volledige beschrijving van SIPEF's 2021
materialiteitsbeoordelingsproces is te vinden
in de Bijlage (pagina’s 118-121).
15
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
MATERIËLE ONDERWERPEN GEÏDENTIFICEERD DOOR SIPEF IN 2021
DIMENSIES VERANTWOORDELIJKE
PRODUCTIE EN
VERWERKING
VERANTWOORDELIJK
INKOPEN EN PRODUCTIE
VAN LOKALE BOEREN
RISICO'S, BEHEERBENADERING
EN VOORUITGANG BEHANDELD IN VERSLAG
Sector-
overschrijdende
onderwerpen
Duurzaamheidsnormen en certificering
Duurzaamheidsnormen en certificering
pagina's 18-21
Vooruitgang inzake duurzaamheidscertificering pagina's 47-49
Traceerbaarheid
Traceerbaarheid pagina's 22-23
Klimaatverandering
Klimaatverandering
pagina's 50-55
P
roductiviteit en kwaliteit
Productiviteit en duurzaam landgebruik
pagina 2
4
Productiviteit en kwaliteit
pagina's 40-47
O&O en inno
vatie
Innovatie
pagina 25
Onderzoek & ontwikkeling: Verdant Bioscience pagina 45-47
Voedselveiligheid
Productiviteit en kwaliteit pagina 43-44
M
ilieu-
onderwerpen
Ontbossing
Geen Ontbossing
pagina's 56-65
V
eengronden
Veengronden
pagina 66
B
randpreventie en -beheer
Brandpreventie en -beheer
pagina's 63-64
B
iodiversiteit
Biodiversiteit en natuurbehoud
pagina's 67
-71
Ecosysteembehoud en -herstel
Geen Ontbossing
pagina's 56-65
Biodiversiteit en natuurbehoud
pagina's 67
-71
Gebruik van meststoen en
pesticiden
Beste beheerpraktijken
pagina's 72-
79
Waterbeheer
Beste beheerpraktijken
pagina's 72-
79
Regeneratieve praktijken
Beste beheerpraktijken
pagina's 72-
79
Maatschappelijke
onderwerpen
Mensenrechten en arbeidsnormen
Respect voor mensen- en arbeidsrechten
pagina's 80-89
Samen
werking met lokale boeren
Verantwoord inkopen en productie van lokale boeren
pagina's 96-
107
Gezondheid en veiligheid
Gezondheid en veiligheid
pagina's 88-89
D
iversiteit en inclusie
Respect voor mensen- en arbeidsrechten
pagina's 80-89
Diversiteit en inclusie
pagina 87
G
emeenschapsrechten
Respecteren van de rechten van de gemeenschap
pagina's 90-9
2
Gemeenschapsontwikkeling
Gemeenschapsontwikkeling pagina's 93-95
DIMENSIES VERANTWOORD ONDERNEMEN
EN TRANSPARANTIE
RISICO'S, BEHEERBENADERING
EN VOORUITGANG BEHANDELD IN VERSLAG
Economische
& Governance-
onderwerpen
Transparantie
Verantwoord ondernemen en transparantie pages 109-117
Bestrijding van omkoping en corruptie
Bestrijding van omkoping en corruptie
pag
es 111-113
Prioritaire materiële onderwerpen
Belangrijke materiële onderwerpen
16 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Duurzaamheidsbeleid
Voor SIPEF begint duurzaamheid bij een verant-
woordelijke productie, zowel in de eigen plantages
en activiteiten van SIPEF als in de productiege-
bieden van haar leveranciers, allen lokale boeren.
De duurzaamheidsstrategie van de Groep wordt
toegepast via een intern kernbeleid dat bestaat
uit twee policies: de “Responsible Plantations
Policy” (RPP, verantwoordelijk plantagebeleid)
en de “Responsible Purchasing Policy” (RPuP,
verantwoordelijk inkoopbeleid).
Naast de RPP en de RPuP hanteert de Groep ook
diverse ondersteunende beleidsmaatregelen,
specifiek gericht op zaken zoals mensenrechten,
kinderarbeid en klachten. In de loop van 2022
wil SIPEF een systematische doorlichting hou-
den van al haar policies op duurzaamheidsgebied
om ze waar nodig op elkaar af te stemmen en te
integreren.
Alle beleidsmaatregelen zijn te vinden op de web-
site van SIPEF: www.sipef.com/hq/sustainability/
policies/responsible-plantages-policy/
Verantwoordelijk plantagebeleid
De “Responsible Plantations Policy” (RPP,
Verantwoordelijk Plantagebeleid) van SIPEF
omvat de Groep’s belangrijkste verbintenissen
en principes op ecologisch, sociaal en economisch
vlak voor duurzame productie en verwerking.
De RPP, waarvan de ontwikkeling werd gestart
in 2014, bundelt en wordt ondersteund door alle
beleidsmaatregelen op groeps- en lokaal niveau.
Het is van toepassing op alle plantages die worden
beheerd door SIPEF, ongeacht haar eigendomsbe-
lang, en op alle activiteiten van lokale boeren die
producten leveren aan de fabrieken van SIPEF.
Via het RPP verbindt SIPEF zich tot de duur-
zame productie van volledig gecertificeerde en
traceerbare producten. Het verbiedt ook ont-
bossing, nieuwe beplanting van veengrond en
uitbuiting (“No Deforestation, No Peat, and No
Exploitation” - NDPE). Het legt de richtlijnen
van de Groep vast voor het beheer van nieuwe
ontwikkelingen, en voor de voortdurende verbe-
tering in het beheer van de bestaande plantages.
Zo wordt voorgeschreven dat Beste beheerpraktij-
ken worden ingevoerd zodra ze beschikbaar zijn,
met het oog op een optimaal landgebruik, en dat
eventuele negatieve gevolgen worden beperkt en
waar mogelijk worden uitgesloten.
Het beleid wordt in het algemeen jaarlijks geë-
valueerd. Voor 2022 echter, is een ingrijpendere
herziening gepland, en daarom werd het beleid
in 2021 niet aangepast.
Verantwoordelijk inkoopbeleid
De “Responsible Plantations Policy” (RPuP, ver-
antwoordelijk inkoopbeleid) van SIPEF geeft
sturing aan de eisen van de Groep inzake verant-
woordelijk inkopen voor externe leveranciers. Het
beleid werd op 21 september 2020 geformaliseerd,
maar werd in de praktijk al verschillende jaren
toegepast.
SIPEF’s externe leveranciers zijn lokale boe-
ren waarmee de Groep een “Memorandum of
Understanding” (MoU) heeft gesloten en waar-
van de productielocatie bekend is en in kaart is
gebracht. Krachtens het RPuP verbindt SIPEF
zich ertoe enkel aan te kopen bij lokale boeren
die ofwel reeds RSPO-gecertificeerd zijn ofwel
het potentieel hebben om te worden gecertifi-
ceerd binnen het “RSPO Time Bound Plan” van
de Groep.
17
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
De RPuP legt de criteria vast voor de samenwer-
king met lokale boeren op hun pad naar certifi-
cering. Het voorziet ook het kader voor de pro-
cedures die worden gebruikt om lokale boeren te
selecteren, te monitoren en, indien nodig, niet aan
de bevoorradingsbasis van de Vennootschap toe
te voegen. In lijn met het beleid van SIPEF zijn
deze lokale procedures gebaseerd op vereisten
met betrekking tot mensenrechten, personeels-
en milieuaangelegenheden.
Meer informatie over deze procedures is beschik-
baar in het hoofdstuk over het beheer van de risi-
co’s in SIPEF’s bevoorradingsbasis (zie pagina’s
106-107) en op de pagina “Traceability and Risk
Management” van de SIPEF-website.
Duurzaamheidsnormen
en certificering
Naast interne beleidsmaatregelen is certificering
door betrouwbare derde partijen een belangrijk
aspect van de SIPEF’s duurzaamheidsaanpak. De
Groep past de hoogste gebenchmarkte interna-
tionale normen toe en tracht waar mogelijk nog
beter te doen. Zo kan de vooruitgang van SIPEF
naar een stel verifieerbare criteria beter aange-
toond worden. Bovendien draagt dit alles bij tot
de traceerbaarheid tot aan de productielocatie.
Certificering is geen wondermiddel voor duur-
zaamheid, maar het vormt wel een cruciale bouw-
steen voor de informatie over en de ondersteu-
ning van de algemene implementatie van SIPEF’s
duurzaamheidsaanpak.
Palmolie
    
De "Roundtable on Sustainable Palm Oil" (RSPO)
is de belangrijkste duurzaamheidsnorm en cer-
tificering voor palmolie. De RSPO heeft milieu-
gerichte en maatschappelijke criteria (“RSPO
Principles & Criteria”) voor de duurzame produc
-
tie van palmolie ontwikkeld. Sinds 2018 omvatten
deze een verbod op alle vormen van ontbossing.
SIPEF verkreeg haar eerste RSPO-certificeringen
in 2009 in Papoea-Nieuw-Guinea, voor Hargy
Oil Palms Ltd. Dit bedrijf telde zo'n 3 635 lokale
boeren die de fabrieken van de Vennootschap
bevoorraadden. Tegen 2017 waren alle SIPEF-
fabrieken in Papoea-Nieuw-Guinea en Indonesië
gecertificeerd door de RSPO.
SIPEF streeft naar 100% RSPO-certificering voor
haar palmolieactiviteiten en beoogt tegen 2026
dat 100% van de lokale boeren in haar toevoer-
keten gecertificeerd zijn.
Op pagina’s 47-49 worden nadere details verstrekt
over de certificeringsvooruitgang van de activi-
teiten van SIPEF.
18
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
OVERIGE CERTIFICERINGEN EN NORMEN
In 2011 voerde Indonesië een nationale certificeringsnorm in voor de productie
van duurzame palmolie, de “Indonesian Sustainable Palm Oil” (ISPO)- norm.
De norm is verplicht voor alle plantages en palmoliefabrieken in Indonesië.
Alle zes fabrieken van SIPEF in Indonesië zijn gecertificeerd overeenkomstig
de ISPO-norm.
De "International Sustainability and Carbon Certification" (ISCC)-norm
zijn de best bekende wereldwijde technische, industriële en commerciële normen
voor goede praktijken. Zij zijn van toepassing op alle processen en goederen.
Het milieubeheersysteem van SIPEF in Papoea-Nieuw-Guinea is al sinds 2014
ISO 14001-gecertificeerd. Alle bedrijven van SIPEF in Indonesië verkregen de
ISO 9001-certificering van hun kwaliteitsbeheersysteem sinds 2019.
Meer informatie: www.iso.org/standards.html
De "International Sustainability and Carbon Certification"-norm certifi-
ceert de naleving van de Europese richtlijn betreende hernieuwbare energie
(“Renewable Energy Directive” - RED).
Dankzij de methaanopvanginstallaties in de palmoliefabrieken van SIPEF wordt
de uitstoot van broeikasgassen (GHG) tijdens de productie van ruwe palmolie
beperkt. Momenteel zijn vier van de zes palmolie-extractiefabrieken van de
Groep in Indonesië ISCC-gecertificeerd.
Meer informatie: http://www.iscc-system.org/
Emissiereductieprojecten in ontwikkelingslanden kunnen krachtens de Clean
Development Mechanism” (CDM) gecertificeerde emissiereductiekredieten
verdienen.
Momenteel lopen er in vier van de negen fabrieken van SIPEF CDM-projecten
voor de beperking van de uitstoot van broeikasgassen door methaanopvang,
aakkeling of elektriciteitsopwekking op basis van biogas.
Meer informatie: cdm.unfccc.int/
19
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
Bananen
 
“Rainforest Alliance” is een internationale
non-profit organisatie die actief is op het raak-
vlak tussen bedrijven, landbouw en bosbouw, om
verantwoorde bedrijfspraktijken tot het nieuwe
normaal te maken. De “Sustainable Agriculture
Standard” van de “Rainforest Alliance” wordt
beschouwd als één van de meest toonaangevende
normen in de sector en behandelt ecologische,
maatschappelijke en economische onderwerpen.
SIPEF’s bananenproductie is al sinds 2016 volle-
dig gecertificeerd door de “Rainforest Alliance”.
Meer informatie over deze norm is beschikbaar op
de website van “Rainforest Alliance”: www.rainfo-
rest-alliance.org/tag/2020-certification-program
Rubber en thee
SIPEF’s rubberactiviteiten werden in het ver
-
leden door “Rainforest Alliance” gecertificeerd.
“Rainforest Alliance” stopte met de certificering
van rubber en medio 2021 verstreken alle cer-
tificeringen. SIPEF had eerder aangekondigd
te zullen overstappen naar de FSC (“Forest
Stewardship Council”)-certificering voor rubber.
Ze zal dit echter niet doen, gelet op haar voorne-
men om zich terug te trekken uit de productie
van rubber.
Ook SIPEF’s theeproductie werd in het verle-
den door “Rainforest Alliance” gecertificeerd. Dit
certificeringstraject zal wel worden voortgezet
onder het beheer van SIPEF tot de verkoop van
PT Melania rond is.
Een uitgebreid overzicht van de duurzaamheids-
certificeringen voor de theeactiviteit van SIPEF
is beschikbaar in SIPEF’s Duurzaamheidsverslag
2020.
20
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
OVERIGE CERTIFICERINGEN EN NORMEN
GLOBALG.A.P. is een reeks normen gericht op goede landbouwpraktijken
zoals voedselveiligheid en traceerbaarheid, milieu (inclusief biodiversiteit),
gezondheid, veiligheid en welzijn van werknemers en dierenwelzijn.
Alle SIPEF-bananenplantages van Plantations J. Eglin in Ivoorkust, zijn
GLOBALG.A.P.-gecertificeerd sinds 2006. In augustus 2017 werden de horti-
cultuuractiviteiten ook opgenomen tijdens de hercertificering van de bananen-
activiteiten, aangezien hier veel vraag naar was bij de klanten.
Meer informatie: www.globalgap.org
De Fairtrade-certificering is gebaseerd op een partnerschap tussen produ-
centen en consumenten, met als doel het leven van mensen te verbeteren en
armoede te bestrijden via eerlijke handelspraktijken.
Alle SIPEF-bananenplantages zijn Fairtrade-gecertificeerd. Motobé van
Plantations J. Eglin in Ivoorkust is gecertificeerd sinds 2019. De twee andere
plantages, Agboville en Azaguie, kregen hun eerste certificering in 2020.
Meer informatie: www.fairtrade.net/product/bananas
Sedex is een van de belangrijkste dienstverleners voor ethische handel ter
wereld. Deze organisatie streeft ernaar de werkomstandigheden in wereldwijde
bevoorradingsketens te verbeteren.
Plantations J. Eglin sloot zich in 2008 bij Sedex aan als leverancier . De vennoot-
schap verkreeg haar recentste certificeringsverlenging in 2021, na de geslaagde
afronding van de “Sedex Members Ethical Trade Audit” (SMETA).
Meer informatie: www.sedex.com
21
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
Traceerbaarheid
Traceerbaarheid is een fundamenteel principe
voor de duurzaamheid in de toevoerketens van
landbouwproducten. Het biedt klanten en con-
sumenten de zekerheid dat de producten die zij
kopen wel degelijk zijn aangekocht bij gecerti-
ficeerde plantages en lokale boeren, en draagt
dan ook bij tot een duurzame ontwikkeling op
ecologisch, sociaal en economisch vlak.
SIPEF is toonaangevend in traceerbaarheid. Alle
producten die zij verkoopt zijn volledig traceer-
baar tot hun productielocatie, ongeacht of dat een
plantage is die door SIPEF zelf wordt beheerd
dan wel een perceel van een lokale boer die aan
SIPEF levert.
Traceerbaarheid van
gecertificeerde producten
De meeste certificeringsprogramma’s voor duur-
zaamheid waarvan SIPEF de regels naleeft , ver-
eisen de certificering van de handelsketen voor de
verwerking en verhandeling van gecertificeerde
materialen. Dat bepaalt de mate waarin gecerti-
ficeerde producten traceerbaar moeten zijn tot
hun oorsprong naarmate ze door de toevoerketen
evolueren.
SIPEF beantwoordt voor 100% aan de criteria
voor het verwerken van RSPO-gecertificeerde
oliepalmproducten. Alle fabrieken van SIPEF zijn
“RSPO Identity Preserved”, met uitzondering van
de Dendymarker-palmolie-extractiefabriek in
Indonesië, die “RSPO Mass Balance” is vanwege
het grote aandeel in zijn bevoorradingsbasis dat
momenteel de RSPO-certificeringsprocedure
doorloopt.
22
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
De Groep’s twee palmpitpletterijen van Hargy Oil
Palms Ltd in Papoea-Nieuw-Guinea zijn “RSPO-
Segregated”. Deze pletterijen verwerken immers
pitten van meer dan één fabriek, omdat één van
de drie fabrieken geen eigen installatie voor het
pletten van pitten bezit. De drie fabrieken zijn
echter “Identity Preserved”-gecertificeerd en hun
bevoorradingsbasis is volledig in kaart gebracht.
SIPEF’s palmoliefabrieken kopen enkel van de
eigen plantages of van lokale boeren met beken-
de, in kaart gebracht productielocaties. Hoewel
nog niet de volledige bevoorradingsbasis voor
palmolie van de Groep gecertificeerd is, en som-
mige productiefaciliteiten van de Groep “RSPO-
Segregated” of “Mass Balance” zijn, zijn ze alle
-
maal wel traceerbaar.
Alle bananen die Plantations J. Eglin produ-
ceert en verkoopt, zijn volledig gecertificeerd en
traceerbaar. De vennootschap kan de oorsprong
van elke levering aan haar klanten en stakehol-
ders aangeven.
Geo SIPEF
In het kader van haar transparantieverbintenis
en haar streven naar een volledig gecertificeerd
duurzame en traceerbare bevoorradingsbasis,
heeft SIPEF een interactieve “mapping”-applica-
tie ontwikkeld, 'Geo SIPEF'. Met deze tool kan de
gebruiker alle palmoliefabrieken, pitpletterijen,
rubber- en theefabrieken van SIPEF, en hun res-
pectieve bevoorradingsbasissen, lokaliseren. Voor
iedere entiteit wordt extra informatie gegeven,
zoals de certificeringsstatus (koppelingen naar
duurzaamheidscertificaten) en de productieca-
paciteit. Er is ook een applicatie waardoor op de
kaarten de plantages, lokale boeren en natuurbe
-
houdzones kunnen gevisualiseerd worden.
In 2021 werden nieuwe functies toegevoegd,
zoals de mogelijkheid om landomschakeling
(mogelijke ontbossing) en brandhotspots die zijn
opgespoord via SIPEF’s monitoringactiviteiten
in beeld te brengen. De bananenactiviteiten van
SIPEF zullen in 2023 in de “mapping”-applicatie
worden opgenomen.
Geo SIPEF is toegankelijk via www.geosipef.com.
23
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
Productiviteit en
duurzaam landgebruik
Efficiënte productie en oog voor de beperkte
beschikbaarheid van landbouwgrond zijn van
cruciaal belang voor SIPEF’s succes als bedrijf,
nu en nog meer in de toekomst. Hoewel SIPEF
eciëntie nastreeft voor al haar gewassen, is de
optimalisering van het rendement in de productie
van oliepalmen van bijzonder belang.
Oliepalmen zijn een extreem productief gewas,
dat kan geteeld worden op een vijfde van de
oppervlakte die zijn naaste concurrent nodig
heeft om dezelfde hoeveelheid olie te produce-
ren. De Groep is er dan ook vast van overtuigd dat
gecertificeerde duurzame palmolie een cruciale
rol kan spelen om aan de groeiende vraag naar
plantaardige oliën te voldoen en tegelijk het mili-
eu en het levensonderhoud van gemeenschappen
te beschermen.
SIPEF zet zich in voor de toepassing van de beste
landbouwpraktijken die het rendement verho-
gen en de milieu-impact terugdringen. De Groep
investeert ook in onderzoek en innovatieve oplos-
singen die het potentieel voor een geoptimali-
seerd landgebruik kunnen versterken.
Meer informatie over de aanpak van SIPEF om de
productiviteit te verhogen is te vinden op pagina
40.
24
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Innovatie
SIPEF heeft aanzienlijk geïnvesteerd in innova-
tie om de productiviteit, kwaliteit en circulari-
teit op te voeren. Dat omvat onderzoek om het
rendement te verhogen, nieuwe regeneratieve
en natuurvriendelijke landbouwtechnieken en
-methodes, en technologische ontwikkelingen om
de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen
en waarde te creëren uit bijproducten.
In 2021 heeft SIPEF verder geïnvesteerd in hybri-
de palmvariëteiten via Verdant Bioscience Pte
Ltd (VBS), haar joint venture voor onderzoek
en ontwikkeling. Zij heeft ook voortgewerkt aan
haar project in de Umbul Mas Wisesa-fabriek
om de bijproducten uit de verwerking van verse
vruchtentrossen om te zetten in biopellets die
kan worden gebruikt als duurzaam alternatief
voor fossiele brandstoen.
In de hoofdstukken over de prestaties in dit ver-
slag (pagina's X en X) zijn voor 2021 verslagen in
verband met het verloop van de werkzaamheden
van VBS en over het biopellets-project van SIPEF
opgenomen.
Duurzaamheid en corporate governance
SIPEF heeft beleidsmaatregelen, procedures
en ondersteunende structuren uitgewerkt die
zorgen voor een goede corporate en duurzaam-
heidsgovernance op alle niveaus, inclusief de
dochtervennootschappen van de Vennootschap.
Dit hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van
SIPEF’s governance-structuur inzake duurzaam
-
heid en van de manier waarop de duurzaamheids-
risico's worden geanalyseerd en beheerd.
Een o
verzicht van SIPEF's corporate
governance-beleid en een update van de
meest relevante activiteiten van de Groep
in verband met verantwoord ondernemen
is terug te vinden op pagina 110-113 van dit
verslag.
Een meer g
edetailleerd overzicht van
SIPEF's corporate governance-aanpak
wordt vermeld in de Corporate Governance
Verklaring op pagina 76 van het Jaarverslag
deel 1 (Bedrijfsverslag).
25
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
Papoea-Nieuw-Guinea
Executief comité
onder leiding van de
"general manager"
Ivoorkust
Executief comité
onder leiding van de
"general manager"
Indonesië
Executief comité
onder leiding van de
"president director"
RAAD VAN
BESTUUR
VAN SIPEF
EXECUTIEF COMITÉ VAN SIPEF
onder leiding van de gedelegeerd
bestuurder
WERELDWIJD DUURZAAMHEIDSTEAM
VAN SIPEF
Chief operating ocer Asia-Pacific*
SIPEF duurzaamheidsdirecteur
CSR duurzaamheidsanalist*
REGIONALE
DUURZAAMHEIDSTEAMS
Duurzaamheidsteam
van Indonesië
Team Noord-Sumatra
Team Bengkulu
Team Zuid-Sumatra
* nieuwe positie in 2021
Duurzaamheidsteam
van Papoea-Nieuw-Guinea
Duurzaamheidsteam
van Ivoorkust
RAAD VAN BESTUUR VAN SIPEF
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor duurzaamheid ligt op het niveau van de raad, waar Priscilla Bracht
een bijzondere interesse heeft in deze materie. De hele raad van bestuur monitort de vooruitgang die SIPEF
boekt in de duurzaamheidsrangschikkingen en -ratings, de certificeringen en de interne risico-evaluaties en
-rapportage. De raad van bestuur krijgt minstens tweemaal per jaar een duurzaamheidsbriefing en bespreekt
materiële ESG-thema's op zijn jaarlijkse strategievergadering.
EXECUTIEF COMITÉ VAN SIPEF
De raad wordt door SIPEFs executief comité aangestuurd inzake de implementatie en vooruitgang van de
duurzaamheidsstrategie van de Groep. De duurzaamheid wordt vanuit het executief comité geleid door Petra
Meekers, die in juni 2021 werd benoemd tot chief operating ocer Asia-Pacific (COO APAC). Gelet op haar
solide achtergrond in duurzaamheid heeft de benoeming geleid tot een aanzienlijke versterking van het
ESG-leiderschap binnen de Groep.
WERELDWIJD DUURZAAMHEIDSTEAM VAN SIPEF
Het wereldwijd duurzaamheidsteam werd opgericht in 2021, om ervoor te zorgen dat de strategie, het beleid
en de communicatie van SIPEF op duurzaamheidsgebied afgestemd blijven op de evoluerende verwachtingen
en vereisten van belangrijke stakeholders. Dat omvat de coördinatie van de interne en externe rapportering
over de duurzaamheidsprestaties van de Groep. De COO APAC van SIPEF houdt toezicht op het team en wordt
bijgestaan door de SIPEF duurzaamheidsdirecteur en door een CSR duurzaamheidsanalist die in mei 2021 bij
SIPEF kwam.
REGIONALE DUURZAAMHEIDSTEAMS
Er zijn drie teams belast met de implementatie van SIPEFs duurzaamheidsstrategie en -beleid op het niveau
van de dochterondernemingen: de duurzaamheidsteams van Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust.
Het Indonesische team bestaat uit 16 experten en is verspreid over vier locaties: het
Hoofdkantoor in Medan, Noord-Sumatra, Bengkulu en Musi Rawas.
Het team in Papoea-Nieuw-Guinea omvat een afdelingshoofd voor duurzaamheid en vijf experts die zich
buigen over verschillende duurzaamheidsthema's bij Hargy Oil Palms Pte Ltd. Het afdelingshoofd maakt ook
deel uit van het executief comité van HOPL.
Het team in Ivoorkust omvat momenteel twee experten.
SIPEFs duurzaamheidsdirecteur houdt toezicht op de teams in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoork-
ust en rapporteert rechtstreeks aan de plaatselijke “president director(Indonesië) en de “general manager
(Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust), evenals aan de COO APAC van SIPEF.
SIPEF duurzaamheidsdirecteur
Duurzaamheidsgovernance
De duurzaamheidsgovernancestructuur van
SIPEF is ontworpen voor een correct beheer
van de implementatie en voortdurende ontwik-
keling van haar duurzaamheidsverbintenissen.
Hieronder vindt u een globaal overzicht van de
wijze waarop de duurzaamheidsgovernance is
ingebed, van het niveau van de raad van bestuur
tot dat van de dochterondernemingen.
26
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Papoea-Nieuw-Guinea
Executief comité
onder leiding van de
"general manager"
Ivoorkust
Executief comité
onder leiding van de
"general manager"
Indonesië
Executief comité
onder leiding van de
"president director"
RAAD VAN
BESTUUR
VAN SIPEF
EXECUTIEF COMITÉ VAN SIPEF
onder leiding van de gedelegeerd
bestuurder
WERELDWIJD DUURZAAMHEIDSTEAM
VAN SIPEF
Chief operating ocer Asia-Pacific*
SIPEF duurzaamheidsdirecteur
CSR duurzaamheidsanalist*
REGIONALE
DUURZAAMHEIDSTEAMS
Duurzaamheidsteam
van Indonesië
Team Noord-Sumatra
Team Bengkulu
Team Zuid-Sumatra
* nieuwe positie in 2021
Duurzaamheidsteam
van Papoea-Nieuw-Guinea
Duurzaamheidsteam
van Ivoorkust
RAAD VAN BESTUUR VAN SIPEF
De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor duurzaamheid ligt op het niveau van de raad, waar Priscilla Bracht
een bijzondere interesse heeft in deze materie. De hele raad van bestuur monitort de vooruitgang die SIPEF
boekt in de duurzaamheidsrangschikkingen en -ratings, de certificeringen en de interne risico-evaluaties en
-rapportage. De raad van bestuur krijgt minstens tweemaal per jaar een duurzaamheidsbriefing en bespreekt
materiële ESG-thema's op zijn jaarlijkse strategievergadering.
EXECUTIEF COMITÉ VAN SIPEF
De raad wordt door SIPEF’s executief comité aangestuurd inzake de implementatie en vooruitgang van de
duurzaamheidsstrategie van de Groep. De duurzaamheid wordt vanuit het executief comité geleid door Petra
Meekers, die in juni 2021 werd benoemd tot chief operating ocer Asia-Pacific (COO APAC). Gelet op haar
solide achtergrond in duurzaamheid heeft de benoeming geleid tot een aanzienlijke versterking van het
ESG-leiderschap binnen de Groep.
WERELDWIJD DUURZAAMHEIDSTEAM VAN SIPEF
Het wereldwijd duurzaamheidsteam werd opgericht in 2021, om ervoor te zorgen dat de strategie, het beleid
en de communicatie van SIPEF op duurzaamheidsgebied afgestemd blijven op de evoluerende verwachtingen
en vereisten van belangrijke stakeholders. Dat omvat de coördinatie van de interne en externe rapportering
over de duurzaamheidsprestaties van de Groep. De COO APAC van SIPEF houdt toezicht op het team en wordt
bijgestaan door de SIPEF duurzaamheidsdirecteur en door een CSR duurzaamheidsanalist die in mei 2021 bij
SIPEF kwam.
REGIONALE DUURZAAMHEIDSTEAMS
Er zijn drie teams belast met de implementatie van SIPEF’s duurzaamheidsstrategie en -beleid op het niveau
van de dochterondernemingen: de duurzaamheidsteams van Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust.
Het Indonesische team bestaat uit 16 experten en is verspreid over vier locaties: het
Hoofdkantoor in Medan, Noord-Sumatra, Bengkulu en Musi Rawas.
Het team in Papoea-Nieuw-Guinea omvat een afdelingshoofd voor duurzaamheid en vijf experts die zich
buigen over verschillende duurzaamheidsthema's bij Hargy Oil Palms Pte Ltd. Het afdelingshoofd maakt ook
deel uit van het executief comité van HOPL.
Het team in Ivoorkust omvat momenteel twee experten.
SIPEF’s duurzaamheidsdirecteur houdt toezicht op de teams in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoork-
ust en rapporteert rechtstreeks aan de plaatselijke “president director” (Indonesië) en de “general manager”
(Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust), evenals aan de COO APAC van SIPEF.
SIPEF duurzaamheidsdirecteur
27
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
Evaluatie en beheer van
duurzaamheidsrisico’s
De regelmatige evaluatie van milieu-, maatschap-
pelijke en governancerisico’s (ESG) speelt een
belangrijke rol bij de ontwikkeling en implemen-
tatie van een duurzaamheidsstrategie op lange
termijn. Het auditcomité van SIPEF voert ieder
jaar een risicoanalyse uit voor de Groep, met een
evaluatie van de belangrijkste bedrijfs- en duur-
zaamheidsrisico’s voor de Vennootschap.
Voor de evaluatie in 2021 omvatten de vastge-
stelde risico’s die met betrekking tot-klimaat-
verandering, concessierechten en de toene-
mende verwachtingen en vereisten in verband
met duurzaamheidscertificering en oliepalm-
productie. Een meer gedetailleerde analyse is
te vinden op pagina 70 in het Jaarverslag deel 1
(Bedrijfsverslag).
Alle ESG-risico's die vastgesteld werden door
SIPEF in 2021, werden behandeld in de hoofd-
stukken over de prestaties in dit verslag (pagina's
38 -117). In de loop van 2022 zal een meer uit-
gebreide duurzaamheidsgerichte risicoanalyse
worden uitgevoerd in het kader van de herziening
van SIPEF’s duurzaamheidsstrategie.
28
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Partnerships en samenwerking
met talrijke stakeholders
  
  ()
SIPEF is al sinds 2005 lid van de RSPO. Zij blijft
actief bijdragen aan de werking van de RSPO
en zetelt in de raad van bestuur namens de
telers uit de ‘Rest van de Wereld’, dat Papoea-
Nieuw-Guinea en de Salomonseilanden omvat.
Bovendien is SIPEF medevoorzitter van de
werkgroep “Jurisdiction” en een actief lid
van de werkgroep “Biodiversity and High
Conservation Values” (BHCV), de werkgroep
“Peat” en de “No Deforestation Joint Steering
Group”. www.rspo.org
  
   ()
SIPEF is een stichtend lid van de BASP. Het
belangrijkste doel van deze organisatie is
het gebruik van gecertificeerde palmolie te
promoten, vooral op de Belgische markt en
in mindere mate op de hele Europese markt.
SIPEF speelt een actieve rol als lid van de raad.
www.duurzamepalmolie.be
   ():
SIPEF is lid van de “Tropical Forest Alliance”.
Inschakeling van
specialisten en experts

SIPEF heeft Earthqualizer ingeschakeld voor
een evaluatie van de naleving van haar ver-
bintenissen inzake geen ontbossing en geen
nieuwe beplanting op veengrond door al haar
eigen oliepalmestates en door de lokale boeren
binnen haar bevoorradingsbasis.

   
SIPEF volgt de voorschriften van de “New
Planting Procedure” (NPP) van de RSPO
vóór iedere nieuwe ontwikkeling of landom-
schakeling. Dat houdt een evaluatie in van de
potentiële impact op het milieu en de loka-
le gemeenschap. Voor deze evaluaties werkt
SIPEF samen met diverse technische consul-
tants en deskundigen, die allemaal “Licensed
Assessors under the High Conservation Value
Network’s Assessor Licensing Scheme” zijn.
hcvnetwork.org
Betrokkenheid van en samenwerking met stakeholders
Duurzaamheid staat of valt met een diepgaande
samenwerking tussen uiteenlopende sectoren
en actoren. De Groep hecht een groot belang aan
betrokkenheid van en samenwerking met de sta-
keholders om zijn duurzaamheidsstrategie ten
uitvoer te brengen.
SIPEF helpt om het pad naar een duurzaam
landgebruik te effenen via de regelmatige
samenwerking met klanten, aandeelhouders,
maatschappelijke en milieu-ngo’s, onderzoe
-
kers en experts, technische consultants, loka-
le gemeenschappen, lokale boeren en andere
proactieve stakeholders. Samen met hen kan de
Vennootschap de invoering van verantwoorde en
duurzame normen en praktijken in de agrarische
sector bewerkstelligen en bevorderen.
29
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
9de
van 100
palmoliebedrijven
4de
van 350
bedrijven
Benchmarkscores in 2021

9e van 100 palmoliebedrijven in 2021; score
van 83,9%, een stijging van 3,4% ten opzichte
van 2020
De “Sustainability Policy Transparency Toolkit”
(SPOTT), die werd ontwikkeld door de Zoological
Society of London (ZSL), geeft jaarlijks een score
aan palmolie-, tropische-bosbouw- en natuurrub-
berbedrijven op basis van 100 sectorspecifieke
ESG-indicatoren om hun vooruitgang in de loop
van de tijd te benchmarken.
www.
spott.org/palm-oil
 500
4e van 350 bedrijven in 2021; score van 73%,
een stijging van 2% ten opzichte van 2020
Forest 500 identificeert en rangschikt de meest
invloedrijke bedrijven en financiële instellin-
gen in de bevoorradingsketens van goederen met
bosbouwrisico’s.
ht
tps://forest500
.
org/rankings/companies
 -   
CDP beheert het mondiale openbaarmakingssys-
teem waarmee beleggers, bedrijven, steden, staten
en regio’s hun milieu-impact kunnen beheren.
SIPEF heeft in 2021 voor het eerst informatie
inzake bossen en klimaatverandering ingediend
bij de CDP en zal dat ook in de toekomst blijven
doen. De CDP-scores van SIPEF zullen vanaf
2022 worden gepubliceerd.
www.cdp.net/en
FOREST 500
SPOTT
30 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Ondersteuning van de duurzame
ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties
De duurzame ontwikkelingsdoelstellingen
(“Sustainable Development Goals” - SDG’s) van
de Verenigde Naties werden in 2015 in het leven
geroepen als dringende oproep aan alle landen
ter wereld om actie te ondernemen. Zij zijn
gebaseerd op het inzicht dat de bestrijding van
armoede hand in hand moet gaan met strategie-
en om gezondheid en onderwijs te verbeteren,
ongelijkheid tegen te gaan en economische groei
te stimuleren – en bij dat alles de klimaatverande-
ring aan te pakken en te werken aan het behoud
van oceanen en wouden.
Bedrijven spelen een cruciale rol om de SDG’s te
verwezenlijken en SIPEF wil daaraan bijdragen
door duurzame agrarische grondstoen te pro-
duceren. Gecertificeerde palmolie is de meest
duurzame manier om tegemoet te komen aan de
wereldwijde vraag naar plantaardige olie, omdat
zij wordt geproduceerd met respect voor het mili-
eu en de lokale gemeenschappen en aanzienlijk
minder grond vereist dan de alternatieven.
In 2021 onderzocht SIPEF de bijdrage aan
en afstemming van zijn activiteiten en “Key
Performance Indicators” (KPI’s) op duurzaam-
heidsgebied met de SDG’s en hun respectieve
doelstellingen.
Een overzicht van SIPEF’s bijdrage aan de SDG’s
op het niveau van de doelstellingen is te vinden
in de Bijlage op pagina 122.
Meer informatie over de SDG’s:
https://sdgs.un.org/goals
SIPEF LEVERT IN DE EERSTE PLAATS EEN BIJDRAGE AAN 10 VAN DE 17 SDG’S:
WAARDIG
31
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Duurzaamheidsaanpak
Doelstellingen en
verwezenlijkingen
In 2021 heeft SIPEF haar duurzaamheidsdoelstel-
lingen grondig herzien. Deze herziening maakt
deel uit van het ruimere initiatief van de Groep
om zijn materiële onderwerpen te evalueren
en uitgebreider te rapporteren over haar duur-
zaamheidsprestaties. Er werden enkele nieuwe
doelstellingen vastgelegd en sommige bestaande
doelstellingen werden aangepast met het oog op
een grotere duidelijkheid. In 2022 zal SIPEF een
meer diepgaande evaluatie van haar doelstellin-
gen doorvoeren, om voldoende gedrevenheid te
garanderen, en zal deze afstemmen op het resul-
taat van een nog te houden doorlichting van de
duurzaamheidsstrategie van de Groep.
VERBINTENIS DOELSTELLINGEN STATUS
RELEVANTE MATERIËLE
ONDERWERPEN
HISTORISCHE VERWEZENLIJKINGEN 2018  2020
RSPO-
certificering voor
lokale boeren
van Umbul Mas
Wisesa (UMW)
100% gecertificeerd
tegen 2019
Verwezenlijkt in 2018 • Duurzaamheids-
normen en
-certificering
Samenwerking met
lokale boeren
Uitrol ISO
9001-certificering
voor alle opera-
tionele units in
Indonesië
100% gecertificeerd
tegen 2019
Verwezenlijkt in 2019 • Duurzaamheids-
normen en
-certificering
Versterkte brand-
bestrijding in
kerngebieden in
Indonesië
Activiteiten in alle
risico-/brandgevoelige
gebieden
Verwezenlijkt in 2020 Brandpreventie en
-beheer
Fairtrade-
certificering
voor alle
bananenplantages
100% gecertificeerd
tegen 2021
Verwezenlijkt in 2020 • Duurzaamheids-
normen en
-certificering
32
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
VERBINTENIS DOELSTELLINGEN STATUS
RELEVANTE MATERIËLE
ONDERWERPEN
DOELSTELLINGEN EN VOORUITGANG IN 2021
Koolstofvoet-
afdruk van de
Groep bereke-
nen volgens ISO
14064-methodo-
logie
Groepsvoetafdruk
berekend tegen 2020
Verwezenlijkt in 2021
Vertraagd in 2020 vanwege
covid-19
• Klimaat-
verandering
Alle lege vruch-
tentrossen uit de
activiteiten van
UMW omzetten
in biopellets
Bouw van biopellets-
installatie in UMW
afwerken tegen 2020
Verwezenlijkt in 2020
Installatie afgewerkt in decem-
ber 2020
O&O en inno
vatie
• Regeneratieve
praktijken
100% van afvalvezels
omgezet in biopellets
tegen 2021
Vertraagd
Door covid-19 en technische
aanpassingen is de volledige
ingebruikname uitgesteld tot K1
2022
Geen
ontbossing vast-
gesteld in “High
Conservation
Value” (HCV)- /
“High Carbon
Stock” (HCS)-
gebieden
beheerd door de
Vennootschap en
productiegebie-
den van lokale
boeren die aan
de Vennootschap
leveren
Monitoringsysteem
voor ontbossing actief
tegen 2021
Verwezenlijkt in 2021
“Global Forest Watch”-
monitoring gestart in 2020 en is
volledig operationeel sinds 2021
Verificatieproces is gestart met
partner Earthqualizer om inci-
denten te controleren en wordt
momenteel uitgevoerd
• Ontbossing
Nul hectare bosverlies
vastgesteld in door de
Vennootschap beheer-
de gebieden* (lopend)
Niet verwezenlijkt
indonesië
Ongeveer 15 hectare bosverlies,
hoofdzakelijk door kap door
lokale gemeenschappen
papoea-nieuw-guinea
Circa 24 hectare bosverlies,
door onrechtmatige kap door
lokale gemeenschappen binnen
leveranciersgebieden
Nul hectare bosverlies
vastgesteld in con-
cessiegebieden van
de Vennootschap*
(lopend)
Niet verwezenlijkt
indonesië
Circa 102 hectare bosverlies
op land dat niet wordt beheerd
door SIPEF
33
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Doelstellingen en verwezenlijkingen
VERBINTENIS DOELSTELLINGEN STATUS
RELEVANTE MATERIËLE
ONDERWERPEN
Aantal branden
in totale pro-
ductiegebied
verminderen
Geen enkele brand in
door de Vennootschap
beheerde gebieden*
(lopend)
Niet verwezenlijkt
papoea-nieuw-guinea
Twee gevallen van brandstich-
ting door externe partijen die
ongeveer 1,3 hectare in de Pandi-
en Barema-estates hebben
getroen
• Brandpreventie
en -beheer
Geen enkele brand
in concessiegebieden
van de Vennootschap*
(lopend)
Niet verwezenlijkt
indonesië
Eén geval van brandstichting op
drie hectare land dat niet wordt
beheerd door SIPEF in Musi
Rawas
Brandbestrijding in
aangrenzende gebie-
den (lopend)
Verwezenlijkt in 2021
indonesië
Acht branden geblust in land dat
aan beheerd gebied grenst
Beheer
waterverbruik
verbeteren in
palmoliefabrie-
ken van SIPEF
Intensiteit van water-
verbruik < 1 kubieke
meter water per ton
verse vruchtentrossen
(“Fresh Fruit Bunches”
– FFB) (lopend)
Niet verwezenlijkt
Zes van de negen fabrieken
hebben de doelstelling in 2021
gehaald
• Waterbeheer
Behouden van BOD,
COD en TSS* beneden
wettelijke limieten op
lozingspunt (lopend)
Niet verwezenlijkt
Acht van de negen fabrieken
hebben de doelstelling in 2021
gehaald
Geen werkgerela-
teerde dodelijke
ongevallen
Nul werkgerelateerde
dodelijke ongevallen
(lopend)
Niet verwezenlijkt
Eén dodelijk ongeval in 2021
Gezondheid en
Veiligheid
34
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
VERBINTENIS DOELSTELLINGEN STATUS
RELEVANTE MATERIËLE
ONDERWERPEN
TOEKOMSTIGE VERBINTENISSEN EN DOELSTELLINGEN 2022  2030
Koolstofvoet-
afdruk van
SIPEF-groep
terugdringen
Reductiedoelstellin-
gen voor broeikas-
gassen zullen worden
vastgelegd in 2022
Op schema
Koolstofvoetafdruk werd bere-
kend voor baseline en in 2022
zullen het reductieplan en de
doelstellingen bepaald worden
• Klimaat-
verandering
RSPO-
certificering
behalen voor de
Musi Rawas
100% gecertificeerd
tegen 2026
Op schema
In afwachting van de
goedkeuring en toekenning van
de concessieovereenkomsten
("Hak Guna Usaha" - HGU) door
de Indonesische overheid
• Duurzaamheids-
normen en
-certificering
RSPO-
certificering voor
lokale boeren van
PT Dendymarker
Indah Lestari als
de gebieden in
productie worden
genomen
100% gecertificeerd
tegen 2026
Op schema • Samenwerking
met lokale boeren
Beheer van
HCV- en HCS-
gebieden binnen
HGU-grenzen
verbeteren
Boswachter-/herstel-
teams opgericht voor
alle gebieden tegen
2026
Op schema
Boswachtersteams zullen wor-
den opgericht bij de uitgifte van
HGU en RSPO-certificering
• Ontbossing
• Ecosysteem-
behoud en
-herstel
Alle voorgaande
standalone evaluaties
bijgewerkt naar geïn-
tegreerde HCV/HCS-
evaluaties tegen 2025
Op schema
Herziening en verbe-
tering van de ‘habitat
management’- plan-
nen tegen 2025
Op schema
35
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Doelstellingen en verwezenlijkingen
VERBINTENIS DOELSTELLINGEN STATUS
RELEVANTE MATERIËLE
ONDERWERPEN
Groepen van
lokale boeren
oprichten voor de
relevante operati-
onele eenheden
20% lokale boeren met
MoU voor alle opera-
tionele eenheden vóór
verlenging HGU
Op schema
Vooruitgang zal aangen van
HGU-verlengingsschema
• Samenwerking
met lokale boeren
Vooruitgang boe-
ken in het SIPEF
Biodiversity
Indonesia (SBI)-
programma op
het gebied van
behoud, beheer
en monitoring
85 hectare aangetast
land in SBI herstellen
tegen 2024
Op schema • Ecosysteem-
behoud en
-herstel
• Biodiversiteit
• Ontbossing
• Regeneratieve
praktijken
Samenwerken met 60
boeren inzake regene-
ratieve landbouw-
methodes in SBI tegen
2024
Op schema
Methodologie voor bio-
diversiteitsmonitoring
herzien en verbeteren
(lopend)
Op schema
Kustlijnen
beschermen en
overstroming
voorkomen
14 hectare kustgebied
herstellen tegen 2024
Op schema
indonesië
Zo'n 8 hectare kustbuerzo-
ne zal worden hersteld in het
Agromuko-activiteitsgebied van
SIPEF
papoea-nieuw-guinea
Er wordt een mangrovekweek-
tuin aangelegd op 6,5 hectare
aangetaste kustbuerzone in
de Kiba-plantage van Hargy Oil
Palms Ltd
Ecosysteem-
behoud en
-herstel
Klimaat-
verandering
36
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
*:
-
Sommig
e doelstellingen zijn verwijderd sinds de publicatie van het Jaarverslag 2020 van SIPEF, omdat ze niet langer relevant waren of in 2022 zullen worden herzien.
-
Bedrijfsbeheerde g
ebieden zijn gebieden waarover SIPEF de volledige managementcontrole heeft. Bedrijfsconcessiegebieden zijn gebieden die binnen de concessiegrenzen
van SIPEF liggen, die ook land omvatten dat niet wordt beheerd door SIPEF.
-
BOD = “Biological Oxyg
en Demand” (biologisch zuurstofverbruik); COD = “Chemical Oxygen Demand” (chemisch zuurstofverbruik); TSS = “Total Suspended Solids” (totale
gesuspendeerde vaste stoen).
VERBINTENIS DOELSTELLINGEN STATUS
RELEVANTE MATERIËLE
ONDERWERPEN
Jaarlijkse moni-
toring van imple-
mentatie Verant-
woordelijk
Plantagebeleid
Eén externe verificatie
van implementatie per
jaar (lopend)
Op schema • Transparantie
Geen ontbossing en
geen nieuwe beplan-
ting op veengrond
gecontroleerd door
Earthqualizer tegen
2023
Op schema • Ontbossing
• Veengronden
37
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Doelstellingen en verwezenlijkingen
38 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verantwoordelijke
productie en
verwerking
Agricultuur is van cruciaal belang voor de voed-
sel- en voedingszekerheid en is onlosmakelijk
verbonden met het welzijn van mens en mili-
eu. De afgelopen decennia heeft het mondiale
voedselsysteem bijgedragen tot de economische
ontwikkeling, en de voedselproductie is gestaag
toegenomen. Dit systeem heeft echter ook een
immense druk gelegd op de natuurlijke hulpbron-
nen, de gezondheid van kritieke ecosystemen en
het klimaat.
Leiderschap op het gebied van duurzaamheid bin-
nen de agrarische sector wordt steeds belangrijker
en duurzaam landgebruik, klimaatverandering en
mensenrechten stijgen snel naar de top van de
wereldwijde agenda. SIPEF is ervan overtuigd dat
het als een door duurzaamheid gedreven bedrijf in
de sector waarin het actief is, een belangrijke rol
kan spelen door aan te tonen dat de productie van
traceerbare, duurzame en kwalitatief hoogstaande
agrarische producten mogelijk is.
Voor SIPEF begint duurzaamheid met een ver-
antwoorde productie en verwerking op de eigen
plantages en in de eigen bedrijven. Dat betekent
dat de verbintenissen die zijn opgenomen in
de “Responsible Plantations Policy” en andere
ondersteunende beleidslijnen inzake duurzaam-
heid in de praktijk moeten worden omgezet. Dit
omvat haar engagementen met betrekking tot
geen ontbossing, geen nieuwe ontwikkelingen op
turf, en geen uitbuiting evenals tot vermindering
van broeikasgasuitstoot. Op het niveau van de
uitvoering vertaalt zich dit in het aannemen van
systemen en werkmethodes die gericht zijn op
de optimalisering van het gebruik van de grond
en de bronnen, milieubeheer en maatschappelijk
verantwoorde praktijken.
De volgende paragrafen schetsen de vooruitgang
die SIPEF op deze gebieden heeft geboekt, met
inbegrip van de manier waarop de Groep relevan-
te milieu- en maatschappelijke kwesties en risico’s
aanpakt, die hij als materieel heeft geïdentificeerd
voor zijn activiteiten.
Leiderschap op het gebied
van duurzaamheid binnen de
agrarische sector wordt steeds
belangrijker en duurzaam
landgebruik, klimaatverandering en
mensenrechten stijgen snel naar de
top van de wereldwijde agenda.
39
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Productiviteit en kwaliteit
Grondschaarste is één van de belangrijkste duur-
zaamheidsonderwerpen van vandaag. De wereld-
bevolking zal naar verwachting toenemen tot 9,7
miljard mensen in 2050,
3
waarbij een belangrijke
groei zou plaatsvinden in de ontwikkelingslan-
den. Tegelijk neemt de hoeveelheid beschikbare
landbouwgrond af, vanwege bodemdegradatie
ingevolge door mensen veroorzaakte erosie en
verontreiniging, concurrentie om het gebruik van
land en de sterk toenemende vraag naar voedsel.
De komende decennia zullen deze problemen nog
scherper worden gesteld door de acute fysieke
risico's van de klimaatverandering en toekomstige
beleidsingrepen die de voor landbouw beschikba-
re grond nog verder kunnen inperken.
SIPEF streeft naar de optimalisering van het land-
gebruik bij de productie van al haar gewassen,
maar in de oliepalmproductie is het versterken
van het rendement en eciënt landgebruik van
bijzonder belang. Palmolie blijft een van de meest
besproken grondstoen in discussies over ont-
bossing en de impact van landbouw op mensen
en de planeet. Aan de andere kant blijft het ook de
meest eciënte bron van plantaardige oliën voor
menselijke consumptie. Palmolie levert 36% van
het wereldaanbod op slechts 9% van de grond.
4
Wereldwijd wordt al meer dan 300 miljoen hec-
tare land gebruikt voor de teelt van plantaardige
oliën, waar dat in 1961 nog maar 111 miljoen was.
5
Gelet op de voorspelde toename van de vraag naar
plantaardige oliën van 46% tegen 2050,
6
zal gecer-
tificeerd duurzame palmolie van cruciaal belang
zijn om de toenemende vraag het hoofd te bieden
en tegelijk minder land te gebruiken.
SIPEF heeft zich verbonden tot de toepassing-
van de beste praktijken voor de verbetering van
de bodemvruchtbaarheid, de optimalisering van
grondstoen en de recycling van bijproducten, en
verder tot de verbetering van de productkwaliteit
en de opbrengst per beplante hectare (zie pagi-
na's 72-79). De Groep zet ook in op onderzoek en
ontwikkeling (O&O) en innovatie om deze doel-
stellingen haalbaar te maken en investeert in de
verbetering van de kwaliteit van het plantmate-
riaal en de veerkracht van toekomstige gewassen
(zie pagina 45).
3 United Nations Department of Economic and Social Aairs. (2019). World Population Prospects 2019 Highlights.
https://population.un.org/wpp/Publications/Files/WPP2019_Highlights.pdf
4 Ritchie, H. and Roser, M. (Opgehaald in januari 2022). Palm Oil. Our World in Data. https://ourworldindata.org/palm-oil
5 Our World in Data. (Opgehaald in maart 2022). Land Use for Vegetable Oil Crops, World.
https://ourworldindata.org/grapher/land-use-for-vegetable-oil-crops?country=~OWID_WRL
6 Meijaard, Erik. (2020). The Environmental Impacts of Palm Oil in Context. Nature Plants.
https://research.wur.nl/en/publications/the-environmental-impacts-of-palm-oil-in-context
40 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
PALMOLIE VERSUS ANDERE PLANTAARDIGE OLIËN
OLIEPALM SOJA RAAPZAAD
Soortendiversiteit
Olieopbrengst per hectare
1,9 - 4,8 ton 0,4 - 0,8 ton
Oppervlakte nodig voor een ton olie
2,0 ha 1,25 ha0,26 ha
0,7 - 1,8 ton
Wereldolieproductie (miljoen ton)
84,8 52,7 27,4
278472 227
Oliepalmen zijn een extreem productief meerjarig
gewas dat 2-8 maal meer olie per hectare kan produ-
ceren dan eenjarige gewassen zoals sojabonen, raap-
zaad, zonnebloemen en mais.
7
Dat is onder andere
te danken aan de natuurlijke eigenschappen van dit
gewas, maar ook aan de uitgebreide onderzoeks- en
ontwikkelingsactiviteiten om een hogere eciëntie
te bereiken in de oliepalmproductie.
Oliepalmen kunnen ook bogen op een hogere biodi-
versiteitsindex in hun productiegebieden dan andere
gewassen voor plantaardige olie, en vereisen minder
hulpmiddelen zoals meststoen en pesticides.
Aangepaste versie van www.wur.nl/en/news-wur/Show/New-light-on-the-sustainability-of-palm-oil.htm
7 Wageningen University & Research. (2020, December 7). New Light on the Sustainability of Palm Oil.
www.wur.nl/en/news-wur/Show/New-light-on-the-sustainability-of-palm-oil.htm
41
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Palmolieproductie 2021
De productie van palmolie en verse vruchten-
trossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB) is een pri
-
oritair aandachtspunt voor SIPEF, gelet op het
belang van het maximaliseren van de opbrengst
in de huidige productiegebieden via eciënte en
duurzame beheerpraktijken.
In 2021 bedroeg de totale palmolieproductie van
SIPEF 384 178 ton, een stijging van 16,7% ten
opzichte van 2020. Deze groei geldt zowel voor
de productie van de eigen plantages van de Groep
als voor de aankopen van lokale boeren. Ook het
gemiddelde olie-extractiepercentage (24%) lag
hoger dan in 2020 (23,4%).
Deze stijgingen waren te danken aan de zeer
gunstige weersomstandigheden in 2021, die
positief uitvielen voor de groei van de palmen
en de ontwikkeling van het fruit in Indonesië en
Papoea-Nieuw-Guinea
OLIEEXTRACTIEPERCENTAGES
2019 2020 2021
Indonesië 23,33%* 22,79%* 22,99%
Papoea-Nieuw-Guinea 23,33% 24,63% 25,58%
GROEP 23,26%* 23,42%* 23,96%
BANANENPRODUCTIE TON
2019 2020 2021
32 849 31 158 32 200
De productiviteitsverbetering van 2021 was ook
te danken aan andere factoren, die het rendement
de vorige jaren onder druk zetten. Zo was er de
droogte in Indonesië en de vulkaanuitbarstingen
in Papoea-Nieuw-Guinea, die in 2019 resulteer-
den in een lager rendement.
Naar verwachting zal het geproduceerde volume
palmolie in 2022 voor het eerst meer dan 400000
ton bedragen.
* : De gegevens voor Indonesië en de Groep voor 2019 en 2020
zijn herwerkt.
Bananenproductie 2021
SIPEF’s bananenproductie is in Ivoorkust met
3,3% toegenomen tegenover 2020, zonder uit-
breiding van het oogstareaal. Er is een nieuwe
plantage ontwikkeld in Ivoorkust, waarvan 28
hectare werd aangeplant in het vierde kwartaal,
wat zou moeten leiden tot een productiestijging
van 18% in 2022.
Een volledig overzicht van de productiecijfers en
resultaten van SIPEF in 2021 is beschikbaar in
het Jaarverslag deel 1 (Bedrijfsverslag).
Verbetering van de productkwaliteit
SIPEF streeft ernaar de hoogste normen te hante-
ren voor de kwaliteit van haar producten. Zij zorgt
ervoor dat zij beantwoorden aan alle gezondheids-
en veiligheidsvoorschriften en aan de vereisten
van de klanten.
Zorgen voor een goede kwaliteit begint op het
veld, met zaailingen van hoge kwaliteit voor olie-
palmen en klonen voor rubber en thee, en levens-
vatbare weefselkweekprocessen voor bananen. De
beplanting moet op het juiste moment gebeuren,
zodat de planten de tijd hebben om hun wortel-
stelsel uit te bouwen voor er een droge periode
aanbreekt. Vruchtbare grond is daarbij van cruci-
aal belang: die moet voldoende goed afgebroken
organische stoen bevatten en onkruidvrij zijn. Er
worden bodembedekkers geplant in de velden om
bodemerosie te voorkomen zonder de zaailingen
te overschaduwen. Het zorgvuldige onderhoud
van de velden houdt onkruid en ongedierte onder
42 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
controle, en het aanbrengen van de juiste mest-
stoen stimuleert de groei. Goede oogstpraktijken
ten slotte zijn van doorslaggevend belang om tot
een eindproduct van hoge kwaliteit te komen.
  
  
De kwaliteitscontrole vormt een belangrijk aan-
dachtspunt bij de productie van palmoliepro-
ducten, gelet op de stijgende vraag naar gecon-
troleerde ingrediënten van topkwaliteit. Dat
beantwoordt ook aan het toenemende aantal
consumptielanden waar er een versterkte aan-
dacht is voor additieven en specifieke types van
verontreinigende stoen in plantaardige oliën.
Hogekwaliteitspalmolie heeft een laag gehalte
vrije vetzuren (“Free Fatty Acids” - FFA). SIPEF
houdt het FFA-gehalte van haar ruwe palmolie
(“Crude Palm Oil” - CPO) en ruwe palmpitolie
(“Crude Palm Kernel Oil” - CPKO) onder de 5%.
Een hoog FFA-gehalte kan de stroomafwaartse
verwerking hinderen en kan gevolgen hebben
voor de voedselveiligheid van palmolieproducten
voor menselijke consumptie.
Het FFA-gehalte kan toenemen wanneer verse
vruchtentrossen (“Fresh Fruit Bunches” - FFB)
van oliepalmen worden beschadigd tijdens het
oogsten, verzamelen of transporteren. De hoge
lipaseactiviteit leidt dan tot een snelle oliever-
zuring in de gekneusde rijpe vruchten. Om het
FFA-gehalte laag te houden, zorgt SIPEF voor een
correct beheer van de verwerkings-, opslag- en
transportpraktijken. FFB worden zo snel mogelijk
aan de fabrieken geleverd en er wordt gecontro-
leerd op overrijp en gekneusd fruit.
GEMIDDELDE FFAPERCENTAGE IN SIPEF’S PALMOLIEPRODUCTIE
PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN INDONESIË 2018 2019 2020 2021
PLPOM 2,65% 2,97% 3,14% 3,42%
BMPOM 3,14% 3,06% 3,13% 3,13%
UMWPOM 3,62% 3,98% 3,31% 3,65%
MMPOM 3,46% 3,55% 2,97% 3,32%
BTPOM 3,86% 3,47% 3,40% 4,00%
DMPOM 3,71% 3,65% 3,57% 3,40%
PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN PAPOEANIEUWGUINEA
HPOM 3,68% 4,03% 3,03% 2,71%
NPOM 4,30% 3,98% 3,70% 3,06%
BPOM 4,23% 4,26% 3,18% 3,64%
43
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
VOEDSELVEILIGHEID: MAATREGELEN OM HET RISICO VAN VERONTREINIGING DOOR 3MCPD TE BEPERKEN
De laatste jaren is er bij de voedselveilig-
heidsautoriteiten toenemende bezorgdheid
ontstaan over de aanwezigheid van moge-
lijk voorkomende voedselverontreinigende
stoen in eetbare plantaardige oliën. Een
van de belangrijkste problemen op dat vlak
houdt verband met de aanwezigheid van
3-monochloorpropaan-1,2-diol (3-MCPD),
een stof die kan leiden tot gezondheidsrisi-
co's bij onveilige verbruikshoeveelheden.
3-MCPD komt voor in alle geraneerde
plantaardige oliën.
In 2021 ging SIPEF in zee met experts om
een project op te zetten voor methodes
om het risico van verontreiniging door
3-MCPD te beperken. 3-MCPD ontstaat
uit chloorresten in ruwe palmolie (“Crude
Palm Oil” - CPO) wanneer die tijdens het
ranageproces verhit wordt op een tem-
peratuur van meer dan 200 graden Celsius.
SIPEF is een stroomopwaartse speler maar
onderzoekt via dit project manieren om het
gebruik van chloor op de velden en in haar
fabrieksactiviteiten te verminderen, om
zo het risico van 3-MCPD-vorming in de
“midstream”-activiteiten van haar klanten
te beperken. Dat omvat de controle op de
bronnen van chloor die een impact kunnen
hebben op de eerste verwerkingsstappen
in de fabriek.
De eerste tests boeken goede resultaten, en
SIPEF zal zich de komende jaren toeleggen
op de opschaling van het project, inclu-
sief de bouw van de eerste spoelinstallatie
in samenwerking met haar partner in dit
project.
44
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Onderzoek & Ontwikkeling: Verdant Bioscience
SIPEF heeft oog voor het aanzienlijke potentieel
van O&O en innovatie voor de verbetering van de
productiviteit en kwaliteit bij de productie van
oliepalmen en palmproducten. Een verhoging van
het olierendement per hectare blijft cruciaal voor
de palmolie-industrie, die onder druk staat om
meer plantaardige olie op duurzame wijze te pro-
duceren, maar met weinig of zelfs geen gebruik
van extra grond. In dat verband vormt de parti-
cipatie van 38% van de Vennootschap in Verdant
Bioscience Pte Ltd (VBS), een O&O-bedrijf dat
in 2013 werd opgericht, een belangrijke troef.
Via VBS investeert SIPEF in de ontwikkeling
van hoogrenderende F1 hybride oliepalmen,
andere ondersteuningstechnologieën en inno-
vatieve oplossingen die aan de basis liggen van
het aanzienlijke potentieel voor rendements- en
productiviteitsverbeteringen in de wereldwijde
palmoliesector. De zaden van een specifiek gese-
lecteerde F1 hybride variëteit zullen een hoger
rendement opleveren en genetisch uniform zijn.
Dankzij deze genetische uniformiteit binnen iede-
re F1 hybride variëteit kunnen de beheerpraktij-
ken (oogsten, toedienen van voedingsstoen en
herbeplantingstijdstip) verder worden geopti-
maliseerd, wat voor de telers van grote waarde
kan zijn.
Door te investeren in en samen te werken met
VBS krijgt SIPEF niet alleen toegang tot nieuwe
variëteiten van hoogrenderende oliepalmen, maar
ook tot het reële potentieel om wereldwijd zeer
substantiële duurzame voordelen te genereren.
Een hoger rendement per oppervlakte-eenheid
zonder uitbreiding van het oliepalmareaal zou
het risico van verder verlies van regenwoud en
biologische diversiteit kunnen elimineren.
45
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Ondanks de problemen van het werken tijdens
een pandemie heeft het F1 hybride programma
goede vooruitgang geboekt, en in 2021 werden
kandidaat-F1 hybride kruisingen die in de kweek-
tuin waren geteeld, overgeplant naar de velden.
Elk jaar zullen de nieuwe F1 hybride kruisingen
worden getest met vrouwelijke planten met ver-
schillende genetische achtergrond. Er werd ook
succes geboekt bij het verhogen van de frequentie
van kruisingen met F1 hybride palmen met een
welomlijnde maar diverse genetische achter-
grond. De nakomelingen van de eerste generatie
van deze homozygote ouderplanten (F1 hybride
kruisingen) beschikken over het potentieel om
een sterk verbeterd rendement op te leveren.
Als grote aandeelhouder van VBS test SIPEF
commerciële variëteiten van kandidaat-oliepal-
men in haar plantages op Sumatra. Deze testen
omvatten het selecteren op basis van niet alleen
een hoger rendement, maar ook van commercieel
belangrijke secundaire kenmerken zoals ziekte-
resistentie. Ze betreen eveneens de selectie van
nieuw commercieel materiaal voor specifieke
omgevingsomstandigheden, zoals neerslaghoe-
veelheid en -verdeling, bodemvruchtbaarheid,
microbiële diversiteit en vochtopslagcapaciteit.
De agronomen en gewasbeschermingsmedewer-
kers van VBS zijn blijven werken met het manage-
ment van de SIPEF-plantages via aanbevelingen
om het potentieel van bestaande plantages te ver-
wezenlijken, hoofdzakelijk door het opvoeren van
de productiviteit, maar ook via innovaties voor de
verbetering van de bodemgezondheid. Er werden
langlopende experimenten met meststoen en
compost uitgevoerd op representatieve gronden
in de verschillende regio's waar SIPEF oliepal-
mactiviteiten heeft.
VBS werkt ook samen met het plantagemanage-
ment van PT Tolan Tiga Indonesia aan de ontwik-
keling van nieuwe inzichten en hun toekomstige
integratie in de strategieën. Deze ontwikkelingen
omvatten de optimalisering van de plantgroei,
de regeling van het koolstofgehalte in de bodem,
het behoud van een goede waterbalans en de
bestrijding van ongedierte en ziekten. Via deze
ontwikkelingen streeft de Groep ernaar com-
merciële verliezen in oliepalmen, rubber en thee
te voorkomen.
VBS IS ACTIEF OP DRIE BELANGRIJKE GEBIEDEN VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING:
Plantenveredeling, genetica*
en biotechnologie, inclusief
de ontwikkeling van nieuwe
of verbeterde gewassen
Verbeteringen in landbouw
-
praktijken, vooral via de opti-
malisering van voedingsstof-
fen voor oliepalmen
Gewasbescherming en -veer-
kracht, inclusief versterking
van de weerstand tegen de
toenemende dreiging van
ongedierte en ziekten, en
veerkracht in veranderende
groeiomstandigheden
* : Deze scope omvat geen genetische wijziging.
46 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
BELANGRIJKSTE DUURZAAMHEIDSCERTIFICERINGEN IN 2021
Daarnaast wordt er ook gewerkt aan de verdere
optimalisering van de goede landbouwpraktijken
die aan de basis liggen van de duurzame manier
waarop SIPEF haar plantages beheert. Zo gaat
de voorkeur naar de biologische bestrijding van
ongedierte en een minimaal gebruik van pestici-
des. Via deze ontwikkelingen wil SIPEF ook haar
koolstofvoetafdruk terugdringen en het poten-
tieel voor koolstofopslag in de bodem van haar
productiegebieden versterken.
Meer informatie is beschikbaar in deel 1 van
het Jaarverslag (Bedrijfsverslag), pagina’s 63 en
volgende.
Vooruitgang inzake
duurzaamheidscertificering
Duurzaamheidscertificering is een veelzijdig
hulpmiddel dat tijdens de hele groei van een
bedrijf kan worden gebruikt en blijft van funda-
menteel belang voor SIPEF bij de implementatie
van haar duurzaamheidsstrategie. Het streven
naar een duurzaam beheer van de activitei-
ten is een doorlopend, transformatief proces
.
Certificeringen helpen om dit doel dichterbij
te brengen. Ze ondersteunen de implementatie
van goede praktijken en voortdurende verbete-
ring en bieden een kader voor transparantie en
verantwoording.
Ook in 2021 heeft SIPEF haar naleving van toon-
aangevende duurzaamheidsnormen voortgezet
en verder ontwikkeld.
PALMOLIE
SIPEF produceerde in totaal 363 479 ton ruwe palmolie
(“Crude Palm Oil” – CPO) en 73 604 ton palmpitten
(“Palm Kernels” - PK), gecertificeerd volgens de duur-
zaamheidsnormen van de “Roundtable on Sustainable
Palm Oil” (RSPO).
Acht fabrieken zijn “Identity Preserved” RSPO-
gecertificeerd, en één fabriek is “Mass Balance”
RSPO-gecertificeerd.
SIPEF’s zes fabrieken in Indonesië zijn allemaal ISPO-
gecertificeerd.
BANANEN
Alle tijdens de verslagperiode geproduceerde bananen
waren gecertificeerd volgens de “Sustainable Agriculture
Standard” van de “Rainforest Alliance”. SIPEF’s bana-
nenproductie is daarnaast blijven beantwoorden aan de
“Global Good Agricultural Practices” (GLOBALG.A.P.)
en de Fairtrade-normen.
THEE
Alle tijdens de verslagperiode geproduceerde thee
was gecertificeerd volgens de “Sustainable Agriculture
Standard” van de “Rainforest Alliance”.
95% van de
palmproducten
RSPO-gecerti-
ficeerd
100% Rainforest
Alliance-gecertifi-
ceerd
100% Rainforest
Alliance-gecertifi-
ceerd
47
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
RSPO-certificering
Per 31 december 2021 is 69% van het areaal van
SIPEF’s eigen estates RSPO-gecertificeerd, goed
voor een totaal areaal van 80 099 hectare. Tijdens
de verslagperiode produceerde de leveranciersba-
sis van SIPEF 1 555 758 ton gecertificeerde FFB,
wat resulteerde in een volume van 363 479 ton
gecertificeerde duurzame palmolie (“Certified
Sustainable Palm Oil” - CSPO) en 73 604 ton
gecertificeerde duurzame palmpitten (“Certified
Sustainable Palm Kernels” - CSPK).
SIPEF’s negen fabrieken en twee pitpletterijen
hebben hun RSPO-certificering gehandhaafd
tijdens de verslagperiode. Acht fabrieken zijn
“Identity Preserved” RSPO-gecertificeerd, en
slechts één fabriek in Indonesië (Dendymarker
Indah Lestari - DIL) is “Mass Balance”-
gecertificeerd, omdat een deel van haar leveran-
ciersbasis nog niet gecertificeerd is. Dat omvat de
leveringen van een groep van lokale boeren, en de
eerste productie van nieuwe ontwikkelingen bij
Musi Rawas die de nieuwe plantprocedure (“New
Planting Procedure” – NPP) van RSPO hebben
gevolgd maar die wachten op de uitgifte van een
grondgebruiksvergunning (Hak Guna Usaha
HGU). Dat houdt in dat 5% van SIPEF’s totale
CPO-productie niet gecertificeerd was in 2021.
De certificering van de nieuwe ontwikkelingen
zal vooruitgang boeken zodra de definitieve
pachtovereenkomsten worden goedgekeurd door
de Indonesische overheid. Dit proces vergt tijd
omdat de overheid voorschrijft dat het meren
-
deel van de grond binnen de HGU moet wor-
den verworven. Gelet op de principes van vrije,
voorafgaande en geïnformeerde toestemming
(“Free, Prior and Informed Consent” - FPIC) kan
het proces meerdere jaren in beslag nemen. In
afwachting van de goedkeuringen wordt ernaar
gestreefd om de meerderheid van de nieuwe ont-
wikkelingen bij Musi Rawas te laten certificeren
tegen 2023 en het volledige areaal tegen 2026.
SIPEF’s vooruitgang inzake certificering van loka-
le boeren wordt gerapporteerd in het hoofdstuk
Verantwoord inkopen en productie van lokale
boeren (zie pagina 96).
SIPEF’s algemene vooruitgang inzake RSPO-
certificering wordt ook jaarlijks bijgewerkt via
haar RSPO “Annual Communication of Progress”
(ACOP)-verslag, dat te vinden is onder: rspo.org/
members/acop
CSPO EN CSPK PRODUCTIE 2019  2021
201 992
41 751
102 835
21 784
199 877
42 076
210 276
42 801
153 203
30 803
118 123
24 706
2019 2020 2021
Indonesië Papoea-Nieuw-Guinea Indonesië Papoea-Nieuw-Guinea Indonesië
Papoea-Nieuw-Guinea
48
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
“ENVIRONMENTAL MANAGEMENT SYSTEM”CERTIFICERING
SIPEF'S BENADERING VAN DE EMSCERTIFICERING
SIPEF hanteert een milieubeleid dat focust op het
behoud van het milieu en het terugdringen van de
milieu-impact van de Groep. Om dit te implemen-
teren in al zijn uiteenlopende activiteiten, heeft de
Groep het milieubeheersysteem (“Environmental
Management System” - EMS) ontworpen dat kan
aangepast worden aan zijn diverse grondstoen en
locaties en ervoor zorgt dat de milieurisico's op sys-
tematische wijze worden geëvalueerd en aangepakt.
De volgende EMS-principes en -onderdelen zijn van
toepassing op alle activiteiten van SIPEF:
I
dentificatie, evaluatie en beperking van
milieurisico's
Meting en tracking van milieuprestaties
naleving van wet- en regelgeving, inclusief
lokale milieuwetten
K
ader voor monitoring en voortdurende
verbetering
K
ader voor naleving van toonaangevende,
geloofwaardige duurzaamheidsnormen en
certificering
SIPEF’s benadering van de EMS-certificering verschilt naargelang grondstof en productieland, om
zeker te zijn dat de beste beheeraanpak wordt toegepast en afgestemd op de behoeften en vereisten
van iedere lokale context:
De Groep heeft zijn ISO 14001-, ISO 9001- en GlobalG.A.P.-certificeringen voor de betrokken locaties gehand-
haafd tijdens de verslagperiode.
INDONESIË
SIPEF’s activiteiten in Indo-
nesië kennen een aanpak die
RSPO-certificering combi-
neert met de certificering
van het kwaliteitsbeheersys-
teem (“Quality Management
System”- QMS) ISO 9001.
PAPOEANIEUW
GUINEA
SIPEF’s EMS voor haar
palmolieactiviteiten in
Papoea-Nieuw-Guinea is
gecertificeerd volgens de
ISO 14001-norm.
IVOORKUST
In Ivoorkust zijn SIPEF’s
bananenactiviteiten
“GLOBALG.A.P.”- en
“Rainforest Alliance”-
gecertificeerd, met geregel-
de audits van het kwali-
teitsbeheersysteem en de
milieuprestatievereisten van
deze normen.
49
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Klimaatverandering
Klimaatverandering heeft wereldwijd ern-
stige gevolgen en brengt ernstige risico's met
zich mee voor de voedsel- en agrarische sector.
Klimaatverandering kan de beschikbaarheid
van voedsel verstoren, de toegang tot voedsel
beperken en de kwaliteit van voedsel aantasten,
wat kan leiden tot een negatief eect op de voed-
selzekerheid op mondiaal, regionaal en lokaal
niveau. Verwachte temperatuurstijgingen, veran-
deringen in neerslagpatronen, veranderingen in
extreme weersomstandigheden en verminderde
beschikbaarheid van water kunnen allemaal lei-
den tot een verminderde productiviteit van de
agricultuur.
De agrarische sector zelf draagt ook bij tot de
klimaatverandering. Agricultuur, bosbouw en
landgebruik zijn samen verantwoordelijk voor
ongeveer 18% van de wereldwijde uitstoot van
broeikasgassen (“Greenhouse Gas emissions”
- GHG).
8
Hoewel het verminderen van de uit-
stoot van broeikasgassen door de landbouw een
uitdaging blijft, is er een aanzienlijk reductie-
potentieel. In de palmproductie bijvoorbeeld
kunnen een betere integratie van innovatieve
technieken in de teelt- en verwerkingsmethoden,
zoals het opvangen van methaan uit de afvalwa-
terbassins, een eciënt gebruik van meststoen
en een hogere olieopbrengst per hectare, allemaal
een rol spelen.
Gezien de toenemende impact en risico's werkt
SIPEF aan een uitbreiding van haar duurzaam-
heidsstrategie om de problemen in verband met
de klimaatverandering op een meer holistische
manier aan te pakken. Een belangrijke stap in
dit verband is de berekening van de koolstofvoe-
tafdruk van SIPEF op Groepsniveau, die in 2021
werd voltooid. Tijdens de rapporteringsperiode
heeft SIPEF ook verder werk gemaakt van de
klimaatactie-initiatieven die de Groep in het
kader van haar huidige aanpak heeft genomen,
waaronder:
Een composteringsinstallatie voor
palmolieresiduen
Installaties voor het opvangen van methaan
en biogasinstallaties die hernieuwbare
elektriciteit opwekken
Een installatie voor biomassapellets
Programma's v
oor biodiversiteit, behoud en
herbebossing in Indonesië, Papoea-Nieuw-
Guinea en Ivoorkust
8 Ritchie, H. and Roser, M. (Retrieved February 2022). Emissions by Sector. Our World in Data. https://ourworldindata.org/emissions-by-
sector#agriculture-forestry-and-land-use-18-4
50 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Koolstofvoetafdruk
In 2019 is SIPEF begonnen met de berekening
van haar koolstofvoetafdruk op Groepsniveau,
gebruikmakend van de ISO 14064-norm. Deze
methodologie is afgestemd op algemeen gebruik-
te standaarden in de industrie en stelt SIPEF in
staat om haar jaarlijkse netto GHG-uitstoot te
berekenen voor de volledige reikwijdte van haar
activiteiten. Een nauwkeurige meting van de hui
-
dige GHG-bronnen en -putten zal een basislijn
opleveren waartegen toekomstige doelstellingen
kunnen worden afgezet en de vooruitgang kan
worden opgevolgd. Het zal SIPEF ook helpen om
prioriteiten te stellen voor de decarbonisatie, de
nodige middelen toe te wijzen en te bepalen welke
handelingen kunnen worden ondernomen om de
gevolgen van de klimaatverandering te verzachten
en de nodige aanpassingen eraan door te voeren.
Vanaf 2021 werden de eerste stappen voltooid met
de keuze van de methodologie en de herziening
van de gegevens. In 2022 zal SIPEF met een exter-
ne verificateur aan haar berekeningen werken en
naar “assurance” toewerken. SIPEF wil in 2022
ook haar koolstofstrategie vormgeven en zowel
korte-, middellange- als langetermijndoelstel-
lingen voor de reductie van broeikasgasemissies
vaststellen.
De resultaten die in dit deel worden voorgesteld,
omvatten de geschatte jaarlijkse netto-emissies
voor de Scope 1- en Scope 2-activiteiten van de
Groep voor 2019-2021. Ze houden rekening met
de emissies van de stroomopwaartse productie,
de stroomafwaartse verwerking en het transport
naar het verkooppunt voor palmolie, rubber, thee
en bananen binnen de activiteiten van SIPEF in
Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en Ivoorkust.
Op te merken valt dat de gegevens over de broei-
kasgasemissies in dit verslag niet vergeleken kun-
nen worden met de resultaten die verkregen zijn
met behulp van de RSPO “PalmGHG Calculator”.
De “PalmGHG tool” is nauw afgestemd op de ISO
14044 levenscyclusanalyse (LCA)- methodologie
en de resultaten van de twee modellen kunnen
niet direct met elkaar vergeleken worden vanwege
belangrijke methodologische ervan.
Bovendien was, wegens covid-19, de verificatie
en validatie van de gegevens volgens de ISO
14064-methodologie in 2021 niet mogelijk. De
in dit deel gepresenteerde gegevens zijn bijgevolg
nog steeds een raming. In 2022 zal een beperkte
verificatie door een certificeringsinstantie worden
uitgevoerd.
 -   
De to
tale netto-emissies van de Groep voor
2019 werden berekend op 413 798 tCO
2
e.
Dit betrof de productie door de Groep van
312 514 ton ruwe palmolie (CPO), 6 326 ton
rubber, 2 331 ton thee en 32 849 ton bana-
nen in 2019.
De to
tale netto-emissies voor de Groep voor
2020 werden berekend op 535 929 tCO
2
e.
Dit had betrekking op de productie door de
Groep van 329 284 ton CPO, 6 011 ton rub-
ber, 2 762 ton thee en 31 158 ton bananen in
2020.
De totale netto-emissies voor de Groep voor
2021 werden berekend op 628 355 tCO
2
e.
Dit betrof de productie door de Groep van
384 178 ton CPO, 3 826 ton rubber, 2 664
ton thee en 32 200 ton bananen in 2021.
51
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
De meeste emissies van de Groep vallen in de
categorie van Scope 1, de emissies van bronnen
die eigendom zijn van of gecontroleerd worden
door de Groep, en niet in Scope 2, de indirecte
emissies van de opwekking van aangekochte elek-
triciteit, stoom, verwarming en koeling verbruikt
door de Groep.
SIPEF is van plan haar berekening uit te brei-
den naar Scope 3- emissies. Deze categorie omvat
indirecte emissies aomstig van de waardeketen
van de Groep, bijvoorbeeld van lokale boeren,
osite materiaaltransport, woon-werkverkeer
van werknemers, zakenreizen en andere bronnen.
Verdere validatie en verificatie van gegevens, als-
mede samenwerking met derden, zal nodig zijn
om dit mogelijk te maken.
Palmolie levert veruit de grootste bijdrage tot de
koolstofvoetafdruk van de Groep (96%), als gevolg
van de grootschalige activiteiten. De grootste bij-
drage per land komt van Indonesië, opnieuw door
het grotere areaal en de schaal van de activiteiten
van de Groep in die regio.
De toename van de emissies in de jaren tot 2021
is vooral toe te schrijven aan de uitbreiding van
de oliepalmplantages in Musi Rawas, alsook aan
de stijging van de productie van CPO, die recht-
streeks in verhouding staat met de toename van
het euent van de palmoliefabrieken (POME). In
de periode van 2019 tot 2021 was er een stijging
met 29% van het aantal hectaren land dat werd
vrijgemaakt van rubber en gemengde rubber/
agrobosbouw met het oog op de conversie tot
TOTALE NETTOEMISSIES VAN DE GROEP 2021 SCOPE 1 & 2 tCO
2
e)
JAAR SCOPE 1 SCOPE 2 TOTAAL
2019 409 166 4 632 413 798
2020 527 069 8 860 535 929
2021 616 937 11 418 628 355
oliepalm. Dit resulteerde in emissies aomstig
van de gekapte biomassa en in een evenredige
daling van de CO
2
-opslag in die gebieden. Tegelijk
was er ook een stijging met 23% van de CPO-
productie van 2019 tot 2020.
  -
De ISO 14064-berekeningsmethode voor koolstof
houdt rekening met zowel koolstofemissies, waar-
bij broeikasgassen in de atmosfeer vrijkomen,
als koolstofputten, die bijdragen tot de vastleg-
ging van koolstof in de atmosfeer. De door SIPEF
geteelde gewassen (palm, bananen, thee en rub-
ber) fungeren als koolstofputten. De emissiebron-
nen van de activiteiten van de Groep, gerangschikt
in volgorde van belangrijkheid, zijn: historische
en huidige wijzigingen in landgebruik, afvalwater
van de palmolie-extractiefabriek (“Palm Oil Mill
Euent” - POME), stikstooudende meststoen,
kunstmest, brandstof voor ander transport en het
dieselverbruik van de fabriek. Verandering van
landgebruik en POME leveren de belangrijkste
bijdragen tot de bruto-emissies.
De emissies ten gevolge van de ontruiming van
gemengd vroeger landgebruik (rubber/agrobos-
bouw) werden gecompenseerd door koolstofop-
slag in de plantages. Toch was er tussen 2019 en
2021 een vermindering van CO
2
-opslag door de
conversie van rubber naar palm, de herbeplanting
van palm en de omvorming van struikgewas tot
palm.
De berekening van de opslag omvat de bescherm
-
de gebieden binnen de grenzen van de landgoede-
ren, alsook de “High Conservation Value” (HCV)-
en “High Carbon Stock” (HCS)-gebieden binnen
de bedrijfsconcessies. Het SIPEF Biodiversity
Indonesia (SBI) conserveringsgebied (12 672
hectare) wordt niet als CO
2
-put meegerekend,
aangezien de ISO 14064-methodologie alleen
rekening houdt met operationele emissies en
52 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
putten. Als SBI wel wordt meegerekend, zou het
als put geraamd worden op 116 445 ton CO
2
e per
jaar.
 
  
Bij de palmolieproductie is POME een belangrijke
bron van broeikasgasemissies. POME-emissies
zijn voornamelijk het gevolg van de anaërobe
araak van organisch materiaal in het afvalwater,
waarbij methaan als nevenproduct vrijkomt. De
uitstoot als gevolg van POME kan worden beperkt
door de verdere uitbouw van de technologieën
voor methaanafvang die al in de Groep worden
toegepast. Met deze technologieën worden delen
van de conventionele waterzuiveringssystemen
afgedekt en wordt het opgevangen methaan afge-
fakkeld of verbrand in een biogasinstallatie.
Methaan is een krachtig broeikasgas. Het aardop-
warmingsvermogen per mol methaan is 25 keer
hoger dan dat van kooldioxide, waardoor het voor
SIPEF een van de meest doeltreende punten is
om zich op te concentreren. Methaan heeft ook
een hoge calorische waarde, zodat het kan worden
gebruikt om elektriciteit op te wekken als het
wordt opgevangen en opgeslagen. Elektriciteit
opgewekt door de verbranding van methaan is op
zijn beurt veel ‘schoner’ dan de energie die gepro-
duceerd wordt door de verbranding van steenkool
of diesel, de meest voorkomende energiebronnen
in de landen waar SIPEF actief is. De voorzienin-
gen van de Groep voor het opvangen van methaan,
uitgerust met biogasinstallaties in Indonesië,
hebben 6 039 602 kWh elektriciteit opgewekt in
2021, die volledig gebruikt werd om de fabrieken
van stroom te voorzien of voor algemeen gebruik
door de omliggende gemeenschappen.
In Indonesië hebben vier fabrieken al werken-
de installaties voor het opvangen van methaan.
In Papoea-Nieuw-Guinea beschikt één fabriek,
Barema, over een methaanopvangtank. Door tech-
nische problemen was het opvangsysteem echter
van 2019 tot en met 2021 niet volledig operatio-
neel. Dit had een invloed op de emissies in ver-
band met POME in Papoea-Nieuw-Guinea gedu-
rende deze periode. Om het eect van methaan
te beperken, heeft Hargy Oil Palms Ltd (HOPL)
een mitigatieprogramma opgesteld om voor al
haar fabrieken installaties voor methaanafvang
te voorzien, die tegen 2030 voltooid moeten zijn.
 
In 2018 heeft de Europese Unie haar visie
bepaald om tegen 2050
9
klimaatneutraal te zijn.
Vervolgens hebben veel politieke organen en
bedrijven dit voorbeeld gevolgd, waarbij steeds
meer instellingen en bedrijven klimaatrisico's
berekenen, netto-zerodoelstellingen vastleggen
en klimaatactieplannen ontwikkelen.
De berekening van de koolstofvoetafdruk van de
SIPEF-groep maakt het mogelijk een basislijn
vast te stellen, wat essentieel is voor het bepa-
len van doelstellingen voor de vermindering van
broeikasgasemissies. Als kritieke volgende stap
wordt een strategie voor de vermindering van de
broeikasgasemissies ontwikkeld, die voortbouwt
op de verschillende bestaande maatregelen die
SIPEF in de voorbije jaren heeft genomen. Meer
informatie over initiatieven en het bepalen van
doelstellingen zal beschikbaar worden gesteld
in SIPEF's “Carbon Report”, dat in 2022 zal
verschijnen.
9 European Commission. (Retrieved February 2022). Climate Action. 2050 Long-Term Strategy.
https://ec.europa.eu/clima/eu-action/climate-strategies-targets/2050-long-term-strategy_en
53
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
BIOPELLETS: EEN HERNIEUWBAAR ALTERNATIEF VOOR FOSSIELE BRANDSTOFFEN
Om de klimaatverandering te matigen, is het van
cruciaal belang de aankelijkheid van fossiele brand-
stoen te verminderen. Ongeveer twee derde van de
wereldwijde uitstoot van broeikasgassen is aomstig
van de verbranding van fossiele brandstoen voor
energie, die worden gebruikt voor verwarming, elek-
triciteit, vervoer en industrie. SIPEF blijft streven
naar een vermindering van het totale energiever-
bruik door de operationele eciëntie te verhogen en
door initiatieven te nemen die hernieuwbare energie
opwekken of gebruiken.
SIPEF heeft het project van de biopellets opgestart
naar aanleiding van de resultaten van een door de
Groep uitgevoerde studie over hernieuwbare alter-
natieven voor fossiele brandstoen. Biopellets zijn
een koolstofneutrale vaste brandstof die steenkool of
andere soorten biomassa rechtstreeks kan vervangen.
Het project vindt plaats in SIPEFs palmolie-extrac-
tiefabriek Umbul Mas Wisesa (UMW), waar in 2020
een biomassapelletinstallatie werd gebouwd. De faci
-
liteit is in staat om lege vruchtentrossen (“Empty
Fruit Bunches”), een bijproduct van het maalproces,
om te zetten in calorierijke pellets van hoge kwaliteit
door middel van een verhittingsproces dat torrefactie
wordt genoemd.
Het project ging in 2019 van start, maar de aanvan-
kelijk in 2020 geïnstalleerde apparatuur bleek niet
geschikt voor de lengte van de vezels van de versnip-
perde EFB. Herstellingen en aanpassingen aan de
installatie zijn aan de gang en de faciliteit zal naar
verwachting in 2022 volledig operationeel zijn.
HERSTEL VAN MANGROVEBOSSEN: VERSTERKING VAN DE NATUURLIJKE BESCHERMING TEGEN DE STIJGENDE ZEESPIEGEL
Hoewel de meeste van SIPEF's vroegere en huidige
initiatieven gericht waren op het beperken van de
klimaatverandering, is SIPEF ook begonnen met het
uitbreiden van haar strategie naar mogelijkheden
om veerkracht op te bouwen tegen de gevolgen van
de klimaatverandering.
In juni 2021 startte HOPL in Papoea-Nieuw-Guinea
een nieuw project op dat zich richt op het herstel
van mangrovebossen. Deze kustbossen bieden een
natuurlijke bescherming tegen stormvloeden, kuste-
rosie en overstromingen van het kustgebied. Zij zijn
ook van cruciaal belang voor het levensonderhoud
en de voedselzekerheid van de plaatselijke gemeen-
schappen. Bovendien dienen ze als broedplaats voor
de mariene biodiversiteit, waaronder vissen, krabben,
garnalen, vogels en reptielen.
Mangroveaanplant en -herstel is een van de meest
doeltreende en goedkoopste methoden om de kust
tegen de stijgende zeespiegel te beschermen. Het
project richt zich op de ontwikkeling van een man-
grovekweektuin op de Kiba-plantage van HOPL in
Navo, om de kustbuerzone te herstellen waar deze
was aangetast over een gebied van 6,5 hectare. De
rehabilitatie-inspanningen maken deel uit van een
breder plan voor het herplanten van oliepalmen in
een gebied dat naast de aangewezen kustbuerzone
ligt. Over een periode van vijf jaar zullen er geleide-
lijk verschillende soorten mangrovebomen worden
geïntroduceerd.
HOPL zal het potentieel van mangroveherstel blijven
onderzoeken als een aanpassingsoplossing om de
kustgebieden waar zij actief is te beschermen tegen
de gevolgen van de klimaatverandering. De onderne-
ming volgt de resultaten van het project op de voet
om hieruit te leren, verbeteringen aan te brengen en
het te herhalen als het succesvol is.
54
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
55
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
SIPEF’s aanpak voor een doelmatige implemen-
tatie van haar beleid inzake ‘Geen Ontbossing
omvat de volgende onderdelen en maatregelen:
Nieuwe ontwikkelingen: Er worden geen
nieuwe ontwikkelingen uitgevoerd in “High
Conservation Value” (HCV)-gebieden, High
Carbon Stock (HCS)-bossen, veengronden
en kwetsbare of marginale gronden. Ook
de rechten van de lokale gemeenschappen
moeten worden gerespecteerd, met inbe-
grip van hun recht op land dat wordt ont-
wikkeld. De Groep volgt de “New Planting
Procedure” (NPP) van de RSPO alvorens
nieuwe ontwikkelingen te starten in haar
eigen plantages.
M
onitoring van ontbossing: SIPEF
controleert haar concessies in Indonesië en
Papoea-Nieuw-Guinea op wijzigingen van
landgebruik en potentieel illegale ontbos-
singsactiviteiten. De monitoring dekt ook
gebieden die worden beheerd door externe
leveranciers.
Geen ontbossing
Natuurlijke bossen slaan enorme hoeveelheden
koolstof op en vormen de habitat voor het over-
grote deel van de landdieren van de wereld. Ze
zijn ook belangrijk voor het levensonderhoud van
miljoenen mensen, zoals inheemse bevolkingen
en lokale gemeenschappen.
Ontbossing zorgt ervoor dat de koolstofvoorraad
vrijkomt uit de bossen en in de atmosfeer terecht-
komt. De klimaatimpact van bosverlies kan sterk
verschillen, aankelijk van de specifieke kenmer-
ken van de betrokken gebieden. De emissies door
een wijziging van landgebruik kunnen aanzienlijk
zijn wanneer volgroeide bossen worden aangetast.
Ontbossing draagt ook bij tot het verlies van bio-
diversiteit en kan een schadelijke impact hebben
op de bodem, zoals erosie en woestijnvorming.
Collectieve en gecoördineerde inspanningen van
overheden en bedrijven zijn essentieel om ontbos-
sing tegen te gaan en de wereldwijde emissiere-
ductiedoelstellingen in verband met landgebruik
te bereiken.
Sinds november 2014 hanteert SIPEF op
groepsniveau het principe ‘Geen Ontbossing’.
Dit principe maakt deel uit van het breder
engagement Geen Ontbossing, Geen gebruik
van Veengebieden en Geen Uitbuiting (“No
Deforestation, No Peat, and No Exploitation”
- NDPE). Hoewel dit beleid voor alle gewassen
geldt, wordt er extra aandacht besteed aan de
oliepalmactiviteiten.
56 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verificatie van wijziging in landge-
bruik: SIPEF werkt samen met externe
technische experts en partners om haar
monitoringsystemen aan te vullen met
de verificatie van wijzigingen in landge-
bruik in de gebieden die onder beheer van
de Vennootschap staan in Indonesië en
Papoea-Nieuw-Guinea.
Sanering en compensatie: SIPEF heeft
zich verbonden tot de “Remediation and
Compensation Procedure” (RaCP) van de
RSPO voor haar eigen oliepalmactiviteiten.
De RaCP focust op de evaluatie van histo-
rische plantageontwikkelingen die hebben
plaatsgevonden sinds november 2005 en
die nog geen HCV-evaluatie hebben onder-
gaan. Als er verlies van HCV-gebied wordt
vastgesteld via de procedure, moet er een
programma voor natuurbehoud worden
opgezet om het verlies te compenseren.
Brandpreventie en -beheer: SIPEF han-
teert een strikt beleid van ‘Geen Branden’,
dat van toepassing is op haar eigen estates
en de leveranciers. De Vennootschap
beschikt ook over een brandrisicomonito-
ringsysteem, en over brandbestrijdingspro-
cedures te volgen in geval van brand.
57
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
TRENDVERSCHUIVING: ONTBOSSINGSBELEID EN OVERHEIDSMAATREGELEN
Nu de wereld een versnelling hoger schakelt in haar
transitie naar een koolstofarme economie, versterken
de beleidsmakers de verplichtingen en nemenstrikte
maatregelen om ontbossing tegen te gaan.
Op de 26e jaarlijkse Klimaatconferentie van de
Verenigde Naties (COP26) in Glasgow beloofden
meer dan 100 landen de ontbossing te stoppen en
terug te draaien tegen 2030. Als grote verbruiker van
tropische landbouwproducten heeft ook de Europese
Unie onlangs een verordening voorgesteld die ver-
plichte due diligence-regels voorschrijft om de invoer
van producten die verband houden met ontbossing
te voorkomen.
10
Zes grondstoen – rundvlees, hout,
palmolie, soja, koe en cacao – en sommige van hun
afgeleide producten vallen onder de verordening.
In 2018 voerde de Indonesische overheid een tijde-
lijk moratorium in op nieuwe vergunningen voor
oliepalmplantages, dat afliep in september 2021.
Het moratorium was bedoeld om onder andere bos-
branden en landconflicten te voorkomen. Samen
met andere factoren, zoals het toenemende aantal
bedrijven dat werkt met een beleid inzake Geen
Ontbossing, Geen gebruik van Veengebieden en Geen
Exploitatie (NDPE), heeft dit bijgedragen tot het
historisch lage peil van de ontbossing in Indonesië
in 2020 en 2021. Interessant daarbij is dat de ont-
bossing, vooral in het kader van de ontwikkeling van
oliepalmplantages, ook in Indonesië, Maleisië en
Papoea-Nieuw-Guinea tot haar laagste peil sinds
2017 is gedaald.
11
De complexiteit van het implementeren van de
principes van Geen Ontbossing op een breder land-
schapsniveau hangt sterk af van een geïnformeerde
en duurzame planning en beleid inzake landgebruik,
waar lokale grondbezitters en beleidsmakers bij
betrokken zijn. Deinspanningen die nodig zijn
voor een eerlijke transitie voor lokale boeren zijn
belangrijk en zullen investeringen en overleg vereisen
evenals het besef van de hoogdringendheid bij zowel
overheden als bedrijven.
10 Europese Commissie. (17 november 2021) Vragen en antwoorden over de nieuwe regels voor ontbossingsvrije producten.
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/qanda_21_5919
11 Chain Reaction Research. (2022, March 7). The Chain: Deforestation Driven by Oil Palm Falls to a Four-Year Low.
https://chainreactionresearch.com/the-chain-deforestation-driven-by-oil-palm-falls-to-a-four-year-low/
58 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Nieuwe ontwikkelingen
SIPEF neemt de vereisten van de RSPO NPP in
acht voor alle nieuwe ontwikkelingen in haar
oliepalmactiviteiten.
In het kader van de NPP moeten alle plannen
voor nieuwe ontwikkelingen een geïntegreer-
de “High Carbon Stock Approach” (HCSA) en
“HCV Assesment” ondergaan, in lijn met de
huidige betrokken standaarden en vóór er enige
landontwikkeling plaatsvindt. Het proces omvat
een peerreview van de HCV/HCS-evaluaties, die
allemaal beschikbaar zijn op de HCV Network- en
HCSA-websites.
De procedure schrijft ook voor dat bedrijven
moeten overleggen met gemeenschapsstakehol-
ders en het proces voor een vrije, voorafgaande
en geïnformeerde toestemming (“Free, Prior
and Informed Consent” - FPIC) moeten volgen.
Daarnaast moeten zij ook de gevolgen evalueren
voor de gemeenschappen en het milieu, broeikas-
gasevaluaties uitvoeren, de bodemgeschiktheid
onderzoeken en de wijziging van landgebruik
analyseren.
Nieuwe ontwikkelingen voor ander gebruik dan
oliepalmen volgen vergelijkbare procedures, naast
de relevante vereisten krachtens de “Rainforest
Alliance”-normen.
   2021
In 2021 werden drie NPP-evaluaties uitgevoerd in
de aanloop naar de geplande conversie van twee
rubberplantages naar oliepalmen en voor de aan-
koop van een bestaande oliepalmestate. Deze
NPP’s hebben betrekking op circa 5 839 hectare
nieuw te ontwikkelen land.
Ontbossing monitoren
SIPEF’s programma voor ontbossingsmonito-
ring maakt hoofdzakelijk gebruik van het “Global
Forest Watch” (GFW)-platform als teledetectie-
tool om haar concessies te controleren op bos-
verlies en wijziging van landgebruik, inclusief
illegale landconversie en ontbossing.
Het programma is aanzienlijk uitgebreid sinds
2020, en dekt nu het volledige gebied van de eigen
activiteiten van SIPEF in Indonesië en Papoea-
Nieuw-Guinea en hun leveranciersgebieden.
59
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
OORZAAK VAN HET INCIDENT EVALUEREN
Als wordt vastgesteld dat er wel degelijk een incident is geweest, wordt de
oorzaak ervan geëvalueerd. Die oorzaak kan bijvoorbeeld van menselijke
aard zijn, maar kan ook een natuurlijke oorsprong hebben, zoals de erosie
van een rivieroever, natuurlijke boomsterfte of schade door wind. Niet-
natuurlijke oorzaken zijn, onder andere, inpalming voor zelfvoorzienende
landbouw, ontbossing voor constructie- of brandhout, of conversie met
het oog op commerciële land- of bosbouw.
SIPEF’S PROCES VOOR DE ONTBOSSINGSMONITORING VIA GFW
GFWWAARSCHUWING ONTVANGEN
Wanneer een waarschuwing wordt ontvangen via het “Global Forest
Watch” (GFW)-platform, gaan teams ter plaatse om te verifiëren of er
wel degelijk sprake is van bosverlies. Het grootste deel van de ontvangen
waarschuwingen blijkt een foute positieve melding te zijn, wat het gevolg
kan zijn van interpretatiefouten vanwege de technische parameters
binnen het GFW monitoringsysteem.
BEHEERCONTROLE VERIFIËREN
Er wordt nagegaan of SIPEF beheercontrole uitoefent over het gebied
waar het incident heeft plaatsgevonden, namelijk of het al dan niet door
SIPEF was aangekocht. Conform de FPIC-vereisten krijgen landeige-
naren de keuze om niet te verkopen. In dergelijk geval oefent SIPEF
geen controle uit over de betrokken gronden, ook niet als zij binnen de
concessiezone van de Vennootschap liggen.
MAATREGELEN NEMEN
Alle illegale ontbossingsactiviteiten worden gemeld aan de politie, ille-
gale bezetters en grondgebruikers worden uitgezet en de betrokken
gebieden worden zo snel mogelijk hersteld met natuurlijke begroeiing.
In waarschuwingsgevallen waar SIPEF geen beheercontrole uitoefent
zal SIPEF met de gemeenschappen overleggen inzake haar beleid voor
duurzaam landgebruik.
60 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
- 2021
In 2021 werden in totaal 577 waarschuwingen
ontvangen via GFW-monitoring van bosverlies
binnen SIPEF’s concessiegebieden in Indonesië.
Na onderzoek werd vastgesteld dat het in 168
gevallen wel degelijk om bosverlies ging. Daarvan
bleek 89% het gevolg te zijn van landontginning
door lokale gemeenschappen. Circa 88% van de
incidenten vond plaats in Musi Rawas (Zuid-
Sumatra), op land dat wordt gebruikt door
gemeenschappen en dat momenteel niet onder
de beheercontrole van SIPEF valt.
In Papoea-Nieuw-Guinea werden in totaal 29
waarschuwingen ontvangen voor de leveranciers-
gebieden van Hargy Oil Palms Ltd (HOPL), die
allemaal reëel bosverlies bleken aan te geven. De
oorzaak van 17 van de incidenten bleek te liggen
in onrechtmatige ontginning door lokale gemeen-
schappen voor tuinbouw voor voedselvoorziening,
terwijl de oorzaak van de resterende 12 nog wordt
onderzocht.
“GLOBAL FOREST WATCH” MONITORINGGEGEVENS INZAKE BOSBESTANDVERLIES IN 2021
IN EIGEN CONCESSIES IN LEVERANCIERSGEBIEDEN
LAND / PROVINCIE GFW WAAR
SCHUWINGEN
GEVERIFIEERDE
INCIDEN
TEN VAN
BOSVERLIES
GEVERIFIEERDE
OPPERVLAKTE
VAN HET BOS
VERLIES HA
GFW WAAR
SCHUWINGEN
GEVERIFIEERDE
INCIDEN
TEN VAN
BOSVERLIES
GEVERIFIEERDE
OPPERVLAKTE
VAN HET BOS
VERLIES HA
INDONESIË 577 168 117 NVT NVT NVT
Noord-Sumatra 18 0 0 NVT NVT NVT
Bengkulu 197 20 6 NVT NVT NVT
Zuid-Sumatra 362 148 111 NVT NVT NVT
PAPOEANIEUWGUINEA
0 0 0 29 29 24
TOTAAL 577 168 117 29 29 24
:
De GF
W-monitoring van bosverlies dekt geen leveranciersgebieden in Indonesië. Deze gebieden worden gecontroleerd via de
verificatieprocedure voor wijziging van landgebruik van SIPEF’s ontbossingsmonitoringaanpak.
De geverifieerde oppervlakte van het bosverlies in Papoea-Nieuw-Guinea betreft slechts 17 incidenten, aangezien de verificatie van het
bosverliesareaal voor de resterende incidenten nog in onderzoek is.
61
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Analyse en verificatie van
wijziging in landgebruik
SIPEF heeft Earthqualizer Foundation (EQ)
aangezocht om al haar estates en leveranciers
te controleren op de naleving van haar NDP-
verbintenissen. Dat gebeurt aan de hand van
een historische en real-time analyse van satel-
lietbeelden om veranderingen in bodembedek-
king op te sporen die in strijd zijn met de NDP-
verbintenissen. Incidenten uit het verleden
worden geverifieerd via een” Recovery Liability
Assessment” (herstelverplichtingsevaluatie).
Deze procedure omvat ook het documenteren van
de oorzaken en de ontwikkeling van corrigerende
maatregelen die moeten worden genomen om
bevestigde verplichtingen te herstellen. EQ zal
NDP-monitoringrapporten verschaen op basis
van geverifieerde gegevens en zal SIPEF bijstaan
in het overleg met de betrokken stakeholders. Het
is de bedoeling om deze rapporten te verbinden
met de huidige inhoud op SIPEF’s interactieve
“mapping”-applicatie, Geo SIPEF.
62
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Brandpreventie en -beheer
SIPEF staat geen gebruik van vuur toe om grond
plantklaar te maken in haar eigen plantages en
in de beheerde zones van haar leveranciers. Het
gebruik van vuur om grond vrij te maken is in
strijd met de wetten van de landen waar de Groep
actief is. Het brengt ook schade toe aan de lange-
termijnvruchtbaarheid van de bodem en kan de
landbouwactiviteiten verstoren. Maar belang-
rijker nog is dat branden een negatieve impact
hebben op de menselijke gezondheid, bossen en
andere kritieke ecosystemen en bijdragen tot de
uitstoot van broeikasgassen.
Nu droogteomstandigheden door de klimaatver-
andering steeds vaker voorkomen, zijn de brandri-
sicomonitoring en brandbestrijding van cruciaal
belang voor SIPEF’s aanpak inzake brandpreven-
tie en -beheer. Ook waterbeheer in veengronden is
zeer belangrijk om te voorkomen dat er hotspots
voor branden ontstaan. SIPEF besteedt dan ook
bijzondere aandacht aan de brandpreventie in
deze gebieden.
63
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
’   -
, -  -
SIPEF monitort en beheert het brandrisico via
bemande brandtorens op haar estates, de com-
municatie en training voor de veldwerkers van de
Groep en het onderzoek van alle direct waargeno-
men branden en potentiële branden of hotspots.
Brandhotspots worden via satelliet gemonitord
tot 100 meter buiten haar concessiegebieden,
en in de gebieden van haar leveranciers, met
behulp van het Fire Information for Resource
Management System (FIRMS).
Alle branden op de estates moeten worden gedo-
cumenteerd volgens een strikt meldingssysteem.
Geautomatiseerde hotspotwaarschuwingen op
basis van satellietbeelden worden op continue
basis gegenereerd en iedere waarschuwing wordt
onderzocht. De brandrisicostatus wordt elke dag
bijgewerkt en aan het personeel op alle niveaus
meegedeeld. Op talrijke plaatsen in de estates
van SIPEF staan borden die de brandrisicostatus
aangeven, zodat de werknemers en hun gezinnen
voortdurend op de hoogte zijn van mogelijke of
bevestigde branden.
AANTAL HOTSPOTS VS. BEVESTIGDE BRANDEN IN
CONCESSIES EN LEVERANCIERSGEBIEDEN 20202021
107
35
1
5
000
1
0 0 0
8
1
0
2 2
Indonesië Indonesië
2020
2021
Papoea-Nieuw-Guinea Papoea-Nieuw-Guinea
Hotspots in eigen concessiegebieden
Bevestigde branden in eigen concessiegebieden
Hotspots in leveranciersgebieden
Bevestigde branden in leveranciersgebieden
In overeenstemming met de wet en de principes
en criteria van de RSPO beschikt de Groep over
getrainde brandweerlui, specifieke middelen en
voertuigen die uitgerust zijn met watertanks en
hogedrukpompen. Wanneer het brandrisico hoog
is, worden de brandweerlui ingezet, indien nodig
ook buiten de estates om branden in omliggende
dorpen te bestrijden.
Alle bevestigde branden worden onmiddellijk
geblust. Er wordt voor elke brand een intern
rapport opgesteld, dat vervolgens bij de politie
wordt ingediend. In het geval van oliepalmacti-
viteiten worden deze rapporten ook ingediend
bij de RSPO.
-    2021
In 2021 identificeerde SIPEF’s brandmonito-
ringsysteem 35 hotspots binnen haar eigen con-
cessiegebieden in Indonesië, waarvan er één een
werkelijke brand bleek te zijn. De brand woedde
op een gebied van drie hectare bij de Sei Liam
estate van PT Dendymarker Indah Lestari in Musi
Rawas, en bleek gelinkt te zijn aan activiteiten
voor landgebruik door gemeenschappen in zones
die momenteel niet onder de beheercontrole van
SIPEF vallen.
In Papoea-Nieuw-Guinea werden twee hotspots
gedetecteerd binnen de eigen concessiezone van
HOPL, en beide werden bevestigd als werkelijke
branden. Er werden acht hotspots gedetecteerd
in de leveranciersgebieden van HOPL, waarvan
er slechts één een werkelijke brand bleek te zijn.
De branden hielden meestal verband met tuin-
bouwactiviteiten voor voedselvoorziening van
lokale gemeenschappen, en de totale getroen
oppervlakte bedroeg zo'n drie hectare.
64
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
HERBEBOSSINGSPROGRAMMA IN IVOORKUST
Ivoorkust heeft sinds 1960 meer dan 85% van zijn
beboste oppervlakte verloren, hoofdzakelijk ten
gevolge van de agrarische uitbreiding gelinkt aan
de cacaoteelt.
12
SIPEF’s bananenonderneming,
Plantations J. Eglin, is zich bewust van de ernst van
dit probleem en zet zich in om via haar herbebos-
singsprogramma een bijdrage leveren aan het herstel.
Na een studie in 2010 toegespitst op het geïntegreerd
beheer van flora en fauna op haar productiesites,
ontwikkelde de onderneming een herbebossingsplan
voor laaggelegen gebieden die niet geschikt zijn voor
de bananenteelt, voornamelijk op de sites van Azaguié
en Agboville. In de loop der jaren is het programma
geleidelijk uitgebreid tot een oppervlakte van onge-
veer 126 hectare, wat overeenkomt met 7% van de
bedrijfsplantages.
Tussen 2010 en 2021 werden ongeveer 158 000 gme-
lina- (Gmelina arborea), teak- (Tectona grandis) en
acacia mangium-bomen (Acacia mangium) geplant.
De overgrote meerderheid van de geplante bomen
waren gmelina's (78%). Deze zijn beter geschikt
voor de laaggelegen terreinen op de plantages, dan
teakbomen (22%), die beter gedijen op hellingen.
In het eerste jaar van het programma zijn ongeveer
11 110 teakbomen verloren gegaan op het terrein in
Agboville als gevolg van overmatig water in laaggele-
gen gebieden. Deze werden het jaar daarop vervangen
door gmelinabomen.
In 2021 werden voor het eerst 950 acacia mangi-
um-bomen geplant, waardoor de diversiteit van de
in het programma opgenomen soorten werd vergroot.
Hoewel het programma in de eerste plaats een posi-
tieve milieu-impact wil hebben, heeft de onderne-
ming ook het potentieel onderzocht van het duur-
zaam gebruik van hout dat zou kunnen voortkomen
uit het uitdunnen. Het uitdunnen wordt reeds uitge
-
voerd als onderdeel van de onderhoudsactiviteiten
van het programma en heeft tot gevolg dat bomen met
een kleine diameter en overbodige bomen selectief
verwijderd worden. Dit gebeurt om de groeisnelheid
en de gezondheid van de overblijvende bomen te ver-
beteren. Uit een evaluatie door een plaatselijk bedrijf
in 2021 bleek echter dat veel van de voor uitdunning
geselecteerde bomen niet geschikt zouden zijn voor
commerciële doeleinden.
Plantations J. Eglin zal zich blijven concentreren op
de instandhouding van de reeds beplante hectaren
en zal de mogelijkheid evalueren om het programma
in de toekomst uit te breiden.
: De totale beplante oppervlakte verschilt van de huidige oppervlakte waarop het programma betrekking heeft. Dit is te verklaren door het gedeeltelijke
verlies van de beplante oppervlakte in teakhout in Agboville in 2010 (tien hectare) en de illegale bosomvorming in sommige van de percelen in Azaguié (zes
hectare).
Azaguié
Agboville
46 ha
96 ha
Totale
beplante
oppervlakte
142 ha
Gmelina
Teak
Acacia Mangium
22% 78%0%
Aangeplante
bomen
158064
TOTALE BEPLANTE OPPERVLAKTE IN HET KADER VAN
HET HERBEBOSSINGSPROGRAMMA 20102021
SOORTEN BOMEN GEPLANT IN HET KADER VAN
HET HERBEBOSSINGSPROGRAMMA 20102021
12 Mighty Earth. (2021, February 18). Mighty Earth’s Cocoa Accountability Map 3.0 Reveals 47,000 Hectares of Deforestation in Prominent Cocoa-Growing Regions of West Africa.
https://www.mightyearth.org/2021/02/18/mighty-earths-cocoa-accountability-map-3-0-reveals-47000-hectares-of-deforestation-in-prominent-cocoa-growing-regions-of-
west-africa/
65
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Veengronden
Veengronden zijn een soort moerasgebieden die
in de loop van duizenden jaren zijn gevormd uit
gedeeltelijk dode vegetatie. Ze komen voor in
de meeste landen en worden ingedeeld onder
de organische bodems. Wereldwijd worden ver-
schillende definities gehanteerd, die verschillen
naargelang het percentage organisch materiaal
en de minimumdikte van de organische veenlaag.
In hun natuurlijke staat zijn veengronden echte
koolstofreservoirs. Ze herbergen ook een unieke
biodiversiteit, regelen de waterstromen en dienen
als waterzuiveraars en -reserves.
In de loop van de tijd is er wereldwijd een enorm
areaal aan veengrond in gebruik genomen voor
landbouw. In 2015 was 4,3 miljoen hectare (27%)
van de veengronden op het Maleisische schierei-
land, Sumatra en Borneo ingepalmd door indus-
triële plantages.
13
Indonesië en Maleisië hebben
samen meer dan 24 miljoen hectare veengrond.
14
Sinds 2014 hanteert SIPEF een strikt verbod op
nieuwe ontwikkelingen op veengronden, onge
-
acht de diepte ervan, in al haar eigen plantages
en die van haar leveranciers. In Indonesië bezit
SIPEF diverse estates met in het verleden ont-
wikkelde veengrond. Zij past er de beste beheer-
praktijken toe zoals vastgelegd door de RSPO en
de plaatselijke voorschriften.
Alle estates met zones die zijn geïdentificeerd als
veengrond worden geïnventariseerd, gedocumen-
teerd en gerapporteerd aan de RSPO om de beste
veenbeheerpraktijken te kunnen monitoren en
promoten. SIPEF werkt ook samen met lokale
boeren om ervoor te zorgen dat voor de beplante
veengronden deze praktijken worden gevolgd.
Beheer en behoud van veengronden
De beste veenbeheerpraktijken van de RSPO zijn
ontworpen om de problemen in verband met de
teelt van oliepalmen op historisch ontwikkelde
veengronden te beperken. SIPEF past deze beste
praktijken toe en identificeert zones voor behoud
en herstel.
Om veengrond geschikt te maken voor oliepal-
men moet hij drooggelegd worden, wat de bodem
kwetsbaar maakt voor brand, inzakking, overstro-
ming en productiviteitsverlies. Een goed water-
beheer kan helpen om deze risico's te voorkomen
en te beperken, en tegelijk de uitstoot van broei-
kasgassen te verminderen. Bij alle activiteiten op
veengrond regelt SIPEF het waterpeil en hand-
haaft zij een hoge grondwaterspiegel, overeen-
komstig de RSPO-vereisten.
Conform de RSPO Principes & Criteria (P&C)
(2018) voert SIPEF drainage-evaluaties uit vol-
gens de RSPO “Drainability Assessment” (DA)-
Procedure. Deze procedure is in 2019 opgesteld
om oliepalmbedrijven te helpen hun beheerpro-
cessen voor veengronden bij te sturen, om de
bodeminzakking en het risico van overstroming
te verminderen.
Op dit moment zijn drie drainage-evaluaties bij
de RSPO ingediend, waarvan de goedkeuring han-
gende is. Deze evaluaties vonden plaats op drie
estates en betreen circa 13 698 hectare, waar
een classificatieproces voor loopt.
SIPEF zal de implementatie van haar beheer-
aanpak voor estates met ontwikkelde veengron-
den blijven monitoren en zal, waar mogelijk,
nieuwe mogelijkheden voor behoud en herstel
identificeren.
13 Miettinen et al (2016). Land cover distribution in the peatlands of Peninsular Malaysia, Sumatra and Borneo in 2015 with changes since 1990.
Global Ecology and Conservation 6 (2016) 67-78.
14 RSPO. (30 oktober 2017). The Challenges of Growing Oil Palm on Peatlands. https://rspo.org/news-and-events/news/the-challenges-of-growing-
oil-palm-on-peatlands.
66 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Biodiversiteit en natuurbehoud
De biodiversiteit neemt in alarmerend tempo af.
De belangrijkste oorzaken van biodiversiteitsver-
lies en de achteruitgang van terrestrische ecosys-
temen zijn het gevolg van menselijke activiteiten:
wijziging van landgebruik, overmatig gebruik van
voedingsstoen, vervuiling, overexploitatie van de
natuurlijke hulpbronnen en klimaatverandering.
Biodiversiteit is altijd een belangrijke factor
geweest voor de landbouwsector. Natuurlijke
processen en levende organismen zijn cruciaal
voor het verbouwen van voedsel, maar het gebruik
van de grond voor landbouw leidt vaak tot veran-
deringen in de omgeving. Goede landbouwgrond
— grond met vruchtbare bodem en toegang tot
water — is een schaarse resource.
Spijtig genoeg lopen, door de bevolkingsgroei en
de alsmaar toenemende voetafdruk van de sector,
kwetsbare en belangrijke natuurlijke gebieden
zoals bossen echter steeds vaker het risico van
conversie.
De dochtervennootschappen van SIPEF zijn gele-
gen in ecologisch bijzondere en biodiverse regio's.
De Groep is zich bewust van zijn unieke positie
en de rol die hij kan spelen bij het beperken van
verder biodiversiteitsverlies, door ontbossing en
landbouwexpansie van elkaar te ontkoppelen en
door bij te dragen aan de bescherming van belang-
rijke ecosystemen in de regio's waar hij actief is.
De beheeraanpak van de Vennootschap inzake
biodiversiteit en natuurbehoud omvat de volgen-
de verbintenissen en maatregelen:
B
escherming en herstel van
zones die geïdentificeerd
werden voor natuurbehoud
in de concessies van SIPEF
De natuurbehoudzones worden
g
eïdentificeerd via HCV- en HCSA-
evaluaties voor de ontwikkelingen, uit-
gevoerd door bevoegde inspecteurs in het
kader van het “Assessor Licensing Scheme”
(ALS) van het HCV-netwerk. Voor deze zo-
nes worden habitatbeheerplannen opge-
steld. SIPEF heeft zich er ook toe verbonden
zones die beheerd worden door de Groep en
door brand zijn getroen, te herstellen.
Biodiversiteitsmonitoring
en beleid van geen jacht
SIPEF monitort de biodiversi-
teit in alle braakliggende landen
onder haar beheercontrole. Ze
hanteert haar beleid van ‘geen jacht’
in haar eigen estates en in de beteelde zo-
nes van haar externe leveranciers.
Onders
teuning van land-
schaps- en biodiversi-
teitsprogramma's en
-initiatieven
Via de “SIPEF Foundation”
financiert en ondersteunt de
Groep twee langlopende biodiver-
siteitsprojecten in Indonesië, in West-
Sumatra in de buurt van de Agromuko-
estates van SIPEF. Het ene focust op de
bescherming van 12 672 hectare natuurlijke
wouden en het andere is een programma
voor het behoud van zeeschildpadden.
67
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Beschermde gebieden
Op 31 december 2021 beheert SIPEF in totaal
9219 hectare beschermd gebied in haar conces-
sies van Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en
Ivoorkust. Het omvat HCV- en HCS-gebieden,
naast oeverstroken en buerzones, die onder de
beheercontrole van SIPEF vallen.
15
Zo'n 5 510
hectare is gelegen in SIPEF’s oliepalmplantages
in Indonesië, en 3 483 hectare is braakliggend
land op SIPEF’s estates in Papoea-Nieuw-Guinea.
Op dit moment zijn in totaal 24 HCV-, HCSA- en
geïntegreerde HCV-HCSA-evaluaties uitgevoerd
en ter goedkeuring ingediend bij de betrokken
toezichtorganisaties (HCV Network of HCSA).
Alle goedgekeurde evaluaties worden beschikbaar
gesteld op de HCV Network en HCSA websites.
Alle natuurgebieden onder de beheercontrole
van SIPEF zijn duidelijk afgelijnd, en ze wor-
den actief beschermd en voortdurend gemoni-
tord. SIPEF gaat in gesprek met de omliggende
gemeenschappen, zodat die op de hoogte zijn van
de ligging, het belang en de voordelen van de HCV-
en HCS-gebieden. Die gemeenschappen krijgen
ook de kans om actief betrokken te worden bij
de bescherming ervan. Sociale HCV-gebieden
blijven toegankelijk voor de gemeenschappen.
16
Biodiversiteitsmonitoring
Een belangrijk aspect van SIPEF’s habitatbe-
heerplannen is de biodiversiteitsmonitoring,
die gebeurt via een combinatie van cameraval-
len en boswachters die in de natuurgebieden
patrouilleren.
De natuurgebieden in SIPEF’s plantages van
West-Sumatra zijn van bijzonder hoge kwali-
teit. Deze monitoring heeft al toproofdieren kun-
nen identificeren, zoals de Sumatraanse tijger
(Panthera tigris sondaica), tijgerkatten en andere
grote zoogdieren zoals de Maleise beer (Helarctos
malayanus), de tapir (Tapirus indicus) en diverse
soorten apen. De regelmatige aanwezigheid van
deze zoogdieren vormt een goede indicatie voor
de ecologische levensvatbaarheid, integriteit en
connectiviteit binnen het landschap.
15 De natuurgebieden die zijn aangewezen voor de oliepalmestates van PT Dendymarker Indah Lestari vallen buiten het bestek van de rapportage,
omdat de definitieve pachtovereenkomsten nog niet zijn goedgekeurd door de Indonesische overheid. Deze gebieden vallen ook buiten de
beheercontrole van SIPEF.
16 Verwijst naar ‘HCV 5: Community Needs’ en ‘HCV 6: Cultural Values’. Meer informatie: https://hcvnetwork.org/hcv-approach/
68 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
17 The Biodiversity Finance Initiative. (Opgehaald in maart 2022). Indonesia. https://www.biofin.org/indonesia.
SIPEF EN BIODIVERSITEIT IN INDONESIË
In Indonesië bevindt zich het grootste regenwou-
dareaal van heel Azië dat 17% van de wilde dieren
van de wereld herbergt.
17
SIPEF levert een bijdrage
aan de bescherming van dit cruciale landschap via
het “SIPEF Biodiversity Indonesia” (SBI)-project.
Het SBI-project is een natuurbeschermingsprogram-
ma dat een woud van 12 672 hectare beheert, dat als
buer voor het Kerinci Seblat National Park fungeert.
Het is een van de slechts 16 projecten in Indonesië die
een vergunning voor het herstel van het ecosysteem
hebben verkregen, voor een periode van 60 jaar. In
het kantoor van SBI in Mukomuko werken 25 men-
sen, van ervaren boswachters tot pas afgestudeerden,
die meestal uit de omliggende dorpen komen. Het
project focust op de bescherming en monitoring van
de biodiversiteit, herbebossing van aangetaste zones
en overleg met de gemeenschappen.
Via biodiversiteitsmonitoring werd een extreem rij-
ke waaier van megafauna in het gebied geïdentifi-
ceerd. Deze omvat soorten zoals de ernstig bedreigde
Sumatraanse tijger (Panthera tigris sondaica), de
Aziatische reuzenschildpad (Manouria emys), en
het Javaanse schubdier (Manis javanica), maar ook
bedreigde en kwetsbare soorten zoals de Sumatraanse
nevelpanter (Neofelis diardi diardi), de Maleise beer
(Helarctos malayanus), de tapir (Tapirus indicus), de
Sumatraanse muntjak (Muntiacus montanus) en de
grote argusfazant (Argusianus argus). Er werden ook
twee zeldzame soorten gespot: een Aziatische goud-
kat (Catopuma temminckii) en wilde honden (Cuon
alpinus). De monitoring gebeurt aan de hand van 136
cameravallen die in het hele gebied staan opgesteld,
en door visuele inspecties van de boswachters.
In 2016 startte SBI een herbebossings- en verrijkings-
programma op voor de herbebossing van afgetakelde
zones die waren vastgesteld via satellietbeelden en
controles ter plaatse. Tot nu toe is bijna 171 hectare
aangetast land hersteld, en werden er zo'n 45 258
bomen geplant.
SBI helpt ook bij het ontwikkelen van alternatieve
inkomstenbronnen voor boeren die delen van de
beschermde gebieden al lang gebruikten om in hun
levensonderhoud te voorzien. Het initiatief maakt
gebruik van bosbouwmethodes om duurzame inkom-
stengenererende activiteiten te creëren die verenig-
baar zijn met de natuurbehoudsdoelstellingen van het
programma. Via het project ondersteunt SBI tegen-
woordig zo'n 309 boslandbouwers die technische
ondersteuning en zaailingen krijgen om teeltbomen
te ontwikkelen die een inkomen kunnen opleveren,
zonder milieuschade voor de omringende habitat.
Een ander aspect van het project is het geregeld
patrouilleren door projectmedewerkers om de
voortdurende dreiging van illegale houtkap, illegale
beplanting met oliepalmen en stroperij tegen te gaan.
Oliepalmen die illegaal in het bos worden geteeld,
worden opgespoord en geveld. Het grootste deel,
1438, werd verwijderd in 2017. Maar ieder jaar wor-
den nog steeds zo'n 60-90 oliepalmen geveld, wat
wijst op de noodzaak van een voortdurende moni-
toring en overleg met de gemeenschappen.
69
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
PROJECT VOOR HET BEHOUD VAN SCHILDPADDEN IN HET AIR HITAM CONSERVATION PARK
VERZAMELDE EIEREN EN VRIJGELATEN SCHILDPADDEN 20182021
JAREN OLIJFRUGSCHILDPADDEN
(Lepidochelys olivacea)
LEDERSCHILDPAD
(Dermochelys coriacea)
GROENE ZEESCHILDPAD
(Chelonia mydas)
VERZAMELDE
EIEREN
VRIJGELATEN
SCHILDPADDEN
VERZAMELDE
EIEREN
VRIJGELATEN
SCHILDPADDEN
VERZAMELDE
EIEREN
VRIJGELATEN
SCHILDPADDEN
2019 4 873 2 734 76 0 0 0
2020 3 934 2 203 0 0 384 248
2021 3 944 2 648 318 230 0 0
Schildpadden keren altijd terug naar het strand waar
ze geboren zijn. Door stranderosie en veranderende
omstandigheden is er echter in veel gebieden minder
ruimte beschikbaar voor nestbouw.
Het schildpaddenbeschermingsproject van SIPEF
helpt de schildpadden te beschermen op een vijf kilo-
meter lang stuk strand in het Air Hitam Conservation
Park op Sumatra.
Plaatselijke autoriteiten en bewoners van twee dor-
pen werken samen als veldwerkers om het strand
te bewaken. Als schildpadeieren worden gevonden,
worden zij verzameld om ze te beschermen tegen
aasetende hagedissen, en worden zij onder gecon-
troleerde omstandigheden uitgebroed voordat zij
worden vrijgelaten. Dit belangrijke werk helpt ervoor
te zorgen dat zoveel mogelijk babyschildpadden de
zee weer kunnen bereiken. Bedoeling is dat in de
loop van de tijd meer schildpadden terugkeren naar
de stranden om eieren te leggen.
Sinds 2007 heeft het project het mogelijk gemaakt
34 682 eieren te verzamelen en 20 206 schildpadden
vrij te laten. In 2021, werden 4 262 eieren verzameld
en 2 878 schildpadden vrijgelaten.
De meeste zijn olijfrugschildpadden (Lepidochelys oli-
vacea), maar andere soorten zijn onder meer de leder-
schildpad (Dermochelys coriacea) en, in voorgaande
jaren, de groene zeeschildpad (Chelonia mydas). In
2018 werden voor het eerst in zeven jaar eieren van
de lederschildpad verzameld.
Het project werd in 2007 opgestart en wordt sinds
2010 beheerd door de SIPEF Foundation, in samen-
werking met de “National Resource and Conservation
Office of Bengkulu Environment and Forestry
Department” (de dienst voor nationale hulpbron-
nen en de instandhouding van het milieu- en bos-
bouwdepartement van Bengkulu). Het is een van de
weinige beschermingsprojecten op Sumatra die door
de plaatselijke bevolking wordt uitgevoerd.
70
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
71
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Beste beheerpraktijken
SIPEF streeft ernaar de impact van haar activi-
teiten op het klimaat evenals op het milieu van de
haar omringende gebieden, tot een minimum te
beperken. Een belangrijke factor voor het beheer
van deze impact zijn de “beste beheerpraktijken”
die de Groep toepast op al haar activiteiten.
Deze praktijken zijn het resultaat van een eeuw
actieve landbouwontwikkeling in de tropen,
van twee decennia naleving van betrouwbare
certificeringsnormen en van een ingewortelde
bedrijfscultuur die innovatie en voortdurende
verbetering stimuleert.
Waar mogelijk hanteert de Groep ook regenera-
tieve en circulaire praktijken. Deze praktijken
rich-ten zich op het benutten van bijproducten
en van afval van de productie en verwerkings-
activitei-ten van de Groep, en op het toepassen
van natuurlijke oplossingen (“nature based
solutions”).
DE BESTE BEHEERPRAKTIJKEN VAN SIPEF FOCUSSEN OP:
Duurzame bewerking en beheer van de grond
M
inimaal gebruik van landbouwchemicaliën
Behoud van de vruchtbaarheid en gezondheid van de
bodem
Minder middelen gebruiken om hogere productvolumes
te produceren
M
inimaal afval en vervuiling
72 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Geïntegreerde plaagbestrijding
Plaagbestrijding is van cruciaal belang voor de
bescherming van de oogst en het maximaliseren
van het rendement. SIPEF past een geïntegreerde
plaagbestrijding (“Integrated Pest Management”
– IPM) toe op de productie van oliepalmen en
bananen.
IPM is een doelmatige en milieuvriendelijke
aanpak van de plaagbestrijding die berust op
een combinatie van gezond verstand praktijken.
Het omvat een ruime waaier van technieken en
methodes om ongedierte en ziekten in bedwang te
houden. Deze aanpak begint bij het identificeren
van de plagen en het monitoren van hun prevalen-
tie, op basis van kennis over de biologie en leven-
scyclussen van deze plagen en de fasen waarin ze
de meeste schade veroorzaken. Er worden dan
maatregelen getroen om de plagen onder een
economisch schadelijk niveau te houden.
Monitoring
Drempel
Evalueren en
beslissen
Biologische
bestrijdings-
middelen
Voorbereiden
van de grond
Meteorologische
voorspellingen
Metingen
uitvoeren
Chemische
bestrijdings-
middelen
GEÏNTEGREERDE
PLAAGBESTRIJDING
GEÏNTEGREERDE PLAAGBESTRIJDING
73
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Een belangrijk onderdeel van IPM is de preventie
en het onderdrukken van de plagen door plaagbe
-
stendige variëteiten te gebruiken, het land op de
juiste wijze te bewerken en door de handhaving
van sanering, hygiëne en voeding. Dat minima-
liseert de overdracht van ziekten, verdere ver-
spreiding en de gevoeligheid van de gewassen
voor ongedierte en ziekten. Zo kan de veel voor-
komende schimmel Ganoderma mycelium worden
onderdrukt door de palmstammen te verhakselen
en het haksel bloot te stellen aan zonlicht, zodat
de ultraviolette straling de schimmel kan doden.
Andere voorbeelden zijn:
De minerale bodem bewerk
en met een
schijveneg om de broedhabitat van de
neushoornkever (Oryctes rhinoceros) te
beperken
Stiks
toindende bodembedekkers planten
om extra stikstof in de bodem te brengen en
schadelijk onkruid te verminderen
Leg
e vruchtentrossen (“Empty Fruit
Bunches” – EFB) en speciaal samengestelde
meststoen aanbrengen op de variëteiten
van palmhybriden die het best afgestemd
zijn op de locaties voor gezondere palmen
met een hogere natuurlijke weerstand
SIPEF maakt ook vaak gebruik van diverse metho-
des voor natuurlijke of biologische plaagbestrij-
ding. Deze omvatten het uitzetten van welbepaal-
de planten die de groei van natuurlijke vijanden
bevorderen en het vrijlaten van natuurlijke
vijanden van het ongedierte zoals parasitoïden,
bijv. Eocanthecona furcellata. Of nog, het creëren
van omstandigheden die natuurlijke vijanden
aantrekken, zoals nestkasten voor uilen of zitstok-
ken voor roofvogels in herbeplante zones. Meer
geavanceerde vormen van biologische bestrijding
zijn bijvoorbeeld het vangen en infecteren van
mannelijke Oryctes met een virus en ze dan weer
uitzetten om de Oryctesbevolking in bedwang
te houden.
Zowel Verdant Bioscience Pte Ltd als de Papua
New Guinea Oil Palm Research Association
onderzoeken en ontwikkelen alternatieve metho-
des voor ongediertebestrijding.
Pesticidegebruik
Pesticides worden gebruikt in laatste instantie,
wanneer andere methodes, zoals hoger aange-
haald, er niet in slagen een uitbraak van ongedier-
te en ziekten onder de economische drempel te
houden. De veiligheid en doeltreendheid van alle
actieve gebruikte bestanddelen worden jaarlijks
gecontroleerd.
Pesticides die door de Wereldgezondheids-
organisatie als Class 1A of 1B zijn gerangschikt,
of die worden opgesomd door de Conventies van
Stockholm of Rotterdam, worden niet gebruikt,
behoudens uitzonderlijke omstandigheden en
na validatie door een due diligence-proces, of
wanneer toegestaan door de overheid in geval
van een plaaguitbraak. Alle thee-, rubber- en
bananenplantages van de Groep zijn gecertifi-
ceerd volgens de Rainforest Alliance-standaard.
Ze gebruiken dus geen pesticides die voorkomen
op de lijst van verboden pesticides. Het actieve
bestanddeel paraquat werd in juli 2016 uitgefa-
seerd uit alle activiteiten van SIPEF.
IPMPRAKTIJKEN IN INDONESISCHE ESTATES IN 2021
Totaal aantal nestkasten voor kerkuilen op de estates 403
Aantal bezette nestkasten voor kerkuilen 207
Aantal individuele gunstige insecten uitgezet in 2021 365 344
Aantal percelen waarin gunstige planten zijn geplant in 2021 14 251
Aantal percelen van gunstige planten onderhouden (tot nu toe) 23 415
74 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
SIPEF focust ook op het voorkomen van resis-
tentieopbouw tegen pesticides. De verschillende
gebruikte actieve bestanddelen worden regelma-
tig gewisseld, zodat lage concentraties pesticides
maximaal eect blijven hebben.
Alle permanente of tijdelijke arbeiders die met
pesticides werken krijgen specifieke opleidin-
gen en worden voorzien van een persoonlijke
beschermende uitrusting. Bovendien wordt hun
gezond-heid regelmatig gecontroleerd via medi-
sche check-ups.
Bodemgezondheid en
-vruchtbaarheid verbeteren
Planten kunnen niet groeien zonder gezonde
grond. SIPEF past dan ook een ruime waaier van
beste beheerpraktijken toe om de vruchtbaar-
heid van haar productiegebieden te beschermen
en te verbeteren. Bodemgezondheid begint met
praktijken voor bodembehoud die erop gericht
zijn maximaal bodemerosie tegen te gaan, de
bodemstructuur te behouden of te verbeteren,
het wegvloeien van regenwater en het verlies van
voedingsstoen te beperken, vocht vast te houden
en de waterinfiltratie te stimuleren.
Bij de palmolieactiviteiten van SIPEF beginnen
alle voorbereidingen van de grond met een ana-
lyse van gedetailleerde topografische kaarten die
zijn opgesteld aan de hand van digitale hoogte-
gegevens, recente satellietbeelden en dronetech
-
nologie. Via deze kaarten worden de te beplanten
zones geëvalueerd om ervoor te zorgen dat de
meest geschikte beheerpraktijken voor bodem-
gezondheid en -handhaving worden toegepast.
Om bodemerosie tegen te gaan, gebruikt SIPEF
preventieve maatregelen zoals vlinderbloemige
bodembedekkers planten en beste praktijken
toepassen zoals het plaatsen van slibvangers,
slibgreppels, dammen en taludbescherming
zoals vetivergras. Dit zijn allemaal maatregelen
die voorkomen dat sediment in de waterwegen
terechtkomt. Door compost en andere biomassa
over de bodem uit te strooien, is de grond min-
der blootgesteld aan erosie, wat bijdraagt tot de
gezondheid en het behoud ervan.
Een belangrijke factor om de gezondheid van de
grond te behouden en te verbeteren, is het gebruik
van minerale meststoen. Op de juiste manier
gebruikt, kunnen minerale meststoen het ren-
dement zeer sterk opvoeren. SIPEF streeft dan
ook naar het juiste evenwicht tussen minerale
en organische meststoen, steeds met behoud
van de bodemstructuur. Jaarlijkse bladstalen en
periodieke bodemstalen worden geanalyseerd
op voedingsstoenniveaus, om de aanbevolen
toepassing van meststoen te kunnen bepalen.
Zo kan het gebruik van meststoen geminimali-
seerd worden, met behoud of verbetering van de
productiviteit per hectare. Deze praktijk wordt
ook doorgetrokken naar de lokale boeren die
samenwerken met SIPEF.
Meststoen vormen een van de grootste opera-
tionele kosten en het gebruik ervan moet geë-
valueerd worden in het kader van de algemene
praktijken voor bodembehoud. Om het gebruik
van minerale meststoen te verminderen, wor-
den organische stoen waar mogelijk terug op de
velden aangebracht.
SIPEF heeft ook geïnvesteerd in een composteer-
systeem voor haar activiteiten in Bukit Maradja,
dat 100% van de EFB's en het afvalwater van de
plantage tot organische meststof met een hoog
voedingsstoengehalte verwerkt.
75
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
CIRCULAIRE PRAKTIJKEN: HERGEBRUIK EN RECYCLAGE VAN BIJPRODUCTEN VAN DE PALMOLIEPRODUCTIE
GEBRUIK VAN BIJPRODUCTEN UIT DE SIPEFPRODUCTIECYCLUS VAN OLIEPALMEN
Het creëren van waarde staat centraal in de
duurzaamheidsbenadering van SIPEF en in
de bedrijfsstrategie van de Groep. Dit principe
wordt ook toegepast op operationeel niveau,
waar SIPEF ernaar streeft om de bijproducten
van haar productie- en verwerkingsactivitei-
ten te hergebruiken en te recycleren.
Hoewel de externe belanghebbenden altijd
gefocust waren op het primaire product, palm-
olie, zijn er vele andere bijproducten die
voortvloeien uit de productiecyclus van de
oliepalmen. Deze bijproducten kunnen vaak
worden gebruikt als input voor de productie,
bijvoorbeeld als meststof of brandstof, of om
elektriciteit op te wekken.
Het beste gebruik voor elk bijproduct wordt
bepaald door de verschillende recyclagetra-
jecten en de details van elke locatie, zoals de
bodemgesteldheid en de transportkosten, te
bekijken om de economische prestaties van
de conversie te beoordelen.
Gesnoeide palmbladeren en oude palmboomstammen
Alle gesnoeide palmbladeren worden in rijen naast de palmen achterge-
laten om te composteren.
Tijdens de herplanting, wanneer de bomen worden vervangen, worden
de oude palmboomstammen versnipperd en met de aarde vermengd als
een verbeteraar.
Lege trossen
Waar mogelijk worden lege vruchtentrossen (“Empty Fruit Bunches” -
EFB), een bijproduct van de verwerking in de palmolie-extractiefabrieken
van de Groep, op de velden gebruikt om de resterende voedingsstoen
en het organisch materiaal terug naar de bodem te brengen.
Gecomposteerde EFB kunnen gunstig zijn voor bepaalde bodems, en
kunnen in sommige gevallen gemengd worden met het afvalwater van de
palmolie-extractiefabrieken om zo organische meststof te creëren. Het
composteringssysteem van SIPEF's Bukit Maradja-activiteiten bestaat uit
acht geventileerde bunkers en verwerkt 100% van de EFB en POME van
de plantage tot organische meststof met een hoog nutriëntengehalte.
Andere bijproducten van de palmolie-extractiefabriek kunnen in het
composteringssysteem worden gebruikt, zoals ketelas en de afzettingen
van de decanteringssystemen. Het handhaven van het zuurstofgehalte
op een constant niveau is belangrijk om ervoor te zorgen dat er geen
methaan wordt geproduceerd tijdens het composteringsproces.
SIPEF’s biopellet-fabriek in Umbul Mas Wisesa kan EFB omzetten in pellets
door middel van een verhittingsproces dat torrefactie wordt genoemd.
76 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
CIRCULAIRE PRAKTIJKEN: HERGEBRUIK EN RECYCLAGE VAN BIJPRODUCTEN VAN DE PALMOLIEPRODUCTIE
GEBRUIK VAN BIJPRODUCTEN UIT DE SIPEFPRODUCTIECYCLUS VAN OLIEPALMEN
Bovenstaande zijn de belangrijkste huidige toepassingen van bijproducten, maar er zijn
nog diverse andere toepassingen die binnen de industrie worden onderzocht, getest en
toegepast. Voortdurende innovatie en onderzoek en ontwikkeling zullen blijven helpen om
een schat aan waarde te onthullen uit wat vroeger als afval werd beschouwd.
Afvalwater van palmolie-extractiefabrieken
H
et afvalwater van de fabrieken, beter bekend als Palm Oil Mill Euent
(POME), wordt gebruikt als bron van methaan door anaerobe gisting,
waarbij een aanzienlijk deel van het organische materiaal wordt afgeschei-
den, of wordt op de velden gebruikt voor aerobe gisting en heropname
in de palmen.
Palmnoot mesocarp, endocarp, en endosperm
Het mesocarp van de palmnoot, de bron van ruwe palmolie (“Crude Palm
Oil” - CPO), bevat aanzienlijke hoeveelheden vezels, die allemaal worden
verbrand in de stoomketels van de palmolie-extractiefabrieken om via
stoomturbines elektriciteit op te wekken. 80% van de palmolie-extractie-
fabrieken van SIPEF draaien op deze vorm van hernieuwbare elektriciteit.
Het endocarp van de palmnoot, de bron van de palmpitschelp, wordt aan
derden verkocht als biobrandstof. De calorische waarde van palmpitten
is 18 836 KJ/kg. Met 3 300 ton die alleen al uit Indonesië wordt verkocht,
komt dit neer op meer dan 62 miljoen MJ.
Het endosperm van de palmnoot, de bron van palmpitolie (“Palm Kernel
Oil” - PKO), wordt ook gebruikt na de extractie van de olie. Dit product
wordt palmpitschilfers genoemd en wordt gebruikt als bestanddeel in
diervoeder.
77
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Indonesië Papoea-Nieuw-Guinea
400 000
600 000
800 000
1 000 000
813 708
906 866
954 258
604 144
785 027
785 027
2019 2020 2021
200 000
WATERVERBRUIK IN PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN M
3
WATERVERBRUIK OP DE BANANENACTIVITEITEN
KUBIEKE METER M
3
2019 2020 2021
Waterverbruik plantages 3601692 4012 702 3901 644
Waterverbruik bananenverpakkingsstations 231 400 211 674 218 112
KUBIEKE METER M
3
 / TON BANANEN
Intensiteit waterverbruik
bananenverpakkingsentiteiten
116,7 135,6 128,3
Waterbeheer
Water is een kostbare hulpbron. SIPEF past tal-
rijke BMP's toe om ervoor te zorgen dat water zo
zorgvuldig mogelijk wordt beheerd. De aanpak
van de Groep is erop gericht de beschikbaarheid
en de kwaliteit van de watervoorraden te vrijwa-
ren voor de omliggende gemeenschappen en het
milieu, alsook voor de eigen activiteiten. SIPEF
doet dit door water zo veel mogelijk te hergebrui-
ken om de consumptie ervan tot een minimum te
beperken. Vervuiling van oppervlakte- en grond-
water wordt beperkt door goede bodembescher-
mingspraktijken, de inrichting van oeverzones en
afvalwaterzuivering.
SIPEF meet en streeft naar een optimaal water-
verbruik in al haar activiteiten. Geen enkele van
de oliepalmproductiezones van de Groep wordt
echter geïrrigeerd en de activiteiten in Indonesië
en Papoea-Nieuw-Guinea gebruiken hoofdzake-
lijk water voor verwerking. De gegevens in dit deel
hebben daarom betrekking op het waterbeheer
in SIPEF’s palmolie-extractiefabrieken, bana-
nenplantages en bananenverpakkingsstations.
  
Sinds 2017 heeft SIPEF geïnvesteerd in de verbe-
tering van het waterverbruik in alle palmolieacti-
viteiten, met een jaarlijkse doelstelling van min
-
der dan één kubieke meter water per ton FFB voor
verwerking. Zes van de negen palmolie-extractie-
fabrieken bereikten dit doel in de verslagperiode.
Bananen blijven het meest water-intensieve
product van de Groep, vooral door het gebruik
van irrigatie. Bijna 70% van het irrigatiewater
dat op de bananenplantage in Ivoorkust wordt
gebruikt, wordt tijdens het regenseizoen in
stuwdammen opgeslagen. Vervolgens wordt het
opnieuw gebruikt en enkele maanden later tij-
dens het droogseizoen opgepompt. De resterende
hoeveelheid komt uit rivieren langs de plantages.
Het water voor de bananenverpakkingssta-
tions wordt geleverd vanuit putten, vanwege
ge
zondheids- en voedselveiligheidsvereisten.
Het gebruikte water wordt na het inpakproces
gerecycleerd door middel van decanteertanks,
en vervolgens opgeslagen in de dammen voor
toekomstige irrigatie.
78
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
BOD VAN DE BEHANDELDE EFFLUENTEN VAN DE PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEK  MG/L
INDONESIË BESTEMMING 2019 2020 2021
PLPOM Op het land 929 856 426
BMPOM Compostering 1 239 1 545 1 235
UMWPOM Lozing in het water 24 32 20
MMPOM Lozing in het water 87 90 66
BTPOM Lozing in het water 83 78 57
DMPOM Lozing in het water 98 99 98
PAPOEANIEUWGUINEA BESTEMMING 2019 2020 2021
HPOM Lozing in het water 71 78 109
NPOM Op het land 359 121 186
BPOM Op het land 100 449 212
  
   
Verontreiniging van waterlopen wordt voor-
komen door de bodembeschermingsmaatre-
gelen die beschreven staan in het deel over de
verbetering van de bodemvruchtbaarheid. Alle
SIPEF-gewassen zijn meerjarig zodat er zel-
den braakliggende grond is tussen de geplante
gewassen en waar nodig worden vlinderbloemige
bodembedekkers gebruikt. De instandhouding
van oeverbuerzones is ook belangrijk voor het
absorberen van afvloeiend water voordat het in
de waterlopen terechtkomt. Deze buerzones
bestaan uit natuurlijke vegetatie en variëren in
breedte (aankelijk van de breedte van de stroom
of rivier), in overeenstemming met de plaatselijke
regelgeving, de vereisten voor duurzaamheids-
certificering en de BMP's.
Afvalwater van palmolie-extractiefabrieken
(“Palm Oil Mill Euent” - POME) wordt ofwel
gebruikt als vloeibare meststof voor toepassing op
het land, ofwel geloosd in het water. Deze lozing
wordt zorgvuldig gecontroleerd op naleving van
de plaatselijke voorschriften en om te verzekeren
dat er geen negatieve eecten zijn.
De meest gebruikte indicator van de euent-
kwaliteit is het biochemisch zuurstofverbruik
(“Biochemical Oxygen Demand” - BOD). BOD
is een maat voor de hoeveelheid zuurstof die de
aerobe bacteriën verbruiken ten gevolge van
het organische materiaal in het effluent. Een
hoog BOD wijst erop dat het euent rijk is aan
voedingsstoen en de groei van bacteriën kan
bevorderen, waardoor het verbruik van opgeloste
zuurstof in het afvalwater toeneemt.
De BOD-niveaus zijn wettelijk bepaald en SIPEF
gebruikt haar technische controles en water-
zuiveringssystemen om ervoor te zorgen dat
de niveaus binnen de vereiste limieten blijven.
Wanneer euent in natuurlijke waterlopen wordt
geloosd, is het belangrijk het BOD zo laag mogelijk
te houden, zodat het euent niet bijdraagt tot de
eutrofiëring of zuurstofsterfte van aquatische
ecosystemen.
De grenswaarde voor de lozing van BOD in
natuurlijk water is 100 mg per liter. Wanneer het
euent als meststof wordt gebruikt en op het
land wordt uitgereden, is een hoger BOD gunstig
omdat het wijst op een hogere nutriëntenbelas-
ting. In dat geval bedraagt de grenswaarde 5 000
mg per liter.
SIPEF gebruikt ook andere indicatoren, zoals
chemisch zuurstofverbruik (“Chemical Oxygen
Demand” - COD) en totaal gesuspendeerde
vaste stoen (“Total Suspended Solids” - TSS),
om de kwaliteit te meten van afvalwater dat
wordt geloosd of wordt gebruikt om op het land
verspreid te worden (zie blz. 136 in het deel
Basisgegevens in de Bijlage).
79
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Respect van mensen-
en arbeidsrechten
De agrarische sector is verantwoordelijk voor
het levensonderhoud van miljoenen mensen
wereldwijd. De sector heeft ook bijgedragen tot
een aantal bijkomende positieve sociale gevolgen,
zoals de ontwikkeling in de plattelandsgebieden
waar tropische grondstoffen worden geteeld.
Tegelijkertijd is de sector kwetsbaar voor aan-
zienlijke sociale risico's in verband met mensen-
rechten en uitbuiting.
SIPEF erkent dat duurzame agricultuur niet
kan worden bereikt zonder de mensenrechten
te respecteren. Mensenrechten zijn inherent aan
alle mensen, ongeacht ras, geslacht, nationaliteit,
etnische aomst, taal, godsdienst of enig ander
statuut. De Groep vindt het belangrijk een ver-
antwoordelijke werkgever en een goede buur te
zijn, en zet zich in om in die hoedanigheden de
maatschappij positief te beïnvloeden.
Als werkgever streeft SIPEF ernaar alle werkne-
mers rechtvaardig te behandelen, met respect
voor de mensenrechten en in overeenstem-
ming met de lokale wetten en internationale
reg
elgeving zoals de Verklaring van de funda-
mentele principes en rechten op het werk van
de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en
de Universele Verklaring van de Rechten van de
Mens van de Verenigde Naties
.
80
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Beleid: Mensenrechten
en geen uitbuiting
De verbintenissen van SIPEF op het vlak van
de mensenrechten worden uiteengezet in haar
mensenrechtenbeleid (“Human Rights Policy”),
haar beleid inzake verantwoorde aanplantingen
(“ Responsible Plantations Policy“) en haar beleid
inzake verantwoorde aankopen (“Responsible
Purchasing Policy”). Er bestaan ook specifieke
beleidslijnen voor kinderarbeid, dwangarbeid of
mensenhandel, vrijheid van vereniging, gezond-
heid en veiligheid op het werk, gelijke tewerkstel-
lingskansen en seksuele intimidatie.
Het beleid van SIPEF is opgebouwd rond de vol-
gende basisprincipes en verbintenissen:
Geen uitbuiting:
SIPEF tolereert geen kin-
derarbeid, dwangarbeid of mensenhandel.
De minimumleeftijd om te werken op alle
SIPEF-estates en -plantages is 18 jaar. Dit
beleid is evenzeer van toepassing op SIPEF
haar aannemers en externe leveranciers.
Eerlijke arbeidspraktijken: SIPEF heeft
zich verbonden eerlijke arbeidspraktijken
toe te passen volgens de ILO Conventies be-
treende “Free and Fair Labour Principles”,
en zoals geverifieerd in het kader van haar
RSPO naleving. Externe leveranciers en
contractanten moeten bewijzen dat de
loon- en arbeidsvoorwaarden voor ar-
beiders of contractuele arbeiders steeds
minstens voldoen aan de wettelijke of de
minimumnormen van de industrie.
Diversiteit en inclusie: SIPEF biedt gelij-
ke kansen voor iedereen en tolereert geen
discriminatie. De leveranciers van SIPEF
zijn ook verplicht om elke vorm van discri-
minatie te verbieden, inclusief discrimina-
tie op basis van geslacht met betrekking tot
tewerkstelling of loon.
Gezondheid en veiligheid: SIPEF zet zich
in voor een veilige en gezonde werkomge-
ving voor alle werknemers. Ook externe
leveranciers moeten ervoor zorgen dat de
werkomgeving onder hun controle vei-
lig is en zonder onnodige risico's voor de
gezondheid.
Naleving wordt verzekerd door de manage-
mentsystemen van de Groep en gecontroleerd
door zowel interne als externe audits. Alle geval-
len van schending van de mensenrechten, indien
bewezen, zullen aanleiding geven tot disciplinaire
maatregelen tot en met ontslag, en kunnen ook
leiden tot gerechtelijke stappen.
SIPEF beschikt ook over een doeltreend klach-
tenmechanisme, dat de werknemers de mogelijk-
heid geeft elke vorm van kinderarbeid, dwangar-
beid of mensenhandel te melden. De Groep staat
open voor alle klachten van stakeholders, intern
en extern, die hij onpartijdig behandelt.
Verdere informatie over SIPEF's klachtenbeleid
en -mechanisme is te vinden in het hoofdstuk
Verantwoord Ondernemen en Transparantie
op pagina 113, en op de website van de
Vennootschap: www.sipef.com/hp/sustainability/
grievances-sipef-group.
81
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
België
Indonesië
Papoea-Nieuw-Guinea
Ivoorkust
Singapore
1 583
4 628
1
14 998
23
Het personeelsbestand van SIPEF
Het personeelsbestand van SIPEF bestaat uit
21 233 personen, waaronder het management,
voltijdse werknemers en tijdelijke arbeidskrach
-
ten in België, Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea,
Ivoorkust en Singapore.
WERKNEMERS OP GROEPSNIVEAU
WERKNEMERS GROEP 2019 2020 2021
Mannelijk 16 116 16 553 15 749
Vrouwelijk 5 395 5 081 5 484
TOTAAL WERKNEMERS
21 511 21 634 21 233
WERKNEMERS PER LAND IN 2021
PT Tolan Tiga in Indonesië stelt de meerderheid
tewerk (71%), gevolgd door Hargy Oil Palms Ltd
in Papoea-Nieuw-Guinea (22%), en Plantations
J. Eglin (8%). Ongeveer 26% van de werknemers
van SIPEF zijn vrouwen.
Eerlijke arbeidspraktijken
SIPEF past rechtvaardige arbeidspraktijken
toe in al haar activiteiten. Arbeidscontracten
zijn duidelijk, in de lokale taal en tenminste in
overeenstemming met de lokale wetgeving. Alle
werknemers hebben recht op één rustdag per zes
gewerkte dagen. Alle werknemers, arbeiders en
hun families hebben toegang tot gezondheidszorg
via een verzekering en privéziekenhuizen.
SIPEF voldoet aan alle lokale regelgeving voor
lonen en volgt de berekeningen van fatsoenlijke
leeare lonen die gecontroleerd worden door
de verschillende certificeringsnormen waartoe
de Groep zich heeft verbonden. Dit geldt ook
voor arbeiders met stukloon/quota, voor wie de
loonberekening gebaseerd is op haalbare quota
tijdens de normale werkuren. Bij gebrek aan een
plaatselijk relevante benchmark werkt de Groep
aan de afstemming op de definities van de “Global
Living Wage Coalition” (GLWC) volgens de pro-
cessen van de certificeringsnormen.
   
 
SIPEF respecteert het recht op vrijheid van ver-
eniging en collectieve onderhandeling. In elk land
zijn er verschillende afspraken, aankelijk van
de plaatselijke overheidsreglementering. Op 31
december was 78% van het personeel van SIPEF
gedekt door een collectieve arbeidsovereenkomst.
Bij ontstentenis van een degelijke collectieve
arbeidsovereenkomst of vereniging staat het de
werknemers vrij zich bij vakbonden aan te sluiten
of zich te organiseren volgens de wetgeving van
het land. De Vennootschap heeft een procedure
om in dialoog te treden met vakbondsafgevaar-
digden en toegang te geven tot het management
van de Vennootschap via kanalen van dialoog en
overleg.
82
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
EEN LEEFBAAR LOON WORDT DOOR HET GLWC ALS VOLGT GEDEFINIEERD:
 
SIPEF voldoet aan de vereisten van de RSPO,
“Rainforest Alliance”- en Fairtrade-normen
inzake leeare lonen. Elk van deze standaarden
gebruikt de definitie van de GLWC maar bepaalt
zelf hoe en wanneer het leeaar loon betaald
moet worden.
In de
RSPO Principes en Criteria (P&C)
2018 zijn voorschriften opgenomen over
het bieden van een fatsoenlijk leeaar loon.
De RSPO werkt aan het definiëren van een
benchmark voor de oliepalmsector voor elk
land onder de nationale interpretaties.
De “Rainforest Alliance Sustainable
Agricultural Standard” eist dat gecertifi-
ceerde leden zich inzetten voor het betalen
van een leeaar loon.
De Fairtrade-norm heeft een Fairtrade-
basisloon voor bananenplantages ingevoerd
sinds juli 2021. Dit is momenteel vastge-
steld op 70% van het nettoloon dat nodig
is voor een leeaar loon, zoals vastgesteld
door de GLWC. Tegen 2023 moet het loon
100% van de benchmark voor een leeaar
loon bereiken.
18 The Global Living Wage Coalition. (Retrieved March 2022). What is a Living Wage? www.globallivingwage.org/about/what-is-a-living-wage/
Het loon dat een werknemer voor een standaardwerk-
week op een bepaalde plaats ontvangt, is voldoende om
de werknemer en zijn of haar gezin een behoorlijke levens-
standaard te bieden. Elementen van een behoorlijke levens-
standaard zijn onder meer voedsel, water, huisvesting,
onderwijs, gezondheidszorg, vervoer, kleding en andere
essentiële behoeften, met inbegrip van voorzieningen voor
onverwachte gebeurtenissen.
18
De GLWC publiceert benchmarks die het niveau van
een leeaar loon per regio en per basisproduct bepalen.
Deze benchmarks worden ontwikkeld door onaanke-
lijke onderzoekers en houden rekening met de kosten
van levensonderhoud in een specifieke regio. Het leef-
baar loon ligt vaak aanzienlijk hoger dan het wettelijk
minimumloon.
Er is al een benchmark gepubliceerd voor Ivoorkust,
en Plantations J. Eglin werkt eraan om de lonen voor
al haar werknemers op deze benchmark af te stemmen.
83
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
,   
  
De meeste werknemers van SIPEF en hun gezin-
nen wonen op de plantages. De Vennootschap
voorziet in huisvesting, zuiver water en medische
diensten en verzekert de toegang tot onderwijs
voor de kinderen.
SIPEF's plantages in Indonesië bieden sinds 2017
ook gratis kinderopvang aan, om werkende gezin-
nen te ondersteunen en vrouwen gelijke kansen
te geven op de werkvloer.
HUISVESTING VOOR WERKNEMERS, KLINIEKEN, SCHOLEN
EN KINDEROPVANG VANAF DECEMBER 2021
8 436
Huizen
39
Ziekenhuizen
44
Scholen
15
Kinderdagverblijven
84 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
In Indonesië zijn alle werknemers gedekt door
BPJS Kesehatan (Badan Penyelenggara Jaminan
Sosial Kesehatan), het nationale ziekteverzeke-
ringsprogramma van het land. In 2021 heeft
SIPEF aanzienlijke inspanningen geleverd om
ervoor te zorgen dat alle tijdelijke arbeidskrach-
ten ook geregistreerd en dienovereenkomstig
verzekerd zijn. Bovendien controleert ze of de
voorschriften door alle partijen worden nageleefd.
In december 2021 waren 36 040 mensen (werkne-
mers, tijdelijke arbeidskrachten en gezinsleden)
van PT Tolan Tiga Indonesia geregistreerd en
aangesloten bij BPJSK.
SIPEF wil ook bijdragen tot het verkrijgen van
betaalbaar voedsel voor haar werknemers. In
Indonesië geeft de onderneming vaste werkne-
mers en hun gezinnen maandelijks tot 46 kg rijst
per gezin en ondersteunt de toegang tot betaal-
bare producten in de winkels op de plantages.
In Ivoorkust krijgen alle arbeiders, bedienden en
leidinggevenden een vaste maandelijkse toelage
voor de aankoop van rijst.
85
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
BEHANDELING VAN KLACHTEN
In 2020 werd een klacht ingediend bij de RSPO met
betrekking tot één van SIPEF's plantages in Zuid-
Sumatra, PT Agro Kati Lama (PT AKL). De klacht
had betrekking op beschuldigingen over de rech-
ten, de arbeidsomstandigheden en de veiligheid van
tijdelijke arbeidskrachten die in dienst waren van
externe aannemers.
Zuid-Sumatra is een regio met een complexe soci-
ale context waar een grote vraag naar werk bestaat
bij de plaatselijke gemeenschappen. Tijdelijk werk
is gebruikelijk en wettelijk erkend. Het beleid van
SIPEF is gericht op een overgang naar meer vaste
arbeidskrachten. Zolang deze overgang nog niet is
voltooid, doet de Groep echter een beroep op exter-
ne aannemers die tijdelijke arbeidskrachten uit de
omliggende gemeenschappen leveren.
SIPEF heeft de aantijgingen zeer ernstig genomen.
Ze heeft een veelzijdige strategie geïmplementeerd
om de onmiddellijke klachten aan te pakken en
tegelijkertijd het beleid en de systemen die ze heeft
ingevoerd te herzien.
Op korte termijn heeft PT AKL geholpen met de
betaling en andere taken die door de contractanten
moesten worden uitgevoerd. Dit omvatte de loonad-
ministratie, de afgifte van loonstrookjes, de inschrij-
ving van tijdelijke arbeidskrachten in sociale-zeker-
heidsprogramma's. Bovendien zorgde ze ervoor dat
sociale-zekerheidsbijdragen konden betaald worden
en dat alle werknemers persoonlijke beschermings-
uitrustingen (“Personal Protective Equipment” –
PPE) kregen.
Om de kwestie verder te onderzoeken, heeft SIPEF
Linkar Komunitas Sawit (LINKS) ingeschakeld om
een onaankelijk onderzoek bij PT AKL uit te voe-
ren. LINKS is een sociale en ontwikkelings-ngo die
de inspanningen van meerdere stakeholders voor
een sociaal duurzaam beheer van de palmoliesector
in Indonesië ondersteunt. Het onderzoek omvatte
205 interviews met stakeholders, die onaankelijk
werden uitgevoerd om een onbevooroordeelde deel-
name te garanderen. Een rapport en een Actieplan
zijn aan alle partijen overhandigd.
Tegelijk beoordeelde SIPEF haar eigen interne
procedures aan de hand van de door de aanklager
aangebrachte kwesties, en bekijkt de algemene pro-
cedure en toepassing ervan. Dit heeft geleid tot de
uitrol van een nieuwe opleiding voor het personeel
in heel Indonesië, met de nadruk op bedrijfsproce-
dures en uitvoeringspraktijken, en het beheer van
gezondheid en veiligheid (“Occupational Health and
Safety” – OHS) op het werk. Er werden audits uitge-
voerd door regionale duurzaamheidsteams om de
doeltreendheid van deze opleiding te controleren.
Deze audits zullen voortaan jaarlijks plaatsvinden.
Gedurende het hele proces is de dialoog met de aan-
klager voortgezet via een proces van bemiddeling
door de RSPO. Vanwege covid-19 werden er in 2021
verschillende onlinevergaderingen gehouden met
een bemiddelaar. Het doel is om ter plaatse met
alle betrokken partijen gezamenlijk te werken aan
de oplossing van deze zaak. Verwacht wordt dat de
zaak in 2022 zal zijn opgelost. Daarna zal deze door
de RSPO worden geclassificeerd als een geval van
"post-conflictmonitoring".
Het ontwikkelde Actieplan omvat verschillende
acties, waaronder het opzetten van een programma
dat zal bijdragen tot de verbetering van de bestaans-
middelen van de plaatselijke gemeenschappen.
LINKS zal via halaarlijkse bezoeken toezien op de
voortgang van het Actieplan.
86
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Diversiteit en inclusie
SIPEF zet zich in voor een niet-discriminerende
werkomgeving en leeft alle relevante wetten en
reglementeringen inzake anti-discriminatie en
gelijke tewerkstelling van de landen waar zij actief
is na. De Groep bevordert gelijke rechten voor
mannen en vrouwen, onder meer door vrouwen
aan te moedigen om zich in te schrijven op oplei-
dingsprogramma's die leiden tot functies in het
management.
In Indonesië, bijvoorbeeld, bestaat er een langlo-
pend cadettenprogramma om pas afgestudeer-
den van de universiteit te laten toetreden tot de
onderneming en snel te laten doorstromen naar
het middenkader van het bedrijf. SIPEF gelooft
dat dit initiatief een positieve invloed kan heb-
ben op een beroep dat traditioneel door mannen
wordt gedomineerd. De Vennootschap moedigt
vrouwen actief aan om eraan deel te nemen.
De instroom van vrouwelijke cadetten is sinds de
start van het initiatief aanzienlijk toegenomen.
In 2014 rondden de eerste vrouwelijke cadetten
het programma met succes af en vertegenwoor
-
digden 12% van het totale aantal afgestudeerden.
Ter vergelijking: in 2021 maakten vrouwelijke
cadetten 28% uit van het totale aantal geslaagde
afgestudeerden.
87
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Gezondheid en veiligheid
SIPEF zorgt ervoor dat haar werknemers een
veilige en gezonde werkomgeving wordt geboden.
Om ongevallen te voorkomen, investeert de Groep
in permanente opleidingen, het ter beschikking
stellen van aangepaste PPE en in strenge interne
supervisie- en controlesystemen. Alle risico's
worden regelmatig geanalyseerd en geëvalueerd,
en eventuele arbeidsongevallen worden onder-
zocht om herhaling te voorkomen.
Bijzondere aandacht wordt besteed aan de
omgang met chemische stoen zoals pesticiden.
Werknemers krijgen een speciale opleiding, toe-
zicht en PPE. Zwangere vrouwen en vrouwen die
borstvoeding geven, werken niet met chemicaliën.
Alle werknemers van SIPEF kunnen jaarlijks een
medisch onderzoek laten doen en deze onderzoe-
ken vinden frequenter plaats voor diegenen die
met chemicaliën werken.
Elke operationele eenheid (“Operating Unit” -
OU) heeft een gekwalificeerd persoon die instaat
voor gezondheid en veiligheid op het werk (OHS)
en verantwoordelijk is voor de uitvoering van
een veiligheidsbeheersplan. Elke OU heeft ook
een eigen comité voor gezondheid, veiligheid en
milieu, dat maandelijks bijeenkomt en bestaat
uit vertegenwoordigers van degenen die in het
gebied werken of wonen. Tijdens de maandelijkse
FREQUENTIEGRAAD WERKVERLET PER LAND
PER 1 000 000 GEWERKTE UREN
LAND 2019 2020 2021
Indonesië 3.27* 2.86* 2.43
Papoea-Nieuw-Guinea 27.96 23.76 22.67
Ivoorkust 14.50 21.44 16.38
*: De gegevens over de frequentiegraad van werkverlet voor Indonesië voor 2019 en 2020
zijn herwerkt.
vergaderingen kunnen de deelnemers opmerkin-
gen en klachten over gezondheids-, veiligheids- en
milieukwesties naar voren brengen.
Bedrijfsartsen registreren onaankelijk de fre-
quentie van ongevallen met werkverlet (“Lost
Time Injury Frequency Rate” - LTIFR) voor
elke eenheid. Er worden regelmatig vergaderin-
gen gehouden op landgoedniveau om eventuele
incidenten van ongevallen met werkverlet (“Lost
Time Injury” – LTI) te bespreken en hoe ze in de
toekomst kunnen worden voorkomen.
In 2021 zijn de OHS-systemen van alle bedrijf-
seenheden gestandaardiseerd overeenkomstig de
OHS 45001 en de Australische norm. Volgens de
OHSA-norm (“Occupational Health and Safety
Administration” - OHSA) die voor de rapportering
wordt gebruikt, wordt de frequentiegraad van de
ongevallen met werkverlet (LTIFR) berekend als
het aantal ongevallen met werkverlet plus dode-
lijke ongevallen, gedeeld door het aantal gepres-
teerde uren, vermenigvuldigd met een factor van
1 000 000.
SIPEF betreurt te moeten melden dat er zich in
2021 in Indonesië één dodelijk ongeval met een
werknemer heeft voorgedaan. In oktober 2021
was een werknemer van SIPEF aan het oogsten in
de buurt van hoogspanningskabels op het domein
Bunga Tanjung in Bengkulu. De sikkel raakte de
hoogspanningskabels en de werknemer overleed
in de polikliniek. Een onderzoek naar het onge-
val is afgerond en er zijn maatregelen genomen
om een soortgelijk incident in de toekomst te
voorkomen. Voortdurende sensibiliseringsacties
worden uitgevoerd om de bestaande procedures
te versterken die de veiligheid van alle werkne-
mers van SIPEF verzekeren.
88
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
COVID19 VACCINATIEPROGRAMMA
In 2021 zette SIPEF haar uitgebreid programma voort
om vrije toegang te bieden tot covid-19- vaccinaties
voor haar werknemers en hun naasten. In Indonesië,
waar circa 42% van de nationale bevolking volledig
gevaccineerd werd, heeft SIPEF de grootste voor-
uitgang geboekt: in december 2021 was 92% van de
SIPEF-werknemers en hun naasten dubbel gevac-
cineerd tegen covid-19. In 2022 zal worden gestart
met een boosterprogramma.
In Ivoorkust was 45% van de werknemers dubbel
gevaccineerd en had 15% één dosis gekregen tegen
het einde van het derde kwartaal van 2021. Het pro-
gramma werd afgeremd door de beperkte beschik-
baarheid van vaccins, zodat het aantal gevaccineerde
personen hetzelfde bleef in het laatste kwartaal. Dat
neemt niet weg dat het vaccinatieprogramma van
SIPEF een positieve impact heeft, aangezien slechts
8,2% van de nationale bevolking in Ivoorkust volledig
gevaccineerd was tegen december 2021. De Groep zal
haar vaccinatieprogramma in 2022 verder uitbreiden
zodra er meer vaccins beschikbaar worden.
In Papoea-Nieuw-Guinea richtte SIPEF zich op het
verschaen van duidelijke informatie en het opstellen
van een ondersteunend beleid om het vaccingebruik
bij werknemers en hun naasten te stimuleren. Het
zal meer tijd nodig zijn om het vertrouwen in het
vaccin en de vaccinatiegraad, die momenteel nog
geen 10% van het streefcijfer bedraagt, te verhogen.
De onzekerheid over het vaccin is alvast een van de
redenen voor de lage vaccinatiegraad op nationaal
niveau: in december 2021 was slechts 2,5% van het
land volledig gevaccineerd.
89
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Respecteren van de rechten van de gemeenschap
Agricultuur speelt een vitale rol in plattelands-
gemeenschappen over de hele wereld, door bij te
dragen tot armoedebestrijding, werkgelegenheid
te verschaen en de ontwikkeling van afgelegen
plattelandsgebieden mogelijk te maken. Nochtans
kan landbouw ook storend zijn en negatieve gevol-
gen teweegbrengen als de ontwikkeling ervan niet
op duurzame wijze wordt beheerd.
Industriële agricultuur blijft essentieel om aan
de vraag van een groeiende bevolking te voldoen,
maar is wel aankelijk van de beschikbaarheid
van aanzienlijke stukken land. Zonder passende
betrokkenheid van de gemeenschap en goed-
keuringsprocessen kan de ontwikkeling van de
landbouw leiden tot conflicten met plaatselijke
gemeenschappen, gekoppeld aan het verlies van
gewoonterecht met betrekking tot landgebruik,
en voedselzekerheid en ongelijkheid. Een duur-
zame aanpak is ook van cruciaal belang om ervoor
te zorgen dat de activiteiten niet leiden tot de
aantasting van de natuurlijke hulpbronnen en
ecosystemen waarvan de gemeenschappen aan-
kelijk zijn.
SIPEF heeft als prioriteit een goede buur zijn
en gelooft in het belang van het aanknopen en
ontwikkelen van langetermijnrelaties met de
lokale gemeenschappen die haar omringen. De
Groep engageert zich om de wettelijke rechten
en gewoonterechten met betrekking tot grond-
bezit van inheemse en lokale gemeenschappen
te respecteren, evenals hun rechten op grond-
stoen, grondgebieden, bestaansmiddelen en
voedselzekerheid.
SIPEF streeft ernaar dat de plaatselijke gemeen-
schappen mee van haar activiteiten kunnen genie-
ten. Naast het verschaen van werkgelegenheid
zorgt SIPEF voor de bouw en het onderhoud van
scholen, wegen, gezondheidscentra, bruggen en
gebedshuizen.
90
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Samenwerking met de gemeenschap
Het ontwikkelen en onderhouden van langdu-
rige, harmonieuze relaties binnen en buiten de
plantages is een essentieel onderdeel van het
beheer van de activiteiten van de SIPEF-groep.
SIPEF werkt regelmatig en proactief samen met
de lokale gemeenschappen en andere belangrijke
stakeholders. Voor nieuwe ontwikkelingen en
in het kader van de naleving door de Groep van
duurzaamheidsnormen en certificeringsprogram-
ma's, worden sociale impactevaluaties (“Social
Impact Assessments” - SIA) uitgevoerd. Ook
worden jaarlijks enquêtes gehouden om inzicht
te krijgen in de perceptie die stakeholders van de
Groep hebben. De resultaten worden beoordeeld
aan de hand van een matrix voor risicobeheer
en geëvalueerd via een cyclus van voortdurende
verbetering.
,  
 
Een grondig proces van vrije, voorafgaande en
geïnformeerde toestemming (“Free, Prior and
Informed Consent” - FPIC) is absoluut nood-
zakelijk voor het langetermijnsucces van elke
nieuwe onderneming. Alle SIPEF-plantages en die
van haar leveranciers moeten de FPIC-principes
naleven zoals gedefinieerd door de RSPO en de
“Rainforest Alliance”, en gedetailleerd in SIPEF’s
Beleid voor Verantwoorde Plantages( SIPEF’s
“Responsible Plantations Policy”). Dit omvat bij-
voorbeeld het recht van de gemeenschappen om
elke nieuwe ontwikkeling te weigeren, het recht
op wettelijke vertegenwoordiging naar keuze en
het recht op compensatie wanneer bestaande
activiteiten een bewezen negatieve impact hebben
gehad. Het proces om FPIC te verkrijgen kan vele
jaren in beslag nemen, maar draagt bij tot het
opbouwen van een langdurige werkrelatie met
de plaatselijke gemeenschappen.
ENQUÊTES ONDER GEMEENSCHAPPEN EN SOCIALEIMPACTBEOORDELINGEN
Het concept van FPIC houdt niet op bij de over-
dracht van landgebruiksrechten. Een doorlo-
pend proces van betrokkenheid van stakehol-
ders traceert de impact op gemeenschappen, in
overeenstemming met de SA8000-methodologie
voor sociale verantwoording. Deze engagementen
worden jaarlijks gecontroleerd op representati-
viteit, transparantie en andere criteria.
In 2020 en 2021 werden twee onaankelijke sociale-im-
pactbeoordelingen (SIA) uitgevoerd voorafgaand aan de
conversie van de estates Bandar Pindang en Sei Jerinjing
van rubber naar oliepalm. De SIA waren een onderdeel
van een reeks onaankelijke studies die deel uitmaken
van de RSPO-vereiste voor nieuwe aanplantingen.
Er werden sociale enquêtes gehouden in elk van de dor-
pen rond deze plantages, gericht op het evalueren van
de mogelijke impact van de ontwikkeling van oliepal-
men in het gebied. De enquêteresultaten brachten de
bezorgdheden van deze gemeenschappen naar voren.
Deze werden opgenomen in een geïntegreerd sociaal
en milieugerelateerd management- en monitoringplan
dat de gevolgen van de conversie tot een minimum moet
beperken en een goed geïntegreerde overgang moet bege-
leiden. De SIA omvatte ook het op participatieve wijze in
kaart brengen van de “High Conservation Values” (HCVs)
binnen de voorgestelde conversiegebieden, waarvoor
speciale beheers- en monitoringvoorschriften moeten
worden toegepast.
91
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
   
   
Landconflicten worden aangepakt via het geschil-
lenregelingsmechanisme van SIPEF, dat ingebed
is in de Klachtenprocedures van de Groep.
Voor elk landconflict dat zich voordoet, wordt
een geschillenregelingsproces geïmplementeerd.
Deze processen moeten door alle partijen betrok-
ken in het conflict goedgekeurd worden. SIPEF's
geschillenregelingsmechanisme en -benadering
voorziet ook voor alle partijen het recht op een
wettelijke vertegenwoordiging van hun keuze.
Er bestaat een gedocumenteerd systeem voor
alle onderhandelingen over compensatie voor
het verlies van wettelijke rechten, gewoonte- of
gebruiksrechten. Dit systeem stelt inheemse
bevolkingsgroepen, plaatselijke gemeenschappen
en andere stakeholders in staat hun standpunten
via hun eigen vertegenwoordigende instellingen
kenbaar te maken.
Wanneer er geschillen zijn of zijn geweest, krij-
gen alle partijen een bewijs van de wettelijke ver-
werving van eigendomstitels, alsmede het bewijs
dat een onderling overeengekomen compensatie
werd betaald aan alle mensen die op het moment
van de verwerving in het bezit waren van wet-
telijke rechten, gewoonte- of gebruiksrechten.
Er is ook bewijsmateriaal beschikbaar waaruit
blijkt of de compensatie werd aanvaard na een
gedocumenteerd FPIC-proces.
Nadere gegevens over eventuele klachten in ver-
band met landconflicten zijn beschikbaar op het
SIPEF “Grievance Dashboard”.
92
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Ontwikkeling van de gemeenschap
SIPEF investeert aanzienlijke middelen in het
voorzien van mogelijkheden en diensten die de
ontwikkeling van de gemeenschap ondersteunen.
Elke Operationele Eenheid heeft een budget dat
gebruikt kan worden om in te spelen op de behoef-
ten van de lokale gemeenschap. De managers
van de plantages voeren open en constructieve
gesprekken met de plaatselijke stakeholders om
te beslissen hoe de middelen het best besteed
kunnen worden.
In de loop der jaren is de Groep doorgegaan met
de bouw en het onderhoud van scholen, klinie-
ken, wegen en andere soorten infrastructuur.
Alle faciliteiten zijn volledig toegankelijk voor
werknemers, arbeiders en hun gezinnen, van wie
de meesten ook lid zijn van de lokale gemeen-
schappen. Veel van de onderwijs- en medische
faciliteiten zijn ook toegankelijk voor andere
leden van de gemeenschap.
De gemeenschappen in de omgeving van de
activiteiten van de Groep zijn meestal actief in
landbouw, onder meer met oliepalmen. SIPEF
ondersteunt hun activiteiten waar mogelijk en
gepast. In Indonesië bijvoorbeeld, levert SIPEF
via haar dorpsprogramma voor lokale boeren
(Kebun Masyarakat Desa) plantmateriaal en dien-
sten voor landbeheer aan gezinnen, en garandeert
toegang tot de markt tegen gunstige voorwaarden.
Onderwijs
Gratis vervoer naar staatsscholen wordt geregeld
voor de kinderen van alle werknemers van de
Groep, waar nodig. In afgelegen gebieden waar
geen staatsscholen bestaan, richt SIPEF zijn eigen
scholen op en beheert deze.
Per december 2021, beheert SIPEF in totaal 44
kleuterscholen, lagere scholen en middelbare
scholen in Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea en
Ivoorkust, waarvan 95% toegankelijk is voor kin-
deren uit de gemeenschap.
In een g
ezamenlijk project met het “Papua
New Guinea Incentive Fund” heeft Hargy
Oil Palms Ltd (HOPL) een extra scho-
lencomplex gebouwd in een van de meest
afgelegen gebieden van West New Britain,
waar nu meer dan 200 lagere schoolkinde-
ren onderwijs krijgen.
P
T Tolan Tiga Indonesia exploiteert on-
geveer 38 kleuterscholen, lagere en middel-
bare scholen. Bij verschillende gelegenhe-
den heeft het bedrijf ook de salarissen van
de leerkrachten gesubsidieerd en grond aan
de plaatselijke autoriteiten ter beschikking
gesteld zodat de scholen konden worden
uitgebreid.
In I
voorkust heeft Plantations J. Eglin
geïnvesteerd in de ondersteuning van het
onderwijs van de gemeenschappen door 4
lagere en kleuterscholen te bouwen en uit
te rusten, en huisvesting te bouwen voor het
onderwijzend personeel van deze scholen.
AANTAL DOOR SIPEF OPGERICHTE SCHOLEN OPERATIONEEL IN 2021
Faciliteiten toegankelijk voor kinderen van werknemers 44
Faciliteiten toegankelijk voor kinderen uit de gemeenschap 42
Totaal aantal faciliteiten/gebouwen 44
93
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
Medische zorg
SIPEF besteedt bijzondere aandacht aan de ver-
strekking van medische zorg. De activiteiten van
SIPEF in Indonesië omvatten 23 poliklinieken,
die meer dan 50 gezondheidswerkers tewerk-
stellen, waaronder artsen, verpleegkundigen en
vroedvrouwen.
In Ivoorkust en Papoea-Nieuw-Guinea wordt
de medische zorg volledig betaald door de
Vennootschap, die werkt met eigen dokters en
verpleegsters in plaatselijke klinieken en zorg-
centra die op de plantages zijn opgericht. Alle
faciliteiten in beide locaties zijn toegankelijk voor
zowel werknemers als leden van de gemeenschap.
In 2021 behandelden de faciliteiten van SIPEF
in Papoea-Nieuw-Guinea meer dan 100 000
patiënten, die door 25 gezondheidswerkers in
13 bedrijfsklinieken werden verzorgd.
Infrastructuur
Het onderhoud van de openbare wegen is van
cruciaal belang voor de goede werking van
SIPEF's plantages, maar levert ook heel wat
voordelen op voor de lokale gemeenschappen.
In Papoea-Nieuw-Guinea en Indonesië werkt
de Groep samen met de lokale overheid om de
openbare wegen rond haar exploitatiegebieden
te onderhouden.
Op sommige plantages in Indonesië overlegt
SIPEF ook met de gemeenschappen over de
aanleg van nieuwe wegen aan de rand van haar
concessies. Sommige van deze wegen zijn overdag
ook toegankelijk voor het publiek. Deze samen-
werking vermindert aanzienlijk het risico van
ongevallen binnen de estates, terwijl de gemeen-
schappen meer bewegingsvrijheid krijgen.
SIPEF bevordert ook de opening van lokale win-
kels door werknemerscoöperaties. Waar nodig
subsidieert de Vennootschap het transport van
goederen of verstrekt zij het nodige kapitaal aan
de werknemerscoöperaties. In Indonesië hebben
werknemerscoöperaties succesvolle minimark-
ten opgezet op de meeste plantages. In Papoea-
Nieuw-Guinea werkt de Groep vaak met lokale
operatoren die exploitatieconcessies op middel-
lange tot lange termijn krijgen. De Vennootschap
volgt de prijzen op om de betaalbaarheid van
basisgoederen te handhaven.
RENOVATIE VAN DE KRAAMAFDELING IN PAPOEANIEUWGUINEA
In de loop van 2019-2021 leidde HOPL een project om
de kraamzorg in het gezondheidscentrum van Bialla,
dat medische diensten verleent aan de gemeenschap,
aanzienlijk te verbeteren. Het Bialla Health Centre is
gevestigd in een gemeenschap van ongeveer 50 000
mensen in West New Britain in Papoea-Nieuw-Guinea.
Een bestaand gebouw werd omgebouwd tot een volle-
dig functionele kraamafdeling die vrouwen een veilige
en toegankelijke gelegenheid biedt om te bevallen. Het
project werd gefinancierd door donoren en uitgevoerd
in samenwerking met de provinciale gezondheidsauto-
riteiten van West New Britain. HOPL ondersteunde het
project door bouwmaterialen en mankracht te leveren
om de bestaande bouwstructuur te verbeteren, evenals
beddengoed en andere benodigde materialen.
94
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
95
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijke productie en verwerking
96 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verantwoordelijk
inkopen en
productie van
lokale boeren
Lokale boeren spelen een vitale rol in de mondiale
voedselsystemen. Zij produceren zowat een derde
van de voedselvoorraad van de wereld. Ze nemen
ook circa 40% van de wereldwijde oliepalmteelt
voor hun rekening.
Lokale oliepalmboeren worden op hun weg naar
een meer duurzame productie geconfronteerd
met diverse problemen. Doorgaans hebben ze
een beduidend lager rendement en veel minder
middelen ter beschikking dan de commercië-
le plantages, zoals financiële ondersteuning,
gereedschappen, meststoen en plantgoed. Het
ontbreekt hen vaak ook aan kennis en opleiding
op het vlak van duurzame landbouwpraktijken.
Zonder voldoende motivatie om bepaalde gebie-
den intact te laten, zal het risico dat lokale boeren
uitbreiden naar bossen, veengebieden en andere
kritieke ecosystemen alleen maar toenemen.
19
In dit deel wordt uiteengezet hoe SIPEF samen-
werkt met lokale boeren en de ermee gepaard
gaande risico's in haar leveranciersbasis beheert.
Er is ook een update van de implementatie
van SIPEF’s verantwoordelijk inkoopbeleid
(“Responsible Purchasing Policy – RPuP), dat
focust op de vooruitgang van lokale boeren inzake
certificering.
Lokale boeren spelen een vitale rol
in de mondiale voedselsystemen.
Zij produceren zowat een derde van
de voedselvoorraad van de wereld.
Ze nemen ook circa 40% van de
wereldwijde oliepalmteelt voor hun
rekening.
19 The Sustainable Palm Oil Choice. (april 2021). What causes
deforestation in Indonesia, the world’s largest palm oil producer?
www.sustainablepalmoilchoice.eu/deforestation-causes-in-
indonesia-palm-oil/.
97
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren
Samenwerking met lokale boeren
Ondersteuning van en samenwerking met lokale
boeren kunnen helpen om de armoede terug te
dringen. Het kan ook een positieve impact heb-
ben op het levensonderhoud van deze boeren die
van hogere rendementen, betere productiekwa-
liteit en hogere inkomsten kunnen genieten
en toegang krijgen tot internationale markten.
Tegelijk kan het bijdragen tot de beperking van de
impact van de landbouwproductie op natuurlijke
ecosystemen en tot de verwezenlijking van de
duurzaamheidsdoelstellingen en van de zero-
ontbossingsverbintenissen aangegaan door duur-
zaamheidsleiders in de palmolie-industrie.
Per 31 december 2021 werkt SIPEF samen met in
totaal 10 004 lokale boeren voor palmolie, rubber
en thee in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea.
Aangezien de overgrote meerderheid (9 148) van
de lokale boeren waarmee SIPEF samenwerkt
oliepalmen produceert, is de aanpak van de
Vennootschap in eerste instantie op de productie
van oliepalmen gericht. SIPEF’s leveranciersbasis
van lokale oliepalmboeren bestrijkt een produc-
tieareaal van meer dan 20 000 hectare. In totaal
wordt 16% van de verse vruchtentrossen (“Fresh
Fruit Bunches” – FFB) die SIPEF in haar fabrie-
ken verwerkt, geproduceerd door lokale boeren.
SIPEF heeft een aantal oliepalmprogramma's en
-diensten opgesteld voor lokale boeren, gericht
op inclusiviteit, “Best Management Practices”
(BMP's), certificering en de verlaging van kos-
tenbarrières. Deze programma's en diensten zijn
afgestemd op de locatie en het type van de lokale
boeren. Zij helpen de lokale boeren om duurzame
activiteiten te ontwikkelen en te profiteren van
de technische expertise van de Groep. De nadruk
ligt op het verkrijgen en behouden van de RSPO-
certificering, en het opvoeren van het rendement
en de productie-eciëntie.
De Groep werkt via haar dochtervennootschap-
pen, Hargy Oil Palms Ltd (HOPL) in Papoea-
Nieuw-Guinea en PT Tolan Tiga in Indonesië,
samen met verschillende types lokale boeren:
Alle lokale boeren die samenwerken met
HOPL zijn “associated smallholders” en
beantwoorden aan de vorige classificatie-
definities voor lokale boeren van de RSPO.
LOKALE OLIEPALMBOEREN PER LAND SCHEME SMALLHOLDERS VS.
ONAFHANKELIJKE LOKALE OLIEPALMBOEREN
3 635
Papoea-Nieuw-Guinea
40%
5 513
Indonesië
60%
3 266
Onaankelijke
lokale boeren
36%
5 882
“Scheme
Smallholders”
64%
3 635
Papoea-Nieuw-Guinea
40%
98
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Op basis van de huidige RSPO-classificatie
voor lokale boeren worden deze boeren
gecertificeerd als “scheme smallholders”.
In Indonesië beheert P
T Tolan Tiga estates
van lokale boeren in het kader van haar
“company-managed programme” en haar
“village smallholder programme”. Beide ty-
pes volgen de RSPO-definitie voor “scheme
smallholders”.
De lokale boeren in Indonesië die hun eig
en
productiegebieden beheren en die de keuze
hebben om aan SIPEF te verkopen, zijn
“associated buy/sell smallholders”. De
lokale boeren die SIPEF ondersteunt met
gecertificeerd zaaigoed zijn “associated
seedling smallholders”. Volgens de RSPO-
definities zijn beide types ingedeeld als
onaankelijke lokale boeren, en hun oogst
wordt momenteel niet opgenomen in
SIPEF’s fysieke toevoerketen.
Meer informatie over de wijze waarop SIPEF
samenwerkt met lokale boeren is beschikbaar
op de website van de Groep: www.sipef.com/hq/
sustainability/smallholders/
99
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren
Papoea-Nieuw-Guinea
SIPEF’s oliepalmplantage in Papoea-Nieuw-
Guinea, HOPL, werkt samen met 3 635 “associ-
ated oil palm smallholders” (lokale oliepalmboe-
ren), die een productieareaal van 14 890 hectare
beheren. Dat vertegenwoordigt meer dan 50%
van het beplante areaal van de vennootschap.
In 2021 produceerden deze lokale boeren zo'n
39% van de FFB's die werden verwerkt in de drie
fabrieken van HOPL.
Associated smallholders” die samenwerken met
HOPL zijn in principe onaankelijk, aangezien
zij eigenaar zijn van het land dat ze verbouwen
en volledig vrij zijn in hun keuze van gewassen
en beheerbeslissingen. Gelet op hun geografi-
sche locatie kunnen zij echter alleen verkopen
aan fabrieken die in hun buurt liggen, zij hebben
dan ook een permanente regeling met HOPL. Ze
worden dan ook voor certificeringsdoeleinden
worden geclassificeerd als “scheme smallholders”.
Een overzicht van het programma van HOPL voor
lokale boeren is te vinden in het volgende deel en
op de website van de Vennootschap: www.sipef.
com/sipef-papua-new-guinea/sustainability/
smallholders/
’  
 
HOPL werkt ofwel rechtstreeks, ofwel via het
“Local Planning Committee”, samen met lokale
boeren. Het “Local Planning Committee” bestaat
uit vertegenwoordigers van de “Oil Palm Industry
Corporation” (OPIC), de “Bialla Oil Palm Growers
Association” (BOPGA), de “Oil Palm Research
Association” (OPRA), de “East Nakanai Local
Level Government” (ENLLG) en het bedrijf.
OPIC verleent adviezen en OPRA zorgt voor bege-
leiding bij onderzoek en ontwikkeling die rele-
vant zijn voor lokale boeren. De centrale rol van
beide organisaties is de productiviteit van lokale
boeren te verhogen, verbeterde boerderijbeheer-
technieken te stimuleren, advies en opleiding
inzake productiemethodes voor oliepalmen te
verstrekken, en het welzijn van lokale boeren te
verhogen. De diensten omvatten onderzoek naar
geïntegreerd plaagbeheer, plaag-en ziektebestrij-
ding, toenaderings- en bewustmakingstechnie-
ken, en projecten in verband met levensonder-
houd en gemeenschapsontwikkeling.
100
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
HOPL'S PROGRAMMA VOOR "ASSOCIATED SMALLHOLDERS"
HOPL
Hargy Oil Palms Ltd
"Local Planning
Committee"
OPIC OPRA
Hargy Oil Palms Ltd
"Oil Palm Industry Corporation"
"Bialla Oil P
alm Growers
Association"
"Oil P
alm Research Association"
"Eas
t Nakanai Local Level
Government"
RECHTSTREEKSE
ONDERSTEUNING:
Verzamelen van vruchten door
lokale boeren
Onderhoud van weg
en en
bruggen voor het ophalen van
vruchten
Rentelo
ze leningen voor
gereedschap, meststoen,
zaailingen
Beheer
, aankoop en levering
van meststoen
Beheren van plaagbestrijdings-
teams voor projectgebieden
"Oil Palm Industry
Corporation"
"Oil Palm Research
Association"
OPIC EN OPRA
ONDERSTEUNING:
Onderzoek en ontwikkeling
Agronomische diensten
Opleiding en v
orming
Projecten voor
gemeenschapsontwikkeling
Voor meer informatie over OPRA en OPIC:
www.agriculture.gov.pg/commodity-boards-a/oil-palm-industry-corporation
www.pngopra.org
101
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren
28,5
21,2
20,9
16,5
15,0
13,4
Eigen plantages
FFB-rendement
Associated
smallholder”
FFB-rendement
10
20
30
2019 2020 2021
JAARLIJKSE INVESTERING PGK IN CAPACITEITSOPBOUW EN
ONDERZOEK VOOR LOKALE BOEREN IN PAPOEANIEUWGUINEA
Een van de hoofddoelstellingen van het “associ-
ated smallholder programme” van HOPL is de
lokale boeren ondersteunen bij het onderhoud
van hun huidige beplante areaal, en eveneens
een productie van 20 ton per hectare te verwe-
zenlijken tegen 2025. Uit de productietrends van
de afgelopen drie jaar blijkt dat de “associated
smallholders” van HOPL vooruitgang boeken op
dit vlak, alhoewel het ernaar uitziet dat de herbe-
planting de komende jaren wel een knelpunt zal
worden. Aangezien het aantal percelen van lokale
boeren blijft toenemen en de palmolieproductie
de belangrijkste bron van inkomsten is, wordt er
niet op tijd herbeplant.
Sinds 2017 verhoogt HOPL zijn directe betrok-
kenheid bij de aan de lokale boeren adviesverle-
ning. HOPL en haar “associated smallholders”
investeerden in 2021 in totaal PGK 1 967 613 in
capaciteitsopbouw en onderzoek.
HOPL“SMALLHOLDER”VELDDAGEN
In het kader van haar streven om de lokale boeren te
ondersteunen, organiseert HOPL geregeld velddagen
voor lokale boeren. Op deze events komen lokale
boeren, de betrokken HOPL-afdelingen en diverse
externe organisaties samen, waaronder organisaties
die zich richten op adviesverlening en onderzoek en
ontwikkeling, zoals OPIC en OPRA. De focus ligt op
opleiding, bewustmaking en netwerken, om de lokale
boeren te ondersteunen om hun productiviteit te
verhogen, in hun levensonderhoud te voorzien, en
hun naleving van de RSPO-certificering en het beleid
van HOPL te verbeteren.
De laatste velddag vond plaats in juli 2021. Er werden
sessies gehouden rond uiteenlopende onderwerpen,
zoals productiviteit, meststoen, plaagmanagement,
oogsttransport door lokale boeren, naleving van de
RSPO-certificering en klachtenbeheer. Er waren ook
financiële instellingen uitgenodigd om informatie
over spaar- en bankdiensten te geven.
Naast deze events houdt HOPL ook bijeenkomsten
en geeft het talrijke opleidingen tijdens het hele jaar,
om zeker te zijn dat de “associated smallholders” op
de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen en
BMP's. In 2021 werden in totaal 253 bijeenkomsten
en opleidingen voor lokale boeren georganiseerd.
RENDEMENT VAN HOPL 2019  2021 FFB TON/HA
Investering door
HOPL
Investering door
lokale boeren
741 116
839 162
169 970
1 270 970
1 226 497
1 254 666
500 000
1 000 000
1 500 000
2 000 000
2019 2020 2021
102
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Indonesië
PT Tolan Tiga Indonesia werkt momenteel in
totaal met 6 369 lokale boeren samen voor palm-
olie, rubber en thee. Voor de oliepalmproductie
werkt het bedrijf samen met 5 513 lokale boeren,
via vier verschillende programma's.
PT TOLAN TIGA'S PROGRAMMA'S VOOR LOKALE BOEREN
"Company managed smallholders"
• 1 943 lokale boeren
• Beplant areaal: 4 643 hectare
Het "company managed" programma volgt
een model dat van oudsher is vastgelegd
op basis van door de regering opgezette
"plasma"-programma's in Indonesië. In het
kader van dit programma heeft PT Tolan
Tiga de volledige controle over alle aspec
-
ten van het beheer en de productie van
de gewassen.
"Associated buy/sell smallholders"
• 2 438 lokale boeren
• Beplant areaal: 5 667 hectare
Onder het “Associated buy/sell”-program-
ma beheren de boeren meestal hun eigen
(kleine) percelen. Zij zijn niet gebonden
door een formeel bedrijfspartnerschap
en zijn in principe volledig vrij om hun
FFB's te verkopen aan wie ze willen. Ze
worden echter wel aangemoedigd om hun
FFB's aan het bedrijf te verkopen, tegen
aankoopvoorwaarden die gebaseerd zijn
op een transparante en gepubliceerde
formule.
"Village smallholders"
(Kebun Masyarakat Desa)
• 304 lokale boeren
• Beplant areaal: 686 hectare
Het programma voor “village smallhol-
ders” is een ander type plasmaprogramma
voor lokale boeren. Via het Agro Muko-
programma werkt het bedrijf samen met
de omringende dorpen om kleine olie-
palmpercelen te ontwikkelen, die geheel
of gedeeltelijk worden beheerd door de
plantages van PT Tolan Tiga Indonesia.
"Associated seedling smallholders"
• 828 lokale boeren
• Beplant areaal: 2 312 hectare
Associated seedling smallholders” zijn
eigenaar van en hebben het volledige
beheerzeggenschap over hun produc-
tiepercelen. PT Tolan Tiga Indonesia
werkt samen met deze lokale boeren in
het kader van haar verbintenis om meer
lokale boeren in haar toevoerketen op te
nemen. Gelet op de sterk uiteenlopende
activiteiten en systemen van lokale boeren
in Indonesië houdt de complexiteit van
de regelingen in dat deze lokale boeren
kunnen kiezen om niet fysiek verbonden
te zijn.
4643 ha
686 ha
5667 ha
2312 ha
Meer informatie over de wijze waarop PT Tolan Tiga Indonesia samenwerkt met lokale boeren is beschikbaar
op de website van de vennootschap: www.sipef.com/sipef-indonesia/sustainability/smallholders/
103
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren
“VILLAGE SMALLHOLDERS”  KEBUN MASYARAKAT DESA KMD
PT Tolan Tiga's “Village smallholder program-
me” richt zich op de dorpen rond de Agro Muko-
activiteiten. In het kader van dit programma worden
kleine oliepalmpercelen ontwikkeld, onder de naam
Kebun Masyaraket Desa (KMD) of “villagers”-estates,
die geheel of gedeeltelijk worden beheerd door de
plantages van PT Tolan Tiga Indonesia. Het pro-
gramma omvat 304 lokale boeren en is volledig
RSPO-gecertificeerd.
PT Tolan Tiga Indonesia prefinanciert de ontwik
-
keling van de percelen en koopt later de productie
op tegen marktprijzen, met een overeengekomen
aetalingsschema van de lagerentelening. Dat levert
de dorpscoöperaties een aanzienlijke toegevoegde
waarde op, die vaak wordt benut voor gemeenschaps-
faciliteiten en -ontwikkelingen. De dorpscoöperaties
ontvangen maandelijkse afrekeningen en de bedragen
die PT Tolan Tiga Indonesia betaalt, worden in de
plaatselijke kranten gepubliceerd.
Dit s
ysteem is zeer populair, en zelfs dorpen die ver
van de plantages van de Groep liggen vragen om hier
-
aan te kunnen deelnemen.
104
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Op 31 december was ongeveer 80% van het tota-
le productieareaal van de lokale palmoliepro-
ducenten van SIPEF RSPO-gecertificeerd. Dit
vertegenwoordigt 4 297 lokale boeren, op een
productiegebied van 16 243 hectare. Ongeveer
17% van de totale gecertificeerde FFB van de
Groep wordt geproduceerd door lokale boeren.
Papoea-Nieuw-Guinea
Alle lokale boeren die samenwerken met HOPL
en haar drie fabrieken bevoorraden, zijn RSPO-
compliant gecertificeerd. Zij behaalden hun eerste
certificering op hetzelfde moment als HOPLs
eigen plantages in 2009 en blijven zich inzetten
voor het behoud ervan. Dit was wereldwijd de
tweede groep lokale boeren die op een dergelijke
schaal werd gecertificeerd.
Er is een premieverdelingsstructuur opgezet met
de lokale boeren, die gekoppeld is aan de verkoop
van gecertificeerde producten. Gecertificeerde
lokale boeren krijgen een duurzaamheidspremie
van HOPL op basis van hun FFB-bijdrage aan de
fabrieken.
Indonesië
In Indonesië is bijna 30% van de lokale boeren
die FFB's leveren aan de extractiefabrieken van
SIPEF gecertificeerd, goed voor een productie-
areaal van 1 353 hectare. Rekening houdend met
het totale aantal lokale boeren waarmee SIPEF
samenwerkt, inclusief zij die niet leveren aan
de extractiefabrieken van SIPEF, is circa 12%
RSPO-gecertificeerd.
Een belangrijk probleem voor het bereiken
van 100% certificering houdt verband met de
Indonesische regelgeving, die voorschrijft dat het
equivalent van 20% van alle vergunningen voor
1 297 632
Eigen plantages
83%
258 126
Lokale boeren
17%
1 555 758
Totale gecertifieerde
FFB
GEMIDDELDE PREMIE BETAALD DOOR HOPL AAN LOKALE BOEREN
PGK / TON FFB
2019 12,6
2020 12,43*
2021 13,07
* : De gemiddelde betaalde premie van 2020 is aangepast t.o.v. voorgaande verslagen.
nieuw land (Hak Guna Usaha – HGU) moet wor-
den toegewezen aan lokale boeren. Deze regelge-
ving werd in 2017 specifiek gewijzigd om ook alle
verlengingen van HGU-concessies te omvatten.
In naleving van dit voorschrift heeft SIPEF meer
lokale boeren toegevoegd en met hen verbinte-
nissen aangegaan met het oog op hun integratie
in de gecertificeerde leveranciersbasis van de
Vennootschap. Tot het zover is wordt de oogst
van deze lokale boeren afzonderlijk verwerkt in
fabrieken van derden, teneinde het “fully certi-
fied”- statuut van SIPEFs eigen extractiefabrie-
ken te handhaven.
Certificering van lokale boeren
RSPOGECERTIFICEERDE FFBPRODUCTIE VAN LOKALE
BOEREN EN EIGEN PLANTAGES TON
105
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren
Risicobeheer in SIPEF’s bevoorradingsbasis
SIPEF’s derden-leveranciers moeten ook beant-
woorden aan haar RPuP, dat de voorwaarden van
de Groep uiteenzet voor de samenwerking met
de lokale boeren op hun weg naar certificering.
Samen met het Verantwoordelijk Plantagebeleid
vormt het RPuP de basis voor de criteria en pro-
cedures om lokale boeren te selecteren en te
monitoren in SIPEF’s leveranciersbasis. Deze
criteria en procedures zijn specifiek aangepast
aan de lokale context van Indonesië en Papoea-
Nieuw-Guinea, de twee locaties waar SIPEF met
derden-leveranciers werkt.
20
Selectiecriteria
SIPEF voert een screeningproces uit om te bepa-
len of de grond en de praktijken van nieuwe lokale
boeren waarmee de Groep wil gaan samenwer-
ken, beantwoorden aan het beleid van SIPEF.
Het proces wordt ook gebruikt om het potentieel
van de lokale boeren inzake toekomstige RSPO-
certificering te evalueren.
P
erceellocatie: de locatie moet bekend en
in kaart gebracht zijn. Geen beplanting op
veengrond, op steile hellingen, in een oe-
verzone of binnen 100 meter van een zone
die bestemd is voor bosbouw of binnen 500
meter van een beschermde zone.
Ov
erige criteria: bewijs van wettelijke
toestemming tot het landgebruik, lidmaat-
schap van een vereniging, naleving van
SIPEF's beleid inzake mensenrechten, eer-
lijke arbeidspraktijken en geen exploitatie.
Als aan deze criteria wordt voldaan, kan SIPEF
een Memorandum of Understanding (MoU) met
de lokale boeren afsluiten.
PT Tolan Tiga Indonesia werkt met een check-
list die de lokale boeren moeten invullen in het
kader van het screeningproces en die ook wordt
gebruikt voor de monitoring van de naleving tij-
dens interne audits. De checklist helpt de loka-
le boeren ook om beter inzicht te krijgen in het
beleid en de verbintenissen die verbonden zijn
aan hun samenwerking met het bedrijf. Lokale
boeren die na evaluatie in aanmerking komen,
moeten ook een MoU ondertekenen, inclusief een
verbintenis tot verbetering op basis van kritische
en voortdurende criteria, via hun representatieve
vereniging.
Ook HOPL werkt met een door de lokale boeren
in te vullen checklist, die deel uitmaakt van het
screeningsproces maar ook gebruikt wordt voor
de monitoring van de naleving tijdens de inter-
ne audits. Het bedrijf neemt momenteel geen
nieuwe telers op in zijn programma, vanwege de
vereisten van de “New Planting Procedure” (NPP)
van de RSPO. Lokale boeren hebben bij de RSPO
en de “High Carbon Stock Approach” (HCSA)
een verzoek ingediend voor de herziening van
bestaande boeren die werken op land op basis
van zwerflandbouwpraktijken.
De checklists voor de interne audits zijn te
vinden op de website van SIPEF: www
.
sipef.
com/
hq/sustainability/traceability-and-risk-
management/
Nieuwe ontwikkelingen
Onder het “company-managed programme” in
Indonesië worden de bestaande productiezones
volledig door PT Tolan Tiga Indonesia beheerd
en vallen onder het interne controlesysteem dat
het bedrijf hanteert voor de eigen activiteiten. Alle
20 Een overzicht van de aanpak van de naleving en het risicobeheer voor leveranciers volgens land van activiteit is beschikbaar op: www.sipef.com/
hq/sustainability/traceability-and-risk-management/
106 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
nieuwe ontwikkelingen van lokale boeren onder
dit programma moeten de NPP van de RSPO door-
lopen. Dat zorgt voor de naleving van alle kerncri-
teria, zoals de evaluatie van de geschiktheid van de
bodem, geïntegreerde “High Conservation Value”
(HCV)/”High Carbon Stock” (HCS), wijziging
van landgebruik, maatschappelijke impact en
broeikasgasevaluaties.
In tegenstelling tot de “company-managed smal-
lholders” in Indonesië beheren de lokale boeren
in Papoea-Nieuw-Guinea hun eigen boerderijen.
De lokale boeren moeten dan ook zelf het beleid
van SIPEF en de “RSPO Principles & Criteria”
(P&C) naleven. Ook HOPL eist dat alle nieuwe
ontwikkelingen van lokale boeren de NPP door-
lopen. Er zijn echter geen nieuwe beplantingen
geweest, vanwege de complexiteit van het land
-
gebruik in Papoea-Nieuw-Guinea in verband met
de NPP-vereisten.
Monitoring van de naleving
PT Tolan Tiga Indonesia monitort de naleving
door zijn lokale boeren via regelmatige contac-
ten, ondersteuning en evaluaties. De evaluaties
worden uitgevoerd aan de hand van dezelfde
screeningchecklists die worden gebruikt om
de samenwerking met nieuwe lokale boeren op
te starten. Het doel van deze contacten is meer
inzicht te verschaen in het beleid en de telers op
te nemen in de gecertificeerde leveranciersbasis
zodra ze klaar zijn voor RSPO-certificering.
In Papoea-Nieuw-Guinea voorziet HOPL regel-
matig opleidingen voor “associated smallhol-
ders”, inspecteert de percelen en voert interne
audits uit. Deze lokale boeren worden ook ieder
jaar doorgelicht door een “Certification Body
van de RSPO, aan de hand van een “sampling
intensity”- formule.
Bij de perceelinspecties, die worden uitgevoerd
door adviesverleners van HOPLs “Smallholder
Agricultural Advisory Services” (SHAAS)-team,
wordt de implementatie van beste beheer-
praktijken door lokale boeren geëvalueerd. De
interne audits evalueren de naleving van de
RSPO-vereisten door lokale boeren en worden
door de Duurzaamheidsafdeling uitgevoerd in
het kader van HOPLs interne auditplan. Deze
audits bestrijken ook sociale indicatoren die
relevant zijn voor lokale boeren, overeenkom-
stig de “National Interpretation” van de P&C in
Papoea-Nieuw-Guinea, zoals geen kinderarbeid
en klachtenbeheer.
De resultaten van de audits en inspecties wor-
den aan de telers gecommuniceerd door het
SHAAS-team, dat de lokale boeren ook onder-
steunt bij het rechtzetten van de vastgestelde
nalevingsinbreuken.
Inbreuken beheren
Wanneer een inbreuk op het beleid of de regel-
geving wordt vastgesteld, geeft SIPEF de voor-
keur aan het handhaven van de samenwerking en
biedt zij de lokale boeren de kans om corrigerende
maatregelen te nemen. Dat is belangrijk om ver-
beteringen te stimuleren en het werkt volgens
SIPEF veel beter dan uitsluiting.
De inbreuken worden geval per geval geëvalueerd
om de oorzaak ervan te begrijpen. Daarna worden
de passende maatregelen bepaald.
Als een inbreuk wordt vastgesteld, wordt de oogst
gescheiden van de gecertificeerde toevoerketen
om het implementatieproces te beheren.
107
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren
108 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verantwoordelijk
ondernemen en
transparantie
SIPEF gelooft dat het bedrijfsleven een positieve
kracht kan zijn. De privésector beschikt over het
innoverend potentieel om oplossingen te vinden
voor de moeilijkste uitdagingen in de wereld en
een belangrijke bijdrage te leveren tot duurzame
ontwikkeling. De Groep handelt met de grootste
eerbied voor ethische principes en blijft voorrang
geven aan transparantie naar zijn stakeholders
toe over de manier waarop hij zaken doet.
Naast het intrinsieke belang van verantwoorde
bedrijfspraktijken, is SIPEF zich bewust van de
juridische, de financiële, de operationele en de
reputatierisico's die voortvloeien uit alle gevallen
van slechte praktijken. De Vennootschap verbindt
zich ertoe een cultuur van ethisch gedrag bij haar
werknemers te bevorderen, in overeenstemming
met alle relevante wetten en interne beleidslijnen.
SIPEF heeft ook de gepaste systemen en kanalen
opgezet voor werknemers en andere stakeholders
om hun bezorgdheden kenbaar te maken en feed-
back te geven, of wangedrag te melden.
In 2021 heeft SIPEF haar verbintenissen en
aanpak inzake deugdelijk en duurzaam bestuur
verder versterkt. De laatste jaren werden ook
nieuwe reglementaire vereisten ingevoerd inzake
transparantie en duurzaamheidsrapportering.
SIPEF streeft ernaar zich aan te passen aan en
te anticiperen op deze evoluerende vereisten,
zowel wereldwijd als binnen de Europese Unie.
SIPEF gelooft dat het bedrijfsleven
een positieve kracht kan zijn. De
Groep handelt met de grootste
eerbied voor ethische principes
en blijft voorrang geven aan
transparantie naar zijn stakeholders
toe over de manier waarop hij zaken
doet.
109
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk ondernemen en transparantie
Corporate governance
SIPEF beschikt over een sterke corporate gover
-
nance structuur met verschillende beleidslijnen
die kritieke onderwerpen behandelen, zoals ver-
antwoordelijk en ethisch gedrag, privacy, omkope-
rij en corruptie, en klokkenluiders. Deze policies
zetten samen de verbintenissen van de Groep, op
het vlak van ethisch zakelijk gedrag en de beste
praktijken inzake deugdelijk bestuur, uiteen.
Het Charter beschrijft de belangrijkste elementen van SIPEF’s deugdelijk bestuur,
met inbegrip van de beheerstructuur van de Vennootschap.
Corporate
Governance
Charter
Ethisch Beleid
Het Ethische Beleid bepaalt de verbintenissen van SIPEF inzake transparantie,
anti-omkoping en anti-corruptie, naleving van alle relevante internationale en
nationale wetten, en het verbod om persoonlijke zaken te doen via de faciliteiten
van de Groep of tijdens de werkuren.
Gedragscode
De Gedragscode, die in 2019 door de Raad van Bestuur werd goedgekeurd,
bevat de gedragsprincipes inzake verantwoordelijk en ethisch gedrag voor alle
personeelsleden, met inbegrip van de consulenten en contractanten van SIPEF.
Algemeen
privacybeleid
Het privacybeleid van SIPEF is van kracht sinds 25 mei 2018. Het beleid bepaalt
hoe SIPEF persoonlijke gegevens gebruikt, opslaat en beschermt. Het is afge-
stemd op de vereisten die in de Europese Unie van toepassing zijn op grond van
de Algemene Verordening Gegevensbescherming (EU-verordening 2016/679).
Klokkenluiders-
beleid
Het beleid en de procedures van SIPEF op het niveau van de Groep inzake klok-
kenluiders worden uiteengezet in de Gedragscode. De dochteronderneming van
de Groep, PT Tolan Tiga Indonesia, heeft eveneens een klokkenluiderregeling op
lokaal niveau, die zowel in het Engels als in het Bahasa Indonesia op haar website
gepubliceerd werd.
Klachtenbeleid
Het klachtenbeleid omschrijft de verbintenissen van SIPEF in verband met de
behandeling van interne en externe klachten. Het bepaalt dat de werknemers
van de Groep, evenals alle andere stakeholders, klachten kunnen indienen vrij
en zonder vrees voor negatieve gevolgen. SIPEF’s verbintenis om klachten via
transparante en onpartijdige mechanismen te behandelen, is ook opgenomen in
het Verantwoorde Plantagebeleid van de Groep.
Bovenstaande beleidslijnen en documenten zijn beschikbaar op de SIPEF-bedrijfswebsite:
www.sipef.com/hq/investors/shareholders-information/corporate-governance
www.sipef.com/hq/sustainability/sipef-corporate-policies
110
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Anti-omkoping en anti-corruptie
SIPEF begrijpt het belang van het creëren van
een eerlijke omgeving voor zakendoen, vrij van
de verstorende, concurrentievervalsende eecten
van omkoping en andere vormen van corruptie.
De Vennootschap is zich bewust van de ernst van
de mogelijke gevolgen voor de Groep op juridisch,
financieel en operationeel vlak evenals voor zijn
reputatie.
Financiële sancties kunnen oplopen tot duizen-
den of miljoenen euro's. Negatieve berichtgeving
in de media kan de reputatie van de Groep ernstig
schaden en een potentiële impact hebben op de
beurskoers van SIPEF. Bovendien kunnen activi-
teiten voor enkele uren, dagen, maanden of zelfs
volledig stilgelegd worden, bijvoorbeeld wanneer
een grondvergunning wordt ingetrokken.
De Groep beschikt over stevige beleidslijnen,
mechanismen en maatregelen om de risico's
verbonden aan corruptie in de industrie en op
locaties waar de Groep actief is, aan te pakken.
Interne sancties, tot en met ontslag, worden opge
-
legd bij overtreding van de bedrijfsvoorschrif-
ten. De ergste gevallen worden aan de bevoegde
autoriteiten gerapporteerd, en de Vennootschap
verleent haar volledige medewerking in geval van
rechtsvervolging. Interne procedures en interne
controleprogramma's worden voortdurend her-
zien om interne en externe fraude te voorkomen
en op te sporen.
111
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk ondernemen en transparantie
Ethisch Beleid
Het Ethisch Beleid van SIPEF werd voor het eerst opge
-
steld in 2017, en is van toepassing op SIPEF en haar
leveranciers.
Het Beleid concentreert zich op de volgende principes
en verbintenissen:
Naleving: alle relevante internationale en natio
-
nale wetten zullen worden nageleefd.
Transparantie: aandeelhouders en stakeholders
zullen worden voorzien van alle niet-vertrouwelij-
ke informatie.
Nultolerantie v
oor omkoping en corruptie: steek-
penningen worden actief vermeden, en geschen-
ken mogen alleen worden gegeven met vooraf-
gaande goedkeuring van het senior management.
Nultolerantie v
oor kinderarbeid, slavernij of
dwangarbeid.
V
erbod voor management en werknemers om
persoonlijke zaken te doen via faciliteiten van de
Groep of tijdens de werkuren.
Gedragscode
Anti-omkoping en anti-corruptie hebben een belangrijke
plaats in de Gedragscode van SIPEF. De Code bepaalt
de gedragsprincipes inzake verantwoordelijk en ethisch
gedrag voor de werknemers en het management van
SIPEF. Ze bevat een minimumreeks van richtlijnen die
wordt ondersteund door andere meer gespecialiseer-
de beleidslijnen over specifieke onderwerpen, zoals
SIPEF's Ethisch Beleid.
112
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
De Code behandelt verschillende onderwerpen
en vraagstukken die verband houden met ethisch
gedrag, waaronder: houding op het werk, relaties
met klanten en leveranciers, belangenconflicten
en misbruik van voorkennis, gebruik van bedrijfs-
fondsen, omkoping en ongepaste betalingen, dis-
criminatie en gelijke behandeling, klokkenluiders
en gegevensbescherming en privacy.
Zoals voorgeschreven door de Belgische
Corporate Governance Code 2020 en het
Corporate Governance Charter, controleert de
raad van bestuur van SIPEF eenmaal per jaar de
naleving van de Gedragscode. SIPEF heeft even-
eens een gedragscode ingevoerd in alle landen
waar zij actief is.
Klokkenluidersprocedures
Werknemers die zich zorgen maken over ver-
moedelijk wangedrag worden aangemoedigd
naar buiten te treden zonder angs
t voor straf
of oneerlijke behandeling. Alle gerapporteerde
bekommernissen worden met de grootst mogelij-
ke vertrouwelijkheid behandeld en de naam van
de klokkenluider wordt niet zonder toestemming
vrijgegeven.
SIPEF en de dochterondernemingen van SIPEF
zijn verplicht ervoor te zorgen dat elke gerappor-
teerde bezorgdheid naar behoren wordt opge-
volgd en onderzocht, indien nodig, en dat de nodi-
ge corrigerende maatregelen worden genomen.
Opleiding over het beleid
Sinds 2017 heeft de Groep opleidingen voorzien
voor zijn werknemers, met als doel ervoor te
zorgen dat het personeel op elk niveau van de
onderneming de relevantie en het belang van het
anti-corruptiebeleid van de Groep begrijpen.
Klachtenregeling
Het klachtenmechanisme van SIPEF zorgt ervoor
dat alle belanghebbenden, intern en extern, erop
kunnen vertrouwen dat hun klachten zullen
worden gehoord en onpartijdig zullen worden
behandeld, en niet zullen worden beantwoord
met represailles. Er is een groepsbeleid inzake
klachten ingevoerd en aan alle werknemers en
andere belanghebbenden meegedeeld.
Alle klachten worden op een transparante en tij-
dige manier behandeld, rechtstreeks tussen de
aanklagers en de respectieve operatie. Er is een
specifiek systeem voor gevallen van seksuele inti-
midatie, waarbij de nadruk ligt op het beschermen
van de privacy en het waarborgen van eerlijke
procedures.
Klachten ontvangen van ngo’s, of klachten die als
belangrijk worden beschouwd, worden gecom-
municeerd op het Klachten Dashboard van de
SIPEF-bedrijfswebsite, inclusief informatie over
de status van elke zaak, en of en hoe de zaken zijn
opgelost.
Het Klachten Dashboard kan geraadpleegd
worden op: www.sipef.com/hq/sustainability/
grievances-dashboard-active-andor-progressing
113
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk ondernemen en transparantie
EU-taxonomie: Geconsolideerde informatieverschaffing
krachtens Art. 8 van de Taxonomieverordening
De EU-taxonomie is een classificatiesysteem voor
ecologisch duurzame economische activiteiten
dat door de Europese Commissie werd ontwikkeld
als hulp bij de opschaling van duurzame investe
-
ringen in het kader van de Europese Green Deal.
21
De Taxonomieverordening is een kernonderdeel
van het actieplan van de Europese Commissie
om kapitaalstromen naar duurzame projecten
en activiteiten te leiden. Zij vormt een belang-
rijke mijlpaal in het streven van de EU naar
koolstofneutraliteit tegen 2050, door duidelij
-
ke definities en criteria vast te leggen voor wat
mag worden beschouwd als ‘duurzaam’. Dat
omvat definities en criteria voor de milieudoel-
stellingen ‘Klimaatveranderingsmitigatie’ en
‘Klimaatveranderingsadaptatie’.
Als niet-financiële moederonderneming heeft
SIPEF onderzocht in welke mate haar econo-
mische activiteiten in de verslagperiode 2021
in aanmerking komen voor taxonomieclassifi-
catie. Hieronder wordt het percentage van de
omzet, de investeringen ("Capital Expenditure,
Capex") en de bedrijfsuitgaven ("Operating
Expenditure, Opex") gepresenteerd dat verband
houdt met economische activiteiten die in aan-
merking komen voor taxonomieclassificatie in
het kader van de eerste twee milieudoelstellingen
(klimaatveranderingsmitigatie en klimaatver-
anderingsadaptatie), overeenkomstig Art. 8 van
de Taxonomieverordening en Art. 10 (2) van de
krachtens Art. 8 Gedelegeerde Handeling.
Kernactiviteiten van SIPEF:
Niet in aanmerking komend
voor taxonomieclassificatie
SIPEF heeft alle voor taxonomieclassificatie in
aanmerking komende economische activiteiten,
zoals opgesomd in de Gedelegeerde Handeling
voor het Klimaat, geëvalueerd op basis van de
activiteiten van de Vennootschap als agro-indus-
triële groep. De Gedelegeerde Handeling voor het
Klimaat focust op de economische activiteiten en
sectoren met het hoogste potentieel om de doel-
stellingen van klimaatveranderingsmitigatie
22
en
klimaatveranderingsadaptatie te verwezenlijken.
Die sectoren omvatten energie, geselecteerde
productieactiviteiten, transport en gebouwen.
SIPEF focuste bij de evaluatie van haar taxono-
mieclassificatie op economische activiteiten gede-
finieerd als de levering van goederen of diensten
op een markt, om zo (eventueel) inkomsten te
DE TAXONOMIEVERORDENING LEGT ZES MILIEUDOELSTELLINGEN VAST:
Klimaatveranderingsmitigatie
Klimaatv
eranderingsadaptatie
H
et duurzaam gebruik en de bescherming van
water en mariene bronnen
De transitie naar een circulaire economie
Prev
entie en bestrijding van verontreiniging
De bescherming en het herstel van biodiversiteit
en ecosystemen
Voor meer informatie: ec.europa.eu/info/business-eco-
nomy-euro/banking-and-finance/sustainable-finance/
eu-taxonomy-sustainable-activities_en
21 Europese Commissie (opgehaald in december 2021). EU taxonomy for sustainable activities. https://ec.europa.eu/info/business-economy-
euro/banking-and-finance/sustainable-finance/eu-taxonomy-sustainable-activities_en
22 Klimaatmitigatie verwijst hoofdzakelijk naar de noodzaak om de uitstoot van broeikasgassen te voorkomen en de emissie ervan te verminderen
of meer broeikasgassen te verwijderen en de langetermijnopslag van koolstof te vergroten.
114 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
genereren. In die context definieert SIPEF, als
agro-industriële groep, het kweken van oliepal-
men, rubber, thee en bananen, en de productie
van palmolie, palmpitten, palmpitolie, rubber
en thee als de kern van haar bedrijfsactiviteiten.
Na een grondige evaluatie met de medewerking
van alle betrokken afdelingen en teams werd
geconcludeerd dat SIPEF’s economische kernac-
tiviteiten niet onder de Gedelegeerde Handeling
voor het Klimaat vallen en als dusdanig niet in
aanmerking komen voor taxonomieclassificatie.
Zoals vastgelegd in de ‘Gedelegeerde Handeling
Klimaat’, aangenomen in juni 2021, zijn de cri-
teria voor landbouw voorlopig uitgesloten uit de
Gedelegeerde Handeling, in afwachting van ver-
dere vooruitgang in de lopende onderhandelingen
over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
(GLB). SIPEF verwacht dan ook in de toekomst
minstens een deel van haar kernactiviteiten te
kunnen aangeven als in aanmerking komend voor
taxonomieclassificatie in het kader van de doel-
stellingen van klimaatveranderingsmitigatie en
klimaatveranderingsadaptatie.
SIPEF verschaft deze informatie op vrijwillige
basis, omdat de Groep van mening is dat deze
informatie nuttig kan zijn voor gebruikers van
zijn geconsolideerde niet-financiële verklarin-
gen om een beter inzicht te verwerven in zijn
bedrijfsactiviteiten.
Hoewel de kernactiviteiten van SIPEF momen-
teel niet onder de ‘Gedelegeerde Handeling
Klimaat’ vallen en niet in aanmerking komen voor
de Taxonomie, blijft de Groep zich engageren
om de uitstoot van broeikasgassen verbonden
aan haar bedrijfsactiviteiten te verminderen en
om de risico's en de gevolgen verbonden aan de
klimaatverandering te beheren. Een overzicht
van de bestaande initiatieven van de Groep met
betrekking tot de klimaatveranderingsmitigatie
en -beperking wordt gegeven op pagina 50 van
dit verslag.
Prestatiekernindicatoren
De prestatiekernindicatoren (“Key Performance
Indicators” - KPI's) waarmee rekening is gehou-
den bij de evaluatie, zijn de omzet-KPI, de Capex-
KPI en de Opex-KPI. Voor de verslagperiode 2021
moeten deze KPI's worden bekendgemaakt met
een onderscheid tussen wel en niet voor taxo-
nomieclassificatie in aanmerking komende eco-
nomische activiteiten, volgens Art. 10 (2) van de
krachtens Art. 8 Gedelegeerde Handeling.
SIPEF’s omzet komt niet in aanmerking voor
taxonomieclassificatie omdat de economische
activiteiten van de Groep op dit moment niet
onder de ‘Gedelegeerde Handeling Klimaat’
vallen. Dientengevolge komen ook de investe-
ringen en bedrijfsuitgaven in verband met deze
activiteiten niet in aanmerking voor taxonomie-
classificatie (zie tabel hierna voor de totalen van
iedere KPI).
PERCENTAGE VAN DE WEL EN NIET VOOR TAXONOMIECLASSIFICATIE IN AANMERKING KOMENDE
ECONOMISCHE ACTIVITEITEN IN DE TOTALE OMZET, CAPEX EN OPEX
TOTAAL
KUSD
PERCENTAGE VAN DE WEL VOOR
TAXONOMIECLASSIFICATIE IN AAN
MERKING KOMENDE ECONOMISCHE
ACTIVITEITEN %
PERCENTAGE VAN DE NIET VOOR
TAXONOMIECLASSIFICATIE IN AAN
MERKING KOMENDE ECONOMISCHE
ACTIVITEITEN %
Omzet 416 053 0% 100%
Investeringen (Capex) 68 692 0% 100%
Bedrijfsuitgaven (Opex) 33 391 0% 100%
115
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk ondernemen en transparantie
Boekhoudkundig beleid
De evaluatie van de wel en niet voor taxono-
mieclassificatie in aanmerking komende omzet,
Capex en Opex van SIPEF werd uitgevoerd con-
form de specificaties en definities uiteengezet in
Bijlage I van de krachtens Art. 8 Gedelegeerde
Handeling. Het voor dit proces gehanteerde boek-
houdkundig beleid is als volgt:
-
Het percentage van de voor taxonomieclassificatie
in aanmerking komende economische activitei-
ten in de totale omzet van de Groep is berekend
als het deel van de netto-omzet afgeleid van pro-
ducten en diensten dat verband houdt met voor
taxonomieclassificatie in aanmerking komende
economische activiteiten (teller) gedeeld door de
netto-omzet (noemer). De noemer van de omzet-
KPI is gebaseerd op de geconsolideerde netto-om-
zet van de Groep overeenkomstig IAS 1.82(a). U
vindt nadere details over het boekhoudkundig
beleid van de Groep betreende de geconsoli-
deerde netto-omzet van de Groep op pagina 20
van het Jaarverslag deel 2 (Financiële staten).
Wat de teller betreft, heeft SIPEF geen voor
taxonomieclassificatie in aanmerking komende
activiteiten vastgesteld, zoals hoger toegelicht.

De geconsolideerde netto-omzet van de Groep
kan worden aangesloten op het geconsolideer-
de Jaarverslag, deel 2 – financiële staten, de
winst-en-verliesrekening op pagina 10 van het
Jaarverslag , deel 2 (Financiële Staten - ‘omzet’).
-
De Capex-KPI wordt gedefinieerd als de voor
taxonomieclassificatie in aanmerking komende
Capex (teller) gedeeld door de totale Capex van
de Groep (noemer). De teller wordt hieronder
toegelicht.
De totale Capex bestaat uit de toevoegingen aan
de materiële en immateriële vaste activa gedu-
rende het boekjaar, vóór waardeverminderingen,
afschrijvingen en eventuele herwaarderingen,
inclusief herwaarderingen en bijzondere waarde-
verminderingen, en exclusief wijzigingen in reële
waarde. Het omvat toevoegingen aan de vaste
activa (IAS 16), immateriële activa (IAS 38) en
activa met gebruiksrecht (IFRS 16). Toevoegingen
die resulteren uit bedrijfscombinaties zijn ook
opgenomen (maar dit is niet van toepassing in
2021). Goodwill is niet opgenomen in de Capex
omdat het niet gedefinieerd is als immaterieel
actief overeenkomstig IAS 38. Nadere details over
het boekhoudkundig beleid betreende de Capex
van de Groep zijn beschikbaar op pagina 16 van
het Jaarverslag deel 2 (Financiële Staten).


De totale Capex van de Groep kan worden aan-
gesloten op de geconsolideerde jaarrekening,
pagina 12 van het Jaarverslag deel 2 (Financiële
Staten - ‘geconsolideerd kasstroomoverzicht’)
als de som van de verwerving van immateriële
activa, de verwerving van biologische activa en
de verwerving van materiële vaste activa.
116
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
-
De Opex-KPI wordt gedefinieerd als de voor taxo-
nomieclassificatie in aanmerking komende Opex
(teller) gedeeld door de totale Opex van de Groep
(noemer). De teller wordt hieronder toegelicht.
De totale Opex bestaat uit directe niet-gekapita-
liseerde kosten die betrekking hebben op onder-
zoek en ontwikkeling, bouwrenovatiemaatrege-
len, kortetermijnhuur, onderhoud en reparatie, en
alle andere directe dagelijkse onderhoudskosten
voor materiële vaste activa. Dat omvat:
Uitga
ven voor onderzoek en ontwikkeling,
die niet van toepassing zijn op de SIPEF-
groep. De SIPEF-groep heeft weliswaar
uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling,
die geconcentreerd zijn in zijn minder-
heidsdochtervennootschappen Verdant
Bioscience Pte Ltd en PT Timbang Deli,
maar deze uitgaven zijn in de consolidatie
opgenomen als ondernemingen waarop
vermogensmutatie wordt toegepast, die
niet worden meegeteld voor de berekening
van de Opex.
Het volume aan niet-geactiveerde huur-
overeenkomsten, dat is bepaald overeen-
komstig IFRS 16, en dat uitgaven voor
kortetermijnhuur en huurovereenkomsten
van lage waarde omvat (zie pagina 53 van
het Jaarverslag deel 2 (Financiële staten).
Onderhoud en reparatie en andere directe
dag
elijkse onderhoudskosten voor ma-
teriële vaste activa en biologische activa
(dragende planten). Zij werden bepaald op
basis van de onderhouds- en reparatiekos-
ten toegewezen aan de betrokken activa.
Het onderhoud van de biologische activa
- dragende planten omvat alle kosten om
de biologische activa (dragende planten)
in een goede productiestaat te houden. De
belangrijkste voorbeelden daarvan zijn de
uitgaven in verband met het uitstrooien van
meststoen, het snoeien en het bestrijden
van ongedierte en ziekten.
De betrokken kosten zijn terug te vinden
in diverse posten in de winst-en-verlies-
rekening van de Groep, inclusief kostprijs
van de verkopen (onderhoud van operati-
onele materiële vaste activa en biologische
activa – dragende planten) en algemene en
administratieve kosten (zoals onderhoud
van IT-systemen), in voorkomend geval.
In het algemeen omvat dit personeelskos-
ten, kosten voor diensten, en materiële
kosten voor dagelijks onderhoud, naast re-
gelmatige en niet-geplande onderhouds- en
reparatiemaatregelen. Deze kosten worden
rechtstreeks toegewezen aan de materiële
vaste activa.
Aangezien de SIPEF-groep geen voor taxonomie-
classificatie in aanmerking komende economische
activiteiten heeft vastgesteld, registreert de Groep
geen Capex/Opex betreende activa of processen
die verband houden met voor taxonomieclassifi-
catie in aanmerking komende economische acti-
viteiten in de teller van de Capex-KPI en de Opex.
117
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Verantwoordelijk ondernemen en transparantie
OVERZICHT VAN HET MATERIALITEITSBEOORDELINGSPROCES IN 2021
IDENTIFICATIE VAN STAKEHOLDERS
Er werd een lijst van ongeveer 40 belangrijke interne en
externe stakeholders opgesteld en de aanpak en de mate
van betrokkenheid werden bepaald.
1
"DESK RESEARCH" EN
"GAP"-ANALYSES
Er werd een documentenonderzoek
uitgevoerd om de ESG-kwesties te
evalueren die het meest relevant zijn
voor SIPEF's activiteiten en stake-
holders. Dit omvatte een evaluatie
van:
Kwesties en trends in de media en
aankomende wijzigingen in de
regelgeving;
Duurzaamheidsrapporten,
beleidslijnen en andere bronnen
van geïdentificeerde stakeholders;
“Gap”-analyses ten opzichte van
rapporteringskaders, ESG-rating
criteria en benchmarks zoals de
"Sustainability Policy
Transparency Toolkit" (SPOTT),
CDP en Sustainalytics.
2
AFBAKENING EN CONSOLIDATIE VAN
DE ONDERWERPEN
De bestaande SIPEF-lijst van de meest relevante onder-
werpen werd herzien op basis van "desk research" en
"gap"-analyses.
Er werd een interne workshop georganiseerd om de
bestaande onderwerpen te verfijnen of bij te werken en
nieuwe onderwerpen op te nemen door de afgebakende
deelonderwerpen in categorieën te groeperen.
Tijdens dit proces werd rekening gehouden met aanvul-
lende criteria, zoals de vraag of de impact van elk onder-
werp redelijkerwijs kon worden beoordeeld (kwantitatief
of kwalitatief).
3
PRIORITERING VAN ONDERWERPEN- INTERNE
EN EXTERNE BETROKKENHEID VAN STAKE-
HOLDERS
Geselecteerde interne en externe stakeholders hebben
deelgenomen aan een materialiteitsenquête om het belang-
rijkheidsniveau van elk materieel onderwerp te rangschikken
van één tot vijf.
4
VALIDATIE
Het valideringsproces zorgde ervoor dat de gekozen onderwerpen de prioriteiten van
SIPEF volledig weerspiegelen.
Tijdens een workshop met het executief comité werden de resultaten van de
beoordeling, met inbegrip van de enquêtes over de betrokkenheid van de stakeholders,
besproken en werden de laatste aanpassingen aangebracht.
5
Annex
Materialiteitsbeoordeling
in 2021
De materialiteitsbeoordeling is de basis van een
sterke ESG-strategie. SIPEF heeft in 2021 veel
aandacht besteed aan de herziening van haar
materiële onderwerpen. Dit omvatte een verbe-
tering van SIPEF's materialiteitsbeoordelings-
proces, dat ten opzichte van voorgaande jaren is
geëvolueerd om rekening te houden met bredere
interne en externe standpunten van stakeholders.
118 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
IDENTIFICATIE VAN STAKEHOLDERS
Er werd een lijst van ongeveer 40 belangrijke interne en
externe stakeholders opgesteld en de aanpak en de mate
van betrokkenheid werden bepaald.
1
"DESK RESEARCH" EN
"GAP"-ANALYSES
Er werd een documentenonderzoek
uitgevoerd om de ESG-kwesties te
evalueren die het meest relevant zijn
voor SIPEF's activiteiten en stake-
holders. Dit omvatte een evaluatie
van:
Kwesties en trends in de media en
aankomende wijzigingen in de
regelgeving;
Duurzaamheidsrapporten,
beleidslijnen en andere bronnen
van geïdentificeerde stakeholders;
“Gap”-analyses ten opzichte van
rapporteringskaders, ESG-rating
criteria en benchmarks zoals de
"Sustainability Policy
Transparency Toolkit" (SPOTT),
CDP en Sustainalytics.
2
AFBAKENING EN CONSOLIDATIE VAN
DE ONDERWERPEN
De bestaande SIPEF-lijst van de meest relevante onder-
werpen werd herzien op basis van "desk research" en
"gap"-analyses.
Er werd een interne workshop georganiseerd om de
bestaande onderwerpen te verfijnen of bij te werken en
nieuwe onderwerpen op te nemen door de afgebakende
deelonderwerpen in categorieën te groeperen.
Tijdens dit proces werd rekening gehouden met aanvul-
lende criteria, zoals de vraag of de impact van elk onder-
werp redelijkerwijs kon worden beoordeeld (kwantitatief
of kwalitatief).
3
PRIORITERING VAN ONDERWERPEN- INTERNE
EN EXTERNE BETROKKENHEID VAN STAKE-
HOLDERS
Geselecteerde interne en externe stakeholders hebben
deelgenomen aan een materialiteitsenquête om het belang-
rijkheidsniveau van elk materieel onderwerp te rangschikken
van één tot vijf.
4
VALIDATIE
Het valideringsproces zorgde ervoor dat de gekozen onderwerpen de prioriteiten van
SIPEF volledig weerspiegelen.
Tijdens een workshop met het executief comité werden de resultaten van de
beoordeling, met inbegrip van de enquêtes over de betrokkenheid van de stakeholders,
besproken en werden de laatste aanpassingen aangebracht.
5
119
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
Betrokkenheid van stakeholders
Een bredere aanpak voor stakeholdersbetrok-
kenheid was een belangrijke toevoeging aan de
materialiteitsbeoordeling in 2021. Er werd een
enquête gehouden bij 15 interne en 16 exter-
ne stakeholders uit SIPEF's werknemers- en
klantenbes
tand, investeerders en financiële
instellingen, alsook bij deskundigen, ngo's en
multi-stakeholderinitiatieven.
De externe stakeholders werd gevraagd het belang
van elk onderwerp in te schatten van één tot vijf
vanuit het perspectief van hun eigen organisatie.
In de interne enquête werd het concept van ‘dub-
bele materialiteit’ opgenomen, waarbij de deelne-
mers werd gevraagd de 22 materiële onderwerpen
in twee dimensies van één tot vijf te beoordelen.
De eerste dimensie was het niveau van SIPEF's
ESG-impact voor elk onderwerp, en de tweede
was het niveau van de potentiële impact van de
kwesties op SIPEF's business.
De gemiddelde scores voor zowel interne als
externe stakeholders werden gebruikt om de
onderwerpen in te delen in subgroepen van
'Prioriteit-’ en 'Belangrijkheid’. De drempel
voor de prioriteitscategorie werd ingesteld op
onderwerpen met een gemiddelde score van vier
en hoger.
Om de resultaten te valideren, werden de sco-
res uitgezet in materialiteitsmatrices. De eerste
matrix weerspiegelde de scores van interne sta-
keholders voor de twee dimensies van dubbele
materialiteit. De tweede gaf voor elk onderwerp
de mate van belangrijkheid weer voor interne
versus externe stakeholders. De matrices wer
-
den gebruikt om de verschillende standpunten
van de stakeholders te analyseren en eventueel
noodzakelijke aanpassingen aan te brengen in
de prioriteitsniveaus die in de lijst van materiële
onderwerpen waren toegekend.
2021 Materiële onderwerpen
De onderwerpen met de hoogste waardering
voor zowel interne als externe stakeholders
waren vergelijkbaar met de onderwerpen
die in 2020 als zeer belangrijk waren beoor
-
deeld: Mensenrechten en arbeidsnormen,
Traceerbaarheid, Ontbossing en Inzet van lokale
boeren. Met de groeiende wereldwijde aandacht
voor klimaatactie was klimaatverandering een
nieuw toegevoegd onderwerp dat ook als een pri-
oritair onderwerp werd aangemerkt. Het vervangt
het onderwerp broeikasgasemissies van 2020
waarvan de scope werd uitgebreid om er mitigatie
van en aanpassing aan klimaatverandering in op
te nemen.
Geen enkel onderwerp had een gemiddelde score
lager dan drie. Dit betekent dat alle onderwerpen
belangrijk werden geacht door de meerderheid
van de geraadpleegde stakeholders.
De uiteindelijke selectie van materiële onderwer-
pen werd voor 2021 in een vereenvoudigd formaat
gepresenteerd, ingedeeld volgens twee priori-
teitsniveaus. Deze is beschikbaar op pagina 16.
120
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
OVERZICHT VAN WIJZIGINGEN IN
MATERIËLE ONDERWERPEN IN 2021
ONDERWERPEN BEHOUDEN
VAN 2020
Ontbossing
Traceerbaarheid
Gezondheid en veiligheid
Biodiversiteit
Waterbeheer
Gebruik van meststoen en
pesticiden
Gemeenschapsontwikkeling
Bestrijding van omkoping
en corruptie
BIJGEWERKTE
ONDERWERPEN
Mensenrechten en arbeidsnormen
(Voorheen: Rechtvaardige arbeidspraktijken)
Veengronden
(Voorheen: Beheer veengebieden)
Samenwerking met lokale boeren
(Voorheen: Integratie van lokale boeren)
Productiviteit en kwaliteit
(Voorheen: Productiviteit)
Duurzaamheidsnormen en certificering
(Voorheen: Certificeringen)
Brandpreventie en -beheer
(Voorheen: Natuurbranden)
ONDERWERPEN VERWIJDERD IN 2021
Broeikasgasemissies (“GHG Emissions”) - uitgebreid
tot ‘Klimaatveranderingom ervoor te zorgen dat
zowel de mitigatie- als aanpassingskwesties in verband
met klimaatverandering worden behandeld
Bescherming van soorten - opgenomen als
sub-onderwerp onder ‘Biodiversiteit’ en ‘Behoud en
herstel van ecosystemen’
Klachtenmechanisme - opgenomen als sub-onderwerp
onder ‘Transparantie’ en ‘Gemeenschapsrechten’
FPIC/Landgebruik - opgenomen als sub-onderwerp
onder Gemeenschapsrechten’
+
NIEUWE
ONDERWERPEN
Klimaatverandering
Gemeenschapsrechten
Tracerbaarheid
O&O en innovatie
Ecosysteembehoud en -herstel
Regeneratieve praktijken
Diversiteit en inclusie
Voedselveiligheid
+
-
:
Blauw = Prioriteitsonderwerpen
Oranje = Belangrijke onderwerpen
121
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
Duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties
(United Nations Sustainable Development Goals -SDGs)
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 1: Geen
Armoede
1.4 - Er tegen 2030 voor zorgen
dat alle mannen en vrouwen,
in het bijzonder de armen en
de kwetsbaren, gelijke rechten
hebben op economische middelen,
alsook toegang tot basisdien-
sten, eigenaarschap en controle
over land en andere vormen
van eigendom, nalatenschap,
natuurlijke hulpbronnen, gepaste
nieuwe technologie en financi-
e
le diensten, met inbegrip van
microfinanciering
Gemeenschaps-
rechten
Gemeenschaps-
ontwikkeling
SIPEF verzekert zich ervan dat
voorafgaand aan elke nieuwe
ontwikkeling, de plaatselij-
ke gemeenschappen hun vrij,
voorafgaande en geïnformeerde
toestemming (“Free, Prior and
Informed Consent” - FPIC)) heb-
ben verleend. Waar mogelijk geeft
de Vennootschap ook kansen aan
de leden van de gemeenschap om
mee te genieten van haar activitei-
ten, onder meer door tewerkstel-
ling en ontwikkelingskansen in de
landelijke en afgelegen gebieden
waar de Groep actief is
.
De mees
te werknemers van SIPEF
en hun gezinnen wonen op de
plantages en de Groep voorziet
hen van huisvesting, zuiver water
en medische diensten.
122 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 2: Geen
Honger
2.3 - Tegen 2030 de landbouw-
productiviteit en de inkomens
verdubbelen voor kleinschalige
voedselproducenten, in het bij-
zonder vrouwen, inheemse bevol-
kingen, familieboeren, veefokkers
en vissers, onder meer door een
veilige en gelijke toegang tot land,
andere productieve hulpbronnen
en inputs, kennis, financiële dien-
sten, markten en opportuniteiten
die toegevoegde waarde bieden en
ook buiten de landbouw tewerk-
stelling genereren
Samenwerking
met lokale
boeren
Productiviteit
en kwaliteit
SIPEF heeft oliepalmprogram-
ma's opgezet en diensten die
erop gericht zijn lokale boeren in
staat te stellen deel te nemen aan
duurzame industrie en te profite-
ren van de technische deskundig-
heid van SIPEF
.
De nadruk wordt
gelegd op het behalen en behou-
den van de RSPO-certificering en
het verhogen van de opbrengst en
de productie-eciëntie. De Groep
levert agronomisch advies, oplei-
ding en kwaliteitsvolle zaailingen.
2
.
4 - T
egen 2030 duurzame voed-
selproductiesystemen garanderen
en veerkrachtige landbouwprak-
tijken implementeren die de
productiviteit en de productie
kunnen verhogen, die helpen bij
het in stand houden van ecosys-
temen, die de aanpassingscapa-
citeit verhogen in de strijd tegen
klimaatverandering, extreme
weersomstandigheden, droog-
te, overstromingen en andere
rampen en die op een progressieve
manier de kwaliteit van het land
en de bodem verbeteren
Productiviteit
en kwaliteit
Gebruik van
meststoen en
pesticiden
O & O en
innovatie
Regeneratieve
praktijken
Toepassing van beste beheerprak-
tijken en regeneratieve praktijken,
en op natuurvriendelijke oplossin-
gen. Deze praktijken zijn gericht
op het verbeteren van de bodem-
vruchtbaarheid, het optimaliseren
van inputs, het recycleren van
bijproducten en het verhogen van
de productkwaliteit en -producti-
viteit. De Groep wil ook investeren
in O&O en innovatie om deze
doelstellingen te bereiken en de
kwaliteit van het plantgoed en de
weerbaarheid van toekomstige
gewassen te verbeteren.
123
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 3: Goede
Gezondheid
en Welzijn
3
.
8 - Zorgen voor een universele
gezondheidsdekking, met inbegrip
van de bescherming tegen financi-
ele risico’s, toegang tot kwaliteits-
volle essentiële gezondheidszorg-
diensten en toegang tot de veilige,
doeltreende, kwaliteitsvolle en
betaalbare essentiële geneesmid-
delen en vaccins voor iedereen
Mensenrechten
en arbeids-
normen
Gemeenschaps-
ontwikkeling
Gezondheid en
veiligheid
Het ter beschikking stellen van
39 poliklinieken in Indonesië,
Papoea-Nieuw-Guinea en
Ivoorkust. In Ivoorkust en
Papoea-Nieuw-Guinea wordt
de medische zorg volledig door
SIPEF betaald. Alle faciliteiten
in beide locaties zijn toegankelijk
voor zowel werknemers als leden
van de gemeenschap
.
SDG 4:
K
waliteits-
onderwijs
4.1 - Er tegen 2030 voor zorgen
dat alle meisjes en jongens op
een vrije, billijke en kwalitatief
hoogstaande manier lager en
middelbaar onderwijs kunnen
afwerken, wat moet kunnen
leiden tot relevante en doeltref-
fende leerresultaten
Gemeenschaps-
ontwikkeling
De oprichting van 44
kleuterscholen, lagere en
middelbare scholen in Indonesië,
Papoea-Nieuw-Guinea en
Ivoorkust. Alle faciliteiten zijn
toegankelijk voor kinderen
van werknemers en 95% is ook
toegankelijk voor kinderen van
omliggende gemeenschappen.
SIPEF voorziet ook in gratis
dagopvang voor kinderen van
werknemers in Indonesië.
4
.2 - Er tegen 2030 voor zorgen
dat alle meisjes en jongens in
hun vroege kindertijd toegang
hebben tot een kwalitatieve
ontwikkeling, zorg en opvoeding
voorafgaand aan de lagere school
zodat ze klaar zijn voor het
basisonderwijs
124 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 6:
Schoon
Water en
Sanitair
6
.
3 - Tegen 2030 de waterkwa-
liteit verbeteren door veront-
reiniging te beperken, de lozing
van gevaarlijke chemicaliën en
materialen een halt toe te roepen
en de uitstoot ervan tot een mini-
mum te beperken waarbij ook
het aandeel van onbehandeld
afvalwater wordt gehalveerd en
recyclage en veilige hergebruik
wereldwijd aanzienlijk worden
verhoogd
Waterbeheer Beperking van de
verontreiniging
van oppervlakte- en grondwater
door goede praktijken voor
het behoud van de bodem, het
aanleggen van oeverzones en de
behandeling van afvalwater
.
6.4 - T
egen 2030 in aanzienlijke
mate de eciëntie van het water-
gebruik verhogen in alle secto-
ren en het duurzaam winnen
en verschaen van zoetwater
garanderen om een antwoord te
bieden op de waterschaarste en
om het aantal mensen dat af te
rekenen heeft met waterschaar-
ste, aanzienlijk te verminderen
Waterbeheer Optimalisering van het waterge-
bruik bij alle activiteiten, inclu-
sief zoveel mogelijk hergebruik
van water om het watergebruik
tot een minimum te beperken.
Bijna 70% van het irrigatiewater
dat op de bananenplantage in
Ivoorkust wordt gebruikt, wordt
tijdens het regenseizoen in stuw-
dammen opgeslagen. Vervolgens
wordt het opnieuw gebruikt en
enkele maanden later tijdens het
droge seizoen opgepompt
.
SDG 7
:
Betaalbare
en Duurzame
Energie
7
.
2 - Tegen 2030 in aanzienlijke
mate het aandeel hernieuwbare
energie in de globale energiemix
verhogen
Klimaat-
verandering
Het opwekken van elektriciteit
uit hernieuwbare energiebron-
nen, met inbegrip van stoomtur-
bines en faciliteiten voor het
opvangen van methaan, uitge-
rust met biogasinstallaties op de
palmolieplantages van SIPEF
.
In 2021 produceerde SIPEF
44311658 kWh elektriciteit
uit hernieuwbare energiebron-
nen, die volledig werd gebruikt
voor de aandrijving van de
palmolie-extractiefabrieken of
voor algemeen gebruik door de
nabijgelegen gemeenschappen.
125
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 8:
Waardig
Werk en
Economische
Groei
8
.
5 - Tegen 2030 komen tot een
volledige en productieve tewerk-
stelling en waardig werk voor
alle vrouwen en mannen, ook
voor jonge mensen en personen
met een handicap, alsook een
gelijk loon voor werk van gelijke
waarde
Mensen-
rechten en
arbeidsnormen
SIPEF voldoet aan alle lokale
regelgeving voor lonen en volgt
de berekeningen van fatsoenlijke
leeare lonen die gecontroleerd
worden door de verschillende
certificeringsnormen waartoe
de Groep zich heeft verbonden.
Dit geldt ook voor arbeiders
met stukloon/quota, voor wie
de loonberekening gebaseerd
is op haalbare quota tijdens de
normale werkuren. De Groep
werkt aan de afstemming op
de definities van de “Global
Living Wage Coalition” (GLWC)
volgens de processen van de
certificeringsnormen.
8.
8 - De arbeidsrechten bescher-
men en veilige en gezonde wer-
komgevingen bevorderen voor
alle werknemers, met inbegrip
van migrerende werknemers,
in het bijzonder vrouwelijke
migranten, en zij die zich in
precaire werkomstandigheden
bevinden
Gezondheid en
veiligheid
SIPEF zorgt ervoor dat haar
werknemers en arbeiders een
veilige en gezonde werkom-
geving wordt geboden. Om
ongevallen te voorkomen, inves-
teert de Groep in permanente
opleiding, het ter beschikking
stellen van aangepaste per-
soonlijke beschermingsuitrus-
tingen (“Personal Protection
Equipment” -PPE) en strenge
interne supervisie- en contro-
lesystemen
. Alle risico's worden
regelmatig geanalyseerd en geë-
valueerd, en eventuele arbeids-
ongevallen worden onderzocht
om herhaling te voorkomen.
WAARDIG
126 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 12:
Verant-
woorde
Consumptie
en Productie
12.2 - Tegen 2030 het duurzame
beheer en het eciënte gebruik
van natuurlijke hulpbronnen
realiseren
Productiviteit
en kwaliteit
Duurzaam-
heidsnormen
en-certificering
Geloofwaardige certificering
door derden is een belangrijk
aspect van SIPEF's duurzaam-
heidsaanpak. De Groep past de
hoogste internationale normen
toe, waaronder de RSPO- en
“Rainforest Alliance”-normen.
De Groep implementeert ook
beste beheer, regeneratieve
en circulaire praktijken. Dit
omvat praktijken gericht op het
verbeteren van hergebruik van
bijproducten en afval, en het
implementeren van natuurlijke
oplossingen waar mogelijk.
SIPEF past geïntegreerde
plaagbestrijding (“Integrated
Pest Management” - IPM) toe
voor zowel haar palmolie- als
bananenproductie. Pesticiden
worden gebruikt als laatste red-
middel wanneer IPM en andere
methoden niet in staat zijn om
uitbraken van plagen en ziekten
boven de economisch schadelijke
drempel te voorkomen
.
12
.
4 - T
egen 2020 komen tot
een milieuvriendelijk beheer
van chemicaliën en van alle afval
gedurende hun hele levenscy-
clus, in overeenstemming met
afgesproken internationale
kaderovereenkomsten, en de
uitstoot aanzienlijk beperken in
lucht, water en bodem om hun
negatieve invloeden op de men-
selijke gezondheid en het milieu
zoveel mogelijk te beperken
Gebruik van
meststoen en
pesticiden
127
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 13:
Klimaatactie
13.1 - De veerkracht en het aan-
passingsvermogen versterken
van met klimaat in verband te
brengen gevaren en natuurram-
pen in alle landen
Klimaat-
verandering
Brand-
preventie en
-beheer
In het kader van haar huidige
aanpak neemt SIPEF de volgen-
de initiatieven tot aanpassing
aan de klimaatverandering:
Geen nieuwe aanplanten op
veengronden en toepassing
van de beste beheerpraktijken
op bestaande aanplantingen
op veengronden
SIPEF heeft een w
aar-
schuwingssysteem
voor brandgevaar en
beschikt over uitgebreide
brandbestrijdingsprocedures
V
ersterking van de natuurlijke
verdediging tegen stormvloe-
den, kusterosie en kustover-
stromingen door het herstel
van kustbuers
13
.
2 - Maatregelen inzake kli-
maatverandering integreren in
nationale beleidslijnen, strate-
gieën en planning
Klimaat-
verandering
In het kader van haar huidige
aanpak werkt SIPEF aan de vol-
gende initiatieven ter beperking
van de klimaatverandering:
Een compos
teringsinstallatie
voor palmolieresiduen
Ins
tallaties voor het opvangen
van methaan en biogasin-
stallaties die hernieuwbare
elektriciteit opwekken
Een ins
tallatie voor
biomassapellets
Programma's v
oor biodiversi-
teit, behoud en herbebossing
in Indonesië, Papoea-Nieuw-
Guinea en Ivoorkust
128 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
DUURZAME
ONTWIKKELINGS
DOELSTELLING SDG SDGDOELSTELLING
RELEVANTE
MATERIËLE
ONDERWERPEN SIPEF’S ACTIVITEITEN
SDG 15:
Leven op het
Land
15
.
1 - Tegen 2020 het behoud,
herstel en het duurzaam gebruik
van terrestrische en inlandse
zoetwaterecosystemen en hun
diensten waarborgen, in het
bijzonder bossen, moeraslanden,
bergen en droge gebieden, in lijn
met de verplichtingen van de
internationale overeenkomsten
Ontbossing
Ecosysteem-
behoud en
-herstel
Veengronden
Beschermde gebieden worden
geïdentificeerd en beschermd
binnen de gebieden van SIPEF's
concessies waar de Groep
beheercontrole heeft. De Groep
verbindt zich tot ‘geen ontbos-
sing’ en ‘geen nieuwe aanplan-
tingen op veengronden’, en
voorafgaand aan elke nieuwe
ontwikkeling worden HCV- en
HCSA-evaluaties uitgevoerd.
SIPEF verbindt zich ook om de
biodiversiteit te controleren
in alle braakliggende terreinen
binnen haar concessies en om
een jachtverbod toe te passen
op haar eigen plantages en in de
agrarische gebieden van haar
externe leveranciers
.
Via de SIPEF F
oundation finan-
ciert en steunt de Groep twee
biodiversiteitsprojecten op lange
termijn in Indonesië
. Beide zijn
gevestigd in West-Sumatra in de
buurt van SIPEF's Agromuko-
plantages
.
Het ene is gericht
op de bescherming van 12 672
hectaren natuurlijke bossen, het
andere is een programma voor
het behoud van zeeschildpadden.
Bovendien beheert Plantations
J
.
Eglin in Ivoorkust een herbe-
bossingsprogramma met een
oppervlakte van 126 hectaren
.
15.
2 - Tegen 2020 de implemen-
tatie bevorderen van het duur-
zaam beheer van alle soorten
bossen, de ontbossing een halt
toeroepen, verloederde bos-
sen herstellen en op duurzame
manier bebossing en herbebos-
sing mondiaal opvoeren
Ecosysteem-
behoud en
-herstel
Ontbossing
15
.
3 - Tegen 2030 de woestijn-
vorming tegengaan, aangetast
land en gedegradeerde bodem
herstellen, ook land dat wordt
aangetast door woestijnvorming,
droogte en overstromingen, en
streven naar een wereld die qua
landdegradatie neutraal is
Ontbossing
15
.
5 - Dringende en doortasten-
de actie ondernemen om de afta-
keling in te perken van natuur-
lijke leefgebieden, het verlies
van biodiversiteit een halt toe te
roepen en, tegen 2020, de met
uitsterven bedreigde soorten te
beschermen en hun uitsterven te
voorkomen
Biodiversiteit
Ecosysteem-
behoud en
-herstel
129
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
Basisgegevens
Over SIPEF
Beplante oppervlakte
Verantwoordelijke productie en verwerking
  
Productievolumes
OLIEPALMACTIVITEITEN HECTAREN 2019 2020 2021
SIPEFGROEP
Beplante oppervlakte – eigen plantages 73 977 76 473 77 163
Matuur 59 531 63 489 64 181
Immatuur 14 446 12 984 12 982
INDONESIË
Beplante oppervlakte – eigen plantages 60 270 62 785 63 558
PAPOEANIEUWGUINEA
Beplante oppervlakte – eigen plantages 13 707 13 689 13 605
OLIEPALMACTIVITEITEN TON 2019 2020 2021
SIPEFGROEP
Totale FFB-productie 1 384 671 1 458 913 1 658 840
FFB-productie – eigen plantages 1 175 434 1 220 469 1 385 858
FFB-productie – lokale boeren 209 237 238 443 272 982
INDONESIË
Totale FFB-productie 944 281 979 506 1 059 857
FFB-productie – eigen plantages 919 919 950 853 1 019 009
FFB-productie – lokale boeren 24 362 28 652 40 848
PAPOEANIEUWGUINEA
Totale FFB-productie 440 390 479 407 598 983
FFB-productie – eigen plantages 255 515 269 616 366 849
FFB-productie – lokale boeren 184 875 209 791 232 134
BANANENACTIVITEITEN HECTAREN 2019 2020 2021
IVOORKUST
Beplante oppervlakten – eigen plantages 796 780 794
130 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Olie-extractiepercentages
Gemiddelde FFA-percentage in SIPEF’s palmolieproductie
ACTIVITEITEN PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEK 2018 2019 2020 2021
Indonesië 22,73%* 23,33%* 22,79%* 22,99%
Papoea-Nieuw-Guinea 24,34% 23,33% 24,63% 25,58%
GROEP 23,36%* 23,26%* 23,42%* 23,96%
PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN 2018 2019 2020 2021
INDONESIË
PLPOM 2,65% 2,97% 3,14% 3,42%
BMPOM 3,14% 3,06% 3,13% 3,13%
UMWPOM 3,62% 3,98% 3,31% 3,65%
MMPOM 3,46% 3,55% 2,97% 3,32%
BTPOM 3,86% 3,47% 3,40% 4,00%
DMPOM 3,71% 3,65% 3,57% 3,40%
PAPOEANIEUWGUINEA
HPOM 3,68% 4,03% 3,03% 2,71%
NPOM 4,30% 3,98% 3,70% 3,06%
BPOM 4,23% 4,26% 3,18% 3,64%
BANANENACTIVITEITEN TON 2019 2020 2021
IVOORKUST
Totale bananenproductie 32 849 31 158 32 200
* : De gegevens voor Indonesië en de Groep voor 2018, 2019 en 2020 zijn herwerkt.
Productievolumes
131
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
  -
Aantal certificaten
CERTIFICERINGEN 2018 2019 2020 2021
RSPO: Roundtable on Sustainable Palm Oil 8* 8* 8* 8
ISCC: International Sustainability and Carbon Certification 5 4 4 4
ISPO: Indonesian Sustainable Palm Oil 5 6* 6* 7
ISO 14001:2015 1 1 1 1
ISO 9001:2015 1 1 1 1
GLOBALG.A.P. 1 1 1 1
Rainforest Alliance 5 5 5 5*
Fairtrade 1 1 1
Sedex 1 1 1 1
FSSC 22000-4.1 1 1 1
Halal Assurance System 1 1 1
TOTAAL 27* 30 30*
31
* :
De g
egevens van de RSPO-certificaten van 2018, 2019 en 2020 zijn herwerkt om correct weer te geven dat de HOPL-certificaten meerdere
locaties omvatten.
De ISPO-certificaatgegevens van 2019 en 2020 zijn herwerkt. ISPO-certificaten worden op bedrijfsnaam afgegeven en geven niet het aantal
gecertificeerde fabrieken weer.
De drie certificaten v
oor de rubberplantages van SIPEF zijn slechts geldig tot juli 2021, omdat Rainforest Alliance de certificering voor rubber
heeft stopgezet.
RSPO-gecertificeerd areaal van de oliepalmactiviteiten
OLIEPALMACTIVITEITEN HECTAREN 2019 2020 2021
SIPEFGROEP
Totaal RSPO-gecertificeerde oppervlakte 96 975 95 139 96 342
RSPO-gecertificeerde oppervlakte – eigen plantages 81 909 80 073 80 099
RSPO-gecertificeerde oppervlakte – lokale boeren 15 066 15 066 16 243
INDONESIË
RSPO-gecertificeerde oppervlakte 62 613 60 791 60 992
RSPO-gecertificeerde oppervlakte – eigen plantages 61 440 59 618 59 639
RSPO-gecertificeerde oppervlakte – lokale boeren 1 173 1 173 1 353
PAPOEANIEUWGUINEA
RSPO-gecertificeerde oppervlakte 34 362 34 348 35 350
RSPO-gecertificeerde oppervlakte – eigen plantages 20 469 20 455 20 460
RSPO-gecertificeerde oppervlakte – lokale boeren 13 893 13 893 14 890
132 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
RSPO-gecertificeerde productievolumes van de oliepalmactiviteiten
Progressie RSPO-certificering in de palmolie-extractiefabrieken activiteiten
OLIEPALMACTIVITEITEN TON 2019 2020 2021
SIPEFGROEP
Totaal RSPO-gecertificeerde FFB 1 323 079 1 381 092 1 555 758
RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages 1 121 244 1 150 582 1 297 632
RSPO-gecertificeerde FFB – lokale boeren 201 835 230 510 258 126
INDONESIË
RSPO-gecertificeerde FFB 882 689 901 685 956 775
RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages 865 729 880 966 930 783
RSPO-gecertificeerde FFB – lokale boeren 16 960 20 719 25 992
PAPOEANIEUWGUINEA
RSPO-gecertificeerde FFB 440 390 479 407 598 983
RSPO-gecertificeerde FFB – eigen plantages 255 515 269 616 366 849
RSPO-gecertificeerde FFB – lokale boeren 184 875 209 791 232 134
PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN ACTIVITEITEN 2019 2020 2021
INDONESIË AANTAL PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN
RSPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – “Identity Preserved” 5 5 5
RSPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – “Mass Balance” 1 1 1
ISPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken 6 6 6
INDONESIË TON
CSPO-productie 201 992 199 877 210 276
CSPK-productie 41 751 42 076 42 801
PAPOEANIEUWGUINEA AANTAL PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN
RSPO-gecertificeerde palmolie-extractiefabrieken – “Identity Preserved” 3 3 3
PAPOEANIEUWGUINEA TON
CSPO-productie 102 835 118 123 153 203
CSPK-productie 21 784 24 706 30 803
133
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex

Totale netto-emissies van de Groep per jaar (Scope 1 & 2)
JAAR SCOPE 1 SCOPE 2 TOTAAL
tCO
2
e
2019 409 166 4 632 413 798
2020 527 069 8 860 535 929
2021 616 937 11 418 628 355
LAND BIOGASINSTALLATIES STOOMTURBINES TOTAAL
Kilowattuur
Indonesië 6 039 602 21 090 622 27 130 224
Papoea-Nieuw- Guinea NVT 17 181 434 17 181 434
TOTAAL 6 039 602 38 272 056 44 311 658
LAND / PROVINCIE IN EIGEN CONCESSIES IN LEVERANCIERSGEBIEDEN
GFW
WAAR
SCHUWINGEN
GEVERIFIEERDE
INCIDEN
TEN VAN
BOSVERLIES
GEVERIFIEERDE
OPPERVLAKTE
VAN HET BOS
VERLIES HA
GFW
WAAR
SCHUWINGEN
GEVERIFIEERDE
INCIDEN
TEN VAN
BOSVERLIES
GEVERIFIEERDE
OPPERVLAKTE
VAN HET BOS
VERLIES HA
Indonesië 577 168 117 NVT NVT NVT
Noord-Sumatra 18 0 0 NVT NVT NVT
Bengkulu 197 20 6 NVT NVT NVT
Zuid-Sumatra 362 148 111 NVT NVT NVT
Papoea-Nieuw-Guinea 0 0 0 29 29 24
TOTAAL 577 168 117 29 29 24
: Verificatie en validatie van de gegevens volgens de ISO 14064-methodologie waren in 2021 niet mogelijk. De gepresenteerde gegevens zijn een
schatting.
Energieopwekking uit hernieuwbare bronnen in 2021
“Global Forest Watch”-controlegegevens over het bosbestandverlies 2021
134
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
LAND HECTAREN 2019 2020 2021
Indonesië 5 575 5 217 5 510
Papoea-Nieuw-Guinea 3 426 3 426 3 483
Ivoorkust 128 128 226
GROEP 9 129 8 771 9 219
PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN 2019 2020 2021
KUBIEKE METERS
Indonesië 813 708 906 866 954 258
Papoea-Nieuw-Guinea 785 027 604 144 785 027
BANANENACTIVITEITEN 2019 2020 2021
KUBIEKE METERS
Plantages 3 601 692 4 012 702 3 901 644
Bananenverpakkingsstations 231 400 211 674 218 112
KUBIEKE METERS / TON BANANEN
Intensiteit watergebruik bananenverpakkingsstations 116,7 135,6 128,3
LAND / PROVINCIE IN EIGEN CONCESSIES IN LEVERANCIERSGEBIEDEN
HOTSPOTS GEDETECTEERDE
BRANDEN
HOTSPOTS GEDETECTEERDE
BRANDEN
2020 2021 2020 2021 2020 2021 2020 2021
Indonesië 107* 35 5 1 0 0 0 0
Noord-Sumatra 72 5 0 0 0 0 0 0
Bengkulu 10 9 0 0 0 0 0 0
Zuid-Sumatra 25* 21 5 1 0 0 0 0
Papoea-Nieuw-Guinea 0 2 0 2 1 8 0 1
TOTAAL 107*
37
5
3
1
8
0
1
* : De gegevens over het aantal hotspots binnen concessies in 2020 voor Indonesië zijn herwerkt.
Beschermd gebied binnen concessies per land
Watergebruik bij palmolie-extractiefabrieken en bananenactiviteiten
Aantal hotspots vs. gedetecteerde branden in concessies en leveranciersgebieden 2020-2021
135
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
PALMOLIEEXTRACTIEFABRIEKEN 2019 2020 2021
KUBIEKE METERS / TON FFB
Indonesië
PLPOM 0,61 0,68 0,68
BMPOM 0,88 0,89 0,92
UMWPOM 0,90 1,62 1,40
MMPOM 1,24 0,91 0,95
BTPOM 0,70 0,69 0,66
DMPOM 1,02 1,14 1,06
Papoea-Nieuw-Guinea
HPOM 1,08 0,95 0,95
NPOM 1,00 1,20 1,13
BPOM 1,64 1,56 1,70
PALMOLIEEXTRACTIE
FABRIEKEN BESTEMMING
BIOLOGICAL
OXYGEN
DEMAND
CHEMICAL
OXYGEN
DEMAND
TOTAAL GE
SUSPENDEERDE
STOFFEN
MILLIGRAM / LITER
Indonesië
PLPOM Op het land 426 781 NVT
BMPOM Compostering 1 235 2 544 NVT
UMWPOM Lozing in het water 20 44 4
MMPOM Lozing in het water 66 194 50
BTPOM Lozing in het water 57 254 33
DMPOM Lozing in het water 98 349 76
Papoea-Nieuw-Guinea
HPOM Lozing in het water 109 1 774 2 299
NPOM Op het land 186 4 726 12 865
BPOM Op het land 212 5 386 10 998
Intensiteit watergebruik palmoliefabriek
Kwaliteitsindicatoren van behandeld afvalwater van palmolie-
extractiefabrieken per bestemming in 2021
136
The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Werknemers per land
Frequentiegraad werkverlet per land (per 1 000 000 gewerkte uren)
  
Werknemers op Groepsniveau
WERKNEMERS GROEP 2019 2020 2021
Mannelijk 16 116 16 553 15 749
Vrouwelijk 5 395 5 081 5 484
TOTAAL WERKNEMERS 21 511 21 634 21 233
LAND 2019 2020 2021
België 23 24 23
Indonesië 15 420 15 622 14 998
Papoea-Nieuw-Guinea 4 692 4 575 4 628
Ivoorkust 1 376 1 413 1 583
Singapore NVT NVT 1
COUNTRY 2019 2020 2021
Indonesië 3,27* 2,86* 2,43
Papoea-Nieuw-Guinea 27,96 23,76 22,67
Ivoorkust 14,50 21,44 16,38
LAND 2019 2020 2021
Indonesië 0 2 1
Papoea-Nieuw-Guinea 1 0 0
Ivoorkust 0 0 0
* : De gegevens over de frequentiegraad van werkverlet voor Indonesië voor 2019 en 2020 zijn herwerkt.
Aantal dodelijke ongevallen ten gevolge van een arbeidsongeval
137
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
Aantal woningen ter beschikking gesteld aan werknemers
Aantal scholen operationeel in 2021
Aantal klinieken operationeel in 2021
HUIZEN TER BESCHIKKING GESTELD DOOR SIPEF 2019 2020 2021
Indonesië 4 897 5 114 5 365
Papoea-Nieuw-Guinea 2 290 2 269 2 305
Ivoorkust 675 783 766
TOTAAL AANTAL HUIZEN 7 826
8 166 8 436
SCHOLEN OPGERICHT DOOR SIPEF 2019 2020 2021
Indonesië 35* 38* 38
Papoea-Nieuw-Guinea 2 2 2
Ivoorkust 4 4 4
TOTAAL AANTAL SCHOLEN 41
44 44
KLINIEKEN TER BESCHIKKING GESTELD DOOR SIPEF 2019 2020 2021
Indonesië 22* 23* 23
Papoea-Nieuw-Guinea 13 13 13
Ivoorkust 3 3 3
TOTAAL AANTAL KLINIEKEN 38 39 39
* : De gegevens voor het aantal scholen in Indonesië voor 2019 en 2020 zijn herwerkt.
* : De gegevens voor het aantal klinieken in Indonesië voor 2019 en 2020 zijn herwerkt.
138 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Jaarlijkse investering in capaciteitsopbouw en onderzoek
voor lokale boeren in Papoea-Nieuw-Guinea
GEWAS AANTAL LOKALE BOEREN BEPLANTE OPPERVLAKTE LOKALE BOEREN HA
Oliepalmen 9 148 28 126
Thee 489 470
Rubber 367 650
ALLE GEWASSEN 10 004 29 246
PROGRAMMA LOKALE BOEREN
AANTAL
LOKALE
BOEREN
BEPLANTE
OPPERVLAKTE
HA
GEPRODUCEERDE
FFB TON
SIPEFGROEP
“Scheme smallholders” 5 882 20 219 265 258
Onaankelijke lokale boeren 3 266 7 979 2 970
GROEPSTOTAAL 9 148 28 198 268 228
INDONESIË
Programma beheerd door het bedrijf 1 943 4 643 23 738
“Village smallholders programme” (Kebun Masyarakat Desa) 304 686 9 386
Associated buy/sell programme” 2 438 5 667 2 970*
Associated seedling programme” 828 2 312 NVT*
INDONESIË TOTAAL 5 513 13 308 36 095
PAPOEANIEUWGUINEA
Associated smallholders programme” 3 635 14 890 232 134
PAPOEANIEUWGUINEA TOTAAL 3 635 14 890 232 134
JAARLIJKSE INVESTERING PGK 2019 2020 2021
Investering door HOPL 169 970 839 162 741 116
Investering door lokale boeren 1 254 666 1 270 970 1 226 497
TOTAAL GEÏNVESTEERDE BEDRAG 1 424 636 2 110 132 1 967 613
* : Het volume van de FFB-productie van de "associated seedling programme" en het grootste deel van het volume van de FFB-productie van
het "associated buy/sell programme" zijn momenteel niet opgenomen in de toeleveringsbasis van SIPEF.
Verantwoordelijk inkopen en productie van lokale boeren
Lokale boeren per gewas in 2021
Programma's voor lokale palmolieboeren per land in 2021
139
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021 Annex
LOKALE OLIEPALMBOEREN 2019 2020 2021
SIPEFGROEP
Aantal RSPO-gecertificeerde lokale boeren 4 312 4 309 4 297
RSPO-gecertificeerde oppervlakte van lokale boeren (ha) 15 066 15 066 16 243
RSPO-gecertificeerde FFB-volumes van lokale boeren (ton) 201 835 230 510 258 126
INDONESIË
Aantal RSPO-gecertificeerde lokale boeren 665 663 662
RSPO-gecertificeerde oppervlakte van lokale boeren (ha) 1 173 1 173 1 353
RSPO-gecertificeerde FFB-volumes van lokale boeren (ton) 16 960 20 719 25 992
PAPOEANIEUWGUINEA
Aantal RSPO-gecertificeerde lokale boeren 3 647 3 646 3 635
RSPO-gecertificeerde oppervlakte van lokale boeren (ha) 13 893 13 893 14 890
RSPO-gecertificeerde FFB-volumes van lokale boeren (ton) 184 875 209 791 232 134
RSPO-gecertificeerde lokale boeren, areaal en productievolumes
Verantwoordelijk ondernemen en transparantie
Percentage van de wel en niet voor taxonomieclassificatie in aanmerking
komende economische activiteiten in de totale omzet, Capex en Opex
TAXONOMIECLASSIFICATIE TOTAAL KUSD
PERCENTAGE VAN
DE WEL VOOR
TAXONOMIECLASSIFICATIE
IN AANMERKING
KOMENDE ECONOMISCHE
ACTIVITEITEN %
PERCENTAGE VAN
DE NIET VOOR
TAXONOMIECLASSIFICATIE
IN AANMERKING
KOMENDE ECONOMISCHE
ACTIVITEITEN %
Omzet 416 053 0% 100%
Investeringen (Capex) 68 692 0% 100%
Bedrijfsuitgaven (Opex) 33 391 0% 100%
140 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
Verantwoordelijke personen
 
  
François Van Hoydonck
gedelegeerd bestuurder
Johan Nelis
chief financial ocer
       
    
Baron Luc Bertrand, voorzitter en François Van Hoydonck,
gedelegeerd bestuurder verklaren dat bij hun weten:
- de geconsolideerde rekeningen van het boekjaar eindigend
op 31 december 2021 werden opgesteld in overeenstem-
ming met de “International Financial Reporting Standards”
(IFRS) en een getrouw beeld geven van de geconsolideer-
de financiële positie en van de geconsolideerde resultaten
van de SIPEF-groep en zijn in de consolidatie opgenomen
dochterondernemingen.
-
he
t financiële verslag een getrouw overzicht geeft van de
belangrijkste gebeurtenissen en transacties met verbonden
partijen die zich gedurende het boekjaar 2021 hebben voor-
gedaan en het eect daarvan op de financiële positie, net als
een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerhe-
den voor de SIPEF-groep.

EY Bedrijfsrevisoren BV
Vertegenwoordigd door
Christoph Oris en Wim Van Gasse,
Borsbeeksebrug 26
2600 Antwerpen (Berchem)
België
143
SIPEF Duurzaamheidsverslag 2021
Voor meer inlichtingen

Kasteel Calesberg
Calesbergdreef 5
2900 Schoten
België
RPR: Antwerpen
BTW: BE 0404 491 285
Website: www
.
sipef.com
Voor meer informatie over SIPEF:
Tel.: +32 3 641 97 00
This annual report is also a
vailable in English.
Vertaling: dit jaarverslag is verkrijgbaar in het Nederlands en
het Engels. De Nederlandse versie is de originele en de andere
versie is een vrije vertaling. We hebben alles wat redelijkerwijs
mogelijk is gedaan om verschillen tussen de taalversies te vermij-
den, maar als er toch verschillen zijn, dan heeft de Nederlandse
versie voorrang.
Het ociële Jaarverslag van de SIPEF-groep is in ESEF-formaat
en kan teruggevonden worden op de SIPEF-website, onder de
sectie “investors”. Alle andere formaten worden beschouwd als
niet-ociële versies van het Jaarverslag.
Concept en realisatie: Focus advertising
Fotografie:
Portretten van de voorzitter, de leden van de raad van bestuur en
de leden van het executief comité © Wim Daneels - beelden van
medewerkers, plantages en producten © Jez O’Hare Photography,
© Adrian Tan Photography, © Marc Adou en © Robert Weber.
In België gedrukt door: Inni Group
144 The connection to the world of sustainable tropical agriculture
www.sipef.com
549300NN3PC8KDD43S242021-12-31549300NN3PC8KDD43S242020-12-31549300NN3PC8KDD43S242021-01-012021-12-31549300NN3PC8KDD43S242020-01-012020-12-31549300NN3PC8KDD43S242019-12-31549300NN3PC8KDD43S242020-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242020-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242020-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242021-01-012021-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242020-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242021-01-012021-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242020-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242021-01-012021-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242020-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242021-01-012021-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242020-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242021-01-012021-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242020-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242021-01-012021-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242021-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31ifrs-full:IssuedCapitalMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31ifrs-full:SharePremiumMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31ifrs-full:TreasurySharesMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242020-01-012020-12-31ifrs-full:ReserveOfRemeasurementsOfDefinedBenefitPlansMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242020-01-012020-12-31SIP:RetainedEarningsAndOtherReservesMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242020-01-012020-12-31ifrs-full:ReserveOfExchangeDifferencesOnTranslationMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242020-01-012020-12-31ifrs-full:EquityAttributableToOwnersOfParentMember549300NN3PC8KDD43S242019-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMember549300NN3PC8KDD43S242020-01-012020-12-31ifrs-full:NoncontrollingInterestsMemberiso4217:USDiso4217:USDxbrli:shares